Historisch Archief 1877-1940
No. 2604
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 APRIL 1927
Uit de Natuur
De Idylle van de Honigbij
door Dr. JAC. P. THIJSSE
u
"P EN goede vijfentwintig jaar
ge?"?? leden is in ons land de liefhebberij
in het houden van bijen belangrijk
toegenomen. Dat gebeurde in het
Oosten van het land onder den invloed
van Pannekoek en Beil; in de duinstreek
was August Kelting onze voorganger en
initiateur. Terzelfder tijd begon ook
van Qiersbergen zijn leerzame rond
gangen, het lijvig boek, van Dr.
Ootmar: De wonderen van het Bijen
volk" kwam in veler handen en je
hoorde forensen in hun trein druk praten
over hun imkers-avonturen. Er is ook
haast geen aardiger liefhebberij te
bedenken; er zijn er maar weinig, die
van den liefhebber zoovee! goede eigen
schappen eischen, zooveel deugden
aankweeken, zooveel vreugde, voldoening
en genot schenken. De lotgevallen van
ons bijenvolkje geven ons een nieuwe
belangstelling in de bijzonderheden van
ons klimaat, in de bloemen van veld en
beemd en tuinen en wegen. De bewon
derenswaardige vastheid in het
bijenleven stelt ons in staat om ieder
oogenblik te onderzoeken, hoe het met het
volk gesteld is en in te grijpen naar
onzen wen^ch en tot zijn welzijn. Doch
tegelijkertijd duldt die vastheid onzer
zijds geen nalatigheid of verwaarloozing
en elk imker weet, dat de maanden
Mei en Juni wel is waar het meeste
genoegen verschaffen, maar ook de
grootste aandacht en vlijt vergen. Vooral
de forens moet dubbel op zijn hoede
zijn en kan als hij niet oppast, bij zijn
thuiskomst te hooren krijgen van ver
loren zwermen. Ik heb nog al eens een
zwerm verloren en ondervond dat altijd
als iets beschamends.
Nu was ik ook geen model-imker, veel
te haastig en hardhandig en onzeker.
Mijn bijen hielden ten slotte niet van mij.
Eén volk heb ik gehad, dat kon het
zelfs niet lijden, als ik de kast kwam
nakijken, en terwijl ik dan gesluierd en
gehandschoend stond te werken, huilden
ze woedend om mij heen, zochten elke
zwakke plek in mijn harnas en maakten
mij hoe langer hoe onrustiger. Zoo iets
mag niet gebeuren. Je moet leeren,
zoo met je volk om te gaan, dat de bijen
alle handelingen die je verricht be
schouwen als iets onvermijdelijks en
onpersoonlijks. Ik denk niet, dat ze het
ooit prettig vinden, wanneer je de
ramen uit de kast haalt en de bijen er af
schudt om te zien, of er broed is aan
gezet en hoe het staat met de
darrencellen en koninginwiegen. Maar je kunt
het zoo doen, dat ze geen bepaalde
aanval gevoelen en geen aanrander
bespeuren. Onze foto laat zien, dat
zoo iets mogelijk is. Die kinderen staan
er dood gemoedelijk bij en in het minst
niet angstvallig, durven zich ook be
hoorlijk te bewegen. Wanneer ge het
genoegen zult hebben, de film, waaruit
deze foto afkomstig is te zien draaien,
dan zal ook het oudste meisje u vrien
delijk toewuiven uit een wolk van bijen.
Nu is dat kind ook van jongsaf met de
bijen opgegroeid, want ze is het doch
tertje van mijn vriend de Meza, directeur
van de bijenstand Mellona, die te Sant
poort het werk voortzet van wijlen
August Kelting. Er bestond reeds een
bijenfilm, maar de Meza heeft met
Polygoon een nieuwe gemaakt, die dezer
dagen voor genoodigden voor het eerst
is vertoond en binnenkort door het
heele land zal doen zien, hoe vermakelijk
het is om bijen te houden. Het weten
schappelijk anatomisch gedeelte is kort
behandeld, maar in bijzonderheden
krijgt ge te zien, hoe de larve zich ont
wikkelt, hoe de jonge bijtjes zich be
vrijden uit hun cellen, hoe de imker
omspringt met zijn koninginnen, met
DE KINDEREN EN DE BIJEN
Uit de nieuwe bijenfilm van de Meza?Polygoon
zijn zwermen en met nog veel andere
dingen ook nog, hoe aan het einde van
het bijenjaar de darren het huis uit
worden gezet en soms gedood.
Die darrenmoord" heeft misschien
gemaakt, dat men de bijen is gaan
houden voor gevaarlijke, felle wezens.
't Is waar, iedere koningin, iedere
werkbij heeft een angel en gifklier en
kan daar zeer pijnlijk mee steken. De
steek wordt dikwijls gevolgd door
zwelling, kan lang pijnlijk blijven en
zelfs nog omvangrijker gevolgen hebben.
Als een voordeeltje beschouwen wij het
dat het bijengif een anti-rhumatischen
invloed heeft en dan ook wel door
medici is toegepast; als ik mij niet
vergis, in Oraz. Maar daarover wil ik het
nu niet hebben. De bijen kunnen dus
steken en pijnlijk ook. Maar ge kunt er
van op aan, dat millioenen bijen hun
leven lang geen gebruik maken van hun
angel. Ze zijn er heelemaal niet vlug mee
en steken alleen, wanneer ze een onaan
gename bejegening ondervinden en
moeilijkheid hebben bij het verwijderen
van vreemden of vijanden uit de korf.
Als de wachters aan den ingang onraad
bespeuren, dan komen zij niet onmid
dellijk voor den dag met hun rapier,
maar jagen schrik aan door een plotse
linge beweging of dringen heel gemoede
lijk hun belager van de plank. Zoo gaat
het in hoofdzaak ook met de darren.
Wanneer die in den nazomer op een
goeden dag terugkomen van een
flaneerpartijtje buiten de korf, dan worden ze
niet meer toegelaten en eerst als ze
koppig worden, komt het tot uitersten.
Het eene volk is in dit geval ook feller
dan het andere.
tntusschen geloof ik, dat iedere bijen
houder vroeg of laat wel eens wordt
geprikt. Het komt er dan op aan, om
onverstoorbaar door te werken en later
haal je dan wel de angel uit de wond.
Wanneer men echter naar de prikkende
bij slaat, verontrust men de andere en
dan komt het licht tot een algemeenen
aanval, waarvan men zich alleen door
snoode vlucht kan redden. De film geeft
daarvan een paar zeer spannende voor
beelden te aanschouwen, die ik met diep
besef heb genoten.
(Wordt vervolgd)}
De Origineelste Prijsvraag
Een Prijsvraag om een Prijsvraag
De lezers van De Groene Amsterdammer" worden hierbij uitgenoodigd ons ontwerp-prijsvragen
te doen toekomen.
Van de in te zenden ontwerpen zullen de 5 origineelste ontwerpprijsvragen worden bekroond
en wel als volgt:
Ie prijs f 100.?, 2e prijs f 50.?,
3e prijs f 25*?, 4e en 5e prijs elk f 10.?.
VOORWAARDEN *
1. De ontwerpen mogen niet alreeds in een ander blad als prijsvraag zijn gepubliceerd geweest.
2. Onze beslissing bij de bekroning moet als finaal worden aanvaard.
3. Inzendingen worden ons eigendom.
4. Wanneer een niet bekroond ontwerp eventueel later door ons als prijsvraag mocht worden
aangewend, zal dit alsnog met f 10.?worden gehonoreerd.
De bekroonde ontwerpen moeten geacht worden met den prijs" tevens te zijn gehonoreerd.
5. Alle inzendingen moeten uiterlijk 31 Mei 1927 in ons bezit zijn en onder motto prijsvraag"
geadresseerd worden aan De Groene Amsterdammer" Keizersgracht 333, Amsterdam.