Historisch Archief 1877-1940
No. 2605
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MEI 1927
11
st
door A. PLASSCHAERT
Hugo Landheer, te Rotterdam.
Het werk, dat Landheer bij Eckhart in Rotter
dam liet zien, was ontstaan in de jaren 1923?1927;
een groot deel ervan met typische gelen" was uit
1926. Het is de tweede tentoonstelling van belang
van dit werk; de eerste was, naar ik meen, in de
kleine zalen van Kleykamp in den Haag. Het werk
'heeft zich in dien zin gewijzigd, dat het, een voort
gang op een zelfden weg, krachtiger werd, met meer
felle ironie de verbeelde dingen weergeeft; de lust
tot het vol uitdrukken der volumina, vondt ge er
ongetwijfeld steeds. Het werk is, zóó heet dat
immers? aan de verbeelding ontsproten, maar het
s ten eerste levend, organisch-levend bovenal; het
voldoet daardoor aan de eerste noodzaak: het over
tuigt. Dat moet werk, van welke richting ook, ten
eerste doen: het moet bestaan"; het moet de
kracht van een bestaan bezitten. Dan is de rest
veilig, en het schijnt mij daar-om ook toe, dat
Landheer's eigenaardig werk, ook veilig zich verder
kan. ontwikkelen. De schilderijen, menschen,
?wezens in stadsgezichten vooral, zijn vol van den
<lwang, door den schilder op die wezens, en ook op
<le stemmingen der stadsgezichten etc. uitgeoefend.
Dat bewijst een psychologische kracht in Landheer.
Deze kracht is van ironische geaardheid, soms vol
zilten humor; zij bevat dus factoren, die dezen
jongen, schilder het mogelijk moeten maken, zij 't
ook een ongewoon soort van portretten te scheppen,
waar ironie, phantaisie en doordringende psycho
logie een bizarre trits zullen vormen, en waar het
wezen der afgebeelden stil en heftig tegelijk, en van
uit een vreemden hoek gezien, geopenbaard zal zijn.
Ik kan niet ontkennen, en zou dat evenmin gaarne
doen: ik ben benieuwd, wanneer we dat alles
zullen ervaren. Het zal een vervorming zijn, maar
toch ne dan, afgeleid van de werkelijkheid (en
die hebben de meeste kans van voortduur), en ik
?hoop, dat de kleur (niet altijd even edel bij Land
heer) daar alles troebels of te zwaars van zelve zal
zijn verloren. Maar ook nu al is Landheer een
schilder, die meer dan eens de belangstelling wekt,
want zijn gewaande wereld" is een organisme. . . .
* *
?Jan Marikes, Haarlem.
De niet-groote oogst van het korte leven van
Jan Mankes wordt ons door herhaald tentoonstellen
langzamerhand zeer vertrouwd en zeer eigen, 't
Hoofdtype van dit werk is een innerlijk realisme.
Hoewel Mankes nu en dan, een tijd zelfs, een
romantische allure had, die den naam van Matthijs
Maris bij den zijnen heeft doen noemen, kunnen wij
toch zeggen, dat dit romantische voor Mankes vol
gevaar was, en dat het realisme zijn natuurlijk heil
bleek. We vinden in Haarlem Mankes zooals we
hem kennen, en erkennen: een schilder vol toe
wijding, vol zorg om een levende, steeds levende
nauwkeurigheid, maar tevens iemand, die het
détail op zijn plaats hield, en een geheel er niet door
liet overrompelen. We zien ook, dat deze be
schroomde (en dat behoeft niet te verwonderen !)
zeer krachtig kon zijn; we bespeuren, dat deze
realist zijn realisme van tijd tot tijd een ziel kon
geven; ik heb het eveneens meer geschreven: een
wonderlijk licht kon dwalen en stralen om een
bloem, en bloeme-opening. Daarnaast was hij een
volhardend, typisch protestantsch portrettist.
Zijn nuchterheid bereikte daar een psychologische
zekerheid, want deze nuchterheid was geen schraal
heid, maar alleen het bedwongen uiterlijk van
een innerijk sterk-bewogen hartstocht; daardoor
gaf hij het niet-fraaie zoo'n bijblijvend accent.
Werken van Kelder, Studio Rijken,
Noordeinde, Den
Haacj
Veertien schilderijen en n gekleurde teekening
de Vischboer" vormen deze tentoonstelling. De
teekening is n der vele snelle notities, die Kelder
van uit zijn hoog raam naar beneden ziend, nu en
dan maakt; de schilderijen vertoonen verschillende
kanten van dezen veel-voortbrengenden schilder.
Het zijn portretten, naakt, stillevens en landschap.
De portretten, die van Altorf, Voormolen en het
meisje Polak (met de zwarte kat) overtreffen het
portret niet, dat hij schilderde van Toorop noch dat
van Stellwagen. Het portret van Altorf, den beeld
houwer, is een breede, eenigszins romantische
beeltenis, dat van Voormolen lijkt, als dat van
Altorf, goed, het lijkt tot het hinderlijke toe; dat
van het meisje Polak is met de meeste teederheid
gemaakt. Onder de naakten is het groote naakt het
belangrijkst; de borst en de buik zijn in een vol licht
breed-gemodelleerd; de beenen met minder aan
dacht geformeerd. Het fluweelen" Interieur is een
groot, van ruim licht levend stilleven, maar de
typische stillevens, daar gaat het bij deze tentoon
stelling orft voor mij. Wat het langst, het.scherpst
in de herinnering blijft, is het opgehangen witte
konijn, vóór een uitzicht over lage daken. De als
biddend verstarde voorpooten, met den door een
touw omgeven hals, het lang naar beneden ge
strekte lijf, geven iets aandoenlijks. inenschelijks.
aan dit beest. De twee andere stillevens, die te
loven zijn, zijn de asperges en de flesch met zure
haring, en dan de flesch met rolpens. Vooral de
schildering der groote worsten rolpens, die in een
troebel licht hun vormen vonden, zijn met de flesch
haring (gemarineerde), krachtige voorbeelden van
wat Kelder kan, Kelder, die (het valt hem niet
moeilijk, lijkt me) gaarne er bij voorkeur een schilder
is van eetwaar. De vlot en lenig-geschilderde studie
van de nieuwe Scheveningsche I laven is een aange
name aanvulling, door haar beweeglijkheid van
waarneming.
Als geheel is deze tentoonstelling ongetwijfeld
beter dan die bij TTnger te Rotterdam; zij laat
Kelder nu en dan zien op zijn kundigst, dan als hij
het meest voldongen is.
N. V. KUNSTZALEN
DE SIRKEL"
Laan van Meerdervoort 53 D
DEN HAAG TEL. 36518
WERKEN VAN MODERNE MEESTERS
Kunstboeken, Sieraden,
Glaswerk Leerdam Unica
S»* Aardewerk £&,
Reproducties naar oude meester*
ten
Stedelijk Museum, Amsterdam. Schilderijen van
Kees van Dongen. Tot 8 Mei.
Kunsthandel De Bron", Den Haag. (iraphisch
werk en Aardewerk van Jan Schonk. Tot 11 Mei.
Hijksmuseum, Amsterdam. Egyptische Kunst
Tot 15 Mei.
Lakenhal te Leiden. Werk van Floris Verster.
Tot 15 Mei.
Frans Buffa en Zonen. Amsterdam. Schilderijen.
pastei» en aquarellen, door d<'n Armenischeu
kunstschilder S. Katchadouriaii. Tot 15 Mei.
Kunsthandel Willem Brok te Hilversum. Schil
derijen door wijlen Mevr. II. W. J.
SchaapVan der Pek. Tot l Juni.
Kunstzaal d'Audretsch, Den Haag. Stillevens
van verschillende meesters. Tot l Juni.
Voor het Drentsche Kind
Teekeningen voor De Groene
Amsterdammer" door W. HESKES
LOUIS DAVIDS
maakt zich gereed om op te treden en een woord
voor het Drentsche kind te spreken.
RIKA HOPPER,
reciteerde een vers
van den jongen dichter
Citroen.
LOUIS DE VRIES
als Graaf de Granc
gaf een scène uit
,,Pro Domo".
LOTJE KOHLER
als Drentsch kir.d.
Zaterdag jl. collecteerden ten behoeve van
het arme Drentsche kind verschillende onzer
artisten in de hoofdstad, waarvan wij hierbij
eenige afbeeldingen geven.
De heel' Th. M. Ketelaar, Johan
Verhuiststraat !), is bereid nog giften voor dat doel
in ontvangst te nemen.