De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 7 mei pagina 17

7 mei 1927 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No, 2805 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MEI 1927 17 Een halve eeuw roemrijk bestaan door PAUL SABEL T_I ET is een voortreffelijk gebruik om de gedenk dagen der groote handelsondernemingen niet onopgemerkt te doen voorbijgaan, aangezien men daardoor veelal gelegenheid krijgt kennis te nemen van de ontwikkeling dier ondernemingen, welke maar al te dikwijls met groote moeilijkheden ge paard ging. Met belangstelling zal dan ook algemeen kennis zijn genomen van het Gedenkschrift" dat bij de herdenking van het vijftigjarig bestaan der Tabab Mij. Arendsburg te Rotterdam in het licht is gezonden en waarvan de samenstelling werd toevertrouwd aan. de vaardige en bekwame pen des heeren A. Hoynck van Papendrecht. ** * Het Rotterdamsche handelshuis P. van den Arend, waaraan de onderneming haar naam te danken heeft, is de eigenlijke grondlegger van de tabakscultuur op Deli geweest, waarbij het geluk of het toeval echter een groote rol heeft gespeeld. ? De kern, waaruit de vennootschap ontstaan is, wordt gevormd door een Associatie", die reeds in 1861 door den heer P. van den Arend met de Heeren A. J. Boogaard, J. Kleintjes en N. A. Koning was gevormd voor de exploitatie van een tabaksonderneming op Java. Immers wenschte de he«r Van den Arend, die zich tot dusverre met den zeehandel en wel voornamelijk met dien in tabak Jiad beziggehouden, voortaan ook het product Zijner eigen Indische onderneming te kunnen ver handelen. Als administrateur der onderneming werd gekozen de heer Jacob Nienhuys, toen nog werkzaam bij Vincent Farensbach. Aan Nienhuys werd de plaats van vestiging der onderneming «vergelaten. Vermelding verdient, dat de heer van den Arend 21/2 pCt. van den bruto-verkoop voor commissie en delcredere zou genieten, een overeenkomst, zooals ook thans nog veelal bij den impörthandel van Indische producten voor komt en soms in de Statuten onzer tegenwoordige cultuurmaatschappijen is vastgelegd. Deze be paling heeft meermalen aan critiek blootgestaan, maar de bij de oprichting der Associatie" ge sloten overeenkomst toont opnieuw, dat men hier te doen heeft met een algemeen in den Hollandschen impörthandel van ouds geldende usance, die trouwens geheel aan alle eischen van redelijk heid voldoet. , Nienhuys kon met de keuze van de plaats voor een op te richten onderneming aanvankelijk maar niet slagen, waarom hij begon tabak op Java op te koopen en naar Holland te verzenden. Dit kwam echter in het geheel niet overeen met ,de bedoeling van den heer Van den Arend, die er op aandrong, dat met eigen tabakscultuur zou worden begonnen. In 1863 werd dan ook de onder neming Tempeh" in Loemadjang gehuurd, die echter ongunstige resultaten opleverde. Nienhuys vertrok nog in hetzelfde jaar naar Sumatra en wel als gevolg van besprekingen, die hij door bemid deling van de firnia J. F. van Leeuwen, te Soerabaia, waarmede Van den Arend in relatie stond, met Vorst" Abdullah uit Deli had gehad. Volgens diens zeggen zou er met den aanplant van tabak lop Deli groote winst te behalen zijn en zou hij grooten invloed op den Sultan van dat gewest bezitten. Het besluit van Nienhuys om aan Abdullah's voorstel gevolg te geven, werd later dooi de Associatie" ten volle goedgekeurd. Het bleek iechter al spoedig, dat Abdullah, die Arabier was, slechts een oplichter en een dief was, die bovendien bok nog de bevolking tegen het gezag van den Sultan van Deli opruide, waarom hij geboeid aan het Gouvernement werd overgeleverd. Nienhuys wilde nu maar een eind maken aan de Deliexpeditie", maar Van den Arend besloot de onderheming op Deli nog maar niet direct op te geven, vooral omdat hij uit de brieven van* Nienhuys zulk een gunstigen indruk van den Sultan van Deli had gekregen. De Sultan was dan ook buitengewoon ingenomen met het plan tot aanplant van tabak, waardoor zijn gebied kans had uit den toestand van armoede, waarin het tot dusverre verkeerde, -te worden opgeheven. In Maart 1804 werd het eerste partijtje monsters Deli-tabak te Rotterdam ontvangen en, dit viel buitengewoon in den smaak. Men bevond de qualiteit goed; hoppig, goed brandend dekblad". Aan Nienhuys werd dan ook geschreven den aanplant met kracht voor te zetten waartoe hem een crediet van pd.st. 5.000 werd ge opend. De financieele resultaten bleven echter voorloopig bedroevend, daar de oogst tegen viel. Een aanbod van Nienhuys om de Deli-onderneming van de Associatie over te nemen, werd van de hand ge slagen. Binnen eenige jaren was op Deli ? 75.000 verloren. Nienhuys stelde toen voor de tabaks cultuur daar te eindigen en zich op den aanplant van koffie, muscaat en klappers toe te leggen, doch dit lag geenszins in de bedoeling van de Associatie, die het uitsluitend om de tabaks cultuur te doen was. Einde 1866 verzocht en ver kreeg Nienhuys ontslag uit zijn positie als adminis trateur, toen de Associatie niet bereid was verder geld in de onderneming te steken. In Aug. 1867 kwam Nienhuys ernstig ongesteld in patria terug, waarbij bleek, dat de goede verstandhouding tusschen Van den Arend en Nenhuiys niet geleden had onder het verbreken der zakelijke betrekking tusschen beiden. Zooals bekend richtte Nienhuys vervolgens met den heer P. W. Janssen in 1869 te Amsterdam de Deli Maatschappij op. Deze geheele geschiedenis van de tip" van den oplichter Abdullah betreffende de mogelijkheid van den aanplant van tabak op Deli is wel een eigenaardig voorbeeld, hoe uit het kwade het goede kan voortkomen, want daaraan is ten slotte toch te danken, dat een aanvang is gemaakt met de tabakscultuur op Deli, die later zulk een buitengewoone vlucht zou nemen, zoodat dit gewest thans nog feitelijk een monopolie-positie ten op zichte van tabak inneemt. Merkwaardig is, dat het product van Deli aanvankelijk nog als Java-tabak aan de markt werd gebracht, waaronder men dan blijkbaar in het algemeen Nederlandsch-Indische tahak verstond. De Associatie" zette de exploitatie van haren aanplant op Deli met afwisselend succes voort. Oogst 1867 leverde nog slechts een bescheiden opbrengst van 151 pakken op, die verkocht werd voor f 6.433, doch oogst 1870 was reeds gestegen tot 1104 pakken met een opbrengst van ? 104.059 en oogst 1871 tot 657 pakken met een opbrengst van / 128.745. Nog steeds gingen de administra teurs echter voort geld te steken in onproductief blijvende notenmuscaattuinen. Inmiddels hadden de zaken een dergelijke uit gebreidheid gekregen, dat men omzag naar een anderen bedrijfsvorm. Op het eind van 1870 werkte de Associatie met een kapitaal van ? 250.006, terwijl met de firma Van den Arend een consig natiecontract was gesloten. De wenschelijkheid de onderneming in een naamlooze vennootschap om te zetten werd dringend gevoeld, te meer, waar zich in dien tijd een tweede vereeniging te Rotterdam had gevormd, die zich eveneens met het in cultuur brengen van woeste gronden op Sumatra wenschte bezig te houden. In April 1877 werd de Koninklijke Bewilliging verleend op de Statuten der nieuwe vennootschap, die uit de fusie van beide groepen voortsproot en den naam van Tabak Maatschappij Arendsburg ont ving. Haar kapitaal zou geleidelijk aannwasses van / 670.000 tot ? 4.000.000 en het aantal door haar geïmporteerde pakken tabak van 2294 tot 24.300. Een belangrijke uitbreiding onderging de maat schappij door de fusie met de eveneens te Rotter dam gevestigde Deli Cultuur Mij. in 1920. Voorts heeft zij een belang bij de Cultuur Mij. ,,I)e Oost kust", bij welker oprichting zij voor 1/12 in het kapitaal deelnam. Bracht oogst 1877 f 388.000 op, die van 1925 werd voor f 6.862.000 gerealiseerd waarop een winst van / 2.128.127 werd gemaakt. Bovendien werd in 1926 nog een productie van 1.323.866 halve K.G. rubber verkregen, die ? 2.027.000 op bracht en waarop een winst van ? 1.071.588 werd gemaakt. De dividenden, die in vroeger jaren op het toen nog kleine kapitaal dikwijls 100 pCt., 150 pCt. en hooger bedroegen, bewegen zich de laatste jaren omstreeks 50 en 60 pCt. De verwach ting voor het boekjaar 1926/27, waarin de tabaks oogst van 1926 verkocht wordt (de maatschappij heeft dien reeds verkocht aan een groep handelaren, docli heeft nog recht op een aandeel in de meerdere Beurs-Spiegel Amsterdam, Woensdagavond, 4 Mei. T~~\ e locale geldmarkt bleef gedurende de laatste dagen van de afgeloopen maand van een aanhoudende vaste stemming blijk geven. Zooals in ons voorgaande overzicht bereids werd opge merkt deed de April-ultimo niet anders ver wachten. Prolongatie handhaafde zich op 4?4J pCt., terwijl particulier disconto steeds het bankdisconto raakte. De cijfers der jongste weekbalans der Nederlandsche bank vertoonen een beeld dat met de hier uiteengezette positie van de geldmarkt volkomen strookt. Zoowel de binnenlandsche wisselportef euille als de beleeningen en voorschotten liepen zeer aanzienlijk op. Tezamen stegen deze posten bijna ?70.000.000 of ruim 30 pCt. van het cijfer der voorafgaande week. Zooals bij een zware termijn als die van aanvang Mei wel was te voorzien, is in de eerste dagen der nieuwe maand niet een snelle aanwas van het aanbod van middelen waar te nemen geweest. Toch manifesteerde zich een lichte verruiming in de geringe daling der rentekoersen. Prolongatie noteerde heden 3j?4, particulier disconto 37/16 Of de uit Londen terugvloeiende gelden het disconto zullen doen dalen beneden het peil van aanvang April valt af te wachten. Op de fondsenbeurs oefenden, de gebeurtenissen der geldmarkt geen noemenswaardigen invloed uit. In tegenstelling tot den toestand aan vele buitenlandsche beurzen kan men ten onzent een dergelijken invloed ook nauwelijks verwachten. Dat echter de hooge rente die voor het leenend publiek effectief nog 1,8 pCt. meer bedraagt dan het genoteerde percentage niet bevorderlijk was voor het uitlokken van kooplust voor buitenlandsche obligatiën behoeft wel geen betoog. Te Londen trok de discontokoers iets aan; volgens berichten uit de city mede door het terugtrekken van buitenlandsche gelden, meer in het bijzonder van Nederlandsche. Goudgerande waarden handhaafden hun gunstige houding ondanks het plaatsen van enkele nieuwe emissies. Sinds de verlaging van de bankrate" is de toevloed van goud blijven aanhouden. De positie van het goud heeft zich de laatste maanden, voor den aanvang waarvan in bevoegde Londensche kringen nog een langdurige periode van goud afvloeiingen werd tegemoet gezien, dus wel zeer verbeterd. De Berlijnsche beurs zag de ultimo-liquidatie zonder veel moeilijkheden verloopen. Wel hadden enkele kleinere firma's met bezwaren te kampen, zoodat zij tot liquideeren van hun posities moesten overgaan, hetwelk met geringen koersdruk gepaard ging, doch de stemming van het beurspubliek is niet van dien aard om zich daardoor te laten beinvloeden. * * * De New-Yorksche beurs, waarvan nog steeds een niet onbelangrijken invloed uitgaat op de stemming van onze locale markt, kenmerkte zich in de afgeloopen weekperiode door overwegend flauwe tendenz, terwijl de laatste dagen een herstel intrad. * * * Te Parijs trekt de aandacht de vrij sterke daling van Fransche ,.rentes", welke in de laatste weken een aanzienlijk koersavans hadden kunnen boeken. Dat verminderd vertrouwen in het Fransche ruil middel de verkoopen stimuleert is nauwelijks aan te nemen. Evenmin kan de stemming ter geldmarkt als bron dezer baisse worden beschouwd. Het meest voor de hand ligt wel, dat winstneming op uitge breide schaal de oorzaak is. C.A.K. winst, bij inschrijving te Rotterdeam te behalen), is, dat de financieele resultaten wel niet vele van die van 1925/26 zullen verschillen, daar de winst op tabak wel hooger zal zijn maar die op rubber lager. Een dividend van circa 60 p('t. schijnt dan ook weder waarschijnlijk. Correxpotidoifie. M.K., Den Haag. De positie dor maatschappij is van dien aard. dat men in verloop van tijd stellig oen koorsverbetering mag verwachten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl