De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 7 mei pagina 22

7 mei 1927 – pagina 22

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 MEI 1927 No. 2605 Door 't Schietgat De Admiraals-Revue op den Hofvijver Minister Lambooy's Memorie van Toelichting door MELIS STOKE TJET glanspurit van de feesten, die ter gelegenheid van den verjaar dag van Prinses Juliana, in den Haag gevierd zijn, was stellig de avond-vlootrevue op den Hofvijver. Het Nederlandsche Volk, dat met hand en tand jarenlang gestreden heeft tegen de Vlootwet en voor be perking van het hoogere marinepersoneel, heeft bij die gelegenheid kunnen genieten van zeven admiraalsschepen met twintig overleden en dus niets-kostende admiraals aan boord. De gedachte dat de nabestaanden van deze overleden feestgenooten de schat kist zelfs geen halve cent aan weduwenpensioen kostten, nam de laatste mogelijkheid van een schaduw op de feeststemming weg. De sloepen, aldus het waar schijnlijk door den Minister van Ma rine ad int. opgestelde f eestpro gramma zijn bevlagd met de oude banieren, waaronder in de gouden eeuw gevaren werd...." Men lette op het politieke handigheidje van den heer Lambooy, die zoo tusschen de regels van het feestprogramma zegt: schrikken jullie nou niet van die zeven schepen. . . . want ze varen heusch niet onder mijn vlag, maar. onder die van een voorganger uit een gouden eeuw, toen het niet op een paar guldens meer-of-minder op de marinebegrooting aankwam. ..." En dan vervolgt de heer Lambooy in zijn memorie van f eest-toelichting: ....twee sloepen zijn bemand met de roemruchtigste admiralen uit dien tijd." Dat bemand" is nu weer ty pisch de heer Lambooy, die, riaarmen weet, Majoor bij de Landmacht is. Wij zouden Z.Exc. wel eens willen zien als een Marine-officier het had over een keukenwagen bespannen niet Luitenant-Generaals, of een loopgraaf bezet met Kolonel-schappen. . . . Enfin, dit alles zou den heer Lam booy vergeven kunnen worden, indien daarop niet onmiddellijk volgde: . . . .als een bijzonderheid zij opge merkt, dat bijna alle voorgestelden fi guren zijn, welke den heldendood voor het Vaderland hebben gevonden.." Hierin gevoelt iedereen den politieken kneep. Minister Lambooy zegt hier zooveel als: schrikken jullie nou wér niet, want het zijn geen heusche admiraals, maar allemaal dooien, gratis-dooien, dooie figuren en geen figuren op de begrooting. We kunnen d'r allemaal trotsch op zijn en het kost ons lekker geen cent, en toch zijn het ónze helden. ..." En dan volgt de verantwoording. Want Minister Lambooy weet al lang dat je de menschen niets op de mouw kunt spelden als je niet met bewijzen komt. Ze zouden best kunnen denken dat hij van de feestverwarring gebruik maakte om gauw even een gedeelte van de vlootwet binnen te sihokkelen! Een dezer sloepen" aldus de memorie van toelichting wordt bevaren door Kunstenaars, leden van het Genootschap Pulchri Studio, ter wijl de andere, den Koophandel ver tegenwoordigend, bemand is met ingezetenen van Den Haag. . . ." Nu kunnen ze toch heelemaal niets meer zeggen, denkt de heer Lambooy. Die arme kunstenaars doen mee. dat is dus het proletai-iaat; en de koop handel, die maar altijd op zuinigheid aandringt, vaart in hetzelfde schuitje... , Inlanders, en over Mariniers.. . . maar niemand had tot nu toe gedacht aan tenoren, baritons, bassen, kunstenaars, kooplieden en ingezetenen van 's Gravenhage die dat allemaal buiten be zwaar van 's Lands schatkist willen opknappen.. . . Wat je noemt een harmonische en eenstemmige oplossing van het marine vraagstuk ! De rest van de bemanning van de Nederlandsche heldenvloot ziet er al even onschuldig en spotgoedkoop uit. De memorie van toelichting meldt daaromtrent: het bestuur der Haghe Sanghers neemt plaats (let wel, er staat niet: werd aanyemonsterd of geronseld of ingeschreven op den RIJM-KRONYCK Politieke Sport ee Sportieve door MELIS STOKE ... de officieren uit de andere landen vonden, dat onze ruiters te slap, te week met onze paarden zijn, waardoor wij te veel aan den wil van het paard zijn overgeleverd .. . (Dagbladcorrespondentie over het Internationaal Concours Hippique te Nizza.) ... tal van menschen, die de zooge naamde ethische richting in Indiëwaren toegedaan, zijn thans teruggekeerd op hun schreden. Dit is het voordeel van de communistische relletjes. (De Muralt bij de Indische Be grooting in de Eerste Kamer.) Moes/ Holland door de nederlaag zijn oude kracht weer leeren kennen...? f Zij door de communisfenplaag, 'f zij waar, met sterren op den kraag, zijn ruiters door den vreemde rennen.. . 'J Geweld ligt niet in Hollands aard. De vrijheid, die wij duur bevochten, misgunnen wij noch mensch noch paard. t Geen voor een deel het feit verklaart, dat zij die zoo misbruiken mochten . .. Wij vierden dus den teugel wal en streefden 'f edel dier recht innig. En, daar hef volop haver had, werd 'f, denkend: ha. ..wie doet mij waf...?" eersl speelsch, toen dartel... eindelijk vinnig... Wij kozen blij een vrijen koers en, c/aar we op het lot vertrouwden, verzuimden w' op de wacht des roers en t internationaal concours ons op gevaar bereid te houden . . . De vrijheid /s een kost/i/k goed voor wie haar met zijn bloed betaald heeft... Men zij er dus wat zuinig mee, totdat men, hier en overzee, een heuschen eereprijs behaald heelt. , . Al lijkt de Nederlandsche Maagd dan ook aanvank/ijk waf Xantippisch, zij oogst, zoo hier als in de Oost, van f aan haar toevertrouwde kroost den dank, zoo politiek als hippisch . . , Een ideaal positie voor een minister die iedereen te vrind wil houden, zoo'n hof vij ver- vlootfeest. Vier andere admiraalsschepen zijn bemand met: Ie en 2e tenoren, bari tons en bassen die zich spontaan be schikbaar hebben gesteld. ..." Dat is nog eens een oplossing van het nijpend personeelsvraagstuk bij de Marine. . . . Over reservisten hebben ze het in de Kamer gehad, en over monsterrol. . . .) neemt dus plaats: in de dirigentsloep (een nieuwe eenheid bij de Nederlandsche Marine) het vaar tuig dat midden tusschen de vier met zangers bemande siervaartuigen rond gaat...." Nu zijn we geen expert op het gebied van nautische terminologie, maar een ..rondgaand" vaartuig herinnert ons toch wel wat heel sterk aan dat ver schrikkelijke rondtollende turkenschip van Prikkebeen. Enfin, het i's maar een minister van marine ad int., dus we gaan voort: . . . .de bemanning bestaat uit de heeren (de be-heering dus feitelijk) Hubert Ouypers, dirigent (boots man. . .. ?) W. K. Poulus, voorzitter (lichtmatroos?), L. Stokla, secretaris (kombuisjongen. . . . ?) en H. W. A. Schoon, penningmeester (koksmaat je. ...?) en dan (nu komt de aap uit de mouw) deze boot vaart onder commando van den heer W. Huyvenaar, officier ter Koopvaardij, die de practische maritieme aangelegen heden heeft verzorgd...." Hier erkent Majoor Lambooy voor de eerste maal wie zijn adviseur aan Marine is: de heer Huyvenaar. Deze heer heeft urenlang, gewapend met zeekaarten van den Hofvijver, peillooden en sextanten, met den minister geconfereerd. De Marinestaf is buiten gewoon beleedigd dat hij gepasseerd is. liet schijnt echter dat de heer W. Huyvenaar een der weinige maritieme experts is die volkomen op de hoogte geacht kan worden van de stroomin gen en diepten in den Hofvijver. Hij kent dit stelselmatig vermeden vaar water als weinigen, en het is buiten gewoon te waardeeren dat hij zich, ter eere van het feest nog eens bloot wil stellen aan de gevaren van het wisselvallig en grillig element. Zulks geldt in gelijke mate voor de kunstenaars Bakker, Bron, Horst en Butter alsmede de kooplieden Bakels, Lijnkamp, Morra, Peters e.a. die als Trompen, Kortenaers, Van Nassaus, van Wassenaers, Evertsen, de Ruyters enz. enz. op de belangelooze tapijten van Kulscar de wateren van den Hofvijver, zoo berucht door de onbe rekenbare zijstroomen der daarop loozende W.C.'s van Binnenlandsche Xaken en de Eerste Kamer, trotseeren. Vooral de laatste stroomen, die nog steeds gezwollen zijn van de troebele beroeringen van het Belgisch Verdrag, zijn in de speciale behoedzaamheid van den heer Huyvenaar aanbevolen. Aangezien deze stroomen reeds n lid van het Kabinet, den heer van Karnebeek, verzwolgen hebben, zijn de andere ministers teruggekomen op hun aanvankelijk denkbeeld om zich, als admiraals, bassen en tenoren ver kleed, mede op de ongewisse golven van den Hofvijver te wagen. Het denkbeeld va.n een allegorisch siervaartuig, verbeeldend het Schip van «Staat, is in verband daarmede eveneens losgelaten, 't Geen jammer is, omdat de heer de Geer zich reeds principieel bereid had verklaard om, luchtig in travestie, voorstellend dn ..Welvaart", het middelpunt van een groep te vormen, waarvan tevens deel zouden uitmaken: Van der Vegte (waterstaatslelie), Beelaerts (Scheldemorid), Kan (watersport), Lou de Visser (deining), Snoeck Henkemans (water in den wijn) e.a. Gelijk gezegd is dit plan in het water gevallen. Maar de vlootrevue heeft daar mede niets aan grootschheid ingeboet. En Nederland is een vlootbasis rijker, een vlootbasis naar het hart van minister Lambooy, omdat zij aan alle eischen van den modernen tijd voldoet, namelijk: volkomen onbe reikbaarheid uit de zee, en dienten gevolge absolute geschiktheid voor de niet-bestaade schepen van een nietuitgevoerde vlootwet, alsmede ver dedigbaarheid door een sterke Land macht. ... BOOTZ' ORANGEADE TRIPLE SEC ^"^^*^^" ~** ~ * /vCa>

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl