De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 14 mei pagina 11

14 mei 1927 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Wo.2606 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 MEI 1927 11 door Prof. Dr. H. BRUGMANS XLIV. De Spuistraat T"\ B vraag van de demping van Amsterdamsche grachten is nog altijd een vraag. Maar zij behoorde dat niet te zijn. Een gracht is een gracht en een straat is een straat. Maar een gedempte gracht is niets, geen gracht en geen straat, geen vleesch en geen visch. Daarom behoort een gracht <lan ook nooit, in geen enkel geval, onder geen ?denkbare omstandigheid te worden gedempt. Ook miet ter wille van het verkeer. Het verkeer is het groote monster, dat thans door Amsterdam rond waart, zoekende, wat het zal verslinden. Maar het monster verliest alle kracht, wanneer men het maar goed weet te leiden. Dat is niet steeds ge makkelijk, maar het is toch ten slotte vrij een^voudig. Mits men zich maar op het standpunt stelt, dat het verkeer er is om de stad en de stad niet om het verkeer. Met andere woorden: het verkeer heeft zich te voegen naar de stad, niet de stad naar het verkeer. Dat komt bovendien ook veel goedkooper uit. De kwestie van de demping van het Bokin is thans aan de orde. De beslissing is nog niet gevallen .«n zal misschien ook niet spoedig vallen. Opper vlakkig gezien schijnt er voor de demping ook geen meerderheid in den Baad te bestaan. Maar mochten .«r nog leden van den Baad of andere burgers van Amsterdam zijn, die nog aarzelen hun meening in <le demping van het Bokin vast te stellen, dan moeten zij eens gaan zien in de Spuistraat en daar eens in oogenschouw nemen, hoe een gedempte gracht er uitziet, en ook, hoe weinig verkeer er op ,zoo'n gedempte gracht ten slotte wordt aange troffen. De Spuistraat is eerst bij raadsbesluit van :20 November 1867 zoo genoemd, natuurlijk naar het nabije Spui. Waarom men de gedempte gracht vernoemde, is niet duidelijk, waar men aan den N.Z.Voorburgwal, eveneens gedempt, haar naam liet. Want de nieuwe Spuistraat is natuurlijk de ?oude Nieuwe Zijds Achterburgwal. Als zoodanig flankeerde zij symmetrisch met den Oude Zijds Achterburgwal, wiens aandoenlijke schoonheid ons kan doen zien wat wij in den Nieuwe Zijds Achterburgwal hebben verloren. De oudst bekende grenzen van het stedelijk gebied van het oude Amsterdam waren de beide voorburgwallen van ?oude en nieuwe zijde. Dezen toestand vinden wij omstreeks het midden der veertiende eeuw. Maar ?de stad breidde zich uit, toen als thans; aan weers zijden werd zij uitgelegd; de grenzen werden de beide achterburgwallen. Zij werden omstreeks 1380 gegraven: van dien tijd dagteekent dus de Spui straat. Stedegrens bleef zij tot ongeveer de helft ?der vijftiende eeuw: toen werd het Singel gegraven ?en de stad tot die grens uitgelegd. De Nieuwe Zijds Achterburgwal was een stil grachtje, waar rustige en ook wel minder rustige burgers woonden. Dat laatste mag niet worden ?afgeleid uit het bestaan van de Vechterssteeg, die tegenwoordig de Baamsteeg heet; zij droeg haar HEKELVELD MET BEGIN SPUISTRAAT (1927) naam niet naar den vechtlust der bewoners, maar eenvoudig naar burgemeester Vechter Barendsz. De Baamsteeg heet natuurlijk niet naar de vensters, maar naar de lakenramen, die daar tot het midden der zestiende eeuw hebben gestaan. Evenmin duidt de Vliegende steeg op een zekere loszinnigheid der bewoners; zij heet eenvoudig naar Jan Jansz. Vijfvliegen, die in 1510 op den hoek van deze steeg aan het Singel woonde; vandaar ook, dat de steeg nog in de zeventiende eeuw de Vijfvliegensteeg heette. Maar reeds in het begin van die periode bekortte men den naam tot Vliegensteeg, om hem omstreeks 1700 weer te verlengen tot Vliegende steeg, die thans nog de officiëele benaming is. Merkwaardige gebouwen had de Nieuwe Zijds Achterburgwal niet zoo heel veel. Als thans kwam de achterzijde van het Postkantoor erop uit. Bij de Lijnbaansteeg, die al dagteekent uit de vijftiende eeuw, toen langs den muur aan het Singel nog lijnbanen stonden, hadden in de zeventiende en achttiende eeuw de Doopsgezinden een kleine kerk. De groote katholieke kerk, die thans in de Spuistraat staat, is op de plaats van de oude schuilkerk Het Stadhuis van Hoorn. Maar dit laatste kefkje was natuurlijk veel kleiner; ernaast stond de bekende suikerbakkerij het Vagevuur, die later voor de grootere kerk moest plaats maken. Nog verdient de aandacht de Bosmarijnsteeg, die vroeger de Baamsteeg heette. Beeds in 1016 wordt deze steeg onder haar tegenwoordigen naam vermeld, mogelijk naar een gevelsteen. Maar het is ook denkbaar, dat Ter Gouw gelijk heeft, toen hij beweerde, dat hier de vrouwen woonden, die bloemen en anderen opschik vervaardigden voor doop- en bruiloftsfeesten. Men kent dit ge bruik ook uit Shakespeare; waarschijnlijk kwam het ook wel in Amsterdam voor. Het einde van den Nieuwe Zijds Achterburgwal bij het Spui heette het Heiligeland; in later tijd was juist deze buurt minder heilig. Toevallig vinden wij aan de andere zijde, aan den IJkant, het Hemelrijk, dat reeds in 1477 voorkomt. Er is. zelfs een Groot en een Klein Hemelrijk. Tot in de achttiende eeuw heette het Klein Hemelrijk het Vagevuur en was het Groot Hemelrijk noch groot noch klein. In 1538 stonden hier zes cameren genoemt dat Hemelrijck"; in 1649 was hier een suikerbakkerij van dien naam. Als tegenstelling daartoe werd stellig de bovengenoemde raffinaderij het Vagevuur genoemd, wat meteen een aardige woordspeling gaf. Fokkens reeds zegt ervan: daar is 't oude vermaarde Vagevuur, daer lange jaren het ijsselijke suykerige vuur gestookt is". Wat den naam Hemelrijk betreft, daartoe gaf zeker de plaats weinig aanleiding; vermoedelijk zal ook hier wel een gevelsteen met deze aantrekkelijke voorstelling hebben gestaan. In de buurt van het Hemelrijk vinden wij het Hekelveld: zoo heet het noordelijk uiteinde van de Spuistraat nog. Het woord wordt soms verklaard als woonplaats van booze geesten, een soort heksendansplaats. Men bracht het zelfs in verband en in contrast tot het naburige Hemelrijk. De zaak is evenwel veel eenvoudiger. Het Hekelveld is het veld, waar wordt gehekeld, waar het vlas over den hekel wordt gehaald; misschien houdt dat zelfs verband met de naburige lijnbanen. Het is stellig niet toevallig, dat hier in 1604 nog twee huizen stonden, die door hun gevelsteen aan het oude hekelen herinnerden: ,,In de drie groene hekels" heette het eene huis; het andere was eenvoudiger De groene hekel". Misschien staat met dat alles ook nog in verband het huis De drie vergulde kluwen", dat nog in de achttiende eeuw in stukken voorkomt. De demping van den ouden Nieuwe Zijds Achter burgwal had in 1866 en 1807 plaats. De Raad doopte de gedempte gracht Spuistraat; de naam Havenstraat, die werd voorgesteld, kon geen genade vinden. Men had toen van deze nieuwe straat groote verwachtingen; men hoopte, dat hier een tweede Kalverstraat zou ontstaan met fraaie moderne winkels. Een ieder weet, dat daarvan niets is terecht gekomen: het is een eentonige, rommelige straat geworden. Amsterdam moge de waarschuwing, die in de Spuistraat ligt, ter harte nemen. HEKELVELD MET KATTEGAT (ZOOALS HET VROEGER WAS) Toegepaste Kunst Een nieuw Verkeers-blljet Van den Oostenrijker Stejan Sthlesinger ver scheen van'wege de Gemeente Amsterdam wederom een aanplakbiljet ter bevordering van het veilig straatverkeer waarin hij aan het Klingerkleuren gamma: zwart, rood en wit getrouw bleef. Het is heel wat sterker dan het vorige, door hem geteekende biljet met den middeleeuwschen ridder en het valt ook meer op door suggestieve kracht al is het gegeven niet geheel nieuw. Op dof zwarten ondergrond stelde Schlesinger een witten cirkel waaruit, naar drie richtingen, roode pijlen flitsen. In den cirkel is een roode gelijkzijdige driehoek gevat waarin een (alziend) oog met een sterk blinkend glimlicht. Daaronder, in voortreffelijk duidelijke karakters de woorden: Uitkijken" en Veilig Verkeer", met als afsluitende kleurnoot een klem wapen schild der stad Amsterdam. De rustige, evenwichtige, recht-op-het-doel-afgaande eigenschappen van dit biljet zijn te waar deeren evenals de strakke en kloeke teekening der verschillende onderdeden, een geheel voornaam, waarmede met weinig middelen, toch veel werd bereikt, en in elk geval de ivaarschuwing dienend waarvoor de uitgave geschiedde. De onberispelijke uitvoering werd door Senef e) der verzorgd. O. v. T. NA VOLBRACHTE DAGTAAK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl