De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 14 mei pagina 12

14 mei 1927 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 MEI 1927 No. 2606 Dramatische Kr o ei e k door TOP NAEFF VULPENHOUDER MICROSCOOP Nieuw lin. vergrooting 20 X fl. 2,25 bij vooruitbetaling. JOS. HARTOG, Opticien Hoofdsteeg 17 Nobelstraat 28 Rotterdam Utrecht. Het Rotterdamsch-Hofstad'tooneel: ,,De heer en mevrouw Die en Die .." door Denys Amiel - A MSTERDAM blijft in den laatsten tijd vrijwel ^^ verstoken van de tooneelstukken van beter gehalte, waarmede het Rotterdamsch-Haagsch gezelschap nu en dan het vermakelijkheidsrepertoire onderbreekt en opheft. De brief van den Koning", het Apostelspel", e.a. Op welk noodlot deze stiefmoederlijke behandeling berust, weet ik niet, maar het zou mij bepaald spijten wanneer de vertooning van Amiel's Monsieur et Madame un Tel", in de Nederlandsche vertaling van Emmy van Lokhorst, onthouden bleef aan den Stadsschouw burg, waar men het werkje van de Franschen heeft kunnen zien in een opvoering, die, hoeveel goeds er in haar soort van te zeggen viel, voor deze onder deed. Van hoe doorslaand belang de toevallige ver tolking voor een stuk kan zijn, is bij deze gelegen heid weer eens gebleken, het kwam mij voor of ik Mr. et Mad. un Tel" voor de eerste maal in het juiste licht zag, en de bezwaren, die ik tegen het charmante blijspel in de theatraal knappe, doch zware, en schier tragische opvatting van het Fransche gezelschap had gevoeld, daarin ver smolten. Zelfs het zwakke derde bedrijf hinderde thans veel minder dan toen, nu wij inderdaad deel hadden genomen aan het allersimpelst, door geen schijn van romantiek belangwekkender geworden, bestaantje van den heer en mevrouw Die en - Die". Menschen, tragisch voor den dichter in hun algemeenheid, doch niet tragisch in persoon. Het bedroevende, dat dergelijk lapwerk der liefde in de meeste huwelijken de plaats inneemt van ook maar het verlangen naar eenig ideaal, wordt hier gecompenseerd door de gelaten overtuiging, dat het gros van de menschen dit ideaal dan ook niet mist, en, door de eischen der burgerlijke praktijk volledig gevormd, van nature elke hoogere ver vulling in den weg zou staan. Wanneer mevrouw ,,un Tel", haar lastige bevlieging voor den knappen jongen man in alles het contrarie van haar echt genoot natuurlijk une maladie" noemt?gelijk Goethe zijn gevoelens voor Charlotte von Stein dan denken wij bij deze ziekte hoogstens aan de mazelen. Het leed van den echtgenoot om de ontrouw van dit vrouwtje slaan wij ook niet hooger aan dan de narigheid, waarin waar er drie zijn onvermijdelijk de n, die tijdelijk te veel is, zich moet schikken, aangezien wij in dezen gedupeerde" den troostbaren materialist her kennen, voor wien in het ergste geval, dat deze Suzanne niet tot hem terug mocht keeren, dertien Suzanne's in het dozijn gereed staan. * * * Het is allesbehalve gemakkelijk bij de opvoering van een stuk, dat door onbelangrijkheid belangrijk moet zijn, de roos in het hart te treffen, de lichtheid van het spel geen geweld aan te doen. Elke onder lijning, en zelfs elke omlijning van het gevoel schaadt. Bij de Fransche vertooning voelden wij doordat de personen zich individueeler en dieper voordeden dit spelen met de hoogste levenswaarden als een schennis. Tot een satyre kon het niet groeien, daarvoor mist het de elementen; in wezen tragisch is het niet; wat bleef, was burgerlijke romantiek, in een weinig geloofwaardig milieu. N.v. % F. VAN DER HEIDE HILVERSUM '80RAVELANDSCHEWEQ, TEL. 1150. VRAAGT U EENS TEEKEN INGEN EN PRIJSOPGAAF VOOR HET SMAAKVOL INRICHTEN VAN uw LANDHUIS OF VILLA. BEKNOPT PROSPECTUS FRANCO. Op die manier gespeeld, boeide het als een intriguestuk, maar miste daarbij elke betoovering. En deze betoovering had het nu juist wel in de Hollandsche vertooiiing, waar men er in geslaagd was het spel licht en doorzichtig te houden. Het had naar het slot toe iets meer toegespitst kunnen zijn, op iets breeder grondslag kunnen staan. . . . De versregels van Géraldy, die bij de Fransche vertooning evenmin hun sfeer van fijne, wrange melancholie vonden, voldeden ook hier niet best: Assieds-(oi. Va! Reprends pres de moi ton ennuie. Moi, pres de toi, je rependroi ma so/ilude"l Want zóó ingrijpend hadden wij de verveling" van dit vrouwtje niet gevoeld, zóó eenzaam voelde zich de zakenman niet naast zijn aangebeden kindvrouwtje. De loud-speaker redde feitelijk de situatie door deze woorden een beetje te wrang en te gewild voor kleine liefdetjes volmaakt onverstaanbaar uit te galmen. De heer en mevrouw Die en Die zouden elkaar ook zonder deze poëzie terug hebben gevonden, het romantisch uitstapje was niet mee gevallen, en wat spiegelt de goede man haar in z'n vreugde en verliefdheid al niet voor aan gezellige uitstapjes en lekkere eetmalen ! Merkwaardig, zooveel dichter als de Hollander bij dit novellistisch tooneelwerk uit de moderne Fransche school staat dan de Franschman. Géraldy, Amiel, Duvernois, Jean Jacques Bernard schrijven een litteratuur volkomen passend bij onze geaard heid en onzen smaak. Waarom we deze soort kamerspelen niet zelf schrijven? Een feit is. dat onze tooneelspelers ze in het algemeen voortref felijk vertolken. Hoe verrassend goed was Gimberg, als de man, de middenstander, een mensch van de beste qualiteit, alleen wat irriteerend in zijn eenvoud en onbevangenheid. Zijn Fransche collega speelde de rol machtiger, boven het werkje uit, te persoonlijk en te autoritair. De daad van het vrouwtje was tegenover dien imponeerenden man nauwelijks denkbaar, en de jonge man, die hem met louter uiterlijke middelen verslaat, moet heel wat in z'n mars voeren in dit opzicht, aan kilkoude zelfver zekerdheid en aan na-den-oorlogsche chic. Gimberg hield de rol op veel eenvoudiger plan, en trof daarin zoo zuiver den toon, dat hij ook het laatste bedrijf daarmede nog redde. Hij ontroerde sterk, zonder zich in gevoeligheid te buiten te gaan, door innige menschelijkheid. Het gebeurt meermalen, dat het na-Sèizoen nog een kleine schadeloosstelling brengt. Verleden jaar was het ook Lily Bouwmeester, die in een, ten onrechte vergeten stukje van Frans Mijnssen, met Jan van Ees plotseling deed beseffen, dat in zeker opzicht de tooneelkunst in Nederland toch een andere, en betere, is geworden dan een kwart eeuw geleden. Ook thans vervulde zij met de haar eigen fijne levendigheid de rol van het vrouwtje. Meer dan de Fransche Huzanne" was zij, wat zo zijn moest, ..gamine", en oven kiesch als zij, wist zij in de ietwat pénible scènes van het eerste bedrijf, het spel lief en onbevangen te houden. Frenkel, als de derde, bracht het niet, gelijk zijn in het genre volmaakte Fransche nonfraler, tot een type: Ie fils de Monsieur l'oirier. Maar hij wist de moeilijke rol toch boven het ordinaire te houden. Cor van der Lugt Melsert had van deze mooie voorstelling de regie. Op den verkeerden AVeg In den loop van dit seizoen trof mij in een poriodiekje: ITet Voetlicht", dat door de Rederijkers kamer Inter Amicos" wordt uitgegeven, onder bovenstaanden titel een frisch stukje anti-critiek", dat mij wel waard schoen in ruinieren kring gelezen on overdacht te worden. Redon waarom ik het uit knipte, en er hier gaarne een plaats voor inruim: ..Het tooneel gaat slecht. Over de oorzaak zullen we het ditmaal niet hebben, wel over het gevolg. Over n van de gevolgen. Er openbaart zich in de pers, in enkele bladen althans, een streven om dat tooneel, dat kwijnende tooneel, te helpen. Prachtig, zou men geneigd zijn te zeggen. Prachtig, zouden ook wij zeggen, als de manier, Holland. Sier- en Nijverheidskunst In opdracht van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor Duitschland heeft W. L. en, J. Brusse's Uitgevers Mij. te Rotterdam een. groot formaat boekwerk doen verschijnen dat een,. overzicht bedoelt te geven van hetgeen de laatst vijf en twintig jaren zooal in Holland op het gebied der toegepaste kunst is gemaakt. De uit gave geschiedde ter gelegenheid van de tentoon stelling te Leipzig welke, zooals bekend is, var», 6 Maart tot 15 Augustus aldaar in het z.g. GrassiMuseum wordt gehouden. Samensteller is de heer Carel Begeer, terwijl Dr. G. Knuttel Wzn. eene inleiding schreef en de Heeren W. F. Gouwe en J. H. Plantenga een. bibliografische opgave verzorgden. Het omslag werd ontworpen door den architect C. de Haas in goud op crèmekleurig papier^ Voor den druk van het boekwerk werd het Grotius-type van de Roos gebezigd in zwart met groene initialen, terwijl elke pagina aan den bovenen onderrand omsloten wordt door een versiering van diepzwarte, rechthoekige lijnen met in het midden het woord Holland. Niet alleen dat de drukspiegel hierdoor in het gedrang komt, maar ook is het gevolg een twee slachtig karakter tusschen tooi en tekst: het. Grotiustype verdraagt nu eenmaal het modern. accent van de Haas' opvattingen niet en dit samen gaan van ongelijke elementen liep dan ook op een, uit typografisch en aesthetisch oogmerk bezien, volkomen vergissing uit. < Overigens is het boek een aangenaam plaatwerk hoewel, doordat men zich grootendeels aan dereeds bestaande cliché's moest houden van debekende uitgaven der Jaarboeken Ned. Ambachts& Nijverheidskunst, het totaal (vooral door dezeer uiteenloopende formaten der reproductie'» wat rommelig aandoet. OTTO VAN TUSSENBROEK. Vraagt steeds VAN OUDS NET BESTE MERK waarop dat helpen plaats vindt, niet zoo moord dadig slecht was. Men geeft geen serieuze kritiek meer, men durft geen stukken meer af te kammen. Ais men ze leelijk vindt, dan praat men in de critiek over alles, behalve over het stuk. Als het spel slecht was, dan keuvelt rnen over den inhoud en men praat langs de vertooning heen. Als de rollen niet zijn gekend, dan schrijft men: dat de vertooning zal winnen, als het stuk wat meer is ingespeeld en als de rollen wat beter zijn gekend. Dat is er naast. Dat is fout. Do manier om het tooneel te redden is o.a. om te zorgen, dat wat er op hut. tooneel komt, goed is en af. Als iemand zijn harde zilverlingen aan het loket heeft neergeteld, dan heeft hij recht te eischen, dat de voorstelling in elk opzicht ,,gereed" is. Afgewerkt. Een costuum, dat nog met de rijgdraden wordt bij elkaar gehouden, gaat naar den kleermaker terug en oen voorstelling, die niet af is moet de pers niet aceepteoren. Als de tooneeldirecties dan zolf niet snappen, dat ze met het geven van floddervertooningen op den verkeerden weg zijn, dan heeft de pers hier een taak te vervullen. Wie zijn kinderen liefheeft, kastijdt ze. KORAN" Nederlandsche Munt Holland's beste 10 cents sigaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl