Historisch Archief 1877-1940
No. 2606
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 MEI 1927
23
De Wonderen der Techniek
. Aae de Radio-Telefooe
door MELIS STOKE
' 'T* was een stampvolle avond in
het Savoy-restaurant te Londen.
De entree van het hotel, die doet
den.ken aan een stationsoverkapping, was
vervuld van het voortdurend gerucht
van af- en aan rijdende auto's.Boomen
van portiers, militair van houding n
gebaar, openden en sloten de portieren.
riepen taxi's aan en regelden het ver
keer in de overkapte ruimte, die rechts
wordt beschenen door het licht dat
van de glaswanden van de
Savoygrillroom uitstroomt.
Liftboys, rank en correct als adel
borsten bij Hs.Ms.Navy lieten de
groote draaideuren zoemend rondgaan. En
binnen, in de hotel-hall, waa een ge
murmel van gonzende stemmen, be
groetingen, discrete lachjes. Heeren in
rok met gummende hooge hoeden of
dof-zijden chapeau-claque's, een beet
je schuin, uitdagend op de edel gekapte
schedels, doorschreden zelfbewust de
ruimte. En door de antichambre keek
men langs twee
ponden-sterling-vergarende gentlemen, neer in de gewijde
ruimten waar de beroemde
Savoyband zich aan verrukte, etende en
dansende menigten hooren laat.
Ik doorschreed in mijn ondanks
lange tropenjaren nog nobele, doch iet
wat spannende avondkleeren den
gewijden voorhal en staarde in het glan
zend perspectief van feestvierend
Europa. Tusschen verre zuilen zag ik
de eettafels, rond en bebloemd als
perken in een lusthof, omzoomd door
mannen die allen het chablonebeeld
van den tailors-prent tot op een haar
benaderen, en vrouwen die het penseel
van Rembrandt, ondanks deszelfs
fabelachtige vruchtbaarheid, be
schaamd zouden hebben gemaakt.
Langs mij heen schreden verrukkelijk
riekende Indische heeren met doeken
om het hoofd geknoopt, en een zwerm
drieste en veelkleurige vrouwen omgaf
mij in het voorbijgaan even als een
schuimende branding waarop de zon
duizend glanzen toovert.
Al mijn zinnen dronken deze ver
rukkelijke gewaarwording met volle
teugen.
En juist wilde ik mij op mijn beurt
in die lokkende verte storten, toen een
langgerekt: pssssst" mijn oor trof.
Vele menschen reageeren principieel
nooit op pssssst"-geluiden. Daartoe
behoor ik niet. Men kan nooit weten.
Het kan zijn dat een welwillend man
op die wijze uw aandacht wenscht te
vragen voor iets belangrijks, b.v. een
mankement aan uw toilet. En ik
zoude mij zelf wel dwaas achten wan
neer ik aan zulk een principe de kans
ontleende dat ik b.v. onbewust van
een uit mijn broekspijp slierenden sok
ophouder door het elegant gezelschap
schrijden zou.
Ik heb iemand gekend die, door
principieel niet te luisteren naar zulk
een discreet: psssssf'-geluid, zijn zoo
goed als zekere kans op het
ConsulGenéraal-schap van Chili verloor. Hij
wandelde op zekeren dag langs de
Bue de Rivoli in Parijs, met twee
dames, toen zulk een geluid zijn oor
trof.
Het werd nog eens herhaald, maar
hij keek, trouw aan zijn principe, niet
om.
Een van de dames, zoo vertelde hij
mij later, had nog tegen hem gezegd:
Tiens, dat gros type, dat daar in
een limousine voorbijreed, moest iets
van je hebben".
Phoe", had hij toen geantwoord,
,.dat kan best zijn. . . . maar menschen
zooals ik roept men op die manier
niet!"
Er stond nog wel een kroon op de
auto!" had de andere damo ge
zegd, en het type hing heelcmaal
naar buiten l"
Later had hij van den gezant van
Lobenia gehoord dat die het geweest
was. Onderweg naar een vergadering
van de
pan-Zuid-Amerikaansche-wereldunie, waar hij zijn Chileenschen
collega zou adviseeren over dat Con
sulaat-Geneaal.
heeren zijne uitbundigheid gade-sloe
gen met gezichten alsof ze iets
vreese1 k vies' roken.
Meijer sprong op en sleepte mij
mede naar zijn rood-brocaten canapé.
Je moetmehelpen. . . ."riep hij op
gewonden. . . . ze willen me daar niet
doorlaten !"
En hij duidde op de
ponden-sterling opstapelende gentlemen aan den
drempel van het weeldeperspectief.
Ik heb geen avondkleeren".
Wij, Indischgasten, verdienen ten
rechte onzen roep van hulpvaardig
heid en loyaliteit, en zoo geschiedde
het dan dat, een half uur later,
Meijer aan mijn zijde van de lift. via
den American-bar, langs de
pondengentlemen den lusthof binnenschrced.
Een kniesoor, die aanstoot genomen
zou hebben aan het feit dat mijn rok
hem vél te wijd was, zoodat de taille
om het breedste zijner heupen en de
Teekening voor ,,c/e Groene Amsterdammer door Feli\ Hess
Toevallig zag ik je looperi", had
Z. Exc. later gezegd, en als je had op
gekeken, was 'je het nou geweest. Ik
had geen mi.'uut te verliezen, want
ik had te la'ig gedejeuneerd en ik
moest tot eiken prijs vóór de vergade
ring nog even m'n handen wasschen".
Zoo is deze man tot het eind van
zijn dagen spij'ig gebleven.
Ik keek dus haastig om. Juist werd
het geluid herhaald, en tot mijn vreug
de zag ik, op oen der rood-brocaten
canape's in de hall mijn vriend Meijer,
den makelaar, zitten. Meijerjmet verlof
uit Indiëin Nederland, en vandaar
wederom met verlof van zijne vrouw
te Londen, zwa&ide met beide handen
en wisselde, toen het gezichtsverband
gevonden was, zijne pssssst-geluideii
met juichende hallo-kreten af.
Hij was zich onbewust van het feit
dat eenigevandeschitterendstgekleede
mouwen tot aan zijne iiageltoppen
hingen. Hij zou gemakkelijk zijii
hoofd binnen de barricade van zijn
boord hebben kunnen terugtrekken,
zoo hij het niet triomfantelijk opge
richt had gehouden, maar een van zijn
eigen pantalons, een betrekkelijk
zwarte, deed de tengerheid van zijn
onderste ledematen daarentegen weer
liet volste recht.
Achteraf moge het welbezien zoo
zijn geweest dat de zaal geheel vol
kniesooren zat, maar wij, verheugd
door elkanders gezelschap en de be
zegeling daarvan in de American-bar,
waren ons daarvan onbewust.
Men wees ons een klein bloemenperk
aan in een der hoeken, en allengs do
ken uit de bloemen en het groen cock
tails en roode, gele en schuimende kel
ken op.
Wij waren het er over eens dat de
muziek van de' Savoy-band haar
wereldreputatie ten volle verdiende.
Meijer bleek deze trouwens te ken
nen, en bewees dit niet slechts door
enkele passages uit volle borst mede
te zingen, maar ook door de
mededeeling dat zijn gezin, dat te Velp ver
toefde, eiken avond door een radio
ontvang-toestel die muziek genoot.
En nute denken",vervolgde hij en
thousiast, dat op ditzelfde oogenblik
Henriette met ons mede-geniet !"
Wij staarden beiden naar de kleine
vergulde kastjes, die als vogelkooitjes,
voor de orkesten hingen, en bedachten
ontroerd dat geheel Europa on een deel
van Amerika en N.-Afrika, door die
kleine toestelletjes alles konden hooren
wat hier geschiedde.
Toen de muziek even pauzeerde, hief
ik mijn glas op, en sprak: ."Meijer, sta
mij toe op de gezondheid van je vrouw
en kinderen te drinken. , . . je lieve
zorgzame vrouw die. ..."
Meijer, die den aanvang van mijne
redevoering ontroerd had aangehoord,
begon hier korte, sputterende protest
geluiden te laten hooren. . . .
Tut. . . . tut.... amice .... hond
mij ten goede", zeide hij, maar in dat
laatste ga je te ver. Zorgzaam is
Henriette niet, anders zou ze me niet
voor het feit gesteld hebben dat ik
vanavond hier. .. in jouw kleeren. .."
Hij maakte den zin niet al', doch greep
mijn hand en toonde mij zijn (mijn)
rijkelijk met I'otage Saint (icrmain
bevlekten roksmouw.
..Te bedenken"', ging hij vooil. ..dal
Henriette mij niet toestond
avoii'ikleeding mede te nemen, en dal m:.
door haar schuld....''
Mij iriaakte een wunhoopsgehu.-tr. i1!.
?stootte zijn glas l'omnuud om. zoodal
de inhoud over zijn (mijn) witte vest
golfde. . . .
Zie je. ..". riep hij opgewonden.. .
dat had l leiirietle jou en mij kunnen.
neen moeten besparen. . . . Trouwens.
ik zal hel haar zelf. ..."
Wal toen. in een minuut geschiedde.
is te veel om hier nauwkeurig
heschreven Ie worden. Het zij voldoende
te vertellen dat .Meijer op:-!oml. dat
zijn zonderlinge, als met lompen be
hangen gestalte zich met angstwek
kende, kobald-achtige snelheid naar
een orkestpodium bewoog, l k zag hem
het vergulde kastje grijpen, en. vóór
iemand het verhoeden kon, naai' zich
toetrekken. . . .
En ik hoorde hem, in een vreemde
stilte, daarin schreeuwen:
Jet. ... ik ben het, lluib. . . . eu
wc zitten, Melis en ik, in het Savoy.. .
en we zijn het er over eens dat het een
schande is, maar dat je de «voel en
moet hebben.... en die beste lluib
die zei zooeven nog. ..."
Een rochelend i;vlnid brak i]i-7.e
eigenaardige bro;>i7:casting af. liet ge
beurde snel en met een plotseling van
alle zijden opdaverend geraas. Op een
wenk van een inailre d'hofelviel de
band met overdreven kracht in.
Heusachtige gentlemen met witte
handschoenen sleepten Meijer van hel
podium. Er klonken kreten, hoonge
lach en verbaasde uitroepen.
Het vergulde kooitje zwaaide zon
derling door de ijle ruimte. Nog even.
hél even zag ik Meijer's vuurrood
gezicht, als een lingby-ba! in zulk een
gedrang waar de Britsche sport lief
hebbers zoo vorzot o]) zijn. Ik meende
te hooren dat hij mij te hulp riep, en
het was me of ik mijn rok hoorde
scheuren....
Dat was het einde. . . .
Onnoodig u te vertellen dat wij den
volgenden morgen bij het ontbijt stof
tot conversatie te over hadden.
Wij vroegen ons at' wat men te
Moscou, Pbiladelphia, Uome. l lelsingfors
on Algiers wel van dit intei ine/.y."
gezegd KOU hebben ....