Historisch Archief 1877-1940
l
No. 2606
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 MEI 1927
3
Aristide Briaod
fit; zijn 25'jarig Kamerlidmaatschap
door A. M. HARTHOORN.
Parijs, Mei
l~~) EN eersten keer, dat wij Briand zagen, was
en tête a tête gedurende de conferentie van
Cannee, toen een lift van het Carltonhotel ons bei
den, naar boven voerde. We bekeken hem met ont
zag. Hij was toch aan zijn zevende
minister-presidentschap en bestierde op dat oogenblik met Lloyd
George het lot van Europa. Maar er was aan hem
niets van groot- of gewichtigdoenerij: een breed
geschouderde, even voorovergebogen, sympathieke
oude heer met eenigszins wazige blauwe oogen en
onder een zware snor, een der mondhoeken naar be
neden getrokken, hetgeen aan zijn gelaat een lichte
lijk ironischen trek gaf. In de eetzaal bleef hij vaak
lang nazitten met een of twee vrienden: een dokter,
die met zijn jacht te Cannes lag, en somwijlen Paul
Doumer, die toen zijn minister van financiën was.
Loucheur zag men slechts bij hooge uitzondering
aan zijn tafel. Deze is zeer druk en Briand houdt
van stilte. Hij spreekt weinig, luistert en merkt op.
Deze eigenschappen hebben ook zijn politieke
loopbaan gekenmerkt. Het kunnen luisteren en
weten op te merken hebben hem den naam be
zorgd, antennes voor het opnemen van de politieke
atmosfeer te bezitten, doch tevens van opportunist
te zijn. Briand zelf zal deze kwalificatie van oppor
tunist zeker niet als krenkend afwijzen, indien men
een opportunist slechts beschouwen wil als iemand,
niet die met alle winden meedraait, maar die zonder
dogmatische vooringenomenheid steeds in nauw
contact met de werkelijkheid tracht te zijn. Dit
is het geheim en de kracht van Briand, waardoor
van het oogenblik af, dat hij in het parlement
kwam, in moeilijke omstandigheden steeds opnieuw
een beroep op hem gedaan werd. Hij is geen dog
maticus, geen droomer en geen mysticus het is
deze laatste kwalificatie, welke hij nog kort geleden
in verband met zijn arbeiden voor den vrede ver
ontwaardigd van zich afwierp maar een realist.
Briand houdt van visschen en stil voor zich uit
staren, maar hij zou geen zoon van Bretagne en
Kelt zijn, zoo hij niet tevens zin voor avonturen
had. Naar Emile Buré, die lange jaren zijn secre
taris en later zijn kabinetschef geweest is, van hem
vertelt, leest hij, die weinig leest, nog steeds met
veel genoegen de romans van Fenimore Cooper,
maar ook die van Erckmann Chatrian.
In de Kamer vestigde Briand. die er als veertig
jarige zijn intrede deed. het eerst de aandacht op
zich door zijn rapporteurschap bij de scheidingswet
van Kerk en Staat. Dat was een hekelige geschiede
nis, waarbij zoowel links als rechts vele klippen t<
omzeilen waren, maar Briand slaagde er in de we
in veilige haven te brengen. Het waren daarn
vooral de felle antipapisten en in de eerste plaa<
Clemenceau, die oorspronkelijk veel met Briar
op gehad had, die zeer op hem gebeten waren. I
Tijger had in de Aurore" den papistischen soci
list" zooals hij Briand noemde niet gespaai
die, de Kerk en Staat scheidend, er voor gezor
had de regels van de algemeene organisatie van ó
katholieken cultus te eerbiedigen. Toen daa)
het was in 1906 Sarriën met do
kabin>formatie belast werd en deze als een der eers^
Briand aanzocht in zijn ministerie zitting te ne»,
wilde deze laatste daarin alleen toestemmen,'»
ook Clemenceau, wiens felle polemieken hij ducX',
van de partij zou zijn. Hij nam op zich den
ki»igen ouden snorrebaard, die evenmin als h'lf
nog ooit minister geweest was, daartoe te bewn.
Samen met Burériep hij een voorbijrijdende
<iautomobile aan de eerste, waarin Buré, nahij
vertelt, gezeten heeft en liet zich naar de
,,«>re" rijden. Het onderhoud met Clemenceau d'de
langen tijd, maar Briand kon daarna met
htbaar groote voldoening aan Burémededeelelat
de Tijger toegebeten had voor het ministervan
Binnenlandsche Zaken.
Men weet hoe daarna spoedig Sarriën
do^lemenceau als minister-president opgevolgd'rd.
Deze behield de meeste ministers van het afgden
kabinet, ook Briand, die spoedig van onderwiaar
justitie verhuisde, doch hij verving aan fieiën
Poincarédoor Caillaux.
Briand en Clemenceau vulden elkaar
boderenswaardig aan, schrijft Buré. Maar ondige
De Huurverordening en M.elk"voordracht
uitgesteld tot na de Verkiezingen
Teekening voor de Groene Amsterdammer", door Joh. Braakensiek
DE MIRANDA: ..LAAT DE KIEZERKENS TOT MIJ KOMEN!"
vrienden, die waarschijnlijk verlangend waren hun
eigen belangen te dienen" vervolgt hij -- ..zetten
den een tegen den ander op. Na elkander in de
haren gezeten te hebben in de kwestie van de toe
passing van de scheidingswet van. Kerk en Staat.
zelfs in dusdanige mate dat het ministerie, waarvan
zij beiden deel uitmaakten, in gevaar gebracht werd.
hebben zij elkaar nooit meer in vertrouwen terug
gevonden". Wat wilt ge, dat ik doen moet
tusschen Caillaux, die zich Napoleon en Briand, die
zich Jezus-Christus waant !" moet Clemenceau in
dien tijd gezegd hebben.
Burémeent, dat het zeer te betreuren is, dat deze
beide mannen, Clemenceau en Briand, niet niet
elkaar overweg konden, daar zij, gescheiden, noch
de een, noch de ander hun volle maat hebben
kunnen geven. Buré, die, van anarchist naar uiterst
rechts geëvolueerd zijnde, nu tot de heftigste critici
van Briand a,ls leider van de Fransehe
buitenlandsche politiek behoort, meent nochtans op diens
actief te moeten zetten de zors, in de laatste maan
den vóór den oorlog, voor de nationale verdediging
door het doen aannemen van de wet op den drie
jarigen diensttijd en het, geheel op zijn eigen ver
antwoording, gegeven bevel voor den aanmaak van
munitie, waardoor de slag aan de Marrie gewonnen
is kunnen worden; en voorts gedurende den oorlog
het tegen weer en wind vasthouden aan het: front
van Saloniki.
Het is evenwel vooral zijn werk na den oorlog,
waardoor de figuur van Briand in de geschiedenis
zal blijven leven. Na het plotselinge einde van dr
conferentie van Cannes. leek zijn politieke loop
afgesloten en toch zou zijn ware loopbaan
eerst daarna beginnen, toen hij twee jaar geleden
Huitenlandsehe Zaken van llerriot overnam, even
als ook Poincaré, wiens politiek verleden nog verder
dan dat van Briand teruggaat en niet minder rijk
aan eerbewijzen is, waarschijnlijk eveneens eerst
in den allerlaatsten tijd zijn hoogtepunt bereikt
heeft.
Briand vertelt, van zichzelf, dat het schoonste
oogenblik van zijn leven geweest is, toen hij in
naam van Frankrijk het Protocol van Genève
getoekend heeft.
.,De vrede'" zoo heeft hij daarna gezegd ,.is
een moeilijke, eerzuchtige persoon. Zij want
,,paix" is vrouwelijk in het Franse h vergenoegt
er zieh niet mee. dat men haar slechts voor de helft
het hof maakt, zij stelt zich niet tevreden niet enkele
beleefdheidsformaliteiten. . . . zij eischt, dat men
haar hartstochtelijk verlangt en dat men zich met
zijn heele persoon aan liaar geeft".
In zijn laatste boodschap aan de Amerikaansche
pers ter gelegenheid van de herdenking van
Amerika's toetreding tot den oorlog, heeft Briand
een vredespact tusschen de beide republieken
voorgesteld, dat den oorlog buiten de wet zou
stellen, welk denkbeeld bij verschillende Amerika
nen van groot en naam en in de eerste plaats
bij N'ickolas Murray Butler, den voorzitter van de
universiteit van Cohunbia. geestdrit'tigen weer
klank gevonden heeft.
Men bedenke hierbij steeds, dat Briand geen.
fantast, geen mysticus, maar een realist is, die over
een gezonde dosis scepsis beschikt.
U ij is bezig zieh lot den Paulus van liet
Yredesrvangeh'e np te «'erken.