De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 14 mei pagina 6

14 mei 1927 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 MEI 1927 No. 2605 BIJKOMST1GHEDEN door ANNIE SALOMONS CCLXVIII \\TïE er nu eens voor een tijd genoeg . ? van heeft om te filosofeeren over de ziel van het Oosten", het myste, rie van het Oosten", de wonder baarlijke groei van het Oosten", al die wijde, ontastbare onderwerpen, waarbij de grond ons onder de voeten dreigt te ontzinken wie er naar verlangt, nu eens niet overrompeld te worden door verrukkelijke geuren, niet ontredderd door een sfeer van af schuwelijke benauwenis, hij moet , zijn toevlucht nemen tot de wijk van de Chineezen. De Chineezen lijken mij het gezelligste, opgewektste volk van , het Oostelijke halfrond, en als je door hun straten loopt, voel je je zoo knus, als op een Geldersch dorp, waar 't marktdag is: altijd ligt het asfalt er bedekt met kleurige uitstallingen; al tijd worden er in kraampjes, bij gou den olielicht, allerlei vette eetwaren te koop aangeboden; altijd zijn de helverlichte Bocieteitjes er vol. Ze loopen over den weg met vroolijke, ronde ge zichten en bloote bovenlijven; ze praten luidruchtig en kijfachtig met elkaar, en den Europeaan, die met een glimlach door hun kleurig en beweeg lijk wereldje heenslentert, geven ze met welgezindheid de ruimte. Maar overal, waar we blijven staan, groepen ze met kinderlijke nieuws gierigheid om ons heen: als we de lantaarn bewonderen, waar de vischjes' elkaar in snelle vaart ? langs de glazen wanden schijnen te vervolgen; als we ons verbazen over een telefoon draad, volgepakt met kleine vogels, die zich in hun slaap zoo dik en rond hebben gemaakt, dat het net een rij bonte balletjes lijkt.... Morgen, zoodra het licht wordt, vliegen ze weer weg," verklaart een Hongkongtrekker bereidwillig; en als we naar een aller liefst, klein Chineesch meisje blijven kijken, dat tusschen de uitstallingen speelt, en den vilten hoed van haar vader op haar fijn gezichtje heeft laten zakken, roept deze haar vol trots bij zich en glimlacht tegen ons, terwijl het kindje verlegen wegkruipt en toch nog eventjes kijkt, wat die vreemde, forsche menschen eigenlijk willen.... Al wekenlang trekken ze, ter eere van het nieuwe jaar, met de draak door de stad; en ook nu ontmoeten we het poovere stoetje, dat denken doet aan de ommegangen van onze kinderen in den Sint Nicolaastijd, als de aanvoerders een mombakkes dra gen en de anderen zich ter meerdere opluistering met papieren steken of een oranje sjerp hebben versierd. Hier verdwijnt n jongetje bijna geheel in den grooten drakekop; een ander draagt z'n staart, of kruipt mee er EETKAMER NAAR ONTWERP W.PENAAT. ? BESTAANDE UIT ? DRESSOIR.TAFEL. THEETAFEL.45TOELEN 2 ARMSTOE LEN ?.473. UITGEVOERD IN PRIMA. EIKENHOUT EN IN ELKE GEWEN5CHTE HOUTKJ.EUR AFBEELDINGEN FRANCO 4M5TER DAM DEK» HAAG METZGCO Z.MSTER DAM DEM ?HAAG onder; en samen doen ze dwaze uit vallen naar het altijd weer geamuseer de en vroolijke publiek. Er worden fakkels meegedragen en n rommelt gemoedelijk op een grooten trom. Hoe frisch en kinderlijk doet deze, in den treure herhaalde, vertooning aan, naast de enerveerende betooging, waarmee de Klingen hun jaarwisseling vieren; als het fanatieke, ophitsende tromgeroffel dagen en nachten lang niet van de lucht is; als, in den gloed der toortsen, hun donkere, felle oogen schitteren van een beangstigende extase en ze op de bedwelmende tonen der fluit, wild beginnen te tandakken, elkaar aanhitsend met kreten, die weinig menschelijks meer over hebben: een barbaarsche, Oostersche schoon heid, die afstoot en boeit tegelijk.... Tusschen de Chineezen loop je als tusschen verwanten. In een stil achterstraatje halen we een venter met thee en koffie in; de groote ketels schomme len vredig aan de lange bamboe over zijn schouder en hij roept zijn korten kreet tegen de zwijgende huizen. Daar komt een hoofd over de balustrade van de eerste (en eenige) verdieping; stilletjes laat de vrouw een metalen maatje zakken, waarin een geldstuk ligt; de koopman vult het even zwij gend uit een der lange tuiten en de lijn wordt weer ingehaald.... Waar om moet ik nu ineens zoo sterk aan een hoog bovenhuis in Amsterdam denken, waar men over alle daken kon zien, en waar, langs de leuning van de steile trap, een mandje van boven naar beneden wandelde en vice versa, om boodschappen op te halen? Daar hurkt een vrouw voor haar huis, bezig om te offeren. Het kan haar niet schelen, of er menschen langs loopen, (is valsche schaamte over onze nobelste gevoelens een speciaal westersche eigenschap?); ze is verdiept in haar wierookstokjes en haar rijst en bekommert zich niet om de wereld, die voorbij gaat". Rechts en links van haar stil gezicht zet ze twee endjes donkerroode kaars neer, op een stokje gestoken, die mij aan brandende lollies" doen denken. Ze steekt de wierookstokjes aan de kaarsen aan, slingert ze heen en weer en zet ze in een rond (igarettenblikje met zand gevuld om verder uit te branden. Dan gaat ze in huis en komt terug met een kopje rijst en een kopje water, dat ze tusschen de kaar sen in zet. Omdat er nu een oogenblik niets te doen valt, begint ze een praat je te maken met haar buurvrouw, ge moedelijk en gewoon. Onverwacht keert ze naar het huisaltaartje terug, gooit energiek rijst en water op straat en gaat met de kopjes het huis weer in. Laten ze die rijst maar op straat liggen? Eet niemand die op? "vraag ik. Ik weet niet, hoe 't bij de Chinee zen is," zegt m'n geleider, maar op Java heb ik 't wel eens gevraagd en daar zeggen ze, dat de sari" (de essence) er af is, als de zielen ervan geproefd hebben". Ik loop droomend verder. Het lijkt zoo'n gemoedelijk, vriendelijk geloof, met de kleurige altaartjes voor de ge storven voorvaderen in alle huizen; met de mooi versierde, gezellig vol gepropte tempels, waar vreemdelingen van alles mogen doen, tot slapen en eten toe, als ze maar niet op de groote gong slaan; met de luidruchtige, pompeuse begrafenissen ook, als de pries ters de klaterende bekkens laten schal len, en de klaagvrouwen jammeren, of hun hart zou breken. . .. staat 't met uwwasch? Wordt die zoo behandeld dat Uw goed jarenlang meegaat of ziet Uw goed er al grauw uit 7 Wij leveren U een heldere wasch tegen concurreerend tarief en wij GARANDEbREN ons werk PROBEERT 'T EENS l D^Pclikaan"tcGouda zendt U op aanvraag haar prijscourant No. 16 OVERHEMDEN NAAR MAAT FR. SINEMUS 20 Leidadtectraat 22 - Anuterdam 5TEU HZO LEN (»£MiöiiHOFfK) MET OPSTAAN D EN BUITENBAND \ HERSTELT DE/ PLATVOET \\ «J.A.MESSING. v O.Z.VOO «BURGWAL 33A-. ffot INNENGASTHUIS/ PHOENIX-MEUBELEN" Voor WONING en KANTOOR rijn GOED, GOED KOOP ca worden onder GARANTIE geleurd c* ?* BEHANGEN - STOFFEEREN - BEDDENMAKERIJ Magazijn Damrak 76 TeL 48489 «« <*> <*o oo «M> <*a Fabriek'Toonkamer* WarmoeMtraat 141 Tel. 42689 VERSCHENEN: StaatderNededaiéche Zeemacht en Koopvaardijvloot 88ste JAARGANG 1927. In lederen Boekhandel verkrijgbaar of rechtstreeks bij de Uitgevers r Amsterdamsche Boek- en Steendrukkerij v/h Ellerman Harms en Co., Warmoesstraat 147/151 Amsterdam Tel. 40396 417J1. PRIJS f2.40. Aanbevolen door H. H, Doctoren VICTORIA-WATER Uitstekend te vermengen OBEKLAHNSTCIM met wijn of vruchte nsappen Het lijkt onbegrijpelijk, dat deze goede, vroolijke menschen elkaar nu in 't vaderland zoo te vuur en te zwaard aan 't verwoesten zijn", zeg ik peinzend; maar het volgende oogenblik schaam ik mij al over m'n opper vlakkig gepraat. Weet je, wat laatst een Chinees tegen me zei, die net terug was uit Hongkong?", antwoordt de ander: het zou beter zijn, als het Westen eenvoudig ophield mét wa pens te leveren, in plaats van zich aldoor schijnheilig te agiteeren, waar het toch heen moet in China. Dan was 't zóó uit. In China zijn geen wapen fabrieken." Maar die groote wereld van haat er» winstbejag en schijnheiligheid lijkt zóó onwezenlijk in dit stille dorp straatje, dat we tegelijk het gesprek weer laten vallen. Daar zit riog een schoenmakertje laat te werken onder z'n olielampje; in de verte klaagt een fluit; een kleine jongen vent goudgele koeken in een platte mand op z'n hoofd en de zorgeloosheid yan dit leven, dat in vlijt en zuinigheid voorbij gaat zonder zich om groote problemen te bekommeren, maakt ook onze har ten voor n weldadig oogenblik licht en blij.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl