De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 21 mei pagina 4

21 mei 1927 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

\ DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 MEI 1927 No. 2607 Met Chieeesche Het machtigste en talrijkste volk door Dr. W. VAN RAVESTEIJN T NDIEN men de gebeurtenissen in China wil volgen en begrijpen het is reeds meer in deze kolommen opgemerkt kan men in deze tijden van heftigen strijd daarginds, en niet minder heftige anti- en sympathieën over en weer, niet beter doen dan zich over China en de Chineezen te laten inlichten door Chineezen. Ieder Westerling, hij zij actief in de politiek werkzaam dan wel slechts belangstellende, dient zich, wil hij over de Chineesche aangelegenheden een opinie hebben, die iets waard is, wel te laten inlichten door des kundigen". Want sinologen kunnen wij nu eenmaal niet allemaal zijn en het Rijk van het Midden ligt nog altijd, geografisch en cultureel, zoo ver weg, dat wij er niet door langdurige kranten- en boekenlectuur, mitsgaders door bekendheid met de taal en een zekere gemeenschappelijkheid van oorsprong, min of meer vertrouwd mee kunnen zijn als met Europeesche landen en naties. Van de deskundigen echter zijn de naast belanghebbenden, de Chineezen zelf, nog de leerzaamste en betrouwbaarste inlichters, omdat zij en zij alleen over de intieme kennis van het Chineesche nationale wezen be schikken, dat ieder volk eigenlijk alleen van zichzelf bezit. Het zij daarom geoorloofd twee pas verschenen en zeer instructieve werken van Chineesche auteurs met een enkel woord bij de lezers van dit weekblad in te leiden. De lectuur van beide in het Engelsch gestelde en niet te omvangrijke boeken is vooral sinds de jongste ontwikkeling in de Chineesche aangelegenheden, den grooten opmarsen der Zuidelijken naar Shanghai en Nanking, de daaruit ontstane botsingen met de mogendheden en de geschillen in den boezem van de Zuidelijken zelf uiterst nuttig. Het eene werkje, dat wij bedoelen, is van de hand van den heer L. L. T'ang, een Chineesch geleerde, die aan de Londensche Universiteit den graad van B. Sc. heeft verworven, aan het publiek voorge steld door Dr. Tsai Yuan-Pei, kanselier van de Koloniale Universiteit van Peking en voormalig Minister van Onderwijs. Het draagt den titel: China in Revolt" en wordt speciaal aanbevolen in een korte voorrede door den bekenden Engelschen mathematicus-wijsgeer en socioloog Prof. Bertrand Russell, die daarin zegt, dat degenen, die werkelijk het gezichtspunt der moderne Chineezen willen begrijpen, niet beter kunnnen doen dan het boek van T'ang te lezen. Zij zullen daar", zegt de Engelsche geleerde, die zooals bekend mag heeten, zelf in de jaren na den wereldoorlog een uiterst leerzame en van groot begrip getuigende studie over China heeft geschreven, een akte van beschuldiging aantreffen tegen de Westersche politiek en meer in 't bizonder tegen die van GrootBrittannië, welke even pijnlijk als onweerlegbaar is". En verder: De heer T'ang bewijst derhalve een grooten dienst zoowel aan Groot-Brittanniëals aan zijn eigen land door te trachten de feiten onder de aandacht te brengen van hen, die totaal blind zijn voor de beteekenis van bewegingen in onzen huldigen tijd." Het tweede, korter en minder een geleerd stempel dragend, doch meer gesteld in den vorm van een uit gebreid memorandum, is: China and the Nations" uit het Chineesch vertaald en van een inleiding en noten voorzien door twee vertalers, een Engelschman, John Nid Smith en een Chinees, I-Sen-Teng, bevattende het Ontwerp-rapport over Internatio nale Problemen gereedgemaakt voor het Comit inzake Internationale Problemen van de Volks conferentie van gedelegeerden, gehouden te Peking in April 1925, van de hand van niemand minder dan Wong-Ching-Wai, den vroegeren secretaris van den heros van het moderne China, Dr. SoenYat-sen, die tot aan den dood van den vereerden en geliefden leider der Zuid-Chineezen diens volle vertrouwen bezat en zijn laatsten wil of liever zijn twee laatste wilsuitingen (testamenten) redigeerde, welke het programma van Nieuw China vormen. Wong-Ching-Wai is, zooals men weet, Dr. Soen opgevolgd als leider van de Kuo-Min Tang en, zooals het in de inleiding tot dit werk heet, hij is bestemd om, als gezondheid en kracht hem niet begeven, de President van de Chineesche Republiek te worden. Men kan dus moeielijk een competenter samen vatting van de groote richtlijnen der internationale politiek der Chineesche nationalisten en republi keinen verlangen dan ons in dit trouwens uiterst beknopte werkje wordt geboden. Wanneer wij nu, met deze Chineesche oogen, de zaak van het grootste volk op aarde, welks millioenen nog altijd niemand heeft geteld, bekijken, dan treft ons zelfs wanneer men, als schrijver dezes reeds vele jaren geleden, toen de groote pers ten onzent aan de gebeurtenissen in het onmetelijke rijk nog maar op uiterst oppervlakkige manier eenige aandacht wijdde, bij het uitbreken der antiMandsjoe-revolutie van 1911, getracht heeft zich van China en haar zaak rekenschap te geven I) opnieuw en met frissche kracht, hoe oneindig ver de wederzijdsche werelden en visies van elkaar afstaan. Dit kan niet zoo duidelijk spreken zelfs uit de bekwaamste verhandelingen of beschouwingen, die door een Europeaan of Amerikaan, door een nietChinees in 't algemeen worden geleverd, hij zij met nog zooveel sympathie voor het aanschouwd? en bestudeerde land bezield. Hier bij deze Chineesche auteurs voelt men eerst recht en als men er dieper over doordenkt, met huivering welke afgrond om het veel misbruikte beeld te ge bruiken er ligt tusschen de Westersch-Amerikaansche, op de cultuur van de Europeesche oudheid en het Christendom gebouwde wereld en die van die volksmassa, wier denken en voelen op gansch andere historische basis rust, twee werelden, die zooveel honderden jaren elkaar niet hebben beroerd, doch die nu, door een noodlottige aan trekking, elkaar steeds dreigender naderen. Twee werelden, die elkaar niet begrijpen en niet kunnen begrijpen. In dit opzicht is het boek van den heer T'ang leerzamer en duidelijker nog dan het politieke program van eischen, dat de heer Wong ontvouwt. Want, terwijl de laatste slechts een historisch overzicht zij 't ook een uiterst fel en scherp overzicht geeft van de wijze, waarop sinds de eerste botsing met Engeland het oude China slachtoffer is geworden van Westersch geweld, Westerschen expansie-drang, Westersch imperialisme - doet de eerste aan zijn historisch overzicht van deze ver nedering en het eindelijk daartegen ontstane verzet 3en soort van inleiding", weliswaar slechts kort, maar daarom niet minder treffend, voorafgaan, die als lichtende achtergrond moet dienst doen tegen over het duistere jongste verleden en heden. Het vreedzame China" (China in Peace) is de titel van dit zijn eerste hoofdstuk. En de auteur vindt daar gelegenheid om in een goed vel druks niet alleen een beeld te geven van de gelukkige tijden, toen China nog met geen Westersch barbarendom in aan raking was gekomen, maar ook van de volgens zijn opvatting volstrekte superioriteit der Chineesche cultuur boven de Westelijk-Christelijke. P De moderne Europeesche beschaving is er in geslaagd de Natuur te veroveren door haar zoo te onderwerpen en te controleeren, dat zij ertoe kan worden gebracht om 's menschen begeerten te dienen, en dat wel met ontwijfelbaar succes. Doch vreeselijker dan de objectieve krachten der natuur zijn 's menschen hartstochten en zoolang deze hartstochten niet behoorlijk geregeld zijn, kan er geen werkelijke beschaving zijn. Ten einde de menschelijke hartstochten onder controle te bren gen, heeft de menschelijke maatschappij haar toevlucht genomen tot verschillende middelen, welker werkzaamheid in duidelijk verband staat met de gangbare opvatting omtrent de menschelijke natuur. Het middeneeuwsche Europa nam aan. dat 's menschen natuur wezenlijk slecht was en wegens deze opvatting heeft de geheele structuur der Westersche maatschappij steeds op geweld gerust. Zoo heeft Europa voor het behoud van de burger lijke orde en de bescherming der maatschappij eerst de vreeze Gods ingeroepen en later de vrees voor straf, de majesteit van de wet. Teneinde de vreeze Gods te bewaren, moest Europa een geheel leger van dure parasieten, priesters genoemd, onder houden, die ten leste zulk een ondraaglijke last werden, dat men er zich in groote deelen van Europa van bevrijdde in den tijd der Reformatie. De vreeze Gods werd toen vervangen door de vrees voor de straffen der wet en ten einde deze te ver wezenlijken moest Europa een stel nog duurdere parasieten en nuttelooze rond-lummelaars onder houden, die men soldaten noemde. Het onderhoud van deze bewaarders der wet bleek inderdaad nog zwaarder en, gelijk een beroemd Chineesch geleerde het zei, was de groote Wereldoorlog niets dan een nuttelooze poging om van deze soldaten bevrijd te worden, China daarentegen geloofde in de macht van het goede. De eerste zin van het eerste boek, dat in de handen van iederen Chineeschen school jongen wordt gegeven, begint met de grondstelling ,,'s menschen natuur is goed", en op dit leerstuk is de Chineesche maatschappij inderdaad opgebouwd.' Wat zegt gij, Westersche lezer, van deze samen vatting der Europeesche gescluedenis sinds een eeuw of zeven, acht? Wanneer wij het Vreedzame China als een geheel en in historisch perspectief nemen, zien wij, dat het de meeste van de drukkende vraagstukken heeft (had) opgelost, waartegenover Europa in onze dagen staat, en dat wel op een wijze, zoo bevre digend als menschelijk mogelijk is." In dezen zin b.v. vat de auteur zijn beschrijving van de Errungenschaften" der Chineesche cultuur sinds meer dan 2000 jaar tegenover de absolute failure van de Christelijke in een nagenoeg even lang tijdsverloop samen. En wij dienen ons ervan te doordringen, dat dit in substantie het oordeel van eiken beschaafden Chinees is het oordeel van gewezen bandieten zonder eenige beschaving als de thans door de Europeesche pers geïnter viewden Tsjang-tso-lin,d ictator van Mandsjoerije, heeft voor de Chineezen natuurlijk zoo min be teekenis als dat van b.v. een Coremans ten onzent. Men kan het huidige China niet begrijpen, wanneer men zich niet diep doordringt van het besef, dat de gevoelens van hoovaardij, waarmee de be schaafde Chinees onze gansche beschaving, waarop wij zoo prat gaan, beschouwt, minstens die van den bekrompensten zendeling en meest dogmatischen Christen tegenover het huidige China evenaren. En op die gevoelens het blijkt ook uit Wong's memorandum is in laatste instantie de vaste wil gegrondvest om China, tot een Groote Mogend heid te maken, die niet alleen alle kenteekenen van vernedering, haar in de laatste eeuw opgelegd, zal hebben afgeschud, doch die ook heel het onmetelijke gebied zal hebben teruggewonnen, dat haar in den loop der eeuw is ontweldigd, d.w.z. de vroeger tot het Chineesche Rijk behoorende deelen n de vazal staten. Het is het program van de Kuo-min-tang, het anti-imperiali?,tische program dat Wong in details ontwikkelt. En wie, die de geschiedenis der nationale bewegingen sinds het einde der 18e eeuw voor oogen heeft, kan er aan twijfelen, of dit program zal worden verwezenlijkt, zij 't na tien of twintig jaren burgeroorlog? Dan echter zal het Nieuwe China, door het feit zelve van zijn eenheid en zijn vereeniging, het machtigste en talrijkste volk op aarde zijn geworden en daardoor alleen reeds het aangezicht der wereld zijn veranderd. 1) In een reeks opstellen, verschenen in De Nieuwe Tijd van 1912?14. Noteert onzen naam en herinnert U dien naam, wanneer ge Uw woning gaat inrichten. Meest gesorteerd huis in Neder land voor AMEUBLEMENTEN, TAPIJTEN, GORDIJNEN enz. Heerengracht 500 Amsterdam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl