Historisch Archief 1877-1940
r , .,
eekblad voor Nederlon
Hotd HAMDORFF
LAREN
ZELFDE DIRECTIE ALS
RESTAURANT?TRIANON"
AMSTERDAM
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren. H. BRUGMANS EN TOP VAN RHIJN-NAEFF
Secretaris der Redactie i C. F. VAN DAM
Uitg.i N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM
TOE AND MEEL.
OPGERICHT IN 1877
No. 2608
ZATERDAG 28 MEI 192?
Jonge Garde voor
de Wetenschap
KT is geen louter toeval, dat ik van mijn
collega Ornstein een artikel toegezonden kreeg
de lezers zullen het op bladzijde 4 van
<lit nummer aantreffen , waarin hij ijvert voor
?een plan, dat ook ik, zij het dan «p een geheel
-ander gebied, hier ter sprake wilde brengen.
Want op verschillende terreinen van wetenschap
doet zich tegenwoordig- de behoefte gevoelen aan
«>en meer stelselmatige opleiding van hen, die een
maal de eerste plaatsen onder de beoefenaars van
hun vak zullen innemen.
l*n bij de vervulling van vacaturen in het Hooger
Onderwijs heeft men meer dan eens ondervonden,
<lat jongelui, die vroeger bij het volbrengen van
hun academische studiën door aanleg en bekwaam
heid de aandacht op zich hadden gevestigd, niet
moer in aanmerking konden worden gebracht voor
het bezetten van een academischen leerstoel, hetzij
omdat zij reeds in de praetijk een positie hadden
verworven, veel beter bezoldigd dan een professo
raat, hetzij omdat de noodzakelijkheden van het
leven hen hadden gedwongen hunne wetenschappe
lijke werkzaamheid te laten varen.
Maar mijn collega Ornstein heeft meer kans zijn
.«loei te bereiken dan ik.
Wat liij wenscht, is: dat er een stichting in het
leven wordt geroepen om jonge en veelbelovende
beoefenaars van de natuurkundige wetenschappen
-in staat te stellen, zich geheel aan de studie te
blijven wijden.
Kn hij bedoelt tevens, dat deze jonge geleerden
?zich 7Aillen bezighouden niet de problemen, die
-wetenschap e» techniek stellen.
Wetenschap en techniek: het is juist deze com
binatie, die aan zijne poging succes belooft. Zijn
?streven, immers om een reserve van beoefenaars
?zijner wetenschap te vormen, om systematisch aan
te kweeken een jonge garde van onderzoekers, die
?zich, na afloop van hun academische studie, rustig
in de laboratoria eeni ge jaren aan wetenschappelijk
werk zullen kunnen blijven wijden, kan rekenen op
den steun van de industrie, die, zooals hij zelf
-.schrijft, het grootste belang heeft bij de vorming
van zulk een reserve, omdat daardoor ook de tech
niek zal worden bevorderd.
Wie een beroep doet op financieelen steun voor
wetenschappelijke doeleinden, mag zich gelukkig
prijzen, indien hij tot hen, wier hulp hij moet in
roepen, kan betoogen dat, afgezien van overwegin
gen van hoogeren aard, reeds hun eigenbelang hen
moet aansporen, de gevraagde medewerking niet te
weigeren.
n deze gelukkige omstandigheid verkeert de
heer Ornstein. En daarom zou het me niet. ver
wonderen, als hij succes behaalt met zijn streven
«n de industrie hem de gewenschte stipendia
ver-schaft.
Anders staat de zaak voor hen, die de
wenschelijkheid willen bepleiten, dat ook op ander gebied
dan dat der natuurwetenschappen, voor de studie
van letteren en rechten en theologie, een reserve
van. jonge krachten wordt aangekweekt.
Hier valt geen voordeel te noemen, dat de
practijk daarvan te wachten heeft; hier zyn geen pro
blemen te bestudeeren, die aaa de techniek ten
goede kunnen komen; hier heeftfmen te doen met
studievakken, die de productie niet zullen
verhoogeu.
Maar hier doet zich toch evengoed, om der wille
alleen van de wetenschap om niets meer, maar
ook om niets minder de behoefte gevoelen aan
een meer systematische opleiding van hen, die zich
eenmaal hoofdzakelijk met wetenschappelijke on
derzoekingen zullen bezig houden.
Ook hier worden jongelui, die door hun aanleg
voortreffelijke werkers beloofden te worden, aan
hunne bestemming onttrokken door de noodzaak
om een betrekking te zoeken, die hun slechts weinig
gelegenheid tot voortzetting hunner studie laat.
Ik zal mij bij het volgende alleen bepalen tot de
vakken der letterkundige faculteit, omdat ik daar
van de meeste ervaring heb; maar ik meen te mogen
zeggen, dat men ook bij de .juridische en bij de
theologische faculteit, zij het dan om niet geheel
dezelfde redenen, toch ook te klagen heeft over een
niet altijd voldoenden toevoer van nieuwe weten
schappelijke krachten en dat men ook daar, bij de
vervulling van vacatures, soms geen ruime keus
heeft.
In vroeger tijden was het gewoonte, dat de acade
mische studie voltooid werd met het schrijven van
een dissertatie: een werkzaamheid, die misschien
de wetenschap niet altijd verrijkt;, maar toch
van onmiskenbaar nut is voor hem. die ze verricht.
Tegenwoordig vertrekt de meerderheid der stu
denten van de universiteit, zonder dat zij het tot
de promotie hebben gebracht. Kr zijn er, die ook
als leeraar tijd weten te vinden voor het samen
stellen van een proefschrift, maar er zijn er meer,
die geheel opgeslurpt worden door de practijk van
het leeraarsvak; sinds een leeraar een aantal les
uren heeft, dat varieert tusschcii '2~> en 30. moet
men de energie bewonderen van hen. die zich toch
ook met wetenschappelijk onderzoek blijven bezig
houden, maar mist men het recht aan hen, die dit
niet doen, daarvan een verwijt te maken.
Maar ook zij, die hun studie, hetzij nog tijdens
hun verblijf aan de universiteit, hetzij kort daarna,
bekronen met het schrijven van een dissertatie,
moeten een leeraarsbetrekking zoeken, die hun
weinig tijd tot studie overlaat.
Het ware te wenschen. dat men voor diegenen
onder hen, die het meest uitmunten, een gelegen
heid kon scheppen om zich meer aan wetenschappe
lijk onderzoek te wijden: menige vonk, die thans
wordt uitgebluscht, zou dan worden aangeblazen.
Op verschillende wijze zon dit kunnen geschie
den: door de toekenning van stipendia. die hen in
staat zouden stellen tot voortzetting hunner studie,
ook in het buitenland, voor archief-onderzoek b.v.;
door een betere regeling van het ten onzent geheel
verwaarloosde instituut der privaat-docentschap
pen; maar ook nog langs een anderen weg.
IJe heer Ornstein wil zijne jonge garde buiten het
middelbaar en gymnasiaal onderwijs aankweeken;
hij is ook van meening, dat de echte wetenschappe
lijke onderzoekers daar minder voor deugen, hetzij
omdat zij er geen lust in hebben, hetzij omdat zij de
daarvoor vereischte eigenschappen missen; hij wil
hen buiien de school, maar i'n het laboratorium
houden.
Bij de beoefening der natuurwetenschap zal het
heel moeilijk vallen, dit buiten het laboratorium
te doen; bij de studie van litteraire en historische
vakken heeft men gewoonlijk genoeg aan een stu
deerkamer, en aan een paar vrije morgens en mid
dagen voor bezoek van bibliotheek en archief.
Maar ook al ware dit niet zoo, dan nog zou ik de
beoefenaars van deze wetenschappen niet buiten
gymnasium of H.B.S. willen houden, omdat een
leeraarsambt een voortreffelijke voorbereiding kan
zijn voor de taak van academisch docent.
Alleen maar de leeraar, die tevens man van
wetenschap wil blijven, moet geen 25 a 30 lesuren,
maar op zijn hoogst de helft daarvan hebben. Aan
DE GROENE AMSTERDAMMER
P r I] s per ] aar gang J 10.?bij vooruitbetaling.
Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel.
Postgiro 72880, Gem.-Oiro O 1000.
INHOUD:
1. Prol. Dr, O- W. Kernkamp, p.e jonge gflkde
voor de weteitschap. ' ?.'??<
2. Mr. H. G Koster, Hef burgerlijk proces als
chantagemiddel H Middendorp, Boekbespreking.
3 Joh. Braakensiek, In verkiezingsdagen.?H. Q.
Cannegieter, Moderne jeugd.
4. Prof. Dr. S. L. Ornstein, De organisatie van
techniek en wetenschap. <
5. L. J. Jordaan, De betrekkingen tiisschen Rusland
en Engeland?F. W. Drijver, Naarden's arsenaal.
6. Annie Salomons, Bljkomsttgheden.
Dr. Jac. P. Thijsse. Uit de natuur. Constant
7.
van Wessem, Muziek in de Hoofdstad.
9. Red. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen.
10. Top Naeff, Dram. Kroniek.
11. Dr. Jan Romein, Tentoonstelling van Islamiti
sche kunst.
13. L. J. Jordaan, Film Mr. M. F. Hennus,
Schilderkunst
14. C. K., Rijksmark en Disconto.
15. Jhr. Mr. H. Smissaert. Op den Econ. Uitkijk
C. K-. Beursspieget.
16. Dr. Edw. B. Koster, Vers Cel 2. Telefoontje
Mr. M. F. Hennus, Schilderkunst.
17. Dr. A. Dubois, Radio en Luchtvaart Joh. L.,
Mijn Film.
18. Melis Stoke, Het Feesttanket der populairste
Nederlanders.
19 Aiida Zevenboom's Croquante Croquetjes ? Uit
het Kladschrift van Jantje.
20. Melis Stoke, Rijm Charivarius, Charivaria.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Lindbergh's vlucht.
hen, wien men de gelegenheid wil bieden tot voort
zetting hunner studie, geve uien een leeraarsambt
met het halvt- aantal lesuren en het volle
tractenient - ut. als dit op practische bezwaren, stuit,
met het halve traetement, door een stipendium
aangevuld tot het geheele bedrag, /ij zullen dan
natuurlijk blijk moeten geven van de resultaten
dier studie.
Hiervoor zal de medewerking noodig zijn van ver
schillende onderwi.js-autoriteiten, in de eerste plaats
van den Min. van O. K. en W. Vadertje Staat zal er
bij te pas komen, welken vorm men ook kieze voor
het aankweeken van de jonge garde: dien van het
assistent- of van hot privaat-docentsehap, of dien
van het. leeraarschap onder de genoemde gunstige
omstandigheden. Op hulp van Maecenassen moet
men daarbij niet rekenen; die geven nog wel geld
voor de observatie van een zonsverduistering, maar
niet voor zulke geen gerucht makende wetenschap
pelijke onderzoekingen als bv. de studie van
Oostersche talen of het verrichten van nasporingen in
buitenlandsche archieven.
En het is geoorloofd hiervoor de hulp van den
Staat in te roepen, omdat het óók tot zijne taak
behoort, de jonge garde op wetenschappelijk gebied
te helpen vormen, die straks de plaats der oud
gedienden zal kunnen innemen.
KERNRAMP