De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 28 mei pagina 14

28 mei 1927 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

14 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 MEI 1927 No. 2608 YXfANNEER men ten huldigen dage de positie van de Duitsche valuta beschouwend, eenigszins bedenkelijke symptomen meent waar te nemen, dan beteekent zulks voor den bezitter van markenwaarden in het geheel niet een alarmeerend verschijnsel, zooals som migen met een terugblik op de periode, die nog slechts enkele jaren achter ons ligt, wellicht geneigd zullen zijn aan te nemen. Bij waarneming van de schomme lingen der valuta van onze Oostenlijke naburen wordt thans de gezichtseinder bepaald door de goudpunten. Al kent de Duitsche Rijksbank nog niet een volkomen vrij goudverkeer, zij stelt daarvoor in de plaats een consequent doorgevoerde deviezen-politiek-aankoop of afgifte van deviezen. Toch is de aandacht van de financieele wereld op deze kleine fluctuaties minstens evenzeer gevestigd als destijds op de zeer groote; wellicht meer zelfs. De inflatie-schommelingen, hadden alleen belang ipso facto, de goudvaluta-tendenzen prejudicieeren vele andere fac toren, b.v. ruimte op geld- en kapi taal-markt, bankdisconto e.a. Sedert de stabilisatie van den Rijksmark heeft men, in groote trekken be zien, twee phasen kunnen waarnemen in het verloop van den koers dezer valuta. Door velerlei maatregelen heeft men destijds getracht de stabili satie te doen gelukken. Men sloot de bekende Dawesleening, en nam in de schuldenregeling, bepa lingen op ter garantie van de waarde vastheid der nieuwe munteenheid. De sterkste steun voor de valuta werd echter de meer en meer door steden, provincies en industrieele bedrijven toegepaste praktijk, hunne behoeften aan leengelden in het buitenland, waar de rentevoet veel lager was, te dekken. Eigenaardig is het waar te nemen, dat tegelijkertijd de handelsbalans een uitgesproken actief karakter bleef vertoonen. De leengelden werden door de obligatie-crediteuren blijkbaar niet aangewend voor aankoop in het bui tenland doch werden in Marken om gezet, en gedeeltelijk voor aankoopen in het binnenland aangewend, terwijl andersdeels tijdelijk het surplus op de Duitsche geldmarkt werd uitgezet. Het ligt voor de hand, wat onder die omstandigheden geschiedde. Groot aanbod van deviezen in Duitschland waarvan een gedeelte niet door de vrije markt werd geabsorbeerd, en zijn weg vond naar de portefeuille der cen trale bank. Stijging der biljettencirculatie, c.q. der deposito's bij de banken volgde. Als symptomen ver dienen vermelding: stijging van den markenkoers aanzienlijk boven de pariteit; goudinvoeren door de Duit sche Rijksbank; desondanks grootere deviezenportefeuille bij deze instelling; daling van de rente op de Duitsche geldmarkt; verlaging van het bank disconto; stijging der obligatiekoersen en der koersen van andere beurs waarden. Enkele cijfers: Bankdisconto Jan. 1925 nog 10 pCt.; 11 Jan. 1927 5 pCt. goudvoorraad plus deviezen: 23 Dec. 1924: RM. 956.861.000; 23 Dec. 1926: RM. 2.277.824.000. Werden begin 192(i door eerste-klas Duitsche hypotheek banken nog l O pCt. pandbrieven uit gegeven, in Februari 1927 werd door de Rijksregeering een leening van RM. 500.000.000 met 5 pCt. rentetype geplaatst. Omstreeks den tijd van plaatsing dezer leening echter valt het keerpunt in de constellatie der Duitsche valutaen geldmarkt, waarmede de tweede phase, boven aangekondigd, haar in trede deed. Reeds bij oppervlakkige beschou wing valt het oog op enkele factoren die een zeer plausibele verklaring voor deze verandering kunnen vormen. Vooreerst werd de stroom van emissies in het buitenland, die de koers van den Mark tot dien tijd zoo zeer ten goede waren gekomen aanzienlijk minder, aanvankelijk door daling der rente op de binnenlandsche kapitaal markt, later door opheffing van de vrijstelling der couponbelasting ad 10 pCt. voor buitenlandsche leeningen. Daarbij kwam dat het beeld van de handelsbalans een principieele wijzi ging ondergaan moest. De hausse in Duitschland kwam in het stadium dat groote grondstofimporten werden ge stimuleerd. Het behoeft geen betoog, dat deze beide factoren een ommekeer beteekenden. Eerst kapitaalimport en actieve handelsbalans, thans stuiten van kapitaalimport en passieve handels balans. De symptomatiek, als bovenom schreven, vertoonde diensvolgens eveneens een radicale ommekoer. De Markenkoers daalde geleidelijk van / 59.50 in December 1926 tot ?59.10 in de week van 10?16 Mei j.l., dus tot beneden pari. De devic'/enportefeuille der Rijksbank liep van RM. 472.000.000 op 23 December 1926 tot RM. 127.000.000 op 7 Mei 1927 terug, waardoor de Duitsche valutamarkt werd gealarmeerd. De obligatiekoersen daalden vrij scherp. De koersen op de Duitsche geldmarkt trokken aan, voor al die van reportgeld. De discontonoteering werd kunstmatig laag ge houden door het voor deze omstandig heden abnormaal lage bankdisconto van 5 pCt. Wat velen in en buiten Duitsch land in het licht van deze feiten ver wondert, is dat de Rijksbank niet het traditioneele middel te baat neemt om goud- en deviezenafvloeiing, en daar mede gepaard gaande vernauwing van de geldmarkt, tegen te gaan: het aan zetten van de discontoschroef. Welis waar is op den duur de betalings balans slechts in evenwicht te brengen door exportuitbreiding of importbeperking. Een tijdelijke overbrug ging van een klove tusschen vraag en aanbod naar vreemde valuta werd echter in de praktijk van het internatio naal betalingsverkeer steeds verkregen door aantrekken van buitenlandsche middelen op korten termijn. Speelt hier wellicht de politiek een rol, en wil men den eisch tot verminde ring der Daweslasten kracht bijzetten door te wijzen op het gevaar dat de Rijksmark loopt? Of wil Schacht niet toegeven dat de laatste disconto verlaging onnatuurlijk en overhaast was, wellicht mede bedoeld om de 5 pCt. Rijksleening te doen slagen? Of vindt tenslotte de Rijksbankpresident dat het kweeken van schulden aan het buitenland op korten termijn meer risico voor de valuta meebrengt dan de tijdelijke voordeelen rechtvaardigen, en zoekt hij een andere oplossing. Hoe dit zij, op een of andere wijze zal binnenkort een oplossing moeten worden gevonden. Mocht binnenkort het verloop van zelf tot staan komen, dan heeft men in de jongste beweging niets anders te zien, dan een aanwending door Duitschland van de destijds haar door het buitenland verstrekte middelen, die tot voor kort. ongebruikt waren gebleven. C. K. Nederlandsche Handel ~ Maatschappij AMSTERDAM. Gestort Kapitaal f 80,000,000 Statutaire Reserve £21,117,340. Buitengewone Reserve f 22,660,000.?. Vestigingen in Nederlandsch-Indië, Straits-Settlements, Britsch-Indië, China en Japan In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten ? Incasseeringen en Financieeringen Schriftelijke en Telegrafische Credieten ? Reiscredietbrieven ??? Deposito's RekeningenCourant Aan- en Verkoop van Effecten Administratie van Vermogens ? Open en Gesloten Bewaarneming. SAFE-DEPOSIT. KOFFERKLUIS. Inrichting tot het plaatsen van brandkasten. Speciale gelegenheid tot het huren van afzonderlijke kluizen voor groote administraties. ONTVANG- EN BETAALKAS Nieuwe Doelenstraat 20-22 AMSTERDAM Kapitaal . .f5.000.000. Reservefonds f 1.000.000. Renteverg. voor gelden a deposito Direct opvorderbaar.... l pCt. Met 10 dagen opzegging Ij ,, Voor andere termijnen op nader overeen te komen voorwaarden. Open en gesloten bewaargeving volgens reglement. Safe Deposit 4'/2 PanÉieven INSULAIRE Hypotbkliank te Zierikzee 99'/2 Koopt voor Belegging: PANDBRIEVEN Bataafsche Hypotheekbank AMSTERDAM STANDAARD HYPOTHEEKBANK te ROTTERDAM Directie: Mr. H. H. C. CASTBNDIJK en /. MOSSELMAN De Bank geeft onder controle van het Algem. Administratie- en Trustkantoor 4J%Pandbrieven tegen beurskoers uit. Rott. Hypotheekbank v. Nederland Opgericht in 1864 Volteekend Maatschappelijk Kapitaal f 5.000.000. Verstrekt geld op eerste hypotheek. Voor inlichtingen wende men zich tot het kantoor der Bank, Ged. Bierhaven 25 te R'dam of tot hare Agenten. De Directie: Mr. Th. Reepmaker, Mr. N. P. C. v. Wijk, Mr. B. van Rossem. flTEBD Maatschappij van Levensverzekering, Nieuwe Spiegelstraat 17, Amsterdam, heeft een verze kerd bedrag van f 108.000.000.?en sterke reserves pLm. f 26.000.000.Zij werkt in Nederland en Nederlandsch-Indië. Haar verzekeringsvoorwaarden zijn bijzonder vrijgevig. Sluit dus bij haar Uw levensverzekering. «

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl