De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 28 mei pagina 2

28 mei 1927 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 MEI 1927 No. 260$ Het Burgerlijk|Proces als Chantagemiddel door Mr. H. G. KOSTER JANSEN koestert sinds lang een wrok tegen Pietersen. De oorzaak ligt in het duister. In elk geval was de eerste aanleiding een kleinigheid. Maar juist uit onbeduidende ruzietjes wordt de bitterste haat en nijd geboren. Lang heeft Jansen gepeinsd hoe hij Pietersen het leven zuur kan maken. Ware hij Pietersen's bovenbuurman, hij zou wellicht den waterkraan openzetten, teneinde Pietersen's meubels te beschadigen; of hij zou des nachts ketelmuziek maken; of, volgens een oud-Amsterdamsch recept, zeep op de treden van de trap smeren. Edoch, hij woont elders en al deze methodes zouden hem in aanraking brengen met de politie en met den strafrechrer. En dat wenscht Jansen niet, want hij heeft voor recht en wet den diepsten eerbied. Daarom besluit Jansen zijn vijand een proces aan te doen. Heeft hij dan iets van Pietersen te vorderen? Weineen! Heeft deze hem schade berokkend ? Evenmin ! Doch dit is geen bezwaar. Integendeel. Dat is juist het mooie van de zaak. Laat ons nu nog even vertellen: Jansen is een welvarend ren tenier, Pietersen daarentegen is wel niet arm, maar heeft toch veel moeite om rond te komen. Boven dien is Jansen ongehuwd, Pietersen is gehuwd en heeft kinderen. Jansen laat nu brutaalweg Pietersen dagvaarden ter zake dat hij aan Pietersen ? ,1000 zou geleend hebben, welke som hij thans wenscht terug te vorderen. De deurwaarder belt bij Pietersen aan en reikt het exploit van dagvaarding over, waarin Jansen vraagt, dat het de rechtbank behage, Pietersen te veroordeelen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, tegen kwijting te betalen de som van ?f 5000 benevens de kosten des gedings. Pietersen en zijn vrouw vallen om van schrik. De kinderen huilen van den weeromstuit mee. Want er is geen woord waar van hetgeen er in die dagvaarding staat. Pietersen is Jansen geen cent schuldig. Pietersen's eerste gang is naar de politie. De commissaris beduidt hem echter, dat de politie zich daarmee niet bezighoudt: het is een civiele zaak. De commissaris verwijst hem naar een advocaat. Om daarheen te gaan ontbreekt Pietersen de tijd: hij moet naar kantoor. Als hij daar ruim een uur te laat aankomt, kijkt de chef allesbehalve vriendelijk en vraagt naar de reden. Pietersen laat de dagvaarding zien. Doch nu betrekt het gelaat van den chef eerst recht. Maar, Pietersen", zoo spreekt hij, hoe kim jij je nu zoo in de schuld steken; waarvoor heb je die som noodig gehad? je verdient hier toch een behoorlijk salaris !" Of Pietersen al betuigt, dat hij heelemaal geen schuld heeft en dat het hier een wraakneming geldt, het baat niet. Zóó iets wil er bij den bureau-caesar niet in en achterdochtig vraagt hij: ,,je speculeert toch niet, Pietersen?" Den volgenden dag gaat Pietersen naar een advocaat. De rechtsgeleerde is bereid voor Pietersen op te komen, maar. ... er zijn kosten aan verbon den. Er zullen een paar honderd gulden als ge bruikelijk voorschot moeten worden gestort. Dat bedrag heeft Pietersen niet. Hij krijgt nu den raad pro deo te procedeeren. Daartoe, begeeft hij zich naar het armbestuur. Voor al die boodschapjes moet onze vriend vrijaf vragen en even zoovele grimmige opmerkingen van zijn chef in ontvangst nemen. Bij het armbestuur krijgt hij de verzekering dat men zijn geval zal onderzoeken: hij moet een dag of veertien geduld hebben. Doch onze vriend is gedagvaard om na acid dagen te verschijnen ! En de advocaat begint niet zonder voorschot. Wat nu? Pietersen is ziek van overspanning, hij krijgt ruzie met zijn vrouw, geeft den kinderen onver diende klappen, slaapt slecht, maakt op kantoor fout na fout. De chef houdt hem scherp in het oog, vast overtuigd, dat die Pietersen een stiekumme speculant is". Pietersen verschijnt niet ter terecht zitting en wordt bij verstek veroordeeld tot be taling van ? 5000, die hij.... niet schuldig is. Tot overmaat van ramp verneemt hij van het armbe stuur, dat hij niet in aanmerking komt voor gratis procedeeren. De advocaat vertelt Pietersen, dat hij nu in verzet zal moeten gaan tegen het vonnis. Doet hij dit niet, dan wordt al zijn bezit publiek verkocht. Déwanhopige man wendt zich nu tot.... een woekeraar en leent een bedrag op zeer be zwarende voorwaarden. Hij stelt dit zijn advocaat ter hand; deze gaat namens hem in verzet tegen het verstekvoanis en wint het proces met vlag en wimpel. Jansen had nog, om het proces te rekken, getuigenbewijs aangeboden, maar op den daarvoor vastgestelden dag verschenen er natuurlijk geen getuigen. Maar Jansen laat zijn slachtoffer nog niet los. Hij gaat in hooger beroep op zuiver formeele gronden. Weer moet Pietersen geld opnemen bij den woe keraar. Maar wér wint hij en Jansen wordt in de proceskosten veroordeeld. Doch die kosten blijven verre beneden het bedrag der kosten, die Pietersen heeft moeten maken om zijn geding te winnen. Bovendien blijft hij zeker een paar jaar bij den woekeraar in de schuld staan. Laat ons nu maar zwijgen van de huiselijke onaangenaamheden, de conflicten met den chef, de insinuaties deicollega's ! Jansen is tevreden over zijn werk. Hij betaalt de kosten met plezier. Het was hem immers niet te doen om te winnen. Hij wilde alleen sarren, kwellen, zijn vijand finantieel en moreel ruineoren. IIij heeft er nog eventjes over nagedacht of hij niet in cassatie zou gaan. Dat zou eerst prachtig geweest zijn: de cassatie-procedure moet voor den Hoogen Kaad in Den Haag gevoerd worden en is zeer duur. Pietersen had dan nóg meer vrijaf moeten vragen en nóg meer moeten leenen. Wel licht ware het dan gelukt hem in het armhuis, in het krankzinnigengesticht of op het kerkhof te krijgen. Welk een heerlijkheid ! Wij hebben hier met schrille kleuren willen teekenen hoe gemakkelijk het is, iemand door middel eener gefingeerde procedure op verfijnde wijze te kwellen, vooral wanneer het slachtoffer niet tot de klasse behoort, welke pro deo geholpen wordt. Juist de kleine middenstander is het ge schiktste object voor dit juridisch sadisme. M aar nog erger is denkbaar: men kan iemand bedreigen met een kostbaar proces, doch tevens zich bereid ver klaren tegen betaling van zooveel de bedreiging niet uit te voeren. Ten onzent zijn zulke gevallen gelukkig vrij zeldzaam. Toch komen zij, vooral in verkapt en vorm, meer voor dan men vermoedt. Dreigen met faillietverklaring, niet conservatoir beslag, met aangifte bij den officier van justitie wordt meermalen misbruikt om erkenning af te dwingen van. zér twijfelachtige aanspraken. Evenals tegen alle chantage is ook hier het kracht dadigste middel: toonen, dat men onbevreesd is. De. d reigers kruipen dan heel spoedig in hun schulpje. Men meene niet, dat de advocaat van den eischer in zulke gevallen altijd medeplichtig is. Een handig cliënt kan zijn advocaat heel wat op do mouw spelden en ook de meest coiisciencieuse advocaat kan onmogelijk alle beweringen van zijn cliënt controleercii. In Frankrijk is het procedeeren, alleenlijk ten doel hebbend anderen op kosten te jagen (wraak) of geld af to persen (chantage) zeer gewoon. Het Cassatiehof te Parijs heeft herhaaldelijk beslist, dat wie op deze wij ze gedupeerd is, in een afzonderlijk proces, van zijn belager volledige schadever goeding kan vorderen 1). In Engeland is het hier gebrandmerkte euvel het sterkst verbreid. Vooral de beschuldiging van. breach of promise" (ver breking van. de belofte een vrouw te zullen huwen) was aldaar van oudsher een welkome aanleiding om, onder bedreiging met een proces, vermogenden mannen geld af te persen. De oudo heer Samuel Pickwick werd het slachtoffer van zulk een chan tage en zijn proces met Mrs. Bardell is door Charles Dickens meesterlijk beschreven. In Noord-Amerika wordt ook het echtscheidingsproces als afpersings instrument gebruikt. In sommige staten van de Unie zijn de echtscheidingsgronden even talrijk als futiel. Op grond van de een of andere onbe duidende tekortkoming van den man wordt door de vrouw echtscheiding geëischt, benevens een hooge som als schadeloosstelling. Het echtschei dingsgeding van den vermaarden filmacteur Charley Chaplin is van een dergelijken kunstgreep het recente en sterk sprekende voorbeeld. BATENBURG & FOLMER (G. W. FOLMER) DEN HAAG. HUY GENSP ARK 22 BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS MET SAFE-INRICHTING VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE INTERNATIONALE TRANSPORTEN Boekbespreking door HERMAN MIDDENDORP Paul V uier y. De tenii/rris uit Vert. en -ingeleid door A. A. M. Maastricht 1920. A. A. M. Sluis.. . Stol* 1) Arresten te vinden bij^Dalloz 1892. 1. 566; 1900. 1. 159; 1913. 1. 31. De Fransche dichter Paul Valéry heeft in l'. 12.1ons land bezocht en naar aanleiding daarvan een korte beschouwing geschreven. ..l.e retour de lïollande", die door den heer A. A. M. Stolsin £<><?<!. hoewel wat precieus en intellectueel aandoend. proza is vertaald. Men moet zich niet voorstellen, dat men uit het kleine boekje het essay van Valéry is dertien bladzijden lang -?..indrukken van een buitenlander" verneemt over menschen en toestan den hier te lande, waardoor het speciaal vooi Hollanders een. curiosum zou zijn. zooals VerlaiueV Quinze jours en Hollande. liet geschrift van Valér\ is van algemeoner aard, en er zijn. uit llollandscli oogj)unt, eigenlijk maar twee aanknoopingen : Doscartes on Uombrandt. Twee is nog te voel: ik zou moeten '/.eggen anderhalf, want Doscai-tos was een Frarischman die in Nederland woonde. Belangwekkend is liet verband, dat de schrijvei met het oog op Descartes veronderstelt tusschen })ersoou en omgeving. Veronderstelt, niet meer. ,,lk kan niet iemand beminnen zonder hem mij zóó voor te stellen dat hij daardoor zér verschillen* l van zichzelf wordt," zegt de schrijver en geeft daarmee voldoende de subjectiviteit van zijn betoog aan. Fn hij laat er op volgen om de vrijheid van zijn bespiegelingen te verklaren: Ik reken er ook op, dat de gedachte aan den levenden "Oescartes niet geheel gelijk was aan dii welke hij in zijn boeken heeft neergelegd. Hoeken bedriegen ons steeds min of meer. Wat zij van den schrijver verzwijgen en wat zij er aan toevoegen laat heel wat vrijheid over aan wie hen zifh wil' voorstellen zooals zij waren". Het is waar: met opmerkingen als deze kan men. alles verontschuldigen wat men over een sehrijvei uit het verleden in 't midden wenscht te brengen. Maar tegelijkertijd plaatst men de waarde van hetgeen men zegt op het niveau van de uiterste betrekkelijkheid. Kr zit geen bepaald systeem in het boekje. Het zijn meer een aantal losse notities, uitingen van een fijnen geest. (Men komt, over een Franschman schrijvende, nu eenmaal nooit van het eeuwig* pleonasme: de geestige Franschman, los!) Het beste komt achteraan; wat op bldz. 18 l!J o\ei de werking van het licht op de schilderijen van Eembrandt wordt gezegd, lijkt mij treffend juisl. Lodewijk van Deyssel In de serie Trajectum ad Mosam" die zoowel on i hare bijzondere typografische verzorging als om haar voortreffelijke teksten sterk de aandacht trekt (uitgave A. A. M. Stols, Bussum) is verschenen een kleine bundel prozagcdichten van L. van Deyssel. een bloemlezing uit zijn beste werk der laatste jaren. die opnieuw zijn meesterschap over het proza beves tigt. De oplage is beperkt tot 150 ex. op antiek Hol landsen (fl. 5.?) en 10 op keizerlijk Japansch papier(fl. 15.?).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl