Historisch Archief 1877-1940
No. 2608
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 MEI 1927
Uit de Natuur
Meidoorn
door Dr. JAC. P. THIJSSE
y^E zijn precies op tij d in bloei gekomen: midden
Mei. De week van de IJsheiligen heeft ze
eventjes tegengehouden, zoodat we iets langer dan
gewoonlijk hebben kunnen genieten van de
bloemknoppen voor het ontluiken: de mooie witte bolle
tjes, zoo sierlijk gevat in het vijftal kelktanden,
echt juwelierswerk. Die knoppen stonden allemaal
op springen. In beschutte plekjes gingen nu de
eerste bloemen open en thans, dank zij de zonne
schijn en ondanks de nachtelijke koude, staan alle
meidoorns in weelderigen bloei. Voor iemand, die
zijn land zoo tamelijk kent en hevig lief heeft,
krijgen de mooie lentedagen soms iets pijnlijks.
Je zoudt wel overal tegelijk willen wezen. Hoe zien
nu de hagen in Zeeland er uit? Het Hoornsche
duin staat vol met ongelooflijk mooie meidoorns,
de Useldijken zijn er mee gesierd, meidoornhagen
hier, meidoornlaantjes ginds, meidoorns rondom
forten en vestingen, door den zeewind vervormde
meidoorns op de walletjes van deNoordzee-eilanden,
het tooverland" in ons duin, waar in een wijden
kring van metershooge meidoorns de nachtegalen
zingen die hun nest hebben in de netels aan hun
voet, meidoorns langs de Zuidberm van de Zuider
zeedijk, waarvan de bloeiende takken
neerhangen in een vlak van blauwe
eereprijs.
Gelukkig heb ik nog meidoorns in
mijn tuin ook en ik kan nu even naar
buiten loopen om te zien of het er nu
om half tien wat drukker is dan van
morgen om half zeven. ^
Vanmorgen om half zeven was de
heele boom dicht bedauwd, fijne
dauwdroppeltjes op al de frissche groene
bladeren, op de witte knopjes, op de
geopende bloemen. De meidoorn
sluit 's nachts zijn bloemen niet, even
min als zijn verwanten, de appels en
de peren, wat wel bij nachtvorst
onaangename gevolgen kan hebben.
In het vroege morgenuur was het nog
stil op de bloemen, geen enkel insect
was hier nog op de been. In een struik
dichtbij zat een tuinfluiter onvermoeid
te zingen, daar was hij al een paar
uur mee bezig.
Om half tien zong die tuinfluiter nog
altijd door en nu was er ook geluid in den meidoorn.
Mooie, gave, jonge honigbijtjes gonsden over de
bloemen en likten vlug kleine beetjes honig uit
de ondiepe bloembeker. Hooger, eenigszins huile
rig geluid maakten de zweefvliegen, sommige van
hen raspten zich wat stuifmeel uit de helm
knoppen, andere lebberden honig, nog weer andere
dansten en zongen in de luwte van den boom en
hadden geen bekommernis om spijs of drank.
Niet minder dan vier soorten van zweefvliegen
waren tegelijk bezig en er waren nog andere vliegen
ook; bleeke snippen vliegen, bloemen vliegen, die
op huisvliegen lijken en de mooie en interessante
vlieg met den leelijken naam de Aasvlieg.
ScaloNoteert onzen naam
en herinnert U dien naam, wanneer
ge Uw woning gaat inrichten*
Meest gesorteerd huis in Neder
land voor AMEUBLEMENTEN,
TAPIJTEN, GORDIJNEN enz.
Heerengrach! 500 Amsterdam.
phaga Merdaria. Ook kwamen er allerlei graafbijtjes,
maar de vliegen hadden toch de overhand.
Dat komt wel in hoofdzaak door den geur der
bloemen; zij rieken naar trimethylamin, dat is een
geur die herinnert aan bedorven vleesch en lijken
en daar komen velerlei vliegen gretig op af.
Lijsterbesbloesem heeft diezelfde geur en ook dezelfde
bezoekers. Intusschen moeten wij ons dat niet al
te hevig aantrekken. Buiten doet de geur van
meidoorn en lijsterbes heel aangenaam aan, hij
is zeer welkom in het geurcomplex, waaraan ook
lelietjes van dalen, salomonszegel, vogelkers, serin
gen meewerken: de geur van midden-Mei. Binnens
kamers en geisoleerd geven meidoorn, lijsterbes,
vogelkers dikwijls een minder aangenamen indruk.
Maar wie blijft er in Mei nu binnenskamers.
De meidoornbloemen openen zich den heelen dag
en dat gaat nog al langzaam, den eenen keer wat
langzamer dan den anderen, dat hangt af van de
weersgesteldheid van nu en van de laatste dagen.
Het is echter gemakkelijk genoeg om eeri overzicht
van het ontbloeien" te krijgen, doordat in n
en dezelfde bloemtuil bloemen te vinden zijn
in allerlei ontplooiingstoestand. Ge kunt dan zien
hoe het bloemknopje van boven openrolt en dat
er dan eerst de stempel te voorschijn komt. Van
de meeldraden is nog weinig te zien; ze liggen in de
bloem verscholen, meerendeels nog ineengerold. In
dezen toestand kan de stempel dus alleen bestoven
worden met stuifmeel dat de insecten uit andere
bloemen aanbrengen. Dezelfde inrichting, het
vroeger rijpen van de stempel, vinden we ook bij
Muziek ie de Hoofdstad
door CONSTANT VAN WESSEM
BLOEIENDE MEIDOORN
appel, peer en kers: de meidoornbloem is protogyn.
Gaandeweg spreidt de bloem zich nu uit, eerst
is zij komvormig, later vlak en tegelijk ontplooien
zich ook de meeldraden, rein witte helmdraden
met fraai rose helmknoppen. Ze strekken zich
straks buitenwaarts en vormen dan een drie
voudige kring rondom de stijl, van haast mathe
matische strengheid. Het duurt uren eer het zoover
is en pas dan gaan de helmknoppen n voor n
open om hun stuifmeel aan te bieden en ze schrom
pelen dan in tot zwarte puntjes.
Deze meidoorn heeft in elke bloem n stijl. Er
komt in ons land nog een andere soort van meidoorn
voor, die heeft in zijn bloemen meestal twee stijlen.
Die soorten verschillen ook in blad vorm en in de
beharing: de eenstijlige heeft onbehaarde, de
tweestijlige behaarde bloemstelen. Wanneer ge daar
buiten op gaat letten, dan zult ge zien dat beide
soorten bij ons naast elkaar voorkomen, de
tweestijlige in het Oosten van ons land, misschien wat
meer dan in het Westen. Bastaarden tusschen
beide soorten komen heel veel voor, een scherp
zinnig onderzoeker kan daaraan zijn hart ophalen.
Elders in de wereld groeien nog weer andere
soorten van meidoorns en verscheidene daarvan
vindt ge in tuinen en parken vertegenwoordigd.
Het echte meidoornland is Noord-Amerika, daar
is het aantal soorten zeer groot: tusschen de vijftig
en vijfhonderd al naar de eischen der deskundigen.
Er zijn prachtige planten bij, mooi om hun bloemen
en gebladerte, dikwijls ook mooi en merkwaardig
om hun vruchten, net als de onze.
Dat we een erfelijke voorliefde voor de meidoorns
hebben reeds sinds de dagen der oude Germanen,
behoef ik hier niet te vertellen. Ook moeten we
ons er niet te veel aan ergeren, dat de nakome
lingen der (iermanen dezer dagen zoo begeerig
de meidoorntwijgen afsnijden. Afrukken is erger.
Beethoven-Cyclus
'VTA denBeethovencyclus van de
abonnementsconeert en arrangeert het Concertgebouw thans een
tweeden cyclus, die tegen lager entree algemeener
toegankelijk en dan ook, wat de plaatsruimte be
treft, reeds uitverkocht is. Inderdaad is de naam
Beethoven een magneet, de naam Mengelberg is het
dubbel en deze Beethoven-concerten, die op het
huidige tijdstip der herdenking te over de aandacht
trekken, geven een bevrediging voor allen, die
Beethoven's muziek wenschen in een voorname en
hoogstaande vertolking. Wij wezen er reeds eerder
op: Mengelberg's Beethovenop vatting bevredigt
ons meer dan die van Monteux, die wel wat lijdt
onder de neiging van onzen tijd om uit vrees voor
het hinein interpretieren", het dramatische be
standdeel in de dynamiek van Beethoven's tempi
voorbij te gaan. Wij herinneren ons nog altijd met
ontroering die Eroica-vertolking door Mengelberg
in het afgeloopen seizoen, die ons door haar dwin
gende macht en haar prachtige stijgingen onver
getelijk zal blijven.
Het openingsconcert van dezen nieuwen cyclus,
bracht ons werk dat Beethoven laat zien van den
idyllischen kant, toen hij de volmaakte wereld nog
beleefde met de terxigblik op de droomen van zijn
jeugd: de twee eerste symphonieën en
het tweede piano-concert (feitelijk het
eerste) werk zonder drama", waarin
het donker slechts de slagschaduwen
van de zon in een landschap blijven
en waarin ook de langzame volten,
anders de plaats waar Beethoven
meestal een dieperen enpersoonlijkeren
toon aanslaat, klankverbceldingen
worden van een idyllische wereld, die
hij gedroomd, niet doorleefd heeft.
Deze kant van Beethoven is zeker het
minst '?Beethoven" en wij kunnen
ons met recht afvragen of wij ooit
van den symphonicus Beethoven
gesproken zouden hebben, als hij ge
storven was voor zijn derde symphonie,
de Eroica, gecomponeerd te hebben.
Maar in de glanzende en bekoorlijke
vertolking, die Mengelberg van d
beide eerste symphonieën gaf, waren
de werken toch in een hooge mate
boeiend en bevredigend on in het
bijzonder het larghetto uit de 2de
symphonie werd betooverend van
lieflijk en gracieus geluid, waarbij
wij ons die scène uit Kolland's Jean-Christophe
herinneren, waar deze als kleine jongen over den
muur in den tuin van Minna keek.
Marie Janette Walen droeg het 2de pianoconcert
voor, consciëntieus gespeeld en technisch geheel
beheerscht, doch vooral in het middendeel zonder
de poëzie, die er de charme aan geeft. In de finale,
pittig van tempo en rythme en frisch gespeeld,
leek mij de pianiste op haar best. Met een supe
rieure begeleiding droeg Mengelberg met het
orkest zijn deel bij in de chaimeerende werking
van dit pianoconcert, dat Beethoven zelf eens,
niet geheel zonder reden, niet een van zijn beste"
heeft genoemd.
Abonneert U op
De Groene Amster
dammer, Weekblad
voor Nederland