Historisch Archief 1877-1940
"<No.-'2609
DE GROENE A^STERÓAMMERVAN^ JUNI 1927
23
H.BOOTZ ? H.BOOTZ ? H.BOOTZ
Over het Glas
door J. CASORTI
Qu'importe Ie llacon, pourvu
qu'on ait l'ivresse".
ALFRED DE MUSSET.
'I_I ET is welbekend dat Alfred de
Musset niet op de ware wijze met
liet glas kon omgaan, wat hem en de
wereld zijn talent kostte, en zoo men
?dat nog niet wist, kon het rijm hier
boven het ons leeren: zoo spreekt alleen
?een van de onvertogenen, wien het niet
?om het drinken, maar om de dronken
schap te doen is.
De consequentie is de man die de
petroleurnlamp ledigt, of iets beters
drinkt uit een schoensmeerblikje. Het
behoeft dan ook geen betoog dat de
Musset nooit heeft kunnen begrijpen
wat een glas was.
j Maar waarom begrijpen zooveel
anderen, het niet? De man die, voor
ontelbare eeuwen, niet langer de
flesch of kruik aan den mond zette,
maar het drinkgerei uitvond is een
van de vele groote vergetenen uit de
wereldgeschiedenis; hij wist dat drin
ken iets anders is dan dorst hebben en
hij verlengde een der aangenaamste
menschelijke bezigheden met enkele
onschatbare oogenblikken. Hij gaf den
drank, voor deze verdween, een waar
dige rustplaats, een eereplaats op dit
ondermaansche, gelijk hij verdiende.
terwijl hij rze in kruik en flesch slechts
bewaard wordt op een onaanzienlijke
wijze.
Welk een noodzakelijke behoefte hij
schiep, bewijzen de tienduizend en n
glinsterende glazen in alle winkels,
buffetten en musea, en hoezeer de
menschheid nog altijd geneigd is weer
tot barbaarsche toestanden te ver
vallen, wordt even zeker bewezen door
het onbekwaam gebruik dat van dit
alles gemaakt wordt.
Er zijn menschen maar noem hen
slobberaars en ge spreekt een waar
AAN DE INZENDERS
Alle voor het redactioneele gedeelte
bestemde inzendingen moeten
worden geadresseerd
AAN HET SECRETARIAAT DER
REDACTIE VAN
DE GROENE AMSTERDAMMER"
-. KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM,
zonder vermelding yan persoonsnamen.
woord die in staat geacht moeten
worden wijn te drinken uit een
keukekopje en likeur uit een odol-glas. Zij
verontschuldigen dit soms door er op
te wijzen dat het bij een feestje" was.
Wat hen dubbel beschuldigt. Dezulken
moest men verbannen naar het droog
ste Amerika, en zoo dat niet bestaat,
naar de Sahara.
Maar er bestaan anderen, en hun
aantal is te groot, die een glas beschou
wen als een sigarenkistje of het blik'
waaruit de jonge doperwtjes verschij
nen als zij er eigenlijk niet meer zijn,
die, zeg ik, een glas louter en alleen
beschouwen als datgene waaruit men
drinkt.
Niets is minder waar.
Men drinkt niet zoozeer uit een glas,
als wel mét een glas. Het ideale glas
is de kameraad bij het drinken, het is
als de ideale vrouw, edel, bescheiden,
en vol overgave, het laat u drinken.
Neem een goed glas ter hand en een
slecht en voel hoe het ware drinkgerei,
dat een volmaakt evenwicht bezit, u
een teug schenkt en als van zelf weer
op tafel gaat staan; terwijl het onver
schillig, karakterloos glas u een gulp
in den mond giet, of twee of drie, en
volmaakt zonder belangstelling in u
leegloopt of niet, het doet er niet toe.
Waarbij nog gezegd rnag worden dat
het goede glas u waarschuwt als ge het
liever moest laten staan: het wordt
onzeker in uw hand, het drinkt niet
rneer mee, het vermaant u, het raakt
uit evenwicht; het slechte daaren
tegen verraadt en verkoopt u waar ge
bij zijt, het heeft geen belangstelling.
Het slechte glas heeft slechts inhoud,
het goede heeft ziel, het bezielt zijn
inhoud.
Ik spreek u niet van de variëteiten,
de gebobbelde, geknobbelde en gladde
glazen, die met trapvoetjes en die met
een stengel als een bloem, noch van
hun kelkvorm, die zoo vol geheime
schoonheid kan zijn als een bloem en
zoo nuchter als een mathematische
constructie. Ik spreek u niet van het
glaasje zonder voet, dat geen glas is,
maar slechts een bijzonder onaardige
Nederlandsche aardigheid om ver
kleumde visschers en jagers van binnen
op nette wijze tegen de vochtigheid van
buiten te conserveeren, ik spreek u niet
van het geslepen kristal, dat hoe hoog
geprezen, den laatsten tijd in aanzien
vermindert, en dat, hoezeer sommigen
het mogen bewonderen, den waren
vriend toch meer een fonkeling voor
het gezicht dan een lust voor de ver
beelding is; ik wil u niet plagen met de
vervloeking van het vreemdsoortig
drinkgerei dat vele winkels waar men
beter moest weten nog steeds ontsiert:
glazen die in kleuren ter wereld kwa
men van het vreemdste bleeke geel
tot hard violet en lichtblauw, en waar
uit het mogelijk moet zijn likeuren te
drinken zonder te weten hoe zij sma
ken; ik spreek u alleen van het beste
glas, het helderste, zonder versiering
dan, mogelijk, een eerlijke glaskleur,
maar altijd vóór alles nobel van vorm
en van inhoud, zonder wissewasjes en
f utiliteiten.
Zulk een glas komt niet zoo licht
ter wereld. Er is een uitstekende natio
nale historie om toe te lichten hoe het
glas in onzen tijd miskend is. Er be
stond, er bestaat geloof ik nog, een stel
glaswerk, gevarieerd zooals het be
taamt, in likeur-, port-, wijn- en water
glazen, om van de vingerkommetjes die
een oneerbiedig geslacht er bij rekent
niet te spreken dat ontworpen"
was door een van onze groote architec
ten en kunstnijveraars.
Duizend jonggetrouwde families met
goeden wil hebben het zich aange
schaft.
Helaas, hoe sierlijk het was, het had
zijn gebreken. De ontwerper dronk
niet, 't zij dan water, of iets van dien
aard.
En wat was liet gevolg: de
likeurglaasjes morsten, de wijnglazen had
den neiging hun inhoud ten deele aan
de goden te plengen wat een goed
gebruik is, maar zij plengden op
statiekleeding en smettelooze overhem
den en iii de champagneglazen
kwam men den waren geest van den
most niet tegen.'Alleen het waterglas,
het waterglas was volmaakt: het was
het eenige waarbij de maker als vak
kundige zijn drinkzintuigen op eerlijke
wijze had voelen werken. Die historie
lijkt een fantasietje, maar de hier ge
wraakte glasbatterij is inderdaad door
de waarlijk bevoegden: de
wijnhandelaars en caféhouders, als afschrik
wekkend voorbeeld geplaatst op hun
zwarte lijst, en terecht.
En daarmede ben ik vooreerst waar
ik wezen wilde: de ware kenner van
het glaswerk is hij die kennis van drin
ken heeft. Een kennis, die in een
huichelachtigen tijd, evenals die van het
eten, geminacht is, maar dif evenzeer
een fijnen smaak, langdurige ervaring
en geest vergt, gelijk onze grootvaders
volmondig erkenden. De gastheer die
u een slecht glas op tafel zet, miskent
de bekoorlijkheid der wereld en het
goede der aarde wat een van de on
beleefdste dingen is die men de schep
ping, en zijn gasten, kan aandoen.
En om deze beknopte zedepreek te
besluiten, zou ik u dan willen raden
voortaan het glas te bezien en te
beoordeelen als een belangrijk ding: dat
deel van het heelal dat een bekwaam
glasblazer voor u heeft afgezonderd
opdat het een of ander kostelijks be
vatten zou.
Beproef het, voor ge het aanvaardt:
weeg het in uw hand, gebruik het, en
laat u niet misleiden door uiterlijke
vorm en sierlijkheden: een goed glas
is een van de meest harmonische
voorwerpen ter wereld en het leert
u veel; al was het maar dat goede
verhouding liet beginsel is van
wijsheid.
"n.A.KLOOSTERHUIS
AMSTERDAM
\
LES TEMPS NOUVEAUX"
BRONZES