De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 4 juni pagina 27

4 juni 1927 – pagina 27

Dit is een ingescande tekst.

No;'2609 DE'ÖROENE AMSTERDAMMER VAN 4 JUNM927 27 F)AT wil zeggen, eerste tafereel: De man en de Auto. Het noodlot, dat altijd weet, wat we te leeren hebben, zendt ons drie uur te vroeg naar het Stadion. Immers, het concours d'élégance begint pas om vier uur! Best zoo l Laat het van de vrouw niet gezegd zijn, dat zij aleeniglijk voor de stonde des sierlijkheidsvertoons leeft. Er is psychologie in het zon-over goten Stadion. Ook nu Zie de bijna twee honderd auto's, die chauffeurloos te rusten staan, en waar achter de keurende ? concours-decarosserie-commissie bij haar rond gang telkens schuil gaat. Rapporten vol goedkeuringen plakt de commissie op de auto-facie's. Want, nietwaar? ieder auto-type heeft haar physionomie. Er is' dat met den Langen Snoet des Soevereinen Everzwijns, dat vaart en vurigheid voorspelt. Er is de auto met den goedigen truffelneus van ons Inheemsche Varken. Er is ook die met het Kinderlijk aanschijn van een groot Ei, in welks doorgesneden ovaalheid, de bazin of de baas, of de baas n de bazin saam kunnen zittende gezien zijn als waren zij fan tastische struisvogel-jongen. Er is ook.... de auto, de lange zwarte, met het kaaiman-profiel, dat vlakten en verten vreten wil, en zelfs nu in zijn rust, op de grazige Stadion-vlakte, de onheilspellendheid van een gloeien den detectiveroman in zijn atmos feer" draagt.... En er zijn.... in deze groene en wagenrijke, maar als nog dameslooze" ruimte, vooral ook de eigenaren der auto's. De mans t De bazen ! En daarom zond het noodlot ons ,,te vroeg" ui het door zon en wind be zochte Stadiondal. Op dat wij de mans alleen met hun car zouden zien. En met hun onbemerkt-gewaande teederheid. * ** Op een hondententoonstelling zijn de juffers die haar kardoes, vlak vóór de jury met haar zakkam bewerken, van gebaar niet zoo liefhebbend, als hier de bazen, die met hun zegelringhand zelf vlak voor de visite van de commissie" het corpus van hun car staan op te wrijven. Laten de dichters niet jammeren. Zoo wischte in de middeleeuwen een Beinoud van zijn harrenas een denkbeeldig spinrag, voor hij een of anderen heroïeken strijd aanving. In sentimenteele latere tijden poetste de aanbidder wellicht Voor Vrouwen De Vrouw en de Auto (Met teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door Henri Pieck) zoo den lakschoen, waarop hij zoo straks zijn aangebedene zijns hart, zou gaan aanbidden. (Charivarius, u zij deezs' zin opgedragen!) In het gebaar van den auto-eigenaar is iets van beide gestes en meer nog, n.l. iets van de geste van dengene, die iets aanhangt omdat het hem een schoon toevluchtsoord is". We denken op eens aan Mark Sabre in Als de winter komt". Ge weet het, hij peddelt dagelijks op zijn fiets den weg tusschen 't veeleisehende kantoor en zijn veeleischende" home. En dan op die fiets voelt hij zich even vrij van beide. Een korte spanne tij ds: werkelijk mensch. Zichzelf. Hoeveel bazen zouden dat alleen in hun car" zijn? Concours d'élégance. Drie uur later. Ander aspect. Hare majesteit de moderne vrouw treedt in 't Stadion. Dus addio sentimentali teit". Honderdvoudig geweld vaai't koeien te vrind houdend. En er zijn scharlakene, zoo rood, dat Potters stier nog aan 't loeien zou slaan", zooals de schoolmeester zegt. Er zijn de okergele, voor ,yboterblom"-blije vacantiedagen. En practische eikenbruine cara" voor plechtstatig ,,fa milie-vervoer" en masse ook. Sneeuw witte, die als zegewagens van het door Heyermans in zijn Droomkoninkje zalig besproken IJsco-mannetje kun nen gelden. En neen, vergeten we de fameuze bordeau-roode wagens niet en niet de pastei-blauwe. * * * . . . .Men zit in de cars. En het con cours d'élégance, onder herhaald ap plaus vaart los" en ziegezaagt en ijlt langs ontelbare sierlijkheidslijnen over het gazon. De belofte van,,mevrouw gekleed in de kleur vanhaar wagen'' is maar zelden nagekomen. Maar desniettegenstaande is het coquet en ongedwongen. Daar waar tien jaar geleden we" nog sierlijk met een hoofdbuiging gegroet TIJDENS DE RACE in de verniste auto-lijven. Hoorn signalen schreien ten hemel. Waar is de moderne componist-smulpaap van ge luiden, die ze niet graag in een symphonie des modernen levens lasschen zoude, als hij maar durfde? Oproerige vitaliteit doorsiddert de Peugeot's, de Studebakers, de Renault's, de Willys Knights, de Panhards en hoe al de benzinerossen heeten mogen ! De mode-carosserie-kleuren van 't oogenblik? Er zijn auto's voor alle ziele-roerselen. Er zijn er in een parelgrijs, dierbaar als een bruigoms trouwhandschoen. Er zijn er donkergroen, waarboven elk blozend meisjesgezicht een triomf van lenteliefelijkheid wordt. Er zijn lichtgroene cars, als bestemd voor asperge-slanke bleeke j of f eren met wapperende sluiers en haaksche profielen: op zich zelf.... sirenen ! Er zijn grasgroene cars waarin ge door Hollands beemden kunt suizen, alle zouden hebben, is riu alom de dalnesgroet, die a la princesse Astrid, met den langen arm boven het hoofd, wuivend naar oen verren kennis. Er is veel jolige oogentaai. Er zijn veel guitige sigaretten, die van onder cotjuette vagebond-hoedjes heen zien naar andere guitige dito's onder resolute gleufhoeden. Er zijn kolossale parelen, en er zijn zuiver gevormde enkels, die enkel even op de treeplank post vatten, om bij ongeluk heelemaal niet expres vooral gezien te worden. En tusschen die parelen, en die treeplank heerscht onomstootelijk op dezen kouden Mei dag de Nerz-pels, of de beige of de blauwe of de cerise, of de paarse duvetyne mantel, die dezen winter onze" slankheid alreeds omsloot. * * * Er is ook vooral: de Allure ! Zola beschrijft hoe eens eenmenschenoogin EEN BRUINE CAROSSERIE MET CHAUFFEUSE. CHOCOLADEKLEURIGE MANTEL; MET MAN CHETTEN, REVERS EN HOEDRAND VAN BONT, GEHEEL IN DE KLEUR VAN DE AUTO n bliksemflits" ineen voorbij-ij len den trein het silhouet van een gebeu rende misdaad waarnam. Als mevrouw daar in haar auto voorbij zwenkt.vangt liet toeschouwersoog, soms in n seconde, heel het silhouet van een huiselijken roman. Mevrouw klein, verbeten, geladen", de sierlijke klauwtjes om het stuur. En Mijnheer achterin! Uitbundig de fox-terriër naast mevrouw, op den chauffeurszetel vastgebonden. Benijdt meneer hem niet om de openhartigheid, waar mee het lief dierke het vermag zijn soortgenooten van zijn hoogen zetel toe te keffen? Zie je mij, Zie je mij. Jij lekker niet ! ! Ik wel, ik wel, ik wel ? Er waren op dezen schoonen middag veel van die romantische silhouetten.. * * * Hoe besliste de jury? De pers heeft het reeds gemeld. Laat de Amster dammer ook even jury mogen spelen voor de grap", in deze vrouwenrubriek. De prijs van vrouwelijke elegance ging dan in drieën. Een deel van den .... appel zou komen aan den schar laken rooden kleinen car, om zijn geestig rendierschap" en zijn glunder ? rijdersspan. Een ander, aan de beige limousine. Met het fijne beige godin netje als mentrix. En het beste appeldeel zouden we reiken aan de ..suprême distinctie" van de blauw-grijze coupé, gereden door de in blauwgrijs gekleede dark beauty" die de oranje roze lathyrus in de bloemvaas voerde. De afwezigheid van alles wat naar cossu" zweemde, was hier een wel daad voor het oog. Had Asschepoesters petemoei een pompoen tot een tuf getooverd, ze had 't niet gracielijker kunnen doen. Ja, leve het sprookje. Laat het nog triumfeereri in den tijd, zelfs in den tijd, waarin ook do auto triumfeert. YVONNE AUTO'S DIE CHAUFFEURLOOS TE WACHTEN STAAN EEN MOOIE PEUGEOT MET OVEREENSTEMMENDE BEVRACHTING

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl