De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 4 juni pagina 29

4 juni 1927 – pagina 29

Dit is een ingescande tekst.

No, 2609 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 JUNI 1927 De Indische Scheepvaartlijnen Gestadige Verbetering der Bedrijfsuitkomsten door PAUL SABEL t_J et bezit van onze Oost-Indische Koloniën heeft mede ten gevolge gehad, dat ons land eenige zeer krachtige scheepvaartmaatschappijen rijk is geworden, die net verkeer tusschen moederland en overzeesche bezittingen en tusschen de Indische eilanden onderling onderhouden. Zij hebbende sterke positie, welke zjj thans innemen, niet in de laatste plaats kunnen verkrijgen door het vormen van een belangengemeenschap in den vorm der Neder landsche Scheepvaart Unie, welke de meerderheid van de aandeelen dezer maatschappijen, n.l. de Stoomvaart-Maatschappij Nederland", de Rotterdamsche Lloyd en de Koninklijke PaketvaartMaatschappij bezit. Daaraan is toe te schrijven, dat ongezonde, verderfelijke concurrentie tusschen deze maatschappijen, die zoo gemakkelijk tusschen haar 'en voornamelijk tusschen de StoomvaartMaatschappij Nederland" en den Rotterdamschen Lloyd, zou kunnen ontstaan zijn, is uitgebleven, zoodat de ondernemingen zich krachtig hebben kunnen ontwikkelen en thans over vloten beschik ken, die meetellen in het wereld-scheepvaartverkeer. Aan de gevolgde verstandige politiek is te danken, dat de Indische lijnen lang niet in die mate de ge volgen van de crisis en de malaise, die na den oorlog in de scheepvaart zijn ontstaan, hebben onder vonden, welke andere scheepvaartondernemingen, zoowel die met geregelde lijnen als die, welke meer de trampvaart beoefenen, veelal gevoelig getroffen hebben. Intusschen moet nu niet worden gedacht, dat de bedrij f szorgen geheel aan onze Indische lijnen be spaard blijven. Integendeel moeten zij zich inspan nen, om haar aandeel in het scheepvaartverkeer van Europa naar Oost-lndiëte behouden. Immers gaat een groot deel va.n dat verkeer thans over buitenlandsche havens als gevolg van de uitzonde ringstarieven, die met name de Duitsche spoorwegen hebben ingevoerd om de eigen havens te bevoordeelen ten nadeele van de Nederlandsche. Zoo doende gaat in vele gevallen zelfs het natuurlijke voordeel, dat de verbinding van ons land met het achterland via den Rijn biedt, geheel te loor. Europeesche vrachtvaarders als de Hollanders van ouds her zijn, hebben onze scheepvaartmaatschappijen zich daardoor niet laten afschrikken, maar gaan zij thans zelf de vracht te Hamburg, Bremen, Antwerpen en elders halen, die zij te Amsterdam en Rotterdam als gevolg van de protectionistische maatregelen onzer nabuurstaten niet kunnen be machtigen. Zoo lijden zij althans geen schade, al heeft het nationale havenverkeer er uitteraard wel de nadeelige gevolgen van te ondervinden. *,* Het uitgaande verkeer van Europa naar OostJndiëheeft zich de laatste jaren weder zoo gunstig kunnen ontwikkelen, dat de cijfers van vóór den oorlog reeds worden overtroffen. Dientengevolge kon de Stoomvaart-Maatschappij Nederland" dan ook een tweeden snelvaaftdienst van Holland naar Indiëinstellen, waardoor thans naast den 14daagschen maildienst ook een 14-daagsche snel vrachtdienst van Amsterdam uit kan worden onder houden. Daarnevens worden dan nog verschillende vrachtschepen uitgezonden, die in buiteulandsche havens lading innemen. Het is begrijpelijk, dat de scheepvaartonder nemingen in dezen tijd, waarin zoo veel wordt ge daan om het verkeer te bespoedigen en afstanden zoo snel mogelijk te overbruggen, zich er ook op toeleggen om de reis van het moederland naar de koloniën en v.v. in den kortst mogelijken tijd te doen volbrengen. Zoo heeft de Stoomvaart-Maat schappij Nederland" een snelverbinding met Genua CORN VAN DER ÓLUV5 DEN MAAG en de Rotterdamsche Lloyd een dito met Marseille tot stand kunnen brengen. Aldus kunnen passagiers en mail uit Jndiëthans b.v. in circa 22 uur met de Rotterdamsche Lloyd Rapide" van Marseille naar Nederland worden vervoerd. Ook langs dezen weg wordt de verbinding met de koloniën dus steeds sneller. Zoowel de Stoomvaart-Maatschappij Nederland" als de Rotterdamsche Lloyd hebben de laatste jaren groote uitbreiding aan haar vloten gegeven door aanbouw van mailbooten, die aan alle eischen van modern comfort voldoen. De Nederland" bracht het vorige jaar nog pas het groote motorschip P. C. Hooft" in de vaart en thans bevindt zich weder een ander motorschip, de Christiaan Huygens", metende 16.000 ton bruto en met een draag vermogen van ongeveer 10.100 ton, in aanbouw. De Rotterdamsche Lloyd zal dit jaar vermoedelijk eveneens een groot motorschip, de Sibajak", aan haar vloot toevoegen, terwijl deze maatschappij tevens vier motorvrachtschepen, ter grootte van 6500 ton bruto en met een draagvermogen van 9500 ton'elk, in aanbouw heeft. Deze laatste schepen zijn bestemd voor den snelvrachtdienst HamburgBremen-Rotterdarn-Nederlandsch Indiëen v.v. Beide maatschappijen hebben ook een groot be lang bij de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij, die in 1920 is opgericht door een aantal on/.er voornaamste scheepvaartondernemin gen voor het onderhouden der Holland-Oost-Azië, Holland-Britsch-Indië, Holland-Australiëen Hol land-Afrika lijnen. Het uitgegeven kapitaal dezer maatschappij werd aanvankelijk bepaald op / 100.000.000.?, waarvan a2j pCt. bij de deel nemende vennootschappen a deposito werd ge plaatst. De Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij heeft het in het afgeloopen jaar wetischelijk geacht 25 pCt. op haar kapitaal aan aandeelhouders terug te betalen, waardoor liet deposito werd verminderd tot 27^ pCt. der deel name. In de V. N. S. heeft de Stoom vaart-Maat schappij Nederland" deelgenomen voor / 18 mil lioen, de Rotterdamsche Lloyd en de HollandAmerika Lijn elk voor / 15 millioen, de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij en de Kon. West-Indische Mail.tezamen voor /16millioen, de Java-China - Japan Lijn, Van Nievelt Goudriaan en de Stoomvaart-Maat schappij De Maas" elk voor / ld millioen en de Koninklijke l'aketvaart-Maatschappij voor ? 6 mil lioen. De V. N. S. heeft in het afgeloopen jaar be vredigend gewerkt. Zij verdiende haar afschrijvingen ruimschoots en vond het zelfs gewenscht haar vloot met 5 schepen uit te breiden, waarvan zij 3 overnam van de Stoomvaart-Maatschappij Nederland". De vloot der Stoomvaart-Maatschappij Neder land", die ook diensten op Britsch-Indië, voor het suikervervoer van Java, en op New York onder houdt, bestaat thans uit 9 mailschepen ter ge zamenlijke grootte van circa 80.000 ton bruto en 37 vrachtschepen, tezamen groot 255.000 ton bruto met een draagvermogen van 370.000 ton. De boekwaarde bedraagt circa / 125 per ton draag vermogen, doch de reserves der maatschappij, met inbegrip van het assurantiefonds circa / 47 millioen beloopende bij een kapitaal van ? 25 millioen, stellen haar in staat de boekwaarde na aftrek dier fondsen terug te brengen tot circa / 23.50 per ton. Nog gunstiger is de verhouding bij den Rotter damschen Lloyd. Immers staat de vloot met een draagvermogen van 335.000 ton bij deze te boek voor beneden / 100 per ton draagvermogen, ter wijl de reserves inclusief het assurantiefonds bijna / 38 millioen bedragen en daarmede de boekwaarde der vloot niet onbelangrijk overtreffen. Het dividend op aandeelen Stoomvaart-Maat schappij Nederland", dat in 1925 van 8 pCt. op 9 pCt. werd gebracht, is thans verder verhoogd tot 10 pCt. Bij den Rotterdamschen Lloyd bedroeg het voor de vier laatstverloopen boekjaren achter eenvolgens: 3 pCt., 5 pCt,, 7£ pCt. en 8J pCt, Er valt dus een geleidelijke verbetering waar te nemen, welke behalve aan de toeneming van het verkeer ook moet worden toegeschreven aan de uiterst voorzichtige financieele gedragslijn, die onze scheepvaartmaatschappijen steeds gevolgd hebben, waarbij steeds een aanzienlijk deel der winsten voor afschrijvingen en toevoeging aan de reserves in het bedrijf werd gehouden. Beurs-Spiegel Donderdag, 2 Juni T~\ E locale geldmarkt vertoonde na het aan vankelijke aantrekken der geldkoersen in hetbegin der hier besproken weekperiode voor de prolongatieafdeeling teekenen van verruiming; de noteering, die 4 J pCt. had bereikt liep terug tot 3f pCt. (Heden 4J). Op de discontomarkt bleef de noteering in de nabijheid van het officieele bankdisconto; voor papier met twee handteekeningen, dat slechts bankabel wordt door toevoeging van des koopers handteekening, moest 39/i8 3f pCt. worden toegestaan. De jongste weekstaat van de Nederlandsche Bank toont in overeenstemming met bovenuiteengezette positie van de geldmarkt een aanzienlijke stijging van de post: binnenlandsche wissels" met circa ? 25.000.000, terwijl beleeningen en voor schotten" met ruim / 6.500.000 terugliepen. Blijk baar heeft men o.a. te doen met omzetting van voorschotten in rekening-courant in wisseldisconto voor credietbehoeften die langer aanhielden dan aanvankelijk werd verwacht. In de afgeloopen week heeft geen verdere ver mindering van de buitenlandsche wissels" eu diverse rekeningen" plaats gehad, zoodat blijk baar niet op de valuta-markt behoefde te worden geïntervenieerd. Wel had blijkens de jongste bankstaat de Nederlandsche Bank nog ? 7.500.000 goud moeten afstaan, hetgeen echter kort na het samen stellen der voorlaatste weekbalans geschiedde. De dollar-noteering bleef ongeveer ? 2.49|. In de overige valuta's slechts geringe wijzigingen. * * * Ook te Londen had de verstijving van de geldkoersen verderen voortgang. Mede onder invloed van goudafvloeiingen uit den voorraad van de Bank of England werd de verhouding tusschen vraag en aanbod op de geldmarkt minder gunstig. Daggeld kon vrij hooge prijzen bedingen, terwijl ook disconto aanmerkelijk opliep; de noteering stelde zich geleidelijk op 411/32?4|pCt. De ver wachting, die het bestuur van de Bank of England bij de jongste discontoverlaging tot 4 J pCt. koester de, n.l. dat binnen korten tijd de marktrente zich bij de nieuwe bank-rate" zou hebben aangepast, schijnt thans bewaarheid te worden. Tenslotte hield ook te Berlijn de vaste tendenz op de geldmarkt aan. Reportgeld bleef circa 7J?8i| pCt. genoteerd. Particulier disconto werd echter verhoogd, en voor alle termijnen gebracht op 5 pCt., derhalve gelijk aan het bankdisconto. Konden wij de vorige week wijzen op de onrust ter Berlijnschen beurze, veroorzaakt door de on zekerheid omtrent de toekomst der Reportfrage"; thans kunnen wij constateeren dat deze onzeker heid niet nagelaten heeft een uitgesproken baisse invloed uit te oefenen. Op het huidige tijdstip nog is alle aandacht geconcentreerd op de geldmarkt, en de door de Rijksbank opgelegde voorschriften. Gisteren wederom een paniekstemming, die aan. herhaling van 13 Mei deed denken. * * * De Parijsche aandeelenmarkt kenmerkte zich door onregelmatig verloop. Hier en daar trad op dekkingsaankoopen een herstel in. De stemming voor obligatién was veel beter. Fransche rentes monteerden. Op de nieuwe O pCt. consolidatieleening werd in totaal voor ruim frs. 18 milliard ingeteekend. Dat de animo voor Fransche vaste rentegevende waarden in de laatste maanden zeer verbeterd is, spreekt o.a. uit het feit dat de emissies ten lastevan Fransche vennootschappen (behalve spoor weg-ondernemingen), die in het tweede halfjaar 1926 gemiddeld 67J millioen francs per maand beliepen, in Januari tot April 1927 tot gemiddeld 130| millioen francs per maand waren gestegen;. zulks ondanks de mindere bedrijvigheid in de in dustrie en de uit dien hoofde gedaalde kapitaal behoefte. De Fransche regeering zet een deel deideviezenvoorraden in goud om, naar men aan neemt in verband niet aanstaande stabilisatie. C. K. TABA SIGAREN ~ «?ZIJN TOCH DE BESTE ** ~~

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl