De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 11 juni pagina 13

11 juni 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

sNö. 2610 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 11 JUNI 1927 13 VOOR VROUWEN: Modebrieven uit Parijs door STEFAN Mijn Denkbeelden Over ... door KITTY VAN DER HAGEN \7 ANDAAGr op dezen vroegen Pa rij schen Juni-morgen ga ik u schrijven over luchtige en lenteachtige toiletten, over al wat de Parisienne vandaag zal vertoonen onder het bladerdak van PréCatellan en Arme non ville, in de zonneschijn van Longchamp, en op haar tea's. En ik schets hier als vanzelf de twee hoofdsilhouetten voor TJ: de groote nieuwe capeline met bloemen Sof satijnen lint-applicaties, uitermate vrouwelijk met de luchtige middagrobe van crêpe of mousseline de soie, ideaal dracht voor de vrouw van groote allure. En de andere, de sportieve silhouet met het klassieke bangkok strooien hoedje, de simpele beige of lichtgrijze hemdblouse van popelinecrêpe of zware blanktintige shantung met de recht neerhangende veelplooiige sportrok. Goed materiaal, voortreffelijke snit zijn vooral onont beerlijk voor deze ochtenddracht. Bij deze hemdblouse veelal een dunne cardigan", van jersey-stof. De man tel van soepele tweed evenals de rok is recht, half lang of lang, heeft soms incrustaties van zijn eigen stof en vertoont altijd een ceintuur. Hierbij handschoeneQ in. sac-model zonder knoopen, ?v&rfêzwaar naturelkleurig leder. Het manilla of bangkok hoedje met naturel lint heeft iets breeder rand dan verleden jaar, maar behoudt een volkomen ander karakter dan de boven vernielde capeline. De soepele middagtoilet j es met hun luchtige drapeeringen en diagonale paneeltjes eischen al evenzeer een coupe savante", een kundige snit, ? wil de gratie van deze stijl niet tot flodderigheid ontaarden; maar met tact en zelfbeperking is hierin toch wel iets te bereiken, mits er geen pretentieus model gekozen wordt. Ik wil met u verschillende Parijsche collecties bekijken, waar veel goeds te vinden is ook voor de Hollandsche rrouw. Lucien Lelong voert de diagonale lijn zelfs door in de sportjassen. Ken goed model jas in dezen geest maakt stellig slanker, maar vele zijn niet sportief genoeg naar Hollandsche en Engelsche smaak. Het gekleede middagtoilet van Lelong is van zwart crêpe satin met een mantel van zwart dof soepel laken, die gegarneerd is met zilvervos of smal astrakan. Zijn avond-robes waarover ik verder in dezen brief nog niet spreek, zijn minder perlédan vroeger, minder Amerikaansch. Het huis Beer brengt voor middag toiletten mooie combinaties van grijs, zwart en wit, soms met een zweem van zilver en hierbij is de capeline van fijn zwart stroo voortreffelijk. Bij Drecoll ook de nieuwe astrakangarneering, grijs op grijze mantels en hierbij is mooi het zwarte vilthoedje met grijs-vilten bloemen. Agnès brengt veel van zulke gegarneerde vilthoedjes die altijd mooier zijn dan de zijden of satijnen modellen en zeer zeker ook flatteuser. Redfern heeft in de crêpe-satin middagrobes banaankleurige Georgette vesten en Bernard liet mij zien iets minder gekleede jurkjes van parelgrijs crêpe maroccain met diepe plooien en garneering van galalieth knoopen. Hier en daar intieme maar toch luxueuse ontvangjaponnen in deuxpièce genre met lamé-effecten, maar gelukkiger lijkt mij de afzonderlijke boléro die een gekleed zwart toilet iets van zijn statigheid ontneemt en die wat strass-borduursel of een heel dof en sober lamé-motief vertoont. Nog even noem ik het zwarte tailleurpakje met witte camélia (geen roos), minder practisch dan de half lange zwarte mantel die bij alle kleurige crêpe impriméjurkjes ge dragen kan en dan praten we nog over die voorjaarsche kleurige jurkjes zelf. Mousseline of crêpe; /.acht flesschegroen of aardbei-rood voov de blondine, effen of bloemig of met figuren bedrukt Bleu-roi of framboos-rood voor de brunette. Foulard, blauw of zwart met witte noppen voor het geestige blonde meisje of jonge vrouwtje, zwart met fijne oranjegele ruit voor de tengere donkere vrouw. Alles met lange mouwen. S. Nu nog wat détails ? Veel Groonlandvos. Meer bloemen, minder byoux. Geen bloemen op bont. Meer gratie, minder praal. Luchtige veeren boa's. (ieen broderies op do handschoenen, geen armbanden, (ieen doodgeboren kalfjes meer. T K vind het een voorrecht vrouw te zijn. Velen zijn het hierover niet met mij eens. Jongeren zeggen: ,,hènee ! met die akelige kleeren ! en je mag zoo weinig! jongens hebben 't vél leuker die zijn vrij en hun eigen baas !" Dan lach ik wel eens even. Want wat hebben de meisjes van tegen woordig het niet goed, hoe veel vrijer en meer eigen baas zijn zij dan de kinderen van een twintig jaar geleden! En ouderen beweren, dat 't naar is om vrouw te zijn, omdat je. zooveel fijner voelt dan een man en dus veel meer lijdt door het moeilijke en meestal zoo wreede leven. In die gedachten-sfeer kan ik mij evenmin verplaatsen. Ik zie niet in, waarom het noodig is xoo'n scherpe scheidingslijn te trekken tusschen den man en de vrouw: hij het verstand en gén gevoel; zij dom eri hél ge voelig ! Het kan zijn, dat ik een lotje trok uit de loterij en uitzonderingsmenschen ontmoette maar ik ken toevallig verscheidene fijngevoelige mannen en menige vrouw, die het in dat opzicht finaal tegen de heeren deischepping aflegt! Let b.v. eens op de conversatie tusschen twee vrouwen; dat gaat meestal over het personeel, de kinde ren, de schoonmaak, de mode, de reis en andere streng persoonlijke belangen en, net als bij een schermtournooi, worden daar dan op liet meest on verwachte oogeiiblik. haast onmerk baar voor de omzittenden, de scherp ste prikken uitgedeeld ! Ik sta dikwijls verbaasd over de geraffineerde wijze, waarop twee z.g. zeer goedgezinde vriendinnen elkaar dan van repliek dienen, 't Hoeft maar te beginnen mot een kleine vergissing. een werkelijk niet, zoo bedoelde, maar voor de ander als grievend aangevoel de opmerking, en 't duel brandt los. Daar worden dan met het minzaamste lachje van de wereld de voor de tegen partij zoo onpleizierige gedachten geuit. De een zegt langs haar neus weg. dat de ander zeker niets nieuws neemt dezen zomer, omdat zij de laatste jaren immers toch de mode niet meer volgde en de ander gaat daar niet op in, doch geeft een scherp woord terug, waarbij zij het huishoudelijk beleid van haar vriendin in twijfel trekt ! ! 't Gaat alles op de vriende lijkste toon en met een gastvrij animeeren tot snoepen en ..nog een kopje thee" maar o ! die oogen, en dat verraderlijke blosje en die spanning vian de vingers om de handschoenen of de tasch ! Dergelijke weerzinwekkende tooneeltjes spelen zich niet tusschen mannen af. Die strijden zoo noodig met open vizier, /ij kunnen elkander deerlijk afmaken, slaan, figuurlijk gesproken, hun tegenstander morsdood - - doch dat geschiedt in een flinke, erkende vechtpartij, geen geniepige guerilla. Ik kan. gezien dergelijke vrouwe lijke manieren nooit zoo hoog wegloopen mot do /..g', speciaal vrouwelijke eigenschap: ..het fijne gevoel". Er /ijn gelukkig ook verscheidene zeer fijn gevoelige vrouwen, maar de mannen doen hierin niet voor haar ondel'. Integendeel: ik bewonderde dikwijls de tact en intuitio van verschillende mannen, /ij loopon er echter nooit mee te koop en laten er zich niet op voorstaan: een bewijs van hun fijn-gevoeligheid. De vrouw speelt haar ..gevoel" als een verdediging uit; zij dekt er dikwijls haar grillen, nukken en aanstellerijtjes mee; zij motiveert onvriende lijke stemmingen en onbeheerschteantwoorden dat zij zoo gevoelig is,. en zoo schrok van 't een of ander en 't dus" niet helpen kan ! En evenzoo vind ik het verkeerd om het altijd voor te stellen, alsof de vrouw een ultra-dom wezen is en de man het verstand zelve. O zeker er zijn verscheidene dingen, die een man beter overziet en begrijpt dan een vrouw, vooral omdat de laatste dikwijls te veel aandacht schenkt aan détails en door al die boomen het bosch niet ziet; maar het is nonsensom te beweren: de man heeft de wijsheid in pacht, de vrouw is dom.. Er zijn stapels domme mannen ! En nu kan ik niet begrijpen.. waarom het moeilijke en dikwijls zoowreede leven" zwaarder zou zijnvoor de vrouw dan voor den man. Omdat zij aantrekkelijker" is in de beteekenis van: zich tegenslag of verdriet meer aan te trekken? /ou het daarom ook werkelijk moeilijker zijn of zou de man, die niets la.at merken, die 't leed in zich opsluit, niet kankert" of zeurt, maar een vroolijk gezicht zot, zich monter voordoet, belang stelt in het leven zijner omgeving, een even bitteren zoo niet bitterder strijd uitvechten» omdat hij zijn verdriet nu eenmaal verbergen wil en zijn gedrukte stem ming zal overwinnen. Ocli de mopperende en klagendemenschen stellen het altijd zoo innig. naïef voor, alsof zij alleen het moeilijk hebben, terwijl de omstandigheden voor de anderen, die lachen, y.oo pleizierig en gemakkelijk zijn ! De levensomstandigheden van een ieder zijn soms moeilijk te dragen. .Kr1 is geen vrouwenleven, dat van een leien dakje gaat; de een sukkelt met haar gezondheid, de ander heeft fami lieleed, een derde tobt met haar betrekking, een vierde heeft het in hoofdzaak goed, doch haar leven wordt verzuurd door allerlei kleine tegenslagjes, wolkjes, die voortdurend de zon verduisteren, en zoo scheelt er aan ieder's leven wat. Waar 't alleen op aankomt is, hóedie omstandigheden worden gedragen.. En dat is het nu, waar ik bij het begin van dit artikel op doelde: ik vind het een voorrecht vrouw te zijn, omdat vrouwen door allerlei bijkomstigheden gesteund en geholpen wor den om die zware omstandigheden zoo goed en vroolijk mogelijk te beheerschen. Een vrouw heeft vele voorrechten; zij wordt in vele gevallen go.öerd. ont zien, verwend; en zij heeft een zeer speciale aanleg om het zich zelf prettig eri gezellig te maken. * * * Kom in een huis. waar do vrouw (Uitbreekt, en je voelt het gemis overal. Treed een man-looze omgeving binnen en het kan er hél ploiziorig zijn. /oo y.al de alleen-wonende vrouw zich een home, een eigen-interioiir weten te scheppen, waar zij aan went en zich tevreden loert voelen, terwijl de man. die aan zijn lot is overgelaten, oen ellendig eenzaam bestaan leidt.Jen naar sociëteit of caféontvlucht. Maar niet iedere vrouw is sterk on flink genoeg om van de haar geboden voorrechten een goed gebruik 'te maken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl