Historisch Archief 1877-1940
f '
M'
14
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 11 JUNI 1927
Nb. 2610!
Nieuwe Nederlandsche Verzeil
door,A. DEFRESNE
FEESTEN VAN 'T JAAR, door
W. A. P. Smit, bij Uitg.-Mij. Holland.
Amsterdam 1927.
Dit zijn gedichten, die gemaakt zijn naar aan
leiding van de voornaamste Christelijke feestdagen
«n zij hebben alle God tot onderwerp. De dichter
meent voor zijn Schepper gevoelens als angstige
onderdanigheid, eigen beteekenisloosheid besef
fende nederigheid, lofprijzende eerbied en vooral
liefde in volle overgave des gemoeds te onder
vinden. Nu is het volkomen onmogelijk, dat een
voorstellingsvermogen, dat door deze godvruchtige
gevoelens beheerscht wordt, van dienzelfden God
liet beeld zou kunnen vormen, dat in de volgende
strophen is uitgedrukt:
Zooals een vleermuis, aan het hout
Gespijkerd van een boerendeur,
In t sterven langzaam aan vergrauwf
En, dood, een vod wordt zonder kleur.
Zooals in het bezaaide land
Een doode kraai, die op den wind
Zich wiegt aan een verrafeld band.
Ja goorheid zijn vergaan begint.
Deze voorstellingen zijn toch zoo tegenstrijdig
wan de eerbied, nederigheid en vooral aan de aan
biddende liefde voor God, dat deze gevoelens zich
in heftigsten weerstand tegen de vorming dezer
voorstellingen zouden verzetten en haar op slag
met dergelijke snelheid verdringen zouden, dat dit
proces zelfs onbewust verloopen zou. Er zijn dus,
wa den innerlijken toestand van dezen dichter
betreft, twee mogelijkheden: of de godvruchtige
gevoelens missen de kracht de tegenstrijdige
voorstellingen te verdringen en zijn dus voos,
?voorgewend en onecht, of de visie van God als
vleermuis-lijk en kraaien-kreng wordt niet door
gevoelens gestuwd en is dus valsch en niet in ernst
te nemen. Het in zelfbedrog voorwenden van ge
voelens kan nooit een gedicht van eenige waarde
voortbrengen. De vraag is dus: welke verzen zijn
slecht, die welke God beschrijven als vleermuis
?of die welke Hem aanbidden ? De hier aangehaalde
atrophen nu zijn de eenige in het heele boekje, die
van eenig talent getuigen. Bijgevolg is de liefde,
?eerbied, onderdanigheid en aanbidding van God
onecht, bijgevolg is dit heele bundeltje voortge
komen uit een afschuwelijk zelfbedrog', dat het
geheele bewustzijn van den dichter beheerscht,
behalve dan in onbewaakte oogenblikken, als zijn
onerkend, maar echt gemoed een barst breekt
in het rustige masker en de aangehaalde strophen,
?die de eenige van dat soort in het geheele boekje
?zijn, voortbrengt. Het breekijzer der zelfkennis
zetten in de barst, tot splinters splijten het omhulsel
van schijn, angst voor de werkelijkheid niet
ver.bergen onder eene zelfbedriegende fantasie:
mogelyk dat voor deze pijnlijke operatie eenige goede
verzen de belooning zullen zijn.
STRAELENBURGH, Tooneelspel in
verzen, door Hugo Haeverens, bij S. L.
van Looy. Amsterdam 1926.
Moet men dramatische verzen ter beoordeeling
lunner dichterlijke waarde een anderen maatstaf
aanleggen dan lyrische? Mijne bedoeling is deze
vraag alleen maar te stellen en met eenige
overKarel van de Woestijne
Het met spanning verwachte tweede deel van het
drieluik" waarvan "De Modderen Man" (1920) het
?eerste vormt, is zoojuist bij A. A. M. Stols te Bussum
verschenen. De dichter-criticus M. Nijhoff schreef
terecht in de N.B.C.: Misschien sind Het
Vaderhuis", zijn eersten bundel, heb ik niets van K. v. d.
W. gelezen dat mij zoo heeft aangegrepen als dit
,,tweede luik". Ook om zijn royaal uiterlijk:het
prachtige papier, de kloeke letter van Garamont en
?de edele initialen van Alphonse Stols verdient deze
groote bundel een plaats in de boekenkast van
iederen liefhebber. De oplage bedraagt 250 ex. op ge
schept papier(fl. 10.?) en 10 op keizerlijk Japansch.
wegingen omkleed den lezer ter verdere bedenking
voor te leggen. De juiste beantwoording lijkt mij
uiterst moeilijk, maar toch meen ik, dat wij ons
in de goede richting bewegen, als wij bedenken,
dat een drama, dat geheel en al geschreven was
in verzen van de hoedanigheid als Werumeus
Bunings In Memoriam Patris onspeelbaar zou
zijn. Ten eerste is het voor welken tooneelspeler dan
dan ook onmogelijk om eene zoo sterke
gemoedsbeweging,om een aldus bewogen rhythme langer dan
vijf minuten in zich zelf gaande te houden. Ik geloof
daarbij dat zoo'n drama ook nooit geschreven kan
worden, omdat het eenvoudig niet tot de
menschelijke mogelijkheden behoort eene dergelijke inner
lijke spanning zoo lang vast te houden. Daarbij is de
aard en sterkte van dergelijke gemoedsbewegingen
tegenstrijdig aan den langen duur. Dan dient men
nog in de aandacht te houden, dat dramatische ge
dichten ook niet volgens hetzelfde scheppingsproces
ontstaan als lyrische. De lyrische dichter uit zijne ge
voelens rechtstreeks, terwijl er bij den dramatischen
dichter steeds een tusschenproces plaats vindt,
waarin het eigen gevoelsmateriaal omgevormd
wordt tot het gemoed van een dan wel fictieve
maar toch steeds andere persoon.De tooneelschrij ver
ziet nooit door eigen oogen. Dit tusschenproces
heeft onvermijdelijk invloed op de hoedanigheid
der verzen. Zijn dramatische verzen dus steeds
van een mindere qualiteit en is dit zelfs eisch? En
Vondel dan? Deze vragen kwamen bij mij op naar
aanleiding van bovengenoemd drama en als het
stellen van deze vraagteekens den lezer misschien
iets korter bij de beantwoording gebracht heeft,
dan is dat ook precies de eenige verdienste, die
dit tooneelspel toegeschreven kan worden.
STEMMINGEN EN STREVINGEN
door Frits Tinyen. Em. Querido's
Uitg.-Mij. Amsterdam 1927.
Iemands innerlijk ontleent een zijner voornaam
ste kenmerken aan den aard der objecten, waarop
zijn gevoelens zijn ingesteld. Degene, wiens ge
voelens voornamelijk gericht zijn op eten en drinken,
op de hoeveelheid geld,die hij bezit,op zijne erotische
mogelijkheden, op zijne maatschappelijke functie
e.d. is toch een geheel ander mensch, dan degene,
wiens gevoelens in het bijzonder ingesteld zijn op
geestelijken arbeid, het heil der menschheid en op
God. Dat ook het aantal der objecten van
bepalende kracht kan zijn, soms voor een geheel
leven, wordt waarschijnlijk gemaakt door het
feit, dat iemand wiens gevoelens enkel en alleen
op God zijn ingesteld, meestal zijne toevlucht
zoekt in een klooster, terwijl iemand, wiens
gevoelssamenstelling beheerscht wordt door de objecten
menschheid, vrouw, eigen ik en God bijv. de
veelzijdigste levensmogelijkheden openstaan. En hier
moeten wij dan een groot gemis van Tingen op
merken. Zijn gemoed lijdt aan iedere variatie of
ontplooiing moordende eenzijdigheid, omdat al
zijne gevoelens slechts aan n object hangen,
namelijk het kommunisme. Zooals eene spin hare
léven-wurgende pooten om een insect klampt, zoo
heeft dit begrip zich op het bewustzijn van den
dichter gezet. Zijne verzen lijden aan eene eentonig
heid, die vaak iedere dichterlijkheid eenvoudig
verstikt. Dat instellen van alle gevoelens op n
object kan tot de raarste dingen leiden. Indien
iemand al zijne gevoelens ingesteld heeft op eigen
ik b.v.b. dan noemen wij zoo iemand lijdende aan
grootheidswaan, men verklaart hem voor krank
zinnig, omdat de draagkracht van het object niet
evenredig is aan de hoeveelheid, aard en sterkte der
gevoelens, eene wanverhouding, die de zonder
lingste practische consequenties ten gevolge kan
hebben. Ook bij Tingen is iets dergelijks het geval.
Het kommunisme, een sociaal-economisch stelsel,
in het allerbeste geval eene algemeene innerlijke
gesteldheid, is als zoodanig te klein van omvang en
beteekenis om eene heele gevoelssamenstelling te
dragen. Tingen heeft dit gevoeld. Niet nu dat hij
gevoelens, onbewust, van het object afhaalt, nee,
hij tracht het object te verruimen en maakt op
het kommunisme eene godsprojectie. De volgende
strophen zouden aan God gedicht kunnen zijn;
nu zij het kommunisme tot onderwerp hebben, zijn
zij topzwaar en niet vrij van een zeker lachwekkend
element, dat het gevolg is van iedere innerlijke
wanverhouding.
Aanbevolen Hotels:
yAMTWOfYRT /HOTEL D'ORANOE
Atmu v wwiv l l HOTEL DRIEHUIZEN
WT IK ft /7TT1T \ BAD HOTEL
WIJK a/ZJU!, | ZEE-DEPENDANCE
Tentoonstellingen
t^y
De Bron te 's Gravenhage. Beeldhouwwerken
door Chris Agterberg. Tot 16 Juni.
J. N. de Bois, Haarlem. Teekeningen van Moderne
Meesters. Tot 30 Juni.
Buffa en Zoon, Amsterdam. Landschappen
dpor Jan van Essen en Aquarellen en Schilderijen
door Adolf Lesier. Tot 17 Juni.
Metz en Co., Den Haag. Kunstnaaldwerk van
J. Q. van Regteren Altena, Boukje Jelles en
Etty Lanting Haak. Tot 19 Juni.
't Spinnewiel, Hilversum. Schilderijen en Pastels
door Lucie Wittig-Keyser. Tot 19 Juni.
Kunstzaal d'Audretsch, Den Haag. Tentoon
stelling van bloem-stillevens. Tot 30 Juni.
Pictura, Utrecht. Tentoonstelling van schilde
rijen door oude meesters. Tot 30 Juni.
Stedelijk Museum, Amsterdam. Werk van leden
van De Onafhankelijken". Tot 30 Juni.
Gij zijt van al/e tegenstrijdigheden
hef cëne Eenige, dat bindt,
Daar is voor U geen tijd en geen verleden.
Gij zijt hef bovenruimtelijke Heden,
Dat zich door aller eeuwen wenteling windt,
om uit hun dood zijn nen dag ie smeden.
Een tweede gevolg van dezen innerlijken toestand
is, dat hij van de werkelijkheid, die aan zijn God
tegenstrijdig is, eene die tegenstrijdigheid abusie
velijk verscherpende visie heeft: ,,De arbeiders
buigen in loonslavernij, En eerst als zij sterven
worden zij vrij !" Deze innerlijke onevenredigheid
is het voornaamste kenmerk van het geheele
bundeltje en tevens de oorzaak, dat een groot ge
deelte der verzen mislukt is. Ongetwijfeld is Tingen
een dichter, waarvan nog goede verzen te verwach
ten zijn. Daarvoor is echter noodig deze innerlijke
wanverhouding te vernietigen, zich zelf en het
kommunisme en de werkelijkheid naar waarde te
schatten. Dit laatste dient hij dan tevens te doen
met de overdreven goede critieken, die ik las en
die hij hoogstwaarschijnlijk te danken heeft aan den
allerbanaalsten toon zijner liedjes, met rime-riches,
staf- en binnen-rijmen, een toon, die mij meer dan
eens denken deed aan de populaire deunen van een
straatorgel, die dan meestal nog meer karakter
hebben.
N. V. KUNSTZALEN
DE SIRKEL"
Laan van Meerdervoort 53 D
DEN HAAG TEL. 36518
WERKEN VAN MODERNE MEESTERS
Kunstboeken, Sieraden,
Glaswerk Leerdam Unica
Aardewerk
£&Reproducties naar oude meester*