Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 11 JUNI 1927
No. 261O
OVER DE ZEEËN RONDOM EUROPA
Met de Slamat op Reis
door ED. WIENER
Met Teekeningen voor de Groene Amsterdammer" door Karel van Seben
'T* OCH zouden een paar golfjes
)y nog mooier zijn en nog chter!"
Weet u, niet van die overdreven
golven, waar je wel van hoort, maar
zoo 'n bétje deining mag toch wel")
Dat zeggen de héren.
Maar een paar dames die ik op dat
punt ondervraag, vinden den toestand
best, zooals hij is.
En dus blijft het zoo.
Ce que femme veut.. ..
* *
*
't Is ondertusschen schemer ge
worden,
De maan komt op, ros geel en on
wezenlijk groot.
Over de onbegrensde zee met parel
moeren kleurwisseling loopt een breede
laan van gesmolten zilver recht op
het schip toe.
Het zal morgen vroeg op zijn. Vele
passagiers verdwijnen dan ook naar
kooi.
Die niet scheiden kunnen van zee
en maan, blijven nog aan dek.
Waaronder ook ik.
***
Ik zou de heeren raden nog een
uurtje op te blijven", zegt de eerste
officier in,het voorbijgaan. We gaan
zoo straks 't Kanaal in en daar is
heel wat te zien in'het donker."
'n Paradox, maar eene waar waar
heid inzit!
. Slapen kunnen we thuis ook",
vond Karel van Seben.
Dus volgen we den heer van der
Meer naar de brug, om een
hondenwacht je op te knappen".
Voor wie niet zoo bevaren zijn als
w.ij, diene dat het etmaal aan boord
in wachtperioden verdeeld is, meestal
van vier ' uur.
De eerste platvoet" duurt van 6
tot 8, De hondenwacht van 12 tot 4
's nachts.
Het is niet eens noodig een jas aan
te trekken, laat staan een das om te
slaan, zoo zoel is het op onze hooge
standplaats!
Ik kijk eens over de reeling naar
achter langs het schip.
Met een stevige staage vaart schuift
de groote stoorner in het donker voort
door de oneindige wateren, steeds
begeleid door wit schuimende en
ruischende kolken op zij.
Ver, tot ver naar achter zijn de witte
dekken hel verlicht,
Eén lange felle lichtband.
Daaronder de donkere romp van de
boot.
Wat een knaap, hè! En wat sta je
hier een eind boven het water !" zegt
Karel van Seben.
Hoe hard loopt hij nu?" vraag ik
den dienstdoenden officier.
Twaalf zeemijlen, mijnheer".
Zijn maximum is vijftien zeemij
len".
Dank u wel".
Even uitrekenen. Een zeemijl is
pi. m. 1850 M. Dus 15 X 1850 M.
dat is ongeveer 28 kilometer per uur.
Ja, meneer, en een gewicht van
anderhalf-millioen kilo met een snel
heid van 28 K.M. door de golven te
trekken, daar is een sterke machine
voor noodig", zegt mijn technische
adviseur. Vraagt u den Hoofdma
chinist morgen maar eens of u de
machinekamer moogt zien !"
Dat neem ik mij stellig voor.
Maar voor het oogenblik doen we
niets dan kijken en genieten.
Boven ons een sterrenhemel zooals
wij in ons overigens innige vaderland
maar zelden te zien krijgen.
't Is net of er mér sterren zijn en
vooral fonkelen ze helderder.
De maan heeft zich aan verduiste
ring van verscheiden sterretjes schuldig
gemaakt. Als dat maar goed afloopt!
En de ondeugende Venus heeft een
zilverlaantje van d'r eigen, dat over
't water recht op het schip toeloopt.
Ik wend mijn hemelsche blikken
weer naar beneden, haal m'n kleine
vouwstoeltje en laat alles maar varen.
En soes gezellig.
Een blik op m'n polsklokje.
Jongens, het is onder de hand
twaalf uur geworden.
'n Tikje op m'n schouder.
Kijk, meneer. Ziet u die gele streep
daar aan stuurboord? Dat zijn de
krijtrotsen van de Engelsche kust.
U boft, dat het zulk helder weer is."
Ja, mijnheer van der Meer, ye
boffen, maar het is aan ons besteed !"
Hierover bestaat geen verschil van
meening.
Te 12.45 aan stuurboord een
lichtzwaai, over 't water, als een trage
molenwiek.
Een vuurtoren !
Welke is het?
Ik denk Dover, maar we zullen het
even vragen.
De vraag wordt gesteld zoodra de
dienstdoende officier in onze richting
ijsbeert en 't antwoord luidt beves
tigend.
't Is Dover !
Dan is die aan de overzijde zeker
Calais?"
Dat is Oalais, meneer ! En straks
krijgt u aan de Fransche zijde Kaap
Gris-Nez en dan ziet u voorloopig
niets meer van Frankrijk."
't Klopt als een bus. Links zien we
niets meer en rechts aan stuur
boord dus nemen we nog vele
belangrijke lichtverschijnselen waar.
Lange, lange rijen van hél kleine
lichtstip j es.
Dat zijn de strandboulevards van
Dover en van Folkestone en nog een
paar badplaatsen.
En later 't zal te ongeveer 2
uur geweest zijn een vuurtoren
als een groote dievenlantaarn: het
kustlicht van Kaap Dungeness.
Ondertusschen hebben we verschil
lende schepen ontmoet.
Dat is niet te verwonderen !
Immers 't Nauw van Calais is een
van de drukst bevaren wateren op
onzen aardbol. Schepen van en naar
alle hoekjes van de wereld kruisen
elkaar hier.
n van die schepen leek wel een
drijvende fabriek en we konden zonder
onzen raadsman de diagnose niet
stellen.
Dat is een moed erschip
voorluchtschepen, antwoordde de 2de officier.
En straks zal ik met de morse-lamp
seinen geven aan Beachy Head.
Die telegrafeert dan de aankomst
van de Slamat" door aan den
Lloydagent in Southampton.
i DE HOPNfFSTf.Uf 'j - '"
Dat seinen moet u nog even zien.
En dan zou ik u raden te gaan sla
pen, heeren, anders mist u morgen
het mooie invaren van Spithead!'"
Aldus geschiedde.
Weldra moest de Slamat zijn koers.
voortzetten zonder onze persoonlijke
deelname.
v
Het ging werkelijk !
Lang heb ik niet geslapen die»
eersten nacht op zee.
Een klop op m'n hutdeur. Nog eert
en nog een.
Hallo, dokter, als u de Nelsont
wilt zien, moet u voortmaken!"
Wie Nelson, wat Nelson?"
Geen antwoord.
Wat moet ik zien? Is 't een film,.
een hond? denk ik.
Ik wrijf m'n oogen uit, en spring uit.
de kooi.
Na een zeer summier toilet
vóór8 uur is négligéaan boord geoorloofd L
loop ik in m'n Zondagsche pyjama.
de brug op.
Daar ligt Engeland's
grootsteBattleship de Nelson", op de reede van,
Portsmouth vóór ons.
Drie en dertig duizend ton. Tien
kanonnen van 42 cM., licht de derde"'
toe, die zoo vriendelijk geweest is mij
op te porren. Hij heeft 7 millioen pond
gekost!"
De Slamat stoomt vrij dicht langs.
de Nelson heen.
Geen gevaar!
't Roofdier ligt aan den ketting!
Ik tracht door den kijker waar
tenemen wat er al zoo voor die 84
tnillioen gulden gekocht is.
De Nelson" is indrukwekkend en
grootsch, moot om z'n strakke lijnen
zooals hij daar ligt op het kabbelende
water.
onig grijs in Jen lichtgrijzen
ochtend.
Z'n kanonnen als
waarschuwendevingers uit de machtige geschuttorens.
Maar 84 millioen heb ik er toch niet
aan afgekeken !
De derde officier vertelde ons nog;
dat voor Portsmouth oorlogshaveri
zooals u weet sinds den oorlog eer»
z.g. leader cable ligt. Door dien kabel
loopt een electrische stroom. Het mag
netische veld door dien stroom opge
wekt, wordt op de oorlogsschepen met
bijzondere instrumenten waargeno
men en zoo hebben die 's nachts in
oorlogstijd een middel te meer om t<>
weten dat ze bij I'ortsmouth zijn.
* *
*
Matrakim, mijn hutbediende, dien ik
tot dat oogenblik noch gezien noch
ge