De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 18 juni pagina 17

18 juni 1927 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2611 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 JUNI 1927 17 De Koloeiale Bank Gestadige Uitbreiding van Belangen door PAUL SABEL Beurs-Spiegel TD OVENSTAANDE instelling, die feitelijk geen bankinstelling, maar meer een groot cultuurlichaam is, dat naast hare eigen omvangrijke onder nemingen en belangen, ook andere cultuurondernemingen van werkkapitaal voorziet, heeft uiter aard den ongunstigen invloed van de langdurige droogte en lage suikerprijzen op hare financiëele resultaten van 1926 terdege ondervonden. De suiierproductie was aanzienlijk kleiner dan die van 1925, zoodat de kostprijs per picol belangrijk hoo.ger was. Met inbegrip van de uitgaven, die door de 13 suikerfabrieken, waarbij de Koloniale Bank rechtstreeks belang heeft,] voor nieuwe machine rieën en aan tantièmes aan het personeel werden gedaan, bedroeg de gemiddelde kostprijs van den suikeroogst 1926 ? 9.56 per picol tegen ? 8.02 in 1925. Hierbij zijn de belastingen geheel buiten be schouwing gelaten. Daarent3gen bedroeg de ge middelde verkoopprijs slechts / 9.78 per picol tegen ? 11.64 voor oogst 1925. Oogst 1926 werd dus ge realiseerd met een winst van slechts ? 0.22 per picol ?tegen een winst van f 3.62 voor oogst 1925 en ? 6.12 voor oogst 1924. De instelling bezit zes suikerfabrieken geheel n.L. "Vooreerst drie fabrieken, die te haren name staan, t.w. Bandjaratma, Wonosarie en Sendang Pitoe met een aanplant van tezamen ruim 4250 bouws; voorts drie suikerfabrieken, welker kapitaal zich geheel in handen der instelling bevindt, t.w. Seloredjo, Kanigoro en Manishardjo. Seloredjo heeft óver 1926 een dividend van 15 % gegeven tegen .50 % over 1925 en 60 % over 1924; Kanigoro over 1026 8 % tegen 25 % over 1925 en 1924 en Manis hardjo 5 % tegen 10 % over 1925 en 15 % over 1924. Meer dan 25 % van het kapitaal bezit de Koloni ale Bank van Sedatie en van Kandoe GoentingTjandi Sewoe en ruim de helft van Medarie en Gending. Sedatie heeft over 1926 het dividend ge passeerd, terwijl zij over 1925 6 % en over 1924 12 % heeft gegeven. Randoe Goenting-Tjandi Sewoe gaf 35 % over 1926 tegen 40 % over 1925 en 60 % over 1924. Medarie alleen heeft haar divi dend gehandhaafd op 15 %, zooals ook over 1925 en 1924 werd gegeven, maar Gending verlaagde haar uitkeering tot 24 % tegen 40 % over 1925 en 60 % over 1924. Verder heeft de Koloniale Bank een vrij aanzien lijk belang bij de suikerfabrieken Maron (ook bij de oprichtersbewijzen) en Pradjekan?Tangerang (2 fabrieken). Maron keerde 8 % dividend uit tegen 25 % over 1925 en 45 % over 1924 en Pradjekan Tangerang 15 % tegen 30 % over 1925 en 55 % over 1924. In totaal staat het belang der Koloniale Bank bij deze 13 suikerfabrieken bij haar te boek voor bijna ? 13 millioen, zijnde ? 4| millioen voor de drie eigen fabrieken en ? 8.428.277 voor haar belang bij de 10 overige fabrieken, dat aldus nog beneden het nominaal bedrag der aandeelen, die zich in het bezit der Koloniale Bank bevinden, op de -balans voorkomt. De beplante oppervlakte dezer 13 fabrieken be loopt circa 19.000 bouws en de suikerproductie bedroeg in 1926 2.458.347 picols tegen 2.823.149 picols in 1925. Per bouw komt dit uit op 130 picols in 1926 tegen 150 picols in 1925. Van groote beteekenis is ook het belang, dat de instelling heeft bij z.g. bergcultuurondernemingen <koffie, thee, kina, rubber, enz.). Zij bezit n.l. de geheele onderneming Pager Alam, bijna de geheele ondernemingen Kawi en Soekamadjoe, de meerder heid van het kapitaal der Cultuurmaatschappij Belirie en een groot belang bij de Cultuurmaat schappij Batoe Lempit. In totaal bezit zij van deze ondernemingen nominaal ? 1.610.400 aandeelen, die op de balans der Koloniale Bank voorkomen IMPORTEUR AJSTIKKELJR ALKMAAR ten bedrage van / 419.403. Van deze vennootschap pen keerde Belirie over 1926 130 % dividend uit tegen 150 % over 1925, Pager Alam onveranderd 6 %, Soekamoedjoe 30 % tegen 12 % en Kawi weder nihil. Het dividend van Batoe Lempit over 1926 is nog niet bekend, maar over 1925 keerde deze maatschappij een dividend van 10 % uit. In het geheel staat de Koloniale Bank met niet minder dan 52 bergcultuurondernemingen en l tabaksonderneming in relatie, waarvan 10 geheel of grootendeels haar eigendom zijn en 11 door haar van werkkapitaal worden voorzien. De overige hebben haar het beheer der ondernemingen in Indiëtoevertrouwd of haar met den verkoop harer producten belast. Aan diverse suikerondernemingen had de Kolo niale Bank uit. 1926 ruim ?2.900.000 aan voor schotten op consignaties verstrekt en aan bergcul tuurondernemingen bijna ? 2 millioen. Voor beide soorten ondernemingen beteekent dit een belang rijke toeneming ten opzichte van 1925. De netto-winst der Koloniale Bank over 1926 beliep ? 3.297.000tegen ? 5.886.000 in 1925. Van de winst over 1926 is ? 600.000 aangewend voor af schrijving op de boekwaarde van nieuw aangekoch te cultuurondernemingen, terwijl voorts o.a. ? 500.000 werd gereserveerd voor belastingen (met het oog op de dit jaar op basis der winst over 1926 te betalen Indische vennootschapsbelasting) en buitengewone uitgaven en circa ? 120.000 ter ver sterking der statutaire reserve. Uit het restant kan dan een dividend van 10 % worden uitgekeerd tegen 17 % over 1925 en 20 % over 1924. De Koloniale Bank heeft den laatsteu tijd verdere uitbreiding aan hare cultuurbelangen gegeven en wel door aankoop van een zestal erfpachtsperceelen ter gezamenlijke uitgestrektheid van ruim 12.000 bouws op de helling van den Ophir op Sumatra's Westkust, die werden ingebracht in de Cultuur maatschappij Ophir. Het ligt in het voornemen dit grondbezit, dat speciaal voor den aanplant van koffie en rubber geschikt is, verder uit te breiden, waartoe nog verschillende aanvragen voor het ver krijgen van erfpachtsperceelen loopen. Op Sumatra bezit de Koloniale Bank nog verder belangen in de onderneming Tebat Goenoeng en in twee complexen grond ter grootte van ruim 10.000 bouws. Voorts heeft zij in 1925 in de Preanger Regentschappen de onderneming Koleberes ge opend, waarop 1100 bouws met thee werden be plant, welke aanplant dit jaar tot 2.000bouws wordt uitgebreid. Voorts bezit de Koloniale Bank in de Preanger Regentschappen de onderneming Singkoeb. Al deze Sumatra- en Preanger-belangen staan na afschrijving van / 600.000 uit de winst over 192(5 te boek voor / 616.017. De onderneming Pager Alam in de Palembangsche Bovenlanden, waarvan alle aandeeleu zich, gelijk gezegd, in handen der instelling bevinden, wordt gesplitst in een koffie-onderneming van 1.000 bouws, een kina-onderneming van 500 bouws en een thee-onderneming, waarop dit jaar SOObouws worden ontgonnen. Zoo gaat de Koloniale Bank steeds voort uit breiding te geven aan haar cultuurbelangen, zoowel op Sumatra als op Java, en valt niet te verwonde ren, dat bij velen de gedachte rijst, dat de instelling bezig is uit te groeien tot een tweede Handelsvereeniging Amsterdam". Hierbij moet wel in het oog worden gehouden, dat de Koloniale Bank er tot dusverre nog altijd in geslaagd is haar kapitaal betrekkelijk laag te houden. De suikeroogst van dit jaar wordt voor de 13 suikerfabrieken, waarbij de Koloniale Bank direct betrokken is, getaxeerd op 2.600.000 picols, het geen dus weder een flinke vermeerdering beteekent ten opzichte van de productie van 1926, waardoor de kostprijs ongetwijfeld gunstig zal worden beinvloed. Deze productie is door de V.I.S.P., waar mede ook de Koloniale Bank de bestaande over eenkomst heeft verlengd tot ultimo 1928, nagenoeg geheel verkocht tot / 11.03 per picol voor supe rieur, / 9.80 per picol voor hoofdsuiker No. 16 en hooger en / 9.63 per picol voor muscovados. In de laatste dagen is een belangrijke daling in den suikerprijs ingetreden en stonden de verkoopen nagenoeg geheel stil. In ieder geval belooft de winst der Koloniale Bank dit jaar vrij wat hooger te worden dan die over 1926. Amsterdam, Donderdag 16 Juni. C POEDIG na het verschijnen van de voor laatste weekbalans van de Nederlandsche Bank viel op de locale geldmarkt eenige verrui ming waar te nemen. Niet dat de cijfers van dezen staat zoo gunstig waren te noemen; integendeel, de beide belangrijkste mutaties: toeneming der binnenlandsche wisselportefeuille en daling der deviezenvoorraad beide met ongeveer ? 26.000.000, waren alles behalve geruststellend ten aanzien van de te verwachten disconto-politiek. De oorzaak der gemakkelijker stemming was o.m. gelegen in het feit dat bekend werd dat door de N ederlandsche Bank niet onaanzienlijke bedragen £ sterling werden aangekocht, waarvan luidens nadere be richten een deel in goud werd omgezet. Dienover eenkomstig vertoont de jongste weekbalans van onze centrale credietinstelling behalve eentoename van den goudvoorraad met circa ? 6.000.000.?een stijging met / 2.500.000 van diverse rekeningen", waaronder, naar men weet, buitenlandsche saldi zijn begrepen. Waar het £ sterling nog verre van het gouduitvoerpunt zich beweegt, vormen zoowel aankoop van £, als goudinvoer, een eigenaardig verschijnsel, dat slechts kan worden verklaard uit den wensch van de Bank hare goud- en deviezenpositie te versterken. Hoewel derhalve de vrees voor verhooging van de bankrente aanzienlijk verminderde kon toch particulier disconto niet onder 3Va pCt. dalen, terwijl een groot aantal posten nog slechts tegen 39/is?35/« kon wcrien afgedaan. De binnenlandsche wisselportefeuille van de Bank vertoont dan ook nog een rijzing met plin. ? 4.000.000. De prolongatienoteering was meerendeels 33/4 pCt., terwijl soms 4 pCt. werd bereikt. Ook de prijs van call-geld sloot zich aan bij de algemeen flauwere tendenz op de geldmarkt. Op de fondsen- en deviezenbeurzeti was de belangstelling uiterst gering, terwijl op de eerste een dalende tendenz de overhand behield. Te Londen werd geld op korten termijn ruimer. Geld op langeren termijn was daarentegen moeilijker te krijgen, zoodat de noteering voor driemaands-disconto-papier tot 43/s pCt. kon opklim men ondanks den invloed van aankoopen van wissels door het continent (voor een belangrijk deel door Nederland). Ook te Londen werd de ont wikkeling van de geldmarkt in hooi'dzaakbeheerscht door do positie van de centrale Bank. Verder goud afvloeiing (zooals bovenvermeld met bestemming naar Nederland) en de nog steeds boven de markt hangende dreiging van Fransche goudaankoopen. waren hier de argumenten, die gewicht in de schaal wierpen. De laatste inschrijving op schatkistpapier had tot resultaat toewijzing op een basis van 43/s hetgeen een voor don laatsten tijd ongekend hoogen koers beteekent. De Parijsche geldkoersen zijn nog steeds zeer laag te noemen indien men deze vergelijkt met die der omringende landen. Een nivelleering met die landen wordt echter onmogelijk gemaakt door het nog steeds van kracht zijnde verbod van kapitaal export, dat sinds langen tijd zijn beteekenis ter bescherming van de positie van den Franc heeft verloren. Van meerdere zijden gaan dan ook stemmen op om een eind te maken aan deze crisisrominescens. Konden wij in onze laatste overzichten melding maken van voortdurend gespannen verwachtingen te Berlijn aangaande een discontoverhooging, op Vrijdag 9 Juni werd besloten tot verhooging met een vol procent, waardoor deze rente weder tot het peil van Januari j.l. n.l. 6 pCt. werd opgevoerd. Hot particulier disconto volgde deze verhooging en werd op 5J/4 pCt. gebracht. De koersen op de obligatieinarkt, die sedert de laatste maanden reeds geleidelijk afbrokkelden, ondervonden een verderen terugslag. C. K. ARNHEM5CHE HYPOTHEEKBANK PANDBRIEVEM BEURSKOERS DIRECTIE M?5.J.VAhZlJST-M1? J.F.VERSTEEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl