Historisch Archief 1877-1940
No. 2611
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 JUNI 1927
Schilderkunst
door A. PLASSCHAERT
Uit de Natuur
Charley Toorop, Stedelijk Museum,
Amsterdam.
Soms zou 'k den lust hebben een handleiding te
schrijven, hoe iemand nieuwen karakters en nieuwen
talenten in welke kunst ook tegemoet moet gaan.
Het zou feitelijk niets hebben van een grammatica
of van een dergelijk idool voor schoolmeesters,
maar de handleiding zou een wijzen zijn op bepaalde
zekerheden in de waereld, en een wijzen op be
paalde gevaren in den beschouwende. En deze
dingen zou ik zoo algemeen willen houden, dat zij
konden gelden voor iedere uiting. Ik zou willen
zeggen, dat een werk, dat continuïteit, met andere
woorden: een voortdurend vernieuwd, maar toch
als n gevoeld karakter bezit, veel kans vertoont
om een plaats in te nemen in de werkelijke kunst.
Deze continuïteit is altijd gemakkelijker waar
neembaar, besefbaar, dan het nieuwe of het ver
nieuwde in het kunstwerk. Deze continuïteit is
van abstracter en minder agressieve natuur; de
beschouwer voelt zich daardoor alleen geen per
soonlijk geweld aangedaan, zooals soms door den
vorm of soms door de kleur der Aankomenden en
opkomenden. En het is niet te miskennen, dat
het werk van Charley Toorop continuïteit be
zitten ieder, die niet blind is, ervaart dat. Deze
continuïteit moet den onwil van sommigen b.v.
dadelijk tot voorzichtigheid stemmen.
De Onaf hankelijken; als Verecniging
Ik heb pas geleden het initiatief van Kunst
van Heden" te Antwerpen moeten prijzen, en
zonder vrees voor tegenspraak, kunnen schrijven
(de katalogi zijn de zekerste getuigenis) dat zoo
goed als alle groote schilders der periode, gedu
rende welke die vereeniging bestond, daar vroeg
verdedigd zijn, of met den juisten eerbied daar zijn
geëerd. Het was niet zonder een zeer voor ons land,
dat ik dit meldde, want wij hebben geen enkele
vereeniging, of wat het ook zij, die zulken rol op
-zulke wijze heeft vervuld. Wij hebben n ver
eeniging, die daarvoor had kunnen werken, en die
dezen intellectueelen plicht had kunnen vervullen;
dit was de Hollandsche kunSjenaarskring. Deze
heeft gedeeltelijk gedaan, wat gedaan kon worden,
maar het is niet immer tijdig genoeg gebeurd, en
niet altijd op voldoende wijs. Niemand betreurt
dit meer dan ik; het is mij nog nooit pleizierig
geweest een tekort van ons land te moeten erkennen.
Een andere vereeniging, bezwaard met een aantal
weinig belangrijke tentoonstellenden (soyons doux),
kan misschien onder een nieuw bestuur, een ge
deelte van deze noodzakelijke actie overnemen, en
dat is de vereeniging, die den forschen naam draagt
van De Onafhankelijken". Deze vereeniging is
inderdaad, in n opzicht, zeer afhankelijk van een
voornemen, dat een deel uitmaakt van haar be
staan, en dat is zonder keuring" schilderijen, die
ingezonden worden, ten-toon-te-stellen. De kans is
bij zulke vereeniging, als bij kritici die alle nieuws
juichend ontvangen, dat zij tusschen veel
overbodigs, werkelijken talenten een vroegen kans geeft,
maar aan den anderen kant moet zij zooveel zonder
hoop en toekomst uitstallen, dat daardoor de ten
toonstelling steeds lijdt. Maar toch was deze
bezwarende staart mee te sleuren, zóó hij voldoende
goeds bracht dat in Holland onvoldoende is bekend.
Wij moeten te veel slikken, om niet een aantal
werken zonder toekomst te willen verdouwen, te
willen wegwerken, als daar maar genoeg anders,
beters, belangrijks, staat tegenover.
En dat is wat ik nu wil hopen, anders werd dit
inleidend artikel niet geschreven. De Onafhanke
lijken laten dit jaar een aantal Kandinsky's zien.
Dat zij een begin, en zoo'n daad worde ieder jaar
herhaald; De Onafhankelijken" hebben dan een
Aanbevolen Hotels:
HOTEL D'ORANOE
?
j HOTEL DRIEHU1ZEN
WTTK" o/yiTTT f BAD HOTEL
WIJK. B/AlUi | ZEE-DÉPENDANCE
Eem Hoofdfigeer
door Dr. JAC. P. THIJSSE
TT) AG en nacht in een strook van een paar
xrur gaans breed langs de zee hoort ge dezer
dagen den roep van den scholekster, hetzij plot
seling als felle kreet, hetzij als verrassend mooie,
geheimzinnig aandoende cressendotriller. In het
eerste geval moet ge opzien in de lucht en daar wiekt
hij dan wel snel voorbij, wit met zwart aan lichaam
en vleugels, rood van snavel en pooten, in het twee
de geval doet ge beter met langs den grond te
zoeken en dan staan ze daar wel ergens, getweeën
of zelfs gedrieën, in zonderlinge houding, den rooden
snavel loodrecht omlaag gericht. Niet altijd gaat
dat op; ze schreeuwen ook wel, staande op den
grond en trilleren dikwijls rondvliegend in de
lucht.
Hun kleuren zijn even treffend als hun geluiden.
Ge wandelt langs het strand en lang voordat ge de
zilvermeeuwen hebt gezien of de grijze vlugge
pleviertjes, zijt ge getroffen door den
bontgekleurden scholekster die bij vallend water langs den
golfrand trippelt en zich. ook niet ontziet om in de
EEN SCHOLEKSTER BROEDEND, EN GAPEND
VAN DE WARMTE
( Foto J. Strijbon)
terugloupende golf kniediep mee te loopen, loerend
naar wormachtig gedierte, dat aanstonds bij eb
dieper zal wegkruipen in het vochtige zand. Bij
opkomenden vloed volgt hij dezelfde taktiek en met
hem hebben nog veel andere strandloopers dezelfde
werkwijze, maar die krijgt ge op het donkere slib
meestal pas te zien, nadat eerst de scholeksters
uw aandacht hebben getrokken. Aardig hoe dan
dat slib begint te leven van tureluurs, een enkele
kemphaan, grutto's van tweeërlei soort, pleviertjes
en strandloopers en zilverplevieren. Maar de schol
ekster blijft hoofdfiguur, behalve wanneer de mooie
groote bontgekleurde bergeenden op de vlakte
komen of de schelle zwart-met-witte kluit.
Op de nestplaats gedraagt hij zich op zeer ver
schillende manier. Soms vliegt hij op, schreeuwt
als een razende en komt recht op u af, alsof hij u
een oog wil uitboren, zwenkt op het laatst toch zij
waarts af. Zoo jaagt hij kraaien en meeuwen schrik
aan, wanneer die soms zijn eieren of jongen zouden
belagen. Hij durft dan ook gerust te nestelen vlak
bij de sterke zilvermeeuwen of bij de brutale
kokmeeuwen, 't Is ook al een enkelen keer gezien,
dat een scholekster een vliegende zilvermeeuw
doodde met een snavelstoot in de nekstreek. Hij
weet heel goed hoe eieren en jongen uit de nesten
geroofd worden, want hij doet het zelf. Ik weet
er van dat een scholekster de drie eieren van een
dwergsterntje verslond, met veel gemors en dat
een andere vijf jonge kale leeuwerikjes achter
elkaar verorberde.
Niet altijd is hij luidruchtig wanneer zijn
nestplaats wordt betreden. Dikwijls wandelt hij
kalmpjcs weg, den kop omlaag, breedgeschouderd met
wit achterste en op dribbelende o-beenen, een hou
ding en beweging zooals ge die bij geen anderen
vogel aantreft. En als hij dan zijn afstand heeft
genomen gaat hij kalmpjes zitten in het gras óf
hij loopt onbevangen rond, schijnt u eindelijk te
vergeten en gaat rondpikken naar voedsel. Onze
scholekster toch zoekt zijn voedsel niet alleen op
het strand, de slikken of de mosselbanken, maar ook
iii. het weiland. Daar heeft hij het vooral gemunt
op de emelten, de larven van de langpootmuggen.
Deze emelten knagen aan d'e wortels van gras en
graan en zijn al even schadelijk als de ritnaalden
en de engerlingen. Wij mogen daarom de schol
eksters graag in de weiden, hooilanden en op de
akkers zien en kunnen het gedoogen dat hij zich
soms vergrijpt aan sterntjes, pleviertjes en leeuwe
riken. Het komt er voor ons maar op aan, dat al die
vogels talrijk genoeg kunnen zijn en dat lukt voor
deze tamelijk wel, want er is altijd nog weiland
en hooiland genoeg en slikken en stranden en van
die uiterst interessante kreeken, plassen en
slikstrooken, die vroeger overgebleven zijn bij de in
dijkingen: het Kil in Waalenbuig, de Roggesloot
bij de Cosksdorp, de plassen van de Bol in den pol
der Het Noorden, alle op Texel en allemaal broed
plaatsen en voederoorden voor mooi en nuttig
gedierte, de scholekster vooraan. Daar is hij ook
dikwijls nog in den winter te vinden, al is het dan
ook in geringen getale; want het gros trekt toch
weg.
In deze weken groeien de jonge scholekstertjes
op. Eerst zijn het donkere donzige diertjes met een
vrij korten snavel. Als ze grooter worden groeit
die snavel snel uit, wordt eerst zwart met roode
punt en eindelijk rood met gele punt. Dat
gebeurt in de eerste weken van de groote vacantie
en dan vormen zich weldra de groote troepen van
jonge vogels, die levendigheid geven overal aan
onze zeegaten en op de WTadden. Onder al dat gedoe
van wulpen, plevieren, strandloopers, grutto's.
sterntjes zijn dan toch ook weer de scholeksters
steeds haantjes de voorste.
reden van bestaan. Want, hoe wij ook over
Kandihsky mogen denken, dat hij echt is in zijn uitingen,
en dat zijn pogen een bloesem van waarachtigheid
bezit, wie kan 't ontkennen? En daarenboven: hij
heeft een picturale phantaisie en is die zoo rijk
aanwezig in de waereld, dat voor overdaad we
kunnen vreezen?
In Arti" te Amsterdam.
De twee meest-bepaalde schildersnaturen in
Arti (van de tentoonstelling van deze maand) zijn
zonder twijfel Kitsema en HulsJioff Poll. Van de
andere schilders is weinig te zeggen, weinig te
noemen; van Van der Waay alleen den Kogen"
b.v. Maar Jacob Kitsema, de broer van Jacoba
Ritserna, en Hulshof Poll, twee verschillenden
naar het wezen, in hen voelt ge de noodzakelijkheid
in kleur hun leven te beleven. Op verschillende
manier. In den eene op de wijze der realisten, van
die realisten, die als einddoel naar innigheid streven
(ik vergeet zijn ne schilderijtje op Pulchri Studio
niet) in den andere op de manier der romantici,
om met een groot en levend gebaar, de innerlijke
J. S. MEUWSEN, HoB. A'dam-R'dam-Den Haag.
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
beweging naar buiten te brengen. Ik had alleen.
als ik Ritsema was geweest, den groep, die toch
altijd iets van een overzicht is. met meer zorg ge
kozen, en minder werken van meer kracht en
compleetheid getoond. Want dat was hier noodig.
Kitsema is geen zuiver afgerond beeld voor de
meesten, en dit; afgerondheid wordt niet bereikt,
ook door hem niet. door deze groepen. Er is daar te
weinig, wat verwant is aan het beste, dat hij kan;
completer, krachtiger werk ware vanzelf beter
bijgebleven. En daar gaat liet bij Jacob Kitsema
nog om; iemand als ik, die hem gaarne waar
deert, weet dat.
Hotel «Duin en Daal0 - Bloemendaal
Str. koud en warm water
PRIVÉBADKAMERS
op alle kamers
- Telefoon 22223