Historisch Archief 1877-1940
eekblad voor Nederland
Hotel HAMDORFF
LAREN
ZELFDE DIRECTIE ALS
RESTAURANT?TRIANON"
AMSTERDAM
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren. H. BRUGMANS EN TOP VAN RH1JN-NAEFF
Secretaris der Redactie i C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333
Uitg.i N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM
TOE AND HEEL
OPGERICHT IN 1877
No. 2612
ZATERDAG 25 JUNI 1927
Voor en Achter de
Schermen te Genève
d'Alembert ; in het zevende"^ deel der
Encyclopedie zijn artikel over Genève schreef
beroemd gebleven alleen reeds wegens het
antwoord, dat Bousseau erop gaf in zijn Lettre a
Mons. d'Alembert sur les spectacles" prees hij
de stad ook om deze reden, dat er zooveel ge
lukkige en rijk met kinderen gezegende huwelijken
waren. En hij stelde dat op rekening van de een
voudige leefwijze, waarbij het op een kind meer of
minder niet aankwam. Door strenge reglementen
tegen de weelde trachtte de regeering alle overdaad
te^en te gaan; zij liet in de stad ook geen
tooneelvoorstellingen toe, omdat zij vreesde dat de jonge
lingschap door loszinnige comedianten zou worden
bedorven.
In de 170 jaren, die er na het verschijnen van
dit artikel verliepen, is er in Genève wel iets ver
anderd. Of het zijn roem als haard van huwelijks
geluk en kinderzegen nog handhaaft, is mij onbe
kend ; maar de eenvoud van zeden had er de plaat
al gepoetst, lang voordat de Volkenbond er zijn
tenten opsloeg, en sedert de diplomaten en
regeeringsvertegenwoordigers van alle landen, met hun
nasleep van secretarissen en typisten, er op bepaalde
tijden neerstrijken, is het er niet alleen peperduur
geworden, maar heeft ook Calvijn zich eenige
malen in zijn graf moeten omdraaien, wanneer het
hem nog gegeven is een vergelijking te kunnen
maken tusschen het Genève van zijn tijd en het
mondaine leven, dat zich er nu afspeelt.
En wat de comedie en de comedianten betreft,
aan den wensch van d'Alembert dat Genève zich
op dit gebied aan de spits der beschaving zou stellen,
is rijkelijk voldaan, sinds de stad het schouwtooneel
is geworden van de werelddiplomatie en deze er
haar répertoire van tragediën, comediën en
tragicomediën voor het voetlicht brengt.
Maar achter de schermen roert zij zich niet
minder. Wat daar voorvalt, wint het dikwijls in
belang van het stuk, dat voor het publiek wordt
opgevoerd. Men zou dit reeds willen vermoeden,
ook al zouden de acteurs zelf het ontkennen. Maar
zij komen er openlijk voor uit.
Toen de Belgische minister van buitenlandsche
zaken Vandervelde, na zijn terugkeer van de ver
gadering van den Volkenbondsraad, die omstreeks
het midden dezer maand te Genève werd gehouden,
aan een persbureau zijne meening over de resul
taten ervan te kennen gaf, zei hij : het feit, dat de
Volkenbondsraad in September a.s. alweer bijeen
komt, heeft het mogelijk gemaakt, de netelige
kwesties nogmaals uit te stellen."
Wanneer het nut van een vergadering hierin
bestaat, dat men er de belangrijkste zaken onafge
daan kan laten, omdat de heeren aanstonds toch
weer elkaar ontmoeten, zou men geneigd zijn de
vraag te stellen, of het wellicht, om moeite en
kosten te sparen, aanbeveling verdient de heeren
wat minder dikwijls samen te roepen.
Maar ook ditmaal weerden de acteurs zich het
meest achter de schermen.
Wat het publiek van de jongste Volkenbonds
raadsvergadering te zien kreeg, was een stuk,
waarbij de toeschouwers in slaap vielen : rapporten
van de commissie tot voorbereiding der ontwape
ningsconferentie; aanbevelingen" van de econo
mische conferentie enz. Het is waar, het rapport
dat Stresemann over het laatstgenoemde onder
werp uitbracht, gaf den Raad aanleiding zich uit te
spreken ten gunste van een grootere vrijheid van
ruilhandel; maar Vandervelde was wel zeer opti
mistisch, toen hij meende, dat de regeeringen zich
daarnaar zouden moeten gedragen l
Niet bij de openbare voorstelling, maar in
besloten kring konden de acteurs hun talent toonen.
De onderonsjes" van Genève vormen de wezen
lijke beteekenis der bijeenkomsten. Daar werd ook
nu gesproken over de vraagstukken, die de wereld
in beroering houden: over het geschil van
SovjetRusland met Engeland en Polen; over het conflict
tusschen Albaniëen Zuid-Slaviëen de nog veel
belangrijker kwestie van Italië's bedoelingen ten
opzichte van Albanië; over de vermindering van de
bezettingstroepen in het Rijnland. Daar hebben
ook de Nederlandsche en de Belgische ministers
van buitenlandsche zaken gelegenheid gekregen
van gedachten te wisselen over een hervatting der
onderhandelingen tusschen beide landen.
De diplomatie zal steeds zulke onderonsjes"
behoeven. Men mag alleen eischen, dat de resultaten,
die zij ten slotte bereikt, niet geheim blijven; dat
regeeringen geen verplichtingen tegenover elkaar
aangaan, zonder dat de volksvertegenwoordiging
daaraan haar zegel heeft gehecht. In het vooraf
gaande stadium kan openbaarheid dikwijls meer
schade berokkenen dan nut stichten.
Wat er dan ook als uitslag van de onderonsjes"
aan den volke wordt medegedeeld, heeft meestal
weinig om het lijf. Worden wij er iets wijzer door,
als wij uit het slotcommuniquéder conferentie van
zes de vertegenwoordigers van het Britsche
Rijk, Frankrijk, Japan, Duitschland, Italiëen
Belgiëvernemen, dat de politiek van Locarno
wordt voortgezet"? Van die voortzetting" be
merkt men immers zoo weinig. Indien de draad van
Locarno verder werd gesponnen, zou de ontruiming
van het Rijnland moeten volgen, omdat het
Duitsche Rijk aan Frankrijk en Belgiëden begeerden
waarborg van veiligheid heeft gegeven. Maar de
redevoering, die Poincaréj.l. Zondag hield, bewijst
dat men in Frankrijk nog geen vertrouwen stelt
in de bedoelingen van de tegenwoordige Duitsche
regeering en niet overtuigd is, dat zij voor goed
wil berusten in het verlies van Elzas-Lotharingen.
Was die rede een waarschuwing aan Briand om
zich niet te laten verlokken door het gefluit van
den Duitschen vogelaar? Of werd zij met instem
ming van Briand gehouden en had zij de strekking
de Duitsche regeering te vermanen tot minder
volgzaamheid jegens de nationalisten? Maar hoe
dan ook, een voortzetting" van de politiek van
Locarno kan men er kwalijk in bespeuren.
Ook op de conferentie van vertegenwoordigers
der Vereenigde Staten, van het Britsche Rijk en
Japan, die in het begin dezer week te Genève bij
eenkwam om overleg te plegen over beperking van
den vlootbouw, zal in de onderonsjes" en in de sub
commissies het eigenlijke werk worden verricht;
bij de openbare zittingen zal alleen blijken, of en in
hoeverre men over de hoofdzaken tot overeen
stemming is kunnen geraken.
Zij is bijeengeroepen door de Vereenigde Staten
als een vervolg op de conferentie te Washington
van 1921?9122.
Behalve over het Verre Oosten en den Stillen
Oceaan werden te Washington ook regelingen
getroffen omtrent den vlootbouw. De opzet van
deze conferentie was om tot vermindering der
vlootsterkte over de geheele linie, d.w.z. voor alle
soorten van oorlogsschepen te komen. Dit doel
werd echter niet bereikt. De vijf groote zeemogend
heden (het Britsche Rijk, de Vereenigde Staten,
Japan, Frankrijk en Italië) geraakten alleen tot
overeenstemming over beperking van het aantal
zware schepen (?capital ships" slagschepen en
slagkruisers) en vliegtuigschepen, en stelden de
verhouding vast voor hare vlootsterkte ten opzichte
van de genoemde soort schepen; zij konden het
echter niet eens worden over do beperking van het
aantal kruisers, torpedobootjagers en onderzee
booten; het aantal daarvan bleef onbegrensd,
evenals de afmetingen der torpedobootjagers en
onderzeebooten.
Het gevolg van de conferentie te Washington
was, dat do wedijver in vlootbouw niet werd
gestaakt, maar verplaatst: van de zware schepen
naar de lichtere; deze laatste werden niet alleen
in toenemenden getale gebouwd, maar ook van
INHOUD:
1. Prof. Dr. Q. W. Kern kamp, Voor en achter
de schermen te Qenève.
2. Dr. L. H. Grondljs, Woikof en consorten.
3. Joh. Braakensiek, Coolidge's voorstellen tot
vlootbeperking H O. Cannegieter, Moderne Jeugd.
4. Dr. Paul Catz, De strijd over Z.-AJrika's vlag.
5. L. J. Jordaan, Als de roode lap?Uitslag prijs
vraag.
6 en 7. Dr. Ed. Wiener, Over de Zeeën, met
teekeningen door Karet van Seben.
8. Annie Salomons, Bljkomsttgheden.
9. Dr. Jac. P. Thljsse, Uit de Natuur.
11 en 12. Red. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen.
13. Top Naeff, Dram.Kroniek H. Scholte, Comoedia.
14. Dr. A. Dubois, Radio-Telegrofie D, A, M.
Binnendijk, Wiener Hofburgtheater.
15. L. J. Jordaan, Bioscopy.
16. H. Scholte, Gheito te Parijs.
17. A. Plasschaert, Schilderkunst C. v. Western,
Muziek.
19. Jhr. Mr. H. Smissaert, Een honderdvijftigjarige
C. K., Beursspiegel
20. C. A. Klaassen, Ciedietpoliliek en
Herstelverplichtingen.
21. Uit het Kladschrift van Jantje Alida's
Croquante Croquitjes.
22. Melis Stoke, Rijm en Uit hooger sferen.
23. A. Tsjerhow, De witte Monnik.
21. Cel 2, Telefoon Charivarius, Charivarla.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensifk, De strijd over de
Amsterdamsche Gemeenteraadszetels.
'Kersen'
Pralines
BijzondenfrissdAangename i
?£/ tp ttui naam njfy&tir aast
vawdt fonêon
steeds grooter afmetingen gemaakt. Het Britsche
Rijk maakte een vlootplan op, waardoor zijne
marine met 102 nieuwe schepen zou worden,ver
rijkt; Japan ontwierp 95 nieuwe schepen, Frankrijk
116, Italië45.
De Vereenigde Staten alleen geraakten achterop;
zij begonnen ten slotte ook met den bouw van
nieuwe kruisers, maar voordat zij volop aan den
wedstrijd gingen deelnemen, heeft president
Coolidge een poging willen doen om ook een afspraak
te maken tot beperking van den bouw der z.g.n.
lichtere schepen. Vandaar de conferentie, die deze
week te Genève hare zittingen begon; Frankrijk
en Italiëzijn er alleen vertegenwoordigd door
waarnemers" of berichtgevers", maar zullen
tot een eventueele afspraak niet toetreden: Frank
rijk wil zijn oiiderzeebooteii niet laten beperken,
Italië, d.w.z. Mussolini wil zich de handen niet
laten binden, omdat de goographische gesteld
heid" van Italiëdit niet toelaat!
Twee omstandigheden zullen alvast het resul
taat der conferentie in de weegschaal stellen: de
onthouding van Frankrijk en Italië, en do nood
zakelijkheid om de eventueele afspraken in over
eenstemming te brengen met het algemeone plan
tot beperking van krijgstoerastingen, dat bij den
Volkenbond nog steeds in de maak is.
Maar afgezien daarvan, zal het reeds moeite
genoeg kosten om een plan tot vlootbeperking op
te maken, waaraan de drie ter conferentie vertegen
woordigde mogendheden hare goedkeuring kunnen
hechten. Men moet er het beste van hopen. Niet
omdat beperking van krijgstoerustingen, hetzij
te land of ter zee, het oorlogsgevaar zou afwenden,
maar omdat zij de lasten van den gewapenden
vrede althans verlicht. KERNKAMP