De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 25 juni pagina 12

25 juni 1927 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JUNI 1927 No. 26U ?H l VOOR VROUWEN: Modeforieven uit Parijs Parijs Juni 1927. \TANDAAG zag ik een waarlijk voortreflijke collectie avondja ponnen en avondmantels; het gaf mij volkomen de stijl die ik dezen keer met u wilde bespreken. > Het is het huis Marie Alys, dat juist dit unieke heeft voor de Hollandsche vrouw die in Parijs toilet ten wil koopen, 'dat een dei eerste medewerksters, een gedistingueerde Hollandsche half-Amerikaansche vrouw is die in groote huizen als Jenny en dergelijke gewerkt heeft en die uit de Parij sche mode dat naar voren weet te halen wat haar Amerikaansche en Hollandsche cliënten in het bijzonder ligt" en flatteert. Het eerste model dat ik u hierbij schets van dit huis is een fluweelen avondmantel, type dolman, die tegelijk een cape-illuzie kan geven door de zeer mime rugplooien en laag inge zette mouwen. Groote bontkraag, bontgarneering aan polsen en inzetnaad der mouwen. Mijn andere croquis geeft twee verschillende avondjurken uit deze collectie. De dansjurk met het rokje van luchtig door elkaar geslingerde drapées, zonder pretentie maar van een zeer Fransche gratie (hoewel door een Hollandsche vrouw ontworpen) en uiterst verzorgd. Naïveté" heet deze jurk, de andere Dolorès" werd gedragen door een Spaansch mannequin. Een zwarte jurk met puntdecolleté, taille niet te laag, de rok met sober zilver borduur sel hangt neer aan n zijde in rustig gratievol samenplooien. Ik zag er ook een avondjurkje met gewoon aangeplooide rok, groote schul pen onderaan met oud zilver gebiesd, kleine bolero met dezelfde schulpen. Een avondjurk van heel bleek rose, rose fanée voor een vrouw met ideaal mat teint, met daarbij een rozeroode fluweelen avondmantel. Een zwartfluweelen avondjas met wit bont, de onderkant in roze lam van Bodier, onregelmatig puntsge wijze ingezet met een effect van groote stille vlammen. En ook robes luchtig met even gestyleerde bloemen hier en daar be schilderd. Alle bloemen met zilver draad omboord.... Nog veel armbanden worden des avonds gedragen (overdag maar een enkele heel breede die de handschoen ophoudt). Avondschoenen zijn van zilver veel al, de kousen vooral niet te licht. Veel chinchilla en.... veel konijn op avondmantels. De shingle laat even het oor zien. De schaarsche waaiers zijn van struisveeren, groot maar niet volumineus. Veel brocaat-avondmantels, soms ge heel recht en nauw. Ik noem U nog de wonderlijke robes van Lanvin die ik dit voorjaar veel in de monde zie dragen, zeer wijde robes de style, met een neergaande be weging aan de beide zijkanten, soms mat zilverkant; decadent en drie dubbel anachronisme, geïnspireerd op Isabeau de Bavière, Queen Henriëtta en la Pompadour ! Evenwel: vervaar digd van het roomigste, teederst getinte, zwaarste taffetas. Ik noem u nog de mysterieuze drapées, waar Vionnet het geheim van heeft en behoudt. Crêpe satin, crêpe Georgette, crêpe de Chhie, crêpe velours, mousseline de soie, daarop stijve groote geplisseerde rozetten, onregelmatig aange bracht. Veel punteffecten bij het drapeeren der rokjes, taille iets hooger, lage puntuitsnijding op den rug, slippen of soepele losse strikken neer hangend op den rug of panneaun, die lijken op smalle luchtige manteaux de cour. Een neiging van geplooide rokken om van achteren naar onderen neer te dalen, blijft bestaan. Nog steeds reusachtige corsagebloemen, heel hoog aangebracht, soms zelfs achter tegen den schouder ran kend. Louise Boulanger brengt punt effecten aan gedrapeerde robes van zware taf. Leelijk, terwijl groote uitschulpingen in taf het juist zeer'goed doen", en dan: uitsluitend robes de style van taffetas. Hier en daar antieke Spaansche oorhangers bij achterover gedragen haar, maar Spaansche sjawls worden veel geïmiteerd en zijn dan altijd minderwaardig. Minder gepailleteerde fourreau's, minder perlées. Wel strass-applicaties voor de getrouwde vrouw. Geen franje meer. Voor eenvoudige diner-japonnen veel zijden mousseline of crêpe de Chine; hier en daar fijntjes gesmokt. Last not least: De valsche parel colliers gaan uit de mode ! * * * Wat de mannen overigens betreft: Zij dragen weer buttonholes en voor de rest niets nieuws. De malligheden van de kuitbroek van Maurice de Waleffe op de courses zullen we maar negeeren. STÉFAN. Het Menu van de Maand door R. LOTGERING?HILLEBRAND Gevulde broodjes met eierragout. Gebakken tong. Aardappelsla. Charlotte Russe. \T OOR de gevulde brood/es laten wij den bakker kleine, ronde of lang werpige, liefst harde, broodjes brengen, n per persoon is voor een voor gerecht j e voldoende. Als het kapje van de broodjes is afgenomen, de broodjes uitgehold en het binnenste met wat boter besmeerd, dan vullen we ze met een ragout van eieren gemaakt. Voor de vulling van 4 broodjes is plm. 1^ d.L. melksaus noodig zooals die gemaakt wordt voor bloemkoolsaus. Extra kruiden met nootmuscaat, fijn gehakte peterselie en wat maggi-aroma is aan te bevelen. Twee hard-gekookte eieren in kleine stukjes gesneden en de inhoud van een half blikje champignons vormen, door de satis geroerd, de vulling. Zijn de broodjes met deze ragout gevuld dan gaat het dekseltje er op, ze worden van buiten met wat boter besmeerd en, in een warmen oven, vlug gewarmd waarbij de broodjes niet donker van kleur mogen worden. Bij het opdienen stiel een taartpapiertje op een vleeschschaaltje de warme broodjes netjes gerangschikt, met een toefje peterselie versierd, erop, zoo heet mogelijk op tafel. Gebakken iony met aardappelsla. Twee mooie groote of vier kleinere tongen worden gewasschen, gezouten, gepaneerd of door meel gehaald en in een groote koekepan gaar en mooi bruin gebakken, 't Beste gelukt dat, als er ruim vet (goede slaolie of boter) beschikbaar is. Zoodra het vet heet is, wordt de visch er voorzichtig inge legd en pas omgedraaid als een stevig korstje gevormd is. Bij dat omdraaien over de lengte van de visch het pannekoeksmes als steun gebruiken, dan blijft de tong het beste heel. Zijn beide kanten van de visch bruin gebakken, dan moet ze op een vrij groote langwe,rpige schotel worden opgedaan, gegarneerd met een blaadje frissche sla en eenige partjes citroen. In een glazen schaal dient men hierbij aard appelsla, gemaakt van aan dunne plakjes gesneden gekookte aardappelen die gemarineerd zijn met olie en azijn, zout, peper en naar smaak mosterd, Engelsche saus enz. Voor de lief hebbers is het toevoegen van fijn gehakte tuinkruiden, zooals peterselie. bieslook (of 'n stukje ui), kervel en wat thijm een tractatie. Garneeren met een randje slabladen en (of )^ wat mayonnaise. Charlotte Russe. 100 gram^zachte biscuits ;|- Ij. slagroom,^ 50 "*> gram suiker, 7^ gram gelatine^ (plm. 4 bladen of l kl. lepel poeder gelatine), \ d.I>. marasquin, wat gecorifijte vrachtjes. Los de gewassen gelatine op in watwater, voeg hierbij de suiker en dcmarasquin. Sla de room stijf, vermeng; ze met de vloeistof en laat de massa.. wat gelei-achtig worden. Snijd deranden van de biscuits wat recht. zoodat ze, tegen elkaar sluitend, de wand van een gladde puddingvorm gemakkelijk bedekken. De vorm wordt ? dus als het ware met biscuits gevoerd Neem met een nat kwastje kruimeltjes van den bodem van den vorm en vu de ruimte verder met de pudding massa. Snijd de overstekende stukken biscuits gelijk met de puddingmassa af. Stort de pudding na bekoeling op een ronden schotel. Strik om de koekjes:. een lintje en garneer het bovenvlak met de fijngehakte Fransche vrucht j es; er als een randje opgelegd. Leg een, mooi hél kersje in het midden. Spuit.. als er een beetje slagroom is over gebleven, deze langs de rand van depudding op den schotel. Staarte-Kind "p[EN groote roode hoededoos...... Een klein blauw-oogigmeiske. .. .. En een stijf, naar boven gebogen staartje met een zwart vetertje. . . . Zoo stond ze voor de deur van het groote heerenbuis. Ze luisterde naar den galm van de zware bel en wachtte. De deur ging open. Met vlugge beweginkjes gristen de magere handjes. in het dunne vloeipapier; zochten erhet hoedje. . . . Mooi luxe-dopje. Staarte-kind gaf het aan de statige zwart-witte dienstbode. Staarte-kind blikte het hoedje na?. en oogde naar de handen van destatige.. . . Zou er geen fooitje afvallen. . . . voor dien langen loop.... voor zoo'n., mooie hoed? De deur draaide dicht en viel in 'tslot met zwaar geluid. Staarte-kind stond nog even tegen: het gebeeldhouwde paneel te kijken... Toen draaide ze zich om; een floers. lag over haar groote blauwe oogen.... Nooit vergeet ik dat droeve, sneuesnuitje van Staarte-kind. Misschien had ze zoo graag, zoo hél graag op den terugweg iets. willen koopen, voor thuis of voorzichzelf iets, dat ze bitter, bitternoodig hadden K. VAX OOSTEN?MöSSINGER,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl