De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 25 juni pagina 13

25 juni 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2612 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JUNI 1927 13 Dramatische Kroniek door TOP NAEFF Teékening voor de Groene Amsterdammer" door B. VAN VLIJMEN COMOEDIA door HENRIK SCHOLTE Gastspel Kathe Dorsch Die Flamme" PJ E innigste, de aanminnigste" actrice ook . het woord is verouderd die Duitschland misschien ooit bezeten heeft, Agnes Sorma, is in den j.l. winter gestorven. Wie haar maar nmaal heeft zien glimlachen, met al wat aan een vrouwenglimlach stralen en innerlijk schreien kan, draagt daaraan voor altijd de herinnering mee, en voelt meteen, dat het ras dezer, het moge dan zijn ietwat klein-burgerlijke, maar in haar sfeer verrukkelijke tooneelspeelsters, aan het uitsterven is. Het zijn nu andere gaven, waarmede de gevierde actrices veelal woekeren, andere bekoringen, die wij van haar spel ondergaan. Zullen er voor o.a. Schnitzler's Liebelei" op den duur nog heldinnen te vinden zijn? Het moderne meisje bezit alles, behalve het vraagteeken in haar oogen. En het is ook best mogelijk, dat de jongste generatie, die over de liefde haar eigen opvattingen heeft of althans pousseert ??- in dit doodelijk minnespel niet veel belang meer steil. Voor het oogenblik dan altijd. Schnitzler kan zijn tijd afwachten, en tot dusver zijn er gelukkig nog enkele actrices van de oudere generatie jong genoeg om het beeld van het gemoeds-meisje" in het leven te houden en nu en dan voor haar te sterven. * * Bij deze teekenen des tijds is de verschijning van Kathe Dorsch, onmiddelijk na Tilla Durieux Pranziska", minder een gebeurtenis, dan wel een bevestiging van wat wij wel wisten, en gaarne nog eens in zijn volle waarde zagen herleven. Een jongere uit het Sorma-tijdperk, terstond herken baar aan den oogopslag, den glimlach, het timbre van de stem, de poëzie van het eenvoudige, zachte hart, die om haar hangt. Kort na den oorlog heeft zij er Berlijn mee veroverd, Berlijn, waar het ster systeem weer onrustbarend woekert, en waar zij met Elisabeth Bergner, een actrice met meer raffinement, maar minder hart dan zij, nog altijd den loop heeft, het komt er niet op aan in welk stuk zij speelt. Het repertoire van een ster" wijst al tevoren uit van welk gehalte de aandoeningen zullen zijn, die het begenadigd talent in ons wekt, en tot waar de aspiraties zullen reiken. Het zoogenaamde ras"talent wordt door het groote publiek boven alles hoog geschat. Terecht, voor zoover het de oor sprong aller kunst is, ten onrechte voor zoover men meent, dat zijn, in hoofdzaak zinnelijke bekoring tevens het einddoel is. De uitersten, die bij de verdediging van de natuur-zonder-meer worden betracht tegenover het surplus, dat daaraan de gerijpte, bewuste persoonlijkheid vermag te geven, zijn al daarom te veroordeelen, omdat deze natuur-kunst in het geheel geen verdediging noodig heeft. Terwijl juist de andere, waarbij de mensch" in den tooneelspeler zoo licht in het gedrang komt, en bijna altijd uit traagheid tegenover de diepe en fijne complicatie, die zulk een gecultiveerde kunstenaarsziel kan zijn wordt miskend, onzen steun behoeft, al ware het maar om het publiek het plan te wijzen, waarop het zich stellen kan om er zoo ruim en zoo diep mogelijk van te ge nieten. De zinnen zijn de geleidraden naar den verheven geest, mits ze zuiver worden ingesteld. * * * Bekoord, betooverd en ontroerd door wat een Kathe Dorsch uit de chablonen van een lor als Hans Müller's Flamme" weet te halen, kan ikniet ontkennen bij al déze beproefde gevoelens en ver sleten aandoeningen een beetje leeg te zijn ge bleven, terwijl ik aan den anderen kant weer gaarne toegeef, dat het wellicht juist deze goedkoope gevoelens zijn, die zich voor dit eenvoudig, warm talent het beste eigenen. Een talent van zoo klare zuiverheid, dat het zelfs het valsch effect in zulk een stuk loutert, en betrekkelijk onbekommerd doet aanvaarden. Als zoodanig iets zeldzaams. Kathe Dorsch schijnt alleen met zichzelf óp het tooneel te zijn, en zich daar volkomen uit te leven. En van welk een lieflijkheid is dit schijnbaar gewoon-doen, hoe hartelijk en oprecht, hoe onafge broken ontroerend op een zeker niveau! Haar rug is niet minder expressief dan haar gezicht, en geen gebaar verraadt ooit eenigen opzet; zij vormt het figuurtje uit haar eigen wezen vóór onze oogen. Maar het blijft voor mij bij dit figuurtje, in een bepaalde opvatting; het krijgt niet wat het bij Greetje Lobo indertijd wél had den achtergrond van het leven", en het stempel: eene uit velen Men zal zich het stuk van die goede Hollandsche opvoering nog wel herinneren. Das Tagebuch einer Verlorenen" geplunderd en in dramatische inooten opgediend. Anna, een meisje uit een bor deel, vindt op een avond in een jeugdig musicus haar redder". Zij is daarbij zoo onverstandig hem familiaar bij zich aan huis" te inviteeren, zonder hem te voren in te lichten wat dit voor een bijzonder huis is, en zonder zelfs voldoende maatregelen te nemen, ten einde bij deze reine ontmoeting niet door een verdwaalden klant of door de geen twijfel latende Mrs. Warren van het tablissement te worden gestoord. Trots dit stortbad, besluit de idealistische en grasgroene musicus de gevallene", in wie hij een inspiratie voor zijn symphonie ziet, en die hij bovendien gelooft te beminnen, tot zich te nemen. Zij blijken inderdaad slecht te paren, de jongeling komt uit zijn conventies niet los, en heeft alras berouw zich bij z'n eerzuchtige droomen in de fatsoenlijke wereld niet vrij te kunnen bewegen, terwijl het jonge, fleurige meisje naar haar vrien dinnen" en het lichte leven terugverlangt, in elk geval ontdekken moet, dat liet gered-worden onder deze omstandigheden niet de ware compen satie brengt. Er is niet veel noodig om bij deze verveling en achterafzctting, haar warm bloed aan het gisten te brengen. Niettegenstaande zij een kind verwacht, het kind, het toppunt harer ver langens, waarom zij den musicus in het eerste bedrijf op staanden voet gevraagd heeft, gaat zij opnieuw de straat op. En na dien roes werpt zij zich uit het venster te pletter, opdat haar kind niet zal worden wat zij zelve, blijkbaar ingeschapen, is geweest, en heeft willen zijn. Dit alles zijn woorden, waarbij zelfs haar droeve dood niet schokt, omdat wij er niet de oplossing van een eenigermate verantwoord leven in kunnen zien. Het bekorend spel van Kathe Dorsch heeft er ook niet meer ruggegraat, diepte, noch relief aan gegeven. De rol, voor haar geschreven, vraagt feitelijk een andere onschuld" dan die van het uitgelaten kostschoolmeisje, wier pensionaat door een ongelukkigen samenloop van omstandigheden een bordeel is, en de sterke crescendo's naar het liederlijke, waarmede zij ons nu en dan aan deze bijkomstigheid herinnerde, gingen het volkskind weliswaar goed af, maar bleven m.i. toch nog te ver van hetgeen de deerne" met officiëele opleiding zich eigen maakt. Hoeveel meer vertelden ons Greta Lobo's groote oogen van dit métier, van de tragiek van het vreugdeleven ! Zij kon er het stuk evenmin mee redden, maar de situatie greep ons toen aan, over het geval heen, terwijl het bij Kathe Dorsch, lieflijk en ontroerend, bij ..het geval" bleef. Een goeden partner had zij in l'lrich Bettac, die Grand Theatre: De Vrouw van m'n Vrind", door Yves Mirande Henri Réroule A LS de deuren der officiëele schouwburgen ^^ sluiten over een min of meer miezerig seizoen, zit Amsterdam ineens volop in de zomerstukken en het wil nog wel eens, dat er daarbij plotseling jofel van Jetje gegeven wordt uit een hoek, waar men het misschien niet zoo gauw verwacht had. Aarzelend tusschen De Man met de vijf dui men" en Trots Pijnbank en Schavot", samen gevoegd lijkt dat inderdaad een heele prestatie ! koos ik tenslotte De Vrouw van mijn Vrind"., waarvan ik, ongezien de harem-affiche, nogal Fransch-psychologische verwachtingen had. Nu, Fransch was het wel, psychologisch niet in het minst. Het was echter amusant en dank zij een ongelooflijk handige bewerking, waarbij het aan de noodige vastgelegde improvisatie" wel niefc ontbroken zal hebben, had het geval ook een goeden text. Als iemand de maitresse van zijn vriend afneemt. en beide belanghebbenden niet veel lust hebben tot een theatraal duel of een meer plebejische aframmeling, aangezien daar de vriendschap onder zou lijden, dan kan men een contract opmaken, dat den vriend het recht geeft om eenmaal de wettige vrouw, die de ander zal bezitten, tebezitten". Prachtig, behalve van stijl! De eerste acte, waarin dit zonderlinge contract tot stand komt en waarin tevens een oude tooneeltruc het nummer van de hotelkamer onder opde schoenen, dat beiden verraadt nog met veel succes aangewend wordt, is stellig de aardigste. De verwikkelingen van de volgende actes liggen voor de hand, maar zonder den alleraardigsten en vlotten toon van deze opvoering was het plezier' daaraan wellicht niet zoo onschuldig gebleven. Drie mannen en elf vrouwen staan op het pro gramma. De mannen kunnen het echter makkelijk aan. Chrispijn, geestig en geroutineerd, was als; komiek zelden zoo goed op dreef en ook Willem van der Veer, die van de film blijkbaar meerongedwongenheid maar ook drukkere gesticulaties heeft geleerd, was een pronkstuk van goedmoedig geweld. Als derde in den bond fungeerde J.Visscher,. die als secretaris een kreeftrooden en aalgladden inktvisch te zien gaf. Van de dames moet in de allereerste plaats Marie van Westerhoven genoemd worden, die haar clausen kan zoggen op een manier, dat de zaal plotseling een onweer lijkt, en met een onverstoorbare verbetenheid deze salvo's over zich heen laat gaan. Dan waren ook Marianne van Gelder en Jo Bouwmeester-Klühn voor haar rollen zeer berekend. Het Grand Theatre kon wel eens plezier beleven: aan dit stuk, waarbij van liet startschot af de.' zaal in bijna voortdurende beweging is. En waarom zou men voor stukken, die men in Parijs gaat zien,. hier moreele bezwaren hebben? Voor dit klucht je hoeft men zijn neus niet op te trekken, tenzij men daartoe door een breeden grijns gedwongen wordt.. de naïeve wreedheid van het moeders-zoontje op> zijn weg naar den roem zóó onbevangen wist tehouden, dat het menschelijk, en op zijn wijze gevoelig was, een mensch van een anderen planeet. dan Anna. De overige rollen waren niet sterk bezet; ook den raisonneur" van Werner Hollmann vond ik niet zeer persoonlijk hij vervult ongeveer de rol van de Duivel" in het stuk doch het geheel was, waar het om Kathe Dorsch ging, en er aan het werk niets verbeurd kon zijn, aannemelijk.. levendig, een beetje dik-op, maar sluitend en gespannen. En deze ster" had bij al haar goodegaven nog de eigenschap, dat zij zich, ook bij zwak tegenspel, geen oogenblik ten koste der anderen'. deed gelden. Een voorbeeld daarvan was het gesprek met de moeder van den musicus, een rol waar veel meer van te maken zou zijn: Anna's: totaal zwijgende verslagenheid wekte een zoo roerende atmosfeer om beiden, dat het zwakke tegenspel der moeder erin werd opgenomen en er nog een zeker relief in verkreeg. Nederlandsche Munt Holland's beste 10 cents sigaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl