De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 25 juni pagina 14

25 juni 1927 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

14 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JUNI 1927 No. 2612 Radio-Rubriek Op de Lematang Moderne Radio-Telegrafie Speciaal over Lange Golven door Dr. A. DUBOIS Tekst en teekening voor de Groene Amsterdammer'' door J. G. Sinia III "C* EN geheel nieuwe weg is nu in den laatsten tijd ingeslagen door ' de Marconi Maatschappij en later nog door vele anderen. Marconi had reeds in 1895 proeven genomen om de uit gezonden radioteekens te versterken door het toepassen van z.g. reflectors. De toepassing van reflectors was ook toentertijd niet nieuw, immers het klassieke experiment dat door Hertz genomen werd teneinde uit te maken of de electrische ontlading zich wer kelijk in den vorm van golfbewegingen voortplantte, geschiedde onder ge bruikmaking van deze reflectors. Dat Marconi dus aanvankelijk ook bij zijn telegrafiestations van reflectors ge bruik wenschte te maken, lag voor de hand. * * * Bij de zeer primitieve ideeën die toentertijd nog omtrent de draadlooze telegrafie heerschten, beging .Marconi echter de fout, dat hij den reflector niet afstemde op de uitge zonden golven. Ten eerste werd toen tertijd nog niet ingezien, dat dit noodzakelijk was en ten tweede, al zou dit ingezien zijn, dan nog zouden de vrij lange golven, welke toen gebruikt werden, de reflectors tot enorme afmetingen opgevoerd hebben, en wel zoodanig, dat de praktische ^toepassing toch als uitgesloten zou moeten worden beschouwd. Toen men nu bij de ontwikkeling van de radiotechniek beter inzicht begon te krijgen in de voorwaar den waaraan de verschillende een heden van een radiozender moesten ' voldoen, bleek het alras dat bij de oudere constructies een zeker verband bestond tusschen de maximaal te verkrijgen antenne-energie en de ge bruikte golflengte, en wel moest men, naarmate de energie grooter werd, een langere golf kiezen. Deze noodwendigheid heeft er toe .geleid, dat men, voorloopig althans, afzag van het gebruik van reflectors «n dit idee als niet voor verwezen lijking vatbaar terzijde heeft gelegd. De groote wereldoorlog heeft ook Mer alweer het idee van den reflector op den voorgrond gebracht. Het doel lag hierbij voor de hand. De uitge breide luisterdienst toch, welke aan de verschillende fronten was ingericht tot het opnemen van eikaars berichten, ?deed de oorlogvoerende Mogendheden pogingen in het werk stellen om draad"looze berichten over te brengen van het eene deel van het front naar het .andere zonder dat de vijand deze berichten kon waarnemen. Deze ?wensch riep bij Marconi weer oude herinneringen wakker en met hulp van de inmiddels voortgeschreden theorie heeft hij toen getracht een voudige straalzenders te construeeren. De mogelijkheid hiertoe was gescha pen door het feit dat in 1916/1917 van middelen gebruik gemaakt kon worden, welke de uitzending van praktisch ongedempte golven mo gelijk maakte. Bedoelde inrichting ?was de z.g. vonkbrug van Chaffey, een Amerikaan, die met veel succes gepoogd had om een bluschvonk, een ?z.g. Wiensche vonkenbrug, te doen overslaan in een atmosfeer van water stof. Weliswaar werden hierdoor geen zuivere ongedempte golven gekregen, doch werden de golven dermate -weinig gedempt, dat zij zeer geleken op volkomen ongedempte golven. Door de toepassing van ongedempte golven nu werd de overdracht van energie uit den z.g stootkring aan den antenne-kring geheel gewijzigd. De ontlading per vonkovergang kon nu belangrijk minder worden, aangezien het aantal ontladingen per seconde aanzienlijk kon worden opgevoerd, waardoor toch weder eenzelfde totaal energie beschikbaar was. Doordat de ontlading per vonkovergang veel geringer kon vallen, kon ook de te ontladen condensator in den tusschenkring veel kleiner gekozen worden en wederom als gevolg van dezen kleinen condensator kon de golflengte aanmerkelijk kleiner vallen. Marconi gebruikte bij deze eerste proeven, juist zooals dit bij Hertz het geval was, een z.g. parabolischen reflector. Deze parabolische reflector, die bestond uit een serie verticale draden, welker rangschikking zoo was, dat zij alle raakten aan een parabool, heeft, zooals bekend, de eigenschap, dat een antenne, welke in haar brand punt wordt opgesteld, haar stralen in een praktisch evenwijdigen bundel uitzendt. De spreiding van de bundel is o.m. afhankelijk van de plaatsing van den eigenlijken zenddraad in of buiten het brandpunt en behalve dat van de meerdere of mindere lengte van de parabool en de wijdte van haar opening. Een analogie hiervoor bestaat bij de z.g. lichtreflectors. De oorspronkelijke proeven welke Marconi genomen heeft, zijn beëindigd als gevolg van het feit, dat de wapen stilstand tot stand kwam en daardoor het militaire nut van de z.g. straal zenders kwam te vervallen. De aanvankelijke proeven echter waren dermate succesvol geweest, dat vooral met het oog op de verdere ontwikkeling van de zendtechniek (lampen) een voortzetting alleszins gewettigd scheen. Aanvankelijk is hierbij niet gedacht zoozeer aan draadloos verkeer over groote af standen, doch meer aan toepassingen waar het systeem van straalzending bijzondere voordeelen kon bieden. Ook hier lag de toepassingsmogelijk heid voor de hand en wel met name bij de scheepvaart, waar deze straal zenders een goeden dienst konden vervullen ter vervanging van vuur torens. Hierom zijn dan ook door de Marconi Maatschappij eenige straal zenders gebouwd met een golflengte van ca. 70 c.M., waarbij de geheelo reflector-parabool op een draaiend gestel werd gezet, dat met een matige snelheid (l a 2 omwentelingen in de minuut) ronddraaide. Aldus werd verkregen dat een ongedempte golf in den vorm van een straal over den heelen horizon kon worden rondgezonden. Teneinde nu nog aan de schepen op zee kenbaar te maken wat de oogenblikkelijke stand van den straal was op het oogenblik dat deze het ont vangststation passeerde, was aan den draaiendcn reflector een borstel aan gebracht, welke langs een contactrand van de reflector-opstelling liep. Deze rand was dusdanig onderbroken dat voor de verschillende streken van het kompas bijzondere teekens werden uitgezonden, zoodat door het ont vangststation kon worden nagegaan bij welke richting van den straal de teekens gehoord werden. Hijgend en puffend worstelt de onoogelijke, slecht onderhouden hekwieler, eigendom van een Chineeschen handelaar, tegen den feilen stroom. Welk een ver schil met nog niet zoo heel lang geleden, toen ik, aan boord van de Ogan", deze zelfde Lematang opvoer! Toen een rustige, kalme rivier, die waardig voortgleed tusschen de sombere groene muren van het woud, nu een razende, wild voortschietende watermassa, die kolkt en wielt en met ongebreidelde kracht alles dreigt te vernietigen wat in den weg komt; toen in alle opzichten een vreugdevolle tocht, nu: slechts spanning. Want herhaaldelijk worden wij, bij eenigszins scherpe bochten, door het geweld van den stroom teruggeslagen en soms honderde meters medegesleurd; n maal zelfs doet die stroom ons, in samenwerking met een onhandige manoeuvre van den roerganger, bijna kapseizen. Toch, ondanks die spanning, hebben wij nog een oogenblik van groote vroolijkheid: Op een gedeelte, waar de rivier zich eenigszins verbreedt, heeft zich nabij de zuidelijke oever, een groote draaikolk gevormd en daarin draait mede, temidden van allerlei rommel, een klein van pisangstammen gevormd vlot, icaarop een Inlander zit, kalm en rustig en schijnbaar onverschillig voor alles wat er om en met hem gebeurt:/. Hoe lang draait die kerel daar nu al rond en hoe moet hij er uit komen? Een vraag, die hij zelf allerminst schijnt te overdenken. Toean Allah heeft hem in dezen draaimolen gezet, Toean Allah zal hem er ook wel weer uithelpen. Maar hoe knap en hoe virtuoos moet Hilde Wagener zijn om dit te kunnen bereiken. Want zij bracht een volledige en gave tooneelfiguur, geheel door dacht, doorwerkt, in allen deele verzorgd, voor het voetlicht. Zij ver baasde in Madel von Heute" met haar rijk-genuanceerd spel, dat wild en gewiekst als het zijn moest, daar waar zich de gelegenheid voordeed, gevoelig en teeder was. Deze bruuske, eigenzinnige, bakviscb, die zich van ieder, die overbodig was of haar plan i n den weg stond, wist te ontdoen en zonder van haar strategischer! opzet af te wijken, den man verwierf, dien /.ij bezitten wilde, Hilde Wagener heeft haar tot in alle finesses van sluwheid en verontrusting tot een werkelijk wezen gemaakt. * * * Otto Tressier bleek een voortref felijk acteur, vief in het eerste, fijn gevoelig in het tweede blijspel, maar vooral een uitnemend tegenspeler. In Madel von Heute" een nog jonge grijsaard, vrijgezel en viveur, gaf Tressier zeer raak de intonatie van der gelijke Heden: die steeds ietwat te kortschietende losheid, die jeugdig wil zijn en het natuurlijk lan toch niet meer heelemaal haalt". Hier vooral kregen wij van zijn subliem tegenspel een diepen indruk; tegenover Hilde Wagener, die steeds tot een sprong bereid was, hem aanvloog, roekeloos en onstuimig, was zijn gedrag perfect, zijn houding vlekkeloos gekarakteriseerd, de verhouding van leeftijd en leefwijze tot een prachtig evenwichtigen vorm gespeeld. ,,Marika" bood hem meer gelegen heid tot gevoelsnuances en psychische verfijningen. Ook voor Tressier geldt; de eerste acte schonk al den vollen maat van zijn dramatisch vermogen. Hofburgtlieater door D. A. M. BINNENDIJK Hilde Wagener en Otto Tressier ~\T OOR hen zij bestaan nog in grooter getale dan men wenscht te denken die de opvoering van een to;me,elstuk niet kunnen (of willen) genieten, wanneer het gehalte van den gespeelden inhoud den toets van hun. zwaarwichtige smaak niet vermag te doorstaan, moeten de twee volkomen waardelooze blij spelen die de leden van het Wiener Hofbui'g-theater in Amsterdam ten toorieele hebben gebracht, en de wijze van opvoering toch wel een eigenaardige openbaring- zijn geweest en een heuchelijke genezing van lam dwaalleer ten gevolge hebben gehad. Madel von Heute" van Gustav Davis en Marika" van Stefaii Zagon bleken blijspelen-teksten van zelfs dramatisch weinig houvast, maar voor spelers als deze, grondig geschoold in samenspel en van een. doorwrochte traditie, die niet hunkeren om nieuwe wogen te betreden en voor wie het blijspel, traditioneel van nature, het dankbaarst materiaal levert, slechts aanleiding tot spel en nog eens spel. * * * Ik weet niet hoe oud Hilde Wagener is, maar het zeventienjarige meisje uit Madel von Heute" tras zeventien jaar; .,Marika", het kind van veertien, icas veertien. Al de haclielijkheden van zoo'n precaire rol, al de kansen op valsehe accenten en onnatuur hier waar liet er op aankomt natuur te creëeren loste zij schijnbaar moeiteloos op.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl