Historisch Archief 1877-1940
2612
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JUNI 1927
15
Schilderkunst
door A. PLASSCHAERT
H. RAHR
MUZIEKHANDEL
Violen © Snaren
Achter St. Pieter 4
Utrecht © Tel. 443
PIANO'S
De Onafhankelijker Amsterdam, II
Twee schilders hebben op de tentoonstelling der
-,,Onafhankelijken" een eeregroep: Kandinsky en
Boot. Wat Boot betreft, twijfel ik er niet aan of hij
had een betere keuze kunnen doen, waardoor zijn
?eigenschappen zuiverder naar voren waren ge
komen. Deze eigenschappen, die ge vooral in zijn
stillevens vindt, zijn een verzorgde weergave van
den aard en de détails der saamstellende deelen
van het stilleven, en een gamma, dat een zekere
terughouding vertoont in zijn grijzen". Boot is
geen schilder van groote persoonlijkheid, maar hij
rheeft het wezen van een eerbaar en bedaard
,,artisan".
Kandinsky is strak en zuiver van kleur. Dat is
.wat ge dadelijk als van belang erkent. Als een
,,normaal" schilder begonnen, heeft hij langzamer
hand zich eerst gezet tot het enkel geven van de
expressieve lijn of den expressieven vorm der
voorstelling, waardoor dus de toeschouwer, op het
goede spoor gebracht, zelf actief werd, en zelf het
schilderij mee hielp ontstaan; een daad dus van
verbeeldingskracht. Maar eenmaal op dien weg der
versobering moest zeker de objectieve (?) vorm
verlaten worden, en werd niet meer de waarneming
als noodzakelijk deel en eerste daad voor het werk
erkend, maar was de sensatie, die daardoor ont
stond, hoofdzaak, en werd deze sensatie scheppend,
opnieuw scheppend, en kregen wij Kandinsky
expressionisme. Hieruit ontstaan dan zulke werken,
als ge op de tentoonstelling ziet, en waar lenige of
strakke vormen, niet weinig of geen verband meer
met de voorwerpen etc., toch door hunne innerlijke
kracht ons overtuigen van de waarheid van den
kunstenaar, zóó wij door de zuiverheid der kleur
niet reeds gewonnen waren voor dit afzonderlijk
werk, waar ge de spanning in voelt of de phantaisie.
Deze schilderijen hebben niets van de
saamgeklonken hechtheid van Matthieu Wiegmans vroe
gere stillevens, noch zijn ze star en sober als werk,
dat Mondriaan wil. Het expressionisme is altijd
een bizarre verwant van het impressionisme
(sprankeling van leven, daar moet het bovenal om
gaan bij zulk werk, dat levende drift meer is dan
lang, bouwend of elimineerend verzinnen) maar
het zij dan een bizarre verwant, ook deze verwant
kan zuiver zijn en ongetroebeld in de kleur, en lenig
of gespannen in den vorm, en zoo vindt ge in
Kandinsky frisch en jong en soms pril dat expres
sionisme.
In den Sirkcl, Den Haag; M. Schipper
De heer Schipper schijnt een jong leeraar in het
teekenen te zijn (dit werd mij tenminste mede
gedeeld). Ge ziet, dat aan het werk, dat nog meer
het studieuze verraadt, den leerling, eer dan de
vrij zich voelende persoonlijkheid. Wat hij hier
laat zien is werk in olieverf, waterverf, en zijn
teekeningen. Het beste van alles zijn zeker de
schilderijtjes. Ellewoutsdijk in sneeuw (No. 7)
is het zuiverst voltrokken, heeft een zachte eer
lijkheid, al is het niet sterk. Meer openbare stem
ming is in het Dorp in Sneeuw, terwijl drie stil
levens, dat met den hoed, dat met boeken, en dat
met het Keulsche potje te noemen blijken.
De eind-indruk van het tentoongestelde en van
den maker daarvan: werk van een beginner.
Kunst van heden, Antwerpen
Ernst Wijnants' Beeldhouwwerk. Deze Wijnants
komt uit Mechelen en was daar eerst een beeld
houwer voor meubels (want ge weet toch, dat daar
beeldhouwwerk te over is aan de gesierde meubels !)
Maar hij heeft, toen hij naar ik meen 28 jaar onge
veer was en niet zonder den invloed van Rik
Wouters, dit daar traditioneele ambacht op
gegeven, en is toen de moeilijke loopbaan be
gonnen van den kunstenaar-beeldhouwer. Dit zijn
altijd gevaarlijke overgangen, maar deze Wijnants
heeft dien overgang goed bestaan. Hij is inderdaad
een beeldhouwer met toekomst, en de degelijkheid
van zijn vakopleiding baat hem thans, en
ophoudelijk, in zijn werk, vooral in zijn groote houten
beelden naar vrouwelijke modellen,
technischbelangrijke voltooiingen, maar zij baat hem, in
anderen zin, waar hij een groote decoratieve vul
ling moest volvoeren (decoratief motief, 387). Dit
,is werkelijk een vulling, zooals er niet veel gemaakt
worden (eenvoudig en rijk) en het is te wenschen,
dat moderne architekten als Floor Vaes, waar zij
kans hebben Wijnants dat werk te geven, het hem
ook zullen geven. Maar naast deze stijlvolle vulling,
vertoont de tentoonstelling een aantal voorbeelden
van vrij beeldhouwwerk.
Er zijn in dit vrije beeldhouwwerk verschillende
invloeden vast te stellen, en verschillende staten
van den geest. In sommige der bustes is een pictu
rale gevoeligheid te erkennen, zooals Rodin zeker
was eigen; in andere, zooals in het eene kinder
kopje is een spheer bereikt, die niet verwant weer
is met die van Rodin. De invloed van Rik Wou
ters is in een paar groote figuren na te gaan; een
Italiaansche vastheid in den kop van den Pries
ter". Deze vindt ge minder in een even grooten
kop van een vrouw, terwijl een verfijnd en gratieus
zich draaien op de heupen te vinden is in werken
als de geliefkoosde bloem". Buitengewoon sterk
is de Vrouwebusten (383), waar heel het lichaam
spant van levensvolheid. Daar is allicht de meest
eigen stijl van den beeldhouwer te erkennen; het
leven perst daar de vormen vol, zonder dat eenig
vooropgezette theorie te erkennen is; het beeld
krijgt door die spanning een strakheid, vastheid,
die als een onwillekeurig ontstane stijl aandoet.
Er is bij Wijnants nog groei; dat erkent ge in het
uiteenloopende der voordracht, van den inhoud
zijner houten en bronzen beelden, maar er is, ook
in de schrijdenden, de waarheid van het bloed, en
waar de polsslag van het bloed is, is de toekomst
veilig.
B. Het stilleven en het portret van W alter
Vaes was in de laatste jaren, en ook vroeger, altijd
kundig en beschaafd geschilderd. Vaes is een ken
ner van zijn vak, en een weêrgever tot het einde
toe van stoffen, enz.. Hij was dat, en hij is dat. Hij
is dat ook op deze tentoonstelling, maar toch heeft
zijn serie werken hier: portret, bloemstuk, stilleven,
hoedanigheden, die deze tentoonstelling belangrijk
maken voor de kennis van de kracht, waartoe hij
de kleur kan opvoeren, en welke verfijning hij
kan bereiken in het portret. Die verfijning is het
meest uitgesponnen in een portret van de
negentigjarige Mevrouw Mistler. Daar is in een portret,
zonder n smet in de kleur, een wezen benaderd,
en daar is door een toewijding, die nooit haar
spanning verloor, uit toets na toets een kop etc. op
gebouwd, die, vreemd aan de manieren van dezen
tijd om den vorm te geven, zóó zuiver en zeker
werd geschilderd, dat het werk niet voorbij zal
gaan. Maar naast dezen kop, naast een ruiker van
bloemen, spontaan geschilderd; naast restes van
visch met zilver eetgerei ernaast (in een toon die
als groenig waterschijnsel is), naast visschen op een
wit-Delftsch plateel; naast een haast overbeschaafd
portret van den jongen in blauw, zijn op deze ten
toonstelling twee keer de voorstelling van een haas
te vinden (346 en 347, de gevilde en do gelardeerde)
waar Vaes, de Antwerpenaar, een flonkering, een
zatheid van kleur, een kracht bereikt (als lilde de
kleur nog na haar stollen !), die zijn, door hem ge
liefd stilleven (de roode visch in het Museum) niet
bereikte. Ge ziet daar tot welken hartstocht deze
kundige schilder kan komen, en hoe verzekerdheid,
nu en dan. bij hem kan worden tot een uitbersting
als van uitspuitend bloed. En toch is deze kracht
verfijnd, vooral in het stilleven, waar, naast den
gelardeerden haas, op een werkelijk hemelsblauw
papier een geplukt piepkuiken ligt. Er is daar,
zoudt ge moeten zeggen: verfijning in de uitspat
ting, in het uitbersten; Vaes is daar, als schilder,
colorist op zijn hoogst.
Strobelle, een moderne, bezit soms kleur; de
subtiele Spilliaert valt tegen in 't uitgestalde werk;
Brusselmans is zwak en grof; de Kat het best in
het Park en in twee besneeuwde buurten; Paul
Maas goed in een beweeglijk-gegeven landschap;
in het ademend vleesch van zijn naakten; Ph. Cockx
valt thans tegen bij wat ik vroeger van hem zag,
C. Baseleer is de schilder van het watcrgezicht
en van de wolken. Hij laat hier werk zien, dat de
vlotheid heeft dor improvisatie, en de
stoutmoedighcid van iemand, dio van zijn talent is gewis, en
zich door zijn naam, zijn room, dio stoutmoedigheid
kan veroorloven. Naast eenzaamheden van water,
land en lucht (in grijzen) naast forsche effecten,
zijn hier nog de schilderijtjes vol figuurtjes on
getwijfeld te loven.
Muziek in de Hoofdstad
door CONSTANT VAN WESSEM
Willem van Hoogstraten
T~\ E roem van landgenooten in het buitenland
vleit ons nationaliteitsgevoel, maar de per
soonlijke kennismaking met hen geeft ons vaak een
verrassende blik op de mentaliteit van den vreem
deling. Willem van Hoogstraten, die in het Concert
gebouw Zondagavond dirigeerde, gaf ons zulk een
kijk op de Amerikanen.
Willem van Hoogstraten, die van de violisten
naar de dirigenten-lessenaar overging, is betrekkelijk
nog kort als dirigent werkzaam. Na een korten
oefentijd te Crefeld, Weenen en Salzburg, kwam hij
in New-York, waar hij dadelijk het geluk had den
Amerikanen te bevallen, die hem zelfs belangrijke
plaatsen afstonden, zooals die van dirigent der
Stadion-concerten, van het Philharmonic
Orchestra" (het orkest, dat Mengelberg een half seizoen
dirigeert) en thans van de Portland Symphony"
te Oregon. Deze overwinning der Hollanders in
Amerika gaf den Amerikaanschen pers gelegenheid
nog eens te herinneren aan een oud aldaar
inheemsch gezegde You cant beat the Dutch".
Als een volmaakte Amerikaan deed de diri
genten-verschijning van Van Hoogstraten Zondag
avond ons dan ook aan. Tenger, maar sturdy",
dirigeerend met de snelle veerkrachtige gebaren,
die deden denken aan de seinen van een verkeers
agent, concentreerde zich zijn aandacht meer op
de groote lijnen van het werk dan op het
coloristisch detail, gaf hij meer het forto met bekken en
trommen als onderstreeping der rythmiek dan als
verhouding van licht en donker, en was het leven
dige tempo hem meer waard dan de differentieering
van het orkestraal geluid, dat nog al eens te dik
en ondoorzichtig klonk en do onduidelijkheid van
lawaai aannam. De frischheid en de energie van
Van Hoogstraten's directie heeft ongetwijfeld iets
bekorend-sportiefs en zij gaf vooral aan Schubert's
zeer lange c-dur symphonie een vaak verademende
opgewektheid, hoewel het optimisme" in deze
symphonie bij de finale wel eens op hol sloeg in een
jongensachtige overijling! In Moussorgsky's Nuit
sur Ie mont chauve" kon van Hoogstraten's
spccialiseering van het tempo deze muziek niet van
een zekere eentonige leegte, die desondanks ont
stond, redden, terwijl deze zelfde specialiseering
het langzame tempo soms tot het te moeizame ver
traagde. Strawinsky's Oiseau de feu"-suite leed
feitelijk nog het meeste onder do verwaarloozing
van de kleur-geving". Toch miste van Hoog
straten's allure van sportieve zekerheid ook zijn
uitwerking niet op het Hollandsehe publiek, dat
aanvankelijk eon beetje vreemd stond tegenover
een al te enthousiast signaal-gebaar van den diri
gent.
Is van Hoogstraten ons wat zijn renommée be
treft wat tegengevallen?wij, Hollanders, zijn nu
eenmaal veeleischend aan den anderen kant
mogen wij niet vergeten, dat hij eigenlijk pas enkele
jaren dirigeert on voor Amerika dan toch the right
man in the right place" is gebleken zoodat wij hem
meer als Amerikaansch dan als Hollandsen dirigent
moeten beoordeelen.
DIT
MERK
IS EEN WAARBORG VOOR
ONOVERTROFFËN REPRODUCTIE EN
ONGEËVENAARDE AFWERKING.
N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY,
AMSTERD. VEERKADE 22A DEN HAA0