De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 25 juni pagina 19

25 juni 1927 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

2612 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JUNI 1927 19 Op den Economischen Uitkijk ? 9 /p , « :igjari! door Jhr. Mr. H. SMISSAERT ^[ ATUURLIJK is de honderdvijftigjarige, die ik.bedoel, de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, gelijk zij thans heet, de Maatschappij van Nijverheid, onder welken naam zij vroeger bekend was. Over die eerwaardig-oude, maar altijd nog zoo jeugdige, immers steeds zich verjongende instelling is het mij een lust, hier iets te schrijven. Maar dat doende, zal ik niet trachten, een kort begrip van hare geschiedenis tijdens de anderhalve eeuw van haar bestaan te geven; er is gelegenheid te over, bij dit zeldzaam jubileum zich daarin naar hartelust te verdiepen en te lezen hoe de oeconomische tak" een zelfstandige boom werd, ook hoe die .boom groeide en welke vruchten hij in den loop der vele jaren afwierp. Zij, die daarin belangstellen en de geschiedenis daarvan is inderdaad zeer belangwekkend kunnen elders alles daaromtrent vinden. ' Wat ik liever doe, is den aard en het streven der instelling kenschetsen, een zij het vluchtig beeld geven van de beteekenis dezer Maatschap pij" voor ons land en ons volk; ik doe dat met voor liefde, omdat ik dit streven en die beteekenis reeds lang heb gadegeslagen en dat eenigen tijd van zeer nabij heb .kunnen doen, toen ik den normalen diensttijd en daarna als invaller" nog een korten tijd een plaats in haar hoofdbestuur heb mogen innemen. Het voortdurend streven der Maatschappij kan men, dunkt mij, kort, eenvoudig en juist formu leeren als: bevordering van de volkswelvaart. Daarop is van den aanvang af haar arbeid gericht geweest en steeds gericht gebleven. De tot bereiking van dat doel aangewende middelen waren in hoofd zaak tweeërlei: handelen en getuigen. Handelen: door het in 't leven roepen of stichten van instel lingen, die volkswelvaart bevorderen zouden. Getuigen: door gedachtenwisseling (na onderzoek) over allerlei vraagstukken, waarvan de oplossing in dezen of m genen zin invloed op de volkswel vaart zou oefenen; na die gedachtenwisseling uiting geven aan de slotsommen, waartoe men gekomen was, in het orgaan der maatschappij of in haar vergaderingen (door moties of in adressen) aan openbare colleges of het een n het ander, in n woord: propaganda maken voor de aanbevolene oplossing. Van niet geringe beteekenis is het voor ons land en ons volk, dat eene groep van ernstig-denkende, het algemeen belang voor oogen houdende lieden in elkaar opvolgende geslachten naar bevordering van welvaart hebben gestreefd. Van te meer beteekenis, omdat deze groep de grenzen van hare belangstelling zeer wijd trok (en trekt); zij beperkt(e) zich niet tot onderwerpen op eenig bepaald afgebakend gebied gelegen, maar schonk en sch enkthare aandacht aan vrijwel alles, wat voor onze volkswelvaart in ruimen zin gewicht heeft. Als ernstige, het algemeen belang in het oog houdende lieden duidde ik hierboven de groep aan van hen, die in deze Maatschappij elkaar vinden voor den arbeid, die hun ter harte gaat. Daarmede heb -ik reeds aangegeven in welken zin en geest die arbeid verricht wordt, maar ik wil nog daarbij stilstaan, omdat de waarde van het werk, van de adviezen, moties, uitspraken, adressen daardoor meer dan door iets anders wordt beheerscht. Inderdaad is m.i. de groote kracht der Maat schappij altijd hierin te vinden geweest: dat zij niemand uitsloot, dat tot haar kan toetreden ieder, die iets gevoelde voor haar streven en dit wilde steunen, ongeacht de vraag tot welke staatkundige of andere partij of groep hij behoorde of zich aangeVAN NELLE'STABAK KWALITEIT A LOM VERKRIJGBAAR trokken zag. Die vraag blijft buiten beschouwing, omdat men in dezen kring alle zich voordoende vraagstukken slechts bezien wil uit het oogpunt van volkswelvaart, van algemeen belang, dus los van vooropgezette theorieën, van partij-program ma's, politieke desiderata, aan de zaak en het doel vreemde overwegingen. In dat losmaken van die vraagstukken uit de sfeer van partij- of groeps belangen, in de behandeling en beschouwing van die vraagstukken naar den eisch van het eenige, eigene programpunt: volkswelvaart en algemeen belang, is men wonderwel geslaagd en juist daarom is elk advies, iedere uitspraak van deze zijde waardevol. Hoe kan men zoo zal men vragen ? de vraag stukken van den dag, waaromheen zich dadelijk weeft het netwerk van allerlei staatkundige ten denties, daaruit bevrijden en ze als 't ware door kleurlooze glazen bezien? Dit schijnt waarlijk iets heel bijzonders, zoozeer zijn wij gewend alles te beschouwen door het prisma der vooropgezette meeningen, te toetsen aan den eisch der in partij programma's vastgelegde leuzen. Kan het dan toch ook wel anders ? En hoe bereikt men dat ? Op die laatste vraag kan ik geen ander antwoord geven dan dit: het wordt in dezen kring bereikt en het wordt daar, meen ik, enkel en alleen verkregen en behouden, doordat de zakelijke beschouwing nu eenmaal is wat ik zou willen noemen van oudsher de traditie van het Huis", die als 't ware lederen binnentredende omspint, zoodat wie zich onder die inwerking onbehagelijk zou gevoelen maar liever weer uittreedt, beseffende dat zijne plaats daar niet is. Het is die traditie van het Huis, welke ik voor mij sterk heb gevoeld en ondergaan in de jaren, waaraan ik boven herinnerde, toen het mij gegeven was deel uit te maken van het Hoofd bestuur. Denk ik terug aan de vergaderingen van dat college, dan komen mij weder voor den geest gedachtenwisselingen van ons twaalven over des tijds zeer actueele vraagstukken, welke toen, gelijk dat immers heet, in het brandpunt ook der politiek stonden. En onder ons twaalftal waren vogels van zeer uiteenloopende politieke veeren. Ik zeg niet, dat wij met hoed en jas onze vooropgezette politieke inzichten in het Paviljoen aan den kapstok op hingen alvorens in de breede fauteuils der antieke vergaderzaal ons neer te zetten. Maar dit zeg ik wel: de traditie van het Huis, de sfeer der Maat schappij had dusdanig ons in haar greep, dat wij ons van die inzichten volkomen vrij wilden maken, de zaak als zaak wilden beschouwen, haar alleen toetsen aan het algemeen belang, aan de bevordering van volkswelvaart. In die stemming droegen wij van weerszijden onze meeningen met gematigdheid voor, waren ontvankelijk voor van de onze afwij kende beschouwingswijzen, dat te eer omdat ook die niet met heftigheid ontwikkeld werden. Wij waren erop uit, als niet deze groep gene overtuigde en aan hare zijde meekreeg, den grootsten gemeenen deeler" te zoeken, in het vinden waarvan wij wel altijd slaagden, daarin bijgestaan door die mede bestuurders in ons midden, die niet of minder dan wij bij de bepaling van een oordeel tegen den bacil der politiek te kampen hadden. Deze gelukkige traditie is tot den huldigen dag in de Maatschappij blijven heerschen. Daardoor zijn hare uitspraken waardevol. Ook gewaardeerd? Op hare rechte waarde ge schat ? Het is altijd uiterst moeilijk te zeggen, welke wezenlijke kracht er uitgaat van een getuigenis op hen, die in laatste instantie omtrent de oplossing van vraagstukken als hier bedoeld te beslissen hebben, b.v., gelijk meestal het geval zal zijn, Regeering en Volksvertegenwoordiging. Eene in stelling, die zich geroepen gevoelt hare stem te doen klinken, moet zich daarover ook niet te veel be kommeren; hoofdzaak is voor haar, dat zij hare uitspraak te goeder trouw en naar beste inzicht gegeven weet en overtuigd is, dat zij de openbare meening op juiste wijze voorlicht. En dat mag zeker wel van deze Maatschappij worden gezegd. Dat zij, hare traditie handhavende, haar nuttigen arbeid nog lang moge voortzetten, wen.sch ik haai en ons land en ons volk toe. Beurs-Spiegel Donderdag, 23 Juni r~\ VER het geheel genomen vertoonden de noteeringen op de locale geldmarkt uiterst weinig verandering. Wel zakte gedurende enkele dagen de prolongatiekoers in tot 3.5 pCt., doch overigens werd nog 4 pCt. betaald. Wellicht is de toeneming van de bedragen der nieuwe emissies, die in den laatsten tijd aan de markt kwamen, aan het aanhouden der vaste stemming mede schuldig. Ook de discontokoersen, die in den aanvang der hier besproken periode, na het publiceeren van de voorlaatste weekbalans van de Nederlandsehe Bank, een kleinigheid lager afkwamen, handhaaf den ten slotte het feit van de vorige week. Papier met twee handteekeningen kon niet dan tegen 3 9/16 pCt. worden ondergebracht. Toch is blijkens de jongste bankstaat de binnenlandsche wisselportefeuille der centrale bank afgenomen met circa i 12.000.000, zoodat blijkbaar het bedrag van het vervallen papier dat van het bij de bank onderge brachte met deze som overschreed. Ondanks dit geruststellende cijfer bleef het disconto nabij den officieelen voet gehandhaafd. De vaste geldkoersen te Londen en Berlijn (par ticulier disconto werd daar kortelings op 5 6/s pCt. gebracht), zoomede de herleefde haussebe weging in Noorsche Kronen maken verdere af vloeiing van korte gelden niet onmogelijk. In Belgiëkon men wederom voor den derden maal sedert de stabilisatie het bank-disconto ver lagen, waardoor dit zich op 5 pCt. stelt. Ook ten aanzien van dit land werkt dus de nivelleeringstendenz inet de onringende geldmarkten. Reeds gedurende meerdere maanden was men in Belgi getuige van groote belangstelling uit het buitenland voor inheemsche obligaten, waarvan de kansen snel konden stijgen. Het resultaat blijkt niet uitgebleven te zijn: de geldruimte heeft zich ook tot de discontomarkt uitgebreid. In Frankrijk besloot de regeering tot uitgifte van een nieuwe O pCt. leening. Reeds in een onzer vorige overzichten wezen wij op de anomalie, dat op de Parij sche geldmarkt een buitengewoon ruim aanbod heerscht, tengevolge van de kunst matige uitbreiding der circulatie door steeds voort schrijdende aankoop van deviezen, terwijl tegelijker tijd de Regeering een zeer groote vlottende schuld bij de centrale bank heeft. Aan deze misstand zal thans een einde worden gemaakt; de regeering neemt een leening op, saneert daarmede de geld markt, en lost haar schuld aan de Banque de France geheel of gedeeltelijk af. Indien dan over eenigen tijd nog afschaffing van het kapitaalexportverbond kan worden tegemoetgezien deze regeling heeft reeds lang hare valuta-bescher mende beteekenis verloren dan kan men op de Parij sche geldmarkt weder een gezonden toesta,nd verwachten. * * * Afgezien van de tijdelijke oplevingen wil de handel aan de Duitsche fondsenbeurzen nog niet zeer vlotten. Nog steeds is geld tamelijk duur, hoewel voor de a. s. ultimo-liquidatie geen moeilijk heden worden verwacht. Het jongste maandbe richt van de Direction der Disconto-Gesellschaft ademt een geruststellende geest. Vele aandeelen, aldus het overzicht, staan op een peil, dat den kooper op den huldigen dividendbasis een goed rendement biedt. Het bericht van de Deutsche Bank, die evenals voormelde instelling vóór den ,. zwarten Vrijdag" voortdurend in haar overzicht waarschuwde tegen te groot optimisme, is daar entegen van meening, dat het liquidatioproces nog niet als geëindigd kan worden beschouwd, uit hoofde van den korten tijd, die sedert hall' Mei is verstreken. De Duitsche regeering schijnt in te '/.ien, dat men in den aanvang van dit jaar wat hard van sta pel wilde loopeii toen men den import van buitenlandsch kapitaal geheel wilde stoppen, en metdat doel de vrijstelling van 10 pCt. couponbe-lasting voor het buitenland aangegane leeningen ophief. Zij verklaarde dat voor ..productieve leeningen'' voorloopig weer aanvragen tot vrijstelling in over weging zouden worden genomen. Keeds werden Ie Amsterdam onder het nieuwe regime twee li.5p('t. leeningen. ondergebracht. (.'. K.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl