De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 25 juni pagina 21

25 juni 1927 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

No. 2612 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JUNI 1927 21 Uit het Kladschrift van Jantje J^é**?*? &&>£" Alida's Croquante Croquetjes door ALIDA ZEVENBOOM p EN fleschje odeur en een doos met drie stukken zeep.... Kan het gemeener? Dat heeft meneer voor me uit Parijs meege bracht. Als daar geen vrouw de hand in gehad heeft, dan weet ik het niet. Een man doet niet zoo gemeen. O, hoe kan ik me voorstellen hoe dat gegaan is ! Dat mensch bij je thuis? Ben je mal ! Je moet je personeel niet verwennen. Ze zou zich heel wat gaan verbeelden ! Vooral vrouwen op dien leeftijd.. .. Mijn leeftijd I Wie weet wat die dame op haar leeftijd al meegemaakt heeft. En meneer, die een goeierd is, heeft ja geknikt en de face-a-main die hij voor mij koopen wou, weer weggelegd. Zoo is het gegaan. En een odeur om er een hond mee de gracht in te jagen. Als mevrouw zaliger van een reis uit het buitenland terugkwam, kreeg Aal altijd zes mooie kanten zakdoekjes of zoo iets en het lagere personeel kreeg zeep. Zoo was het in mijn tijd en zoo hoort het. Een mensch moet altijd weten waar hij staan moet", zei dominéKoffieberg van de week nog en ik heb daar niets tegen, maar ik vind dat meneer niet weet waar hij staat. En dat mensch dat me dat geflikt heeft Ik heb Zondagmorgen een paar druppels van dat fleschje op mijn schoone zakdoek gedaan en ik merkte in de kerk wel, dat Mevrouw de Vlugt die een bank van me af zat, deze ijdelheid der ijdelheden streng afkeurde,want ze snoof een paar keer en keek even schuin achter om, maar ik deed net of ik geen erg had. Ik zal het fleschje morgen aan Kathe geven, onze nieuwe Duitsche, die is nog al wereldsch, al krijg ik dat er wel uit voor zij drie maanden hier is. En meneer is terug gekomen nou.... ik zeg maar zoo,ik zeg maar niets. Och, och, wat zou zoo'n man vertroeteld moeten worden. Ik heb hem voor van middag een fijn, malsch soepje als een zalf je gemaakt en eens kijken of hij zoo'n potage in Parijs gehad heeft. En al z'n pakken roken naar allerlei geurtjes. Het huis is or door vergeven. En het is of ze de lucht er van te pakken hebben gehad, want meneer was nog geen half uur thuis of daar ging de telefoon al. Het was meneer Wïerdels en met z'n liefste stem. Meneer is nog in 't bad, zei ik. Pas uit Parijs terug. Hij heeft al de rennen gezien met al die mooie meisjes die u altijd overslaat als u in Parijs bent, zei ik nijdig, want ik had net twee rossige haren op meneer's rok gevonden. Rossig geverfd, natuurlijk, want is er in dat Babel wel iets echt ? Dan kom ik direct. Ik moet meneer dringend hebben. Zegt u het even? Hij kwam en het was natuurlijk over de wethoudersverkiezing. Heb je in de kranten gelezen van onze vergadering? vroeg hij. Wat denk je er van? Zou ik nog een kans maken? Staat het vast dat de roojen niet meedoen als ze er maar drie krijgen ? vroeg meneer. Als het Kasteel van Aemstel", zoo geheid, zei Ferdinand. Jullie begint natuurlijk Wibaut en Polak te stemmen niet waar? Nog al wides, zei hij, maar het klonk net of ie zei: nog al wier-dels. De Miranda moet er uit. Jullie een tikje te glad, wat? Ja, Drabbe kan niet tegen hem op. Toen ik nog naast hem zat.. . . Ik voelde dat ik een traan in mijn oog kreeg, zoo meewarig zei hij het. Net als onze voorzanger de gezangen opleest. Als Wibaut en Polak gekozen worden, bedanken ze? Positief ! En dan zijn jullie heelemaal onder ons en begint de pret? Precies. En dan, als jullie alles evenredig wilt hooren, zal 't het beste zijn, dat iedere fractie n mannetje in 't college krijgt. Vind je? vroeg hij en nu werd mijn andere oog nat. Ja, zei meneer. Vos, Jan en Drabbe beginnen. Dat zijn drie. En voor de overige drie zetels kies jullie Baas, Abraham en Arpad. Ja, maar, zei Ferdinand, wij Katholieken zijn toch met zijn zevenen en Weiss is alleen met Zachie. En moet Solklesz er dan buiten blijven? Die schenkt zonder morsen, heb ik gehoord, zei meneer, als jullie dien in de koffiekamerpiielden voor de thee. Dan vervult hij een wettige functie en Weiss heeft geen last van hem. Ik voel niets voor dat soort evenredigheid, zei Ferdinand. Meneer suste hem. Wacht even, zei hij. Ik ben er nog niet. Romme zal er natuurlijk ook in willen, net als jij . . Als ik? vroeg Ferdinand ver wonderd. Als ik? Maar man, ik heb der schoon genoeg van. Het zit me tot hier hij wees ongemerkt op de strop van zijn bottine want een mensch mag geen valsche verklaring afleggen en alleen in 't uiterste drin gend geval als de partij een beroep op mij doet en er niemand anders is.... en vind je Romme ook niet nog wat jong? Des te langer kan hij van zijn pensioen genieten, zei ik, en waarom altijd mannen als wethouder? Zou een vrouw niet even goed de wet kunnen houden? En waar is een vrouw beter op haar plaats dan in de gemeente huishouding? Juffrouw Crielaers, bij voorbeeld .... Toen had u Ferdinand moeten zien kijken. Ik dacht dat hij minstens hem voor zoo'n wezen uit de Folies Bergères aanzag, zoo woedend keek ie. Luister, zei meneer. Nu jullie het beginsel huldigt dat in 't college de evenredigheid en niet do bekwaam heid den doorslag moet geven, is het billijk, dat in de fractie ook de even redigheid wordt toegepast. En daarom zou ik jullie dit advies willen geven: ieder fractie-lid, de knappe zoowel als de ezels, zitten ieder op hun beurt als wethouder. De nieuwe Raad zit weer 48 maanden. Jullie zijn met zijn zevenen. Ieder krijgt bijna 7 maanden om te zitten. Het lijkt wel gevangenisstraf, liet ik me ontvallen. Het is nog erger, zuchtte Ferdi nand. Voor je plezier hoef je 't werkelijk niet te doen. Vraag dat maar eens aan Jan ter Haar. Ik heb niets tegen je systeem, maar aange zien het Neutrale Blok maar twee man telt, zou Weiss twee en Zachie ook twee jaar wethouder zijn. Is dat niet te veel? Maar wat komt er dat nu op aan? vroeg meneer. De directeuren en de hoofdambtenaren zijn er ook nog en als jullie Zachie de vischvoorziening geeft en Weiss financiën, zul je eens zien hoe fijn de boel marcheert. Ik maak me sterk dat Arpad de heele gemeente op aandeelen zet en ze aan de Beurs introduceert en nooit at Kenners zeggen: MIJ smaakt allén een BROCHES Clgaret'' Amsterdam dikker paling dan onder Zachie Jansen, zoo zal het in de ge schiedenisboekjes van Amsterdam ge schreven staan. Zeven maanden is niet lang, mompelde Ferdinand, maar het is iltijd wat en misschien zijn er leden die hun zeven maanden aan een ander, die meer tijd heeft, willen overdoen. Er zit toch meer in je systeem dan ik eerst dacht, liet hij or op volgen. Het kan anders wel aardig worden, zei meneer want eigenlijk gezegd is in den nieuwen Raad bijna een revolutionnaire meerderheid. Vijf tien sociaal-democraten.... Allemaal revolutionnairen ! riep Ferdinand. In de oppositie natuurlijk. Dan vijf bolsjes of daaromtrent en drie vrijzinnig-democraten die zich met Vos eu ter Haar en Boissevain en Romme toch ook niet lekker moeten voelen als regeeringspartij. Je krijgt dus, al heel gauw, als 't niet erg botert in 't college, 15 -j- 5 -j- 3 plus Jansen, dat is al 24 tegen 21 en dan is 't nog de vraag of al de zeven Katholieken met het college mee stemmen. En in vertrouwen gezegd ik heb met een vooraanstaand vrijzinnig-democraat in Parijs een conferentie gehad. Het zal wel een erg vrijzinnige democrate geweest zijn, dacht ik bij mij zelf, maar ik schonk nog maar eens een kopje thee in en zei niets. En er hoeft waarachtig niet veel te gebeuren of de vijftien gaan soms met de drie en met Zachie maakt dat al 19 en dan hebben zij maar een paar overloopers van jullie noodig en klaar is Kees. En dan blijf ik er heelemaal uit, zuchtte Ferdinand, tenzij .... Hij stond in eens vastberaden op. Tenzij wij in meerderheid de mocratisch mochten zijn en dan: drie sociaal-democraten, een vrijzinnig democraat en twee Katholieken ! Ik ga subiet de stad van haar onder gang redden, declameerde hij en als wijlen Gijsbrecht vari Schoonhoven schreed hij weg en ik hoorde hem mompelen: ,,Ik laat in i j niet van papa ringelooren".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl