De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 25 juni pagina 3

25 juni 1927 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2612 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JUNI 1927 Moderne Jeugd Na-Ooriogsche Bespiegelingen van een Voor-Oorlogsch Man door H. G. CANNEGIETER Coolidge's Voorstel tot Vlootbeperking Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiék V. Nieuwe Normen TJ ET is merkwaardig dat althans naar mijn ervaring, de klachten over de vrijpostigheid van de hedendaagsche jongelui hoofdzakelijk op rijzen uit den zoogenaamden gestudeerden stand. Dit lijkt mij geenszins toevallig. De gestudeerde stand immers houdt #ijn kin deren het langst onmondig. En naarmate de examen-eischen toenemen, neemt de duur van deze onmondigheid toe. Terwijl jongens en meisjes uit den arbeidenden stand reeds lang verdienen en met dit kostwinnerschap een zekere zelfstandigheid bereiken, blijven de jonge heeren en dames op onze gymnasia, lycea, Hoogere-Burger-Scholen en universiteiten afhankelijk van pa en ma. Zou deze achterstand in maatschappelijk aan zien ook al weer niet verzet wekken bij de jongelui van den tegenwoordigen tijd? Ik ken een welmeenende pleegmoeder, die een jongen in huis heeft. Deze pupil behoort niet tot de allervlugste wat zijn vorderingen op school betreft. Ofschoon reeds meerderjarig geworden, moet hij nog eind examen doen. En nu is het vermakelijk, dit welmeenend vrouwtje over haar pupil te hooren spreken. Zij beseft, dat ze ten overstaan van zijn ouders een heele verantwoordelijkheid heeft. Nico heeft toe zicht noodig op zijn werk. Hij gaat 's avonds te veel uit. Ze heeft van een kennis hooren verluiden, dat iemand hem met een meisje gezien heeft. Nico mag niet zooveel rooken. Hij schijnt wel eens bier te drinken. Nico moet vroeg op. Hij moet vroeg naar bed. Hij moet tusschen schooltijd werken. Hij mag niet zoo vaak vrienden ontvangen. Zijn zakgeld is te gauw op. En.. .. grootste grief: Nico heeft te veel praatjes. Hij houdt er zelfs een smoking op na. Was Nico, die een kalm, verstandig en praktisch hoogst bruikbaar jongmensch is, niet uit stands vooroordeel gedwongen, rechten of weet ik wat te studeeren, dan zou hij op het oogenblik een ver dienstelijk beursman, beambte of verzekeringsagent.zijn. Hij zou zijn eigen kost verdienen, ver loofd of misschien wel getrouwd zijn, doch in elk geval in eigen en andrer oog den kinderschoenen ontwassen. Wat den gestudeerden stand betreft verkeeren de jongelui van den tegenwoordigen tijd wel in een zeer tweeslachtige positie. Lichamelijk zijn ze volwassen, terwijl ze economisch nog vol slagen afhankelijk zijn van hun ouders. Hoe sterker van karakter ze zijn, des te pijnlijker drukt hen deze afhankelijkheid. Ze komen in de jaren, waarin een jongmensch geen rekening meer wil noch kan afleggen jegens zijn ouders van al zijn gedragingen. Bij het ouderwetsche slag studenten was dit zoo erg niet; daar hield de zoon de traditie op van zijn gefortuneerden vader, die met een slechts vormelijk protest, maar trotsch in zijn hart, zijns zoons schulden betaalde. Maar heden ten dage is de meerderheid der ouders van studenten ongefortuneerd en de kinderen, -sober opgevoed en met het besef, welk geldelijk offer de studie hun ouders kost, maken geen schulden. Toch kwelt hen uitermate hun onmacht, iets buiten het wakend oog hunner ouders om te kunnen uitrichten. Slechts van eigen verdiend geld profiteert een jongmensch van karakter, maar als hij aan het verdienen raakt, is hij al bijna geen jong mensch meer. (p Met deze moreele en economische afhankelijkheid neemt de na-oorlogsche jeugd minder gemakkelijk vrede dan het voor-oorlogsche jonge geslacht. Dit had althans den troost, dat het als cultureel hooger dan de' verdienende jongemanschap beschouwd werd en aldus ook zichzelf beschouwde. Sinds den oorlog is het aanzien van schoolsche, inzonderheid academische studie echter aanmer kelijk gedaald. De oorlog heeft de jongemanschap van allerlei gading tezamengebracht en heeft democratiseerend gewerkt. In militairen dienst kwamen vaardigheden, eigenschappen en kennis te stade, welke meer beteekenis schenen te hebben dan de examenstof. Met diploma's, academische graden en school wijsheid wordt geen oorlog ge wonnen. Maar ook na den oorlog bleken er voor jongelui IN DE PLOOIEN VAN MIJN TOGA BERG IK VLOOTBEPERKING OF WEDIJVER IN BEWAPENING. KIEST DUS WAT GIJ WILT!" met praktisch doorzicht, handigheid en slag vaardigheid betrekkingen open en transacties te doen, die dezen ongestudeerden plotseling een flinke maatschappelijke positie schonken. Er werd car rière gemaakt door knapen, die op de school banken allerminst uitblonken. Dit is trouwens een verschijnsel, dat ook oudtijds zich openbaarde. De achterlijke broeders op school kwamen in het leven vaak het fortuinlijkst terecht. En met hun lef en hun brani als jeugdige mannen van de wereld staken zij hun voormaligen klasgenooten, den bolleboozen, die nog maar steeds als scholieren voortsukkelden, dikwijls de oogen uit. De minachting voor achterlijkheid op school, welke vroeger als schadeloosstelling het gemoed dezer scholieren in evenwicht hield, is thans ik zei het, verdwenen. De tegenwoordige jeugd heeft ervaren, dat het intellect, en dan nog slechts het op schoolsche spitsvondigheden afgericht intellect, niet de eenige toetssteen is. Zij beaamt de lang misprezen taxatie van Spencer, die ervaren heid hooger schatte dan kennis. Hiertoe heeft ook de sport meegewerkt en die andere factor van allergeweldigst gewicht: de moderne dans. In een veelzins merkwaardig boek heeft de heer Merkelbach, over tooneel schrijvend, de opmerking gemaakt, dat, zooals de menschen vóór den oorlog elkander beoordeelden naar hun conversatie, de menschen van thans elkander beoordeelen naar hun wijze van dansen. Vroeger heette het: met dien man of die vrouw kun je niet converseeren; thans zegt men: met dien man of die vrouw kun je niet dansen. Ook in den knapsten pedant doet zich, zoolang hij jong is vooral, de eros gelden. En de eros rekent niet uitsluitend met tienen voor wiskunde of een promotie cum laude. Wie in de gratie staat bij het andere geslacht, is de goede danseur, de kei van het sportveld, de geestige opmerker, de man of vrouw van karakter, van durf. Wie in de gratie staat bij het andere geslacht, is bovendien: de man met een auto. Zelfs in de geciviliseerdste maatschappij blijft er iets waar van de oude spreuk, dat honger en liefde de drijfveeren zijn van den mensch. Honger en liefde worden in den na-oorlogschen tijd niet door diploma's en academische graden bevredigd. Het bezit van een eigen wagen" symboliseert de bevrediging van de beide nog steeds elementaire levensbehoeften. En wie rijden in onzen tijd met eigen wagens de cabarets en badplaatsen af? De doctoren in de letteren? De meesters in de rechten? ? De jongelui van den tegenwoordigen tijd willen voor vol aangezien worden even goed als de jongelui van den vroegeren tijd. Ik geloof niet, dat Bhijnvis Feith een geweldig hockeyer zal geweest zijn, maar hij was met 17 jaar advocaat. Dat was in zijn tijd het toppunt. Zelfs een kwart eeuw geleden werd, aan ons gymnasium althans, sport nog als iets zeer minderwaardigs beschouwd. Toen gold als glanspunt de wetenschappelijke carrière. f Doch na-oorlogsche ouders uit den gestudeerden stand handelen onmenschkundig, zoo zij dezen verouderden maatstaf ten opzichte van hun kroost willen bestendigen. Zij mogen niet smalend spreken over den tijd, op het sportveld verspild"; zij mogen den charleston niet als onzedelijk" veroordeelen; zij mogen niet afgeven op de zucht naar uitgaan en pleizier. Zij moeten bedenken, dat iedere tijd, ook voor de jeugd, zijn eigen normen stelt. Tegenover hun verouderden norm stelt hun kroost den zijnen.Het ideaal van de hedendaagsche jongelui is niet hij die veel weet, maar hij die veel doet, of liever: hij die veel is. Het pedantisme schijnt nu wel voor goed eindelijk zijn tijd te hebben gehad; het humanisme krijgt kans. Mensch zijn, het leven te kunnen, te durven leven, lijkt thans het hoogste. De school is slechts een onbeteekenend, althans in het groote maatschappelijk verband zeer onder geschikt levensgebied. Geen schoolkennis, ? levenshouding, levenservaring beslist over iemands gehalte en aanzien. Zóó denkt de tegenwoordige jeugd. DEN HAAG AMSTERDAM ROTTERDAM KLAMBOE DE IDEALE BESCHERMING TEGEN MUGGEN VOOR N- _ _ _ PERSOONS- _. 4 Jt' LEDIKANT H. ??V. 75 DER £ ZOMKN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl