De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 2 juli pagina 17

2 juli 1927 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2613 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 JULI 1927 17 Het Radio-Recht door Mr. H. G. KOSTER Een Wetsontwerp tot Aanvulling van de Telegraaf- en Telefoonwet l_IET nieuwe recht volgt de nieuwe * techniek niét onmiddellijk op den voet. Vooral in ons land zijn van deze trage rechtsvorming sprekende en verbazingwekkende voorbeelden te vinden. Is het niet ongelooflijk, dat eerst in dit jaar, anno 1927, in het Wetboek van Koophandel.bepalingen werden ingelascht tot regeling van het goederen- en personenvervoer met. . . . stoombooten? Doch dit bizondere geval ter zijde gelaten: ook op andere gebieden der techniek kwamen de wettelijke regelen pas na vele jaren. In 1875, zes en dertig jaar nadat de eerste spoortrein hier te lande gereden had, verscheen de Spoorwegwet. In 1905, bijna vijf en twintig jaar na den intocht van de fiets kregen wij de Motor- en Rijwielwet. In 1904 meer dan vijftig jaar na de invoering der electro-magnetische telegrafen kwam de Telegraaf- en Telefoonwet. Men zou zich echter vergissen, als men in het langzaam tempo van het ambtelijk en parlemen tair raderwerk de eenige oorzaak wilde zien. Die oorzaak ligt dieper. De ontwikkeling der techniek is zóó onberekenbaar, gaat zóó snel sprongs gewijs vooruit of komt soms zóó plotseling tot stilstand, dat passivi teit des wetgevers veeleer als wijze voorzichtigheid te prijzen, dan als traagheid te laken is. Dwingende, peuterige wetsvoorschriften, te spoe dig gegeven, zouden de ontwikkeling lichter kunnen remmen dan bespoe digen. De wetgever handelt dan ook zeer verstandig als hij opmerkzaam toeziet, waarheen de technische ont wikkeling leidt, met andere woorden: als hij de kat uit den boom kijkt. Een en ander geldt in hooge mate ten aanzien van de radio-techniek. Toen in 1904 de Telegraaf- en Telefoonwet tot stand kwam, meende men (zóó drukt de memorie van toelichting het uit) dat voor aanleg en exploitatie de periode van verrassingen reeds was afgesloten en hare regeling zonder gevaar voor gedurige wijziging in de wet kon worden vastgelegd". Weinig vermoedde men toen de geweldige ontwikkeling der draadlooze tele grafie, die toch reeds in 1896 was uit gevonden. Niet dan tegen den aan vang van den wereldoorlog zou het verwonderd menschelijk geslacht de ontplooiing gadeslaan van het nieuw ste mysterie: draadloos spreken. In die dagen was de wetgever nog afkeerig van ingrijpen. Slechts werd in het Koninklijk Besluit van 6 Maart 1905, steunend op art. 12 van de Telegraaf- en Telefoonwet, in 1921 een bepaling opgenomen tot we ring van hinder, die door radio toestellen aan anderen kan worden toegebracht. Thans echter, 9 Juni 1927, is een nieuw ontwerp tot aan vulling dezer wet zélve bij de Tweede Kamer ingediend. Daarin wordt een meer algemeene regeling getroffen. Een algemeene, geen alzijdige rege ling van het radio-verkeer. Daarvoor is het nog geen tijd. Er komt nog geen allesbeheerschende Radio-wet; alleen een aanvulling van de Telegraaf- en Telefoonwet. De nieuwe bepalingen zullen nader worden uitgewerkt in een Algemeene Maatregel van Bestuur. De regeling omvat: aanleg en gebruik van inrichtingen niet bestemd tot het verzenden van telegrammen of het voeren van gesprekken. Dit gebied wordt weer in drieën verdeeld: lede eigenlijke radio-omroep, 2e de zooge naamde zakelijke omroep en 3e de zoogenaamde radio-distributie. Een enkel woord over die termen. Men vindt ze in de dagbladen, luistergidsen, aetherbodes. Maar fraai zijn ze niet en juridisch in den haak nog veel minder! Als men niet oppast komt daar een Babelsche spraak verwarring uit voort. Onder radioomroep wordt verstaan de omroep bestemd voor allen. Daarmee kan men vrede hebben. Onder zakelijke omroep wordt verstaan: het geven van seinen, bestemd voor hen, die tot het opDeze uitdrukking is duidelijk, maar kon beter in zuiver Nederlandsen luiden: draadlooze uitdeeling. Ziethier nu enkele van de voor naamste bepalingen der nieuwe rege ling: voor aanleg en gebruik van radioomroep-iaxichtingen zal een machti ging van den minister vereischt zijn. Plaats, golflengte, zendvermogen zul len door den minister moeten worden goedgekeurd. De inhoud van hetgeen wordt uitgezonden zal onderworpen worden aan een (nog nader te regelen) controle-instantie. Als beginsel zal gelden: inhoud van hetgeen uitge zonden wordt, mag niet in strijd zijn met de veiligheid van den Staat, de openbare orde of goede zeden. Wij spreken hier alvast de hoop uit, dat deze controle-instantie niet moge ont aarden in een onvaderlandsche, met onze aloude tradities strijdige censuur. Het gebruik van radio-ontvanginrich tingen zal geheel vrij blijven. Geenerlei concessie, machtiging of verlof zal daarvoor in de toekomst, evenmin als nu noodig zijn. Wel zal ieder, die een ontvanginrichting gebruikt (of tot gebruik gereed heeft) daarvan aangifte moeten doen bij een aan te wijzen authoriteit bijv. bij het gemeenteNedeHemdsche Radio-Industrie HET NIEUWE LABORATORIUM VAN DE NEDERLANDSCHE SEINTOESTELLENFABRIEK nemen van deze seinen bevoegd zijn krachtens een tusschen afzender en ont vanger bestaande rechtsbetrekking (bijv. verspreiding van beurs- en pers berichten). Nu weet ieder beginneling in de rechtswetenschap, dat men juist de verhoudingen, die op een persoon lijke rechtsbetrekking berusten, per soonlijk noemt en niet: zakelijk. Zakelijk zijn die verhoudingen, die óók derden (buitenstaanders) betreffen. Zoodat de zakelijke omroep juist per soonlijk behoorde te heeten. Nog zon derlinger is, dat de voor allen bestemde omroep kortweg radio"-omroep ge noemd wordt in tegenstelling met de zakelijke" omroep. Alsof de zakelijke omroep niet eveneens door radio golven, maar door zakelijke" golven plaats vindt! De kamerleden mogen alvorens de debatten beginnen er de dissertatie van wijlen Mr. Jacob Israël de Haan wel eens op naslaan, ten einde een lesje te krijgen in de juridische significa! Een juiste ter minologie ware onzes inziens: alge meene draadlooze omroep tegenover bizondere draadlooze omroep. Onder radio-distributie wordt verstaan het langs geleidingen en lijnen dóórgeven van voor ieder bestemde seinen naar andere perceelen, dan die waar de ontvanginrichting wordt geplaatst. bestuur. Ook zal van iedere radioontvanginrichting zeker recht", der halve een belasting geheven worden. Dat zal den luisteraars minder be vallen. Maar er komt een pleister op deze wond: niet de gehéle opbrengst dier belasting komt den fiscus ten goede; een deel er van zal door de Regeering worden uitgekeerd aan personen of lichamen, die zich ten doel stellen door middel van radioomroep de cultureele belangen des volks te bevorderen. Een even sym pathieke als sociaal-nuttige wetsbe paling ! Aan houders van ontvanginrich tingen zal de verplichting worden opgelegd, alle maatregelen te treffen tot voorkoming van het zenden van golven, welke het radio-verkeer hin derlijk kunnen zijn. Met het oog op de veelvuldige plagerijen van kwaadwilligen, ontbreken natuurlijk de noodige strafbepalingen niet. Van den zakelijken omroep" zal de aanleg en exploitatie van Rijkswege geschieden. Rijksstations zullen tegen vergoeding in gebruik worden gegeven. De wet laat echter de mogelijkheid open, dat aan particulieren krachtens bizondere machtiging verlof tot aan leg en gebruik gegeven wordt. Sedert l jJanuari 1927 heeft de zakelijke" uitzending de facto reeds plaats door middel van den Rijkstelefoniezender te Scheveningen-Haven. Vóór dien datum had deze omroep plaats door een zender opgesteld in het Beurs gebouw te Amsterdam krachtens ver gunning, verleend aan de Vereeniging voor den Effectenhandel en aan het Persbureau Vaz Dias. Wat de radio-diütribvtie" betreft: tot nog toe behelpt men zich ook daar met de oude bepalingen der Telegraaf en Telefoonwet: voor aanleg en ge bruik tot het dóórgeven van seinen wordt op aanvrage machtiging ver leend. Die machtiging wordt in de door deze wet gestelde gevallen (in gebruikgeving tegen betaling; aanleg in of op of boven openbare gronden) niet geëischt en verleend voor de inrich ting zelf, maar alleen voor de daaraan verbonden geleidingen, welke het centrale toestel met de perceelen der aangeslotenen verbinden. Deze onvol ledige regeling zal nu verbetering ondergaan. De radio-distributie" zal geheel op dezelfde wijze geregeld worden als de radio-omroep". Zewd-inrichtingen zullen niet door amateurs gebezigd mogen worden voor hun bizondere oogmerken en liefhebberijen. Wel zal de minister machtiging kunnen geven tot het houden van wetenschappelijke proeven, maar alleen aan rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen, inrichtingen van onderwijs en zelfs ook aan parti culieren, mits zij geacht kunnen worden op eenige wijze in het belang der ontwikkeling van de radioweten schap werkzaam te zijn". In de me morie van toelichting doet de minister den zendlustigen amateurs nog een kleine toezegging: mits het overeen te brengen zal zijn met de besluiten der Internationale Radioconferentie (welke nog dit jaar te Washington wordt gehouden), zal worden over wogen of wellicht onder bepaalde voorwaarden voor radio-telefonische (en radio-telegrafische) uitzendingen door-amateurs een golfband zal kun nen worden beschikbaar gesteld. Doch dat ligt nog op de knieën der goden ! Alles bij elkaar genomen, gelooven wij, dat de ontworpen regeling lof verdient. Ten gevolge van het systeem der machtigingen, heeft de minister het in de hand voor ieder concreet geval passende vereischten te stellen. Al naar den aard van het geval zullen die vereischten nu eens strenger, dan weer milder uitvallen. Eenerzijd s wordt er nu orde geschapen in den huidigen radio-chaos; anderzijds wordt de ontwikkeling van het radio-wezen nergens door onverbrekelijke ketenen in haar groei belemmerd. Abonneert U op De Vrouw en haar Huis" Prijs per jaar f 10 Franco p.p. f 10.75 Proefar. op aanvraag Uitgave Van Holkema 6 Warendorf's Uitg. Mij. A'dam

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl