De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 2 juli pagina 19

2 juli 1927 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2613 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 JULI 1927 19 De Deli-Maatschappij Beurs-Spiegel door PAUL SABEL Gunstige Vooruitzichten voor het Loopende Boekjaar. Uitbreiding der Ondernemingen. T~\ E Deli Maatschappij is nog altijd facile princeps onder de tabaksmaatschappijen en het laat zich niet aanzien, dat hierin binnen afzienbaren tijd verandering zal komen. Bij geen enkele cultuur is het overwicht van n bepaalde maat schappij zoo groot als bij die van tabak, waar nog bij komt, dat door bemiddeling van de Deli Maat schappij ook de tabaksoogsten van sommige andere maatschappijen, zooals die der Senembah Maat schappij en der Cultuur Maatschappij De Oost kust" worden verkocht. Zooals van een maat schappij van de standing der Deli Maatschappij te verwachten valt, wordt in hare beheerskringen groote waarde gehecht aan traditie en hier mede in nauw verband staat het feit, dat het voor aandeelhouders niet zoo gemakkelijk valt eenigen invloed op den gang van zaken uit te oefe nen. Immers moet men minstens tien aandeelen op zijn naam hebben staan of gemachtigde zijn van aandeelhouders, die tezamen minstens tien aandeelen op naam bezitten om aan de vergade ringen van aandeelhouders te kunnen deelnemen. Daarmede is men echter nog niet stemgerechtigd, want om stem uit te brengen moeten de aandeelen, die ter vergadering vertegenwoordigd worden muistens drie maanden op naam van den houder hebben gestaan. Doch zelfs indien men zijn aan deelen drie maanden op zijn naam heeft gehad, beteekent dat nog niet, dat men aan de stemming kan deelnemen, want voor gewone besluiten geven iedere tien aandeelen op naam en voor de benoe ming van een Directeur zelfs iedere vijfentwintig aandeelen op naam, nog slechts recht tot het uit brengen van n stem. Toch gevoelen aandeelhouders zich volkomen gerust onder de leiding van hare Directie en zelfs hebben wij op een vergadering, waar de invoering van de z.g. oligarchische clausule in de statuten van een maatschappij ter sprake kwam, wel eens de regeling, zooals die bij de Deli Maatschappij bestaat, ten voorbeeld hooren stellen. Inderdaad hebben aandeelhouders dan ook alle reden over het beleid van hun bestuurderen buiten gewoon tevreden te zijn, zooals kan blijken uit de omstandigheid, dat de maatschappij gedurende het laatste decennium gemiddeld ruim 30 pCt. dividend heeft kunnen uitkeeren, niettegenstaande het kapi taal onderwijl verhoogd werd van ? 9 millioen tot ? 25.654.000. Opmerkelijk is ook het groote aanpassingsver mogen der Deli maatschappij, zooals zij dit toont door zich ook bij nieuwe cultures te interesseeren. Voorts gevoelt zij zich door de vooraanstaande plaats, die zij in de tabakscultuur inneemt, ook van tijd tot tijd verplicht ondernemingen, welker resultaten niet geheel en al bevredigen, onder hare leiding te nemen of andere, die zich in buitenlandsch bezit bevinden of daarin dreigen over te gaan, bij de hare te voegen. Wat de resultaten der Deh Maatschappij in het op 31 October geëindigde boekjaar betreft, deze zijn belangrijk bij die van de voorafgaande boek jaren ten achter gebleven. De tabaksoogst 1925 was wel iets grooter dan die van 1924, doch door het lagere aantal picols, dat per bouw verkregen werd (10.51 tegen 10.86), was de kostprijs hooger. Bovendien bedroeg de gemiddelde opbrengst per half K.G. slechts 208 cent tegen 298 cent in 1925 en 314 cent in 1924. Men moet dan ook tot de oorlogsjaren teruggaan om zulk een lagen verkoop prijs terug te vinden. Behalve dat de qualiteit van oogst 1925 niet bijzonder fraai was, was bij den aanvang der inschrijvingen van 1926 ook de vraag ARHHEMSCHE HYPOTHEEKBANK PANDBRIEVEN BEURSKOERS DIRECTIE M?5.J.VAMZlJST-M?J,F,YERSTEEVEN van Duitsche zijde niet groot, als gevolg van de vele faillissementen en betalingsmoeilijkheden, welke toenmaals in Duitschland voorkwamen. In het verloop van het jaar is daarin echter ver betering gekomen. Van Amerikaansche en Zweedsche zijde werd geregeld flinke vraag naar de in die landen conveniëerende partijen aan. den dag gelegd, terwijl Sumatra-tabak voorts den gunstigen invloed onderging van de mislukking van den Besoeki- en Vorstenlanden-oogst, waardoor eens deels minder concurrentie in dekblad was, ander deels de Sumatratabak ook gedeeltelijk moest voorzien in de behoefte aan omblad en binnengoed, die daardoor ontstond. Toch leverde de ver koop van den tabaksoogst per saldo een belang rijker lagere winst op dan in de voorafgaande jaren, n.l. slechts ? 6J millioen tegen / 16 millioen in 1925 en f 18 millioen in 1924. De beteekenis der rubberproductie wordt daarentegen steeds grooter. In 1925/1926 beliep deze reeds 2.396.000 halve K.G., tegen 1.743.000 in 1924/1925 en 1.282.000 in 1923/1924. De realisatie van dien oogst leverde een winst van ? 1.264.000 op tegen het vorige jaar ? 710.000 en ? 332.000 in 1923/1924. Op con signaties werd voorts eveneens een winst van meer dan ? l millioen gemaakt, zijnde insgelijks meer dan in de vorige jaren, terwijl uit anderen hoofde (dividend op aandeelen Amsterdam Langkat en aandeelen Oostkust, rente, koerswinst op effecten) bijna ? IJ millioen werd genoten. Na aftrek van onkosten, tantièmes aan het personeel en belas tingen resteerde een netto-winst van ? 7.429.000 tegen ? 13.582.000 in het vorige jaar. Hiervan werd ? l millioen terzijde gesteld als reserve tegen concessies, welk hoofd dientengevolge steeg tot bijna ? 6 millioen, zoodat de concessies na aftrek van die reserve thans voor ? 467.000 te boek staan tegen voorheen pro memorie. Deze vermeerdering hangt samen met den aankoop van do onderneming Tandjong Bringin, waarvan de koopprijs indertijd op ? 2J millioen werd aangenomen, doch inder daad nog niet precies was vast te stellen, hetgeen vermoedelijk met den verkoop van den aanwe zigen tabaksoogst, die dit jaar is geschied, samen hangt. Inmiddels kan worden vastgesteld, dat de boekwaarde der concessies met ? 1.967.000 is toe genomen. Over 1926 keerde de Amsterdam Langkat Cie een dividend van 34 pCt. op de gewone en van 40 pCt. op de preferente aandeelen uit, waaruit de Deli Maatschappij een bate van / 680.409 ten goede kwam, welke reeds in de cijfers van 1925/26 werd verrekend. Daarentegen komt het dividend van 10 pCt. op aandeelen Oostkust eerst in de resultaten over 1926/1927 tot uitdrukking en wordt in de laatste jaarcijfers alleen het dividend van 5 pCt. over 1925 verantwoord. Op de aandeelen Kimboen Tabak Maatschappij werd weder geen dividend ontvangen. Deze maatschappij verkocht het vorige jaar slechts 2280 pakken tot gemiddeld 186,71 cent per half K.G. Het laatste dividend der Bimboen was 8J pCt. over 1920. Uit. 1926 was 39,1 pCt. cumulatief dividend op de aandeelen Bimboen achterstallig. De Deli-Mij. verkocht van tabaksoogst 1926 tot dusverre 50.545 pakken tot gemiddeld circa 312J cent per half K.G. Deze pakken hebben dus reeds circa ? 24.636.000 opgebracht en daar voor die oogst tot 31 October 1926 bijna ? 17 millioen was uitgegeven, is daar op reeds een bruto-winst van ongeveer ? 7.700.000 te becijferen. Daar de oogst, die dit jaar aan de markt komt, in totaal 93.691 pakken groot is, zal de opbrengst der resteerende 43.146 pakken wel geheel als winst mogen worden beschouwd. Daarbij komt dan nog de winst op rubber, die dit jaar wel niet onaanzienlijk zal zijn, daar een groot deel van de productie van dit jaar en zelfs een gedeelte van die van 1928 tot behoor lijke winst latende prijzen is verkocht. Naar alle waarschijnlijkheid mag over dit jaar dan ook een hooger dividend dan 26 pCt. worden verwacht, zooals over 1925/1926 is uitgekeerd, dat dan ook vrij wat lager was dan de uitkeeringen over de voorafgaande jaren, die over 1923/1924 en 1924/25 resp. 41 pCt. en 46 pCt. bedroegen. De willige stemming, die dit jaar voor aandeelen Deli Maatschappij heeft bestaan, laat zich op grond van de gunstige vooruitzichten voor het boekjaar 1926/1927 dan ook gereedelijk verklaren. Donderdag, 30 Juni. TD IJ voortduring blijft de locale geldmarkt een vaste tendenz aan den dag leggen, waarmee zij zich overigens aansluit bij de beweging in de ons omringende landen voor zoover niet het vrije verkeer van kapitaal wordt belemmerd, zooals b.v. in Frankrijk. De prolongatie-noteering neigde telkens weder naar 4 pCt.; het vervallen van de stortingsverplichtingen op nieuwe emissies, waar mede onze beurs in den jongsten tijd weder in rijke mate is verblijd, leidt eenerzijds tot nieuwe vraag naar leengelden van de zijde der inschrijvers, terwijl anderzijds emittenten, die het ongeplaatste deel der leeningen in portefeuille moeten nemen wellicht op fondsenonderpand uitgezette posten zullen aanzeggen. Ook de betaalbaarstelling van duizenden van geldgevende cultuur-maatschappijen en de naderende halfjaars-ultimo zullen op den duur een verstijvenden invloed uitgeoefend hebben. Hoewel in de afgeloopen weekperiode de Londensche geldmarkt het niet heeft kunnen stellen zonder hulp van de Bank of England kon toch naderhand de rente een kleinigheid terugloopen, zoodat men vermoedt dat de halfjaarswisseling zonder moeilijkheden uit dezen hoofde zal voorbij gaan. Ook op de kapitaalmarkt neemt de belangstelling in den laatsten tijd toe; het schijnt dat regeering en centrale bank die destijds het - officieuze ? embargo op buitenlandsche leeningen handhaafden, en ook na opheffing daarvan een al te grooten toevloed van dergelijke emissies hebben geweerd, minder pessimistisch gestemd zijn ten aanzien van de positie van het £. Toch is in den koersstand van deze valuta weinig verbetering te bespeuren, terwijl de nadering van de herfsttermijnen, die de Engelsche betalingsbalans steeds zwaar op de proef stellen, tot voorzichtigheid maant. Kort na elkaar werden een Grieksche, Esthlandsche, en een Danziger leening aan de markt gebracht, alle met overweldigend succes. Omtrent meerdere leeningen worden nog onderhandelingen gevoerd, o.m. over eene ten laste der stad Berlijn en eene van den Staat Saksen. Dat de Londensche beleggingsmarkt, die om bovenvermelde reden tot nu toe weinig met hoogrentende emissies werd voorzien, mér dan de onze die te dezen aanzien zeker welvoorzien mag heeten geneigd is daarvoor middelen be schikbaar te stellen, zonder kaf en koren al te scherp te scheiden, is begrijpelijk, en met de jongste feiten gedemonstreerd. De Berlijnsche beurs komt langzamerhand in een stadium van zeer geleidelijk herstel, herhaaldelijk nog onderbroken door reacties, welke ten deele zijn te beschouwen als gevolg van verkoopen door kleine beursfirma's die met reporteering hunner engage menten moeilijkheden hebben. Intressant is het waar te nemen dat, terwijl aan de neerwaartsche beweging van den laatsten tijd in hoofdzaak de vrees voor krapper geld ten grondslag lag, de geldkoersen zich niet sterk verhieven boven het peil van vóór den omslag in de koersbeweging op 13 Mei. Thans, nu inderdaad de koersen op de geldmarkt aantrekken voor maandgeld wordt circa 9 pCt. betaald toont de fondsenbeurs teekenen van herstel. Duidelijk blijkt hieruit dat psychologische factoren vrees van verdere abrupte inkrimping van beurscredieten de geleidelijke koersafbrokkeling eerder beïnvloedden dan zuiver economische. Te New-York stond in de hier besproken periode de geldmarkt eveneens enkele dagen in. het cen trum der belangstelling. De publicatie der opnieuw sterk gestegen voorschotten aan makelaars, en vooral de aanzegging door de banken van circa 30 millioen dezer credieten lokten een verkoop beweging uit, die de toch al niet vaste stemming zeker niet heeft kunnen verbeteren. G. K.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl