Historisch Archief 1877-1940
No. 2613
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 2 JULI 1927
Moderne Jeugd
Na-Oorlogsche Bespiegelingen van een
Voor-Oorlogsch Man
door H. G. CANNEGIETER
VI. De Crisis in het Onderwijs
/^\ PMERKELIJK is, dat het onderwijs ernstiger
^"^ rekening hotidt met de nieuwe normen dan
meestentijds het gezin. Aanvaarden de ouders over
't algemeen de gewijzigde maatstaven van hun
kroost mokkend en klagend, ironiseeren of
critiseeren zij smalend of verontwaardigd den geest
des tijds", de school stelt zich ontvankelijk voor
de veranderde mentaliteit.
Verbluffend is de voegzaamheid van eene in
stelling, welke toch door wetten en reglementen,
programma's en servituten wel wanhopig bezwaard
is. Welk een veerkracht openbaart zich in die
moderne mentoren, die het middelbaar en voor
bereidend hooger onderwijs overeenkomstig de
naoorlogsche behoeften pogen te moderniseeren. Wie
van nabij hun vblhardenden arbeid gadeslaat,
verbaast zich met eerbied over zooveel toewijding
en offervaardigheid. De school is hun meer dan een
instellig om kennis te verwerven; de school
wordt hun een maatschappij in het klein, een
arbeidsgemeenschap, een proef veld voor prak
tische vaardigheid, kunstzin en karakter.
Welk een verschil tusschen een modern lyceum
en het ouderwetsche gymnasium van een kwart
eeuw geleden I Was het destijds om wat humanis
tische kennis te doen, waarbij de grammatica van
hooger belang werd geacht dan de geest van den
schrijver en omringde een Chineesche muur dit
Latijnsche kwartier van de overige wereld, thans
staat de levenspraktijk op den voorgrond en zoekt
het leerarencorps op allerlei wijze rechtstreeksch
contact met de maatschappij.
Op den omgang tusschen leeraar en leerling kom
ik nader terug. Voorloopig beschouw ik alleen den
inhoud en het gehalte van 't onderwijs. Dit wordt
meer en meer gedifferentieerd naar de behoeften,
welke het ontwikkelingsproces van de maatschappij
aangeeft, en naar de behoeften van het zoo vol
komen verschillend aangelegde leerlingenmateriaal.
Tusschen gynnasium en Hoogere Burger School
heeft zich de literair-economische afdeeling inge
schoven, nog weer met tweeërlei accent, links op het
literaire, rechts op de economie. Ieder kan op zoo'n
school naar zijn individueele behoeften terecht;
zelfs voor de achterlijken en licht afgeleiden zorgt
een afzonderlijk onderdeel.
Wat vraagt de maatschappij van het oogenbliki'
is het uitgangspunt. Op het probleem der beroeps
keuze houdt men het oog gevestigd; met invloed
rijke vertegenwoordigers van handel, industrie en
vooral ook_ koloniën zoekt men voortdurend
verband.
Men eerbiedigt het zelfrespect van de jeugd.
Straf in den ouderwetschen zin van het woord
komt niet voor. De klas, de schoolgemeenschap
corrigeert voldoende zichzelf. Schoolvereeniging,
klasse-vertegenwoordigers, schoolraad, het zijn
altemaal nieuwe klanken, waarvan ouderwetschen
ouders de ooren tuiten. Sportvelden omgeven het
schoollokaal, fabrieken worden bezocht, reizen
voorbereid, een tooneelzaal met schoolbioscoop
geeft gelegenheid tot lezingen, voordrachten,
komediespel. En bij de bijeenkomsten danst men....
charleston en step ! Waar schuiven wij heen!"
Maar de rector, die, allicht na veel innerlijken
strijd, met mannelijke openhartigheid zijn aan
vankelijk protest introk, toen hij zelfs deze uiterste
concessie aan den geest des tijds" paedagogisch
noodzakelijk achtte, leidt de lessen in met een
toespraak, niet minder ernstig dan de preek van
een pastor tot zijn gemeente.
Aanbevolen Hotels:
7ANDVOORT
£jAÏ\U V Wt\. l
WIJK a/ZEE
HOTEL D'ORANGE
HOTEL DRIEHUIZEN
f BAD HOTEL
\ ZEE-DEPENDANCE
Trotzki en Sinowjef uit het Centraal Comit
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
EEN OFFER, DAT KORT UITSTEL GEEFT
Het Is een gemeente, waarvoor hij staat, en een
gemeente van mondigen. Want noch in het ver
trouwelijk onderhoud, door misverstand wenschelijk
gemaakt, noch in de openbare toespraak klinkt de
neerbuigende toon van zoetsappigheid. Men neemt
het zieleleven van kinderen ernstig op, alsof het
het zieleleven van volwassenen betrof. Men laat
de jongelui in de melk brokken en brokt zelf mee.
Men heeft geen dekschalen noodig, om zijn prestige
te bewaren; dekschalen noch notae negligentiae,
ignorantiae of diligentiae. Men is zijn eigen prestige
en kent ook het kind een prestige toe.
Het kind mag zijn eigen kijk hebben op moraal,
maatschappij, godsdienst, politiek en
kameraadschappelijk wordt deze kijk, zoo noodig, door
levenswijze ervaring gecorrigeerd. Men snauwt het
bewogen kindergemoed niet meer af met een
hooghartig: daarover kun jij nog niet meespreken!'
Zoo vormt men het kind en men kan het vormen,
wijl men het in zijn vrije uiting leert kennen. Zóó
is onderwijs niet langer het beschaven, afschaven
van de oorspronkelijkheid noch het knotten van
de zelfstandigheid. Zóó is onderwijs: kinderen, met
volledig ontzien van hun kinderlijkheid, maken
tot menschen.
Begrijpelijk is, dat deze paedagogische revo
lutie" een crisis teweegbrengt in de verhouding
tusschen de scholen onderling en tusschen ouders
en school. Er zijn heel wat rectoren, directeuren en
leeraren, die slechts schoorvoetend den nieuwen
weg betreden; anderen, die onder innerlijk verzet
toegeven aan den door de concurrentie nood
wendig geworden hervorming; sommigen, die met
een beroep op de ouderwetsche soberheid en streng
heid fel te keer gaan tegen hetgeen zij als een
weekhartig gesol met de kinderziel brandmerken.
Niet iedere onderwijs-instelling is voldoende
geoutilleerd voor den nieuwen koers; niet ieder
hoofd of leeraar toegerust met den voor deze proef
onmisbaren paegagogischen aanleg; niet ieder
gemeente- of schoolbestuur goedgeefsch genoeg om
het met moderniseering te wagen. En wijl elk
schepsel, collectief en individueel, zijn onwil of
onmacht met schoonklinkende principes ver
bloemt, zijn de strijdvragen niet van de lucht.
Voor ons onderwerp belangrijker is de terugslag,
welken de moderne school teweeg brengt in het ge
zin. Want de schoolgemeenschap heeft in menig ge
val den gezinsgemeenschap overvleugeld, zoo niet
vervangen. De school is het levenscentrum ge
worden voor menig kind, dat in de harmonische
omgeving van het modern-paedagogisch instituut
een vergoeding vindt voor de onbegrepenheid en
niet zelden ook voor de chaotische verhoudingen
thuis.
Men moge de ouders paaien met een
schijnmedezeggenschap door instellingen als de ouder
avond, inderdaad geeft men hun hiermee geen
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID
grein van hun ouden invloed terug.
Gegeven het natuurlijk onvermogen van ouders
en kinderen tot onderlinge vertrouwelijkheid,
een onvermogen dat biologisch te rechtvaardigen
valt, ligt het voor de hand, dat de rector spoedig
biechtvader en de populaire leeraar het gezag
hebbend orakel zal zijn.
Wat een reden voor de kinderen, om de school
boven de ouderlijke woning de voorkeur te geven !
Wat een reden voor de ouders, om naijverig te zijn
op de schooJ, die hun den omgang en het vertrou
wen hunner kinderen ontvreemdt; die beslag legt
niet alleen op de intellectueele, maar ook op de
moreele, de maatschappelijke, de lichamelijke en
de godsdienstige opvoeding van het hun toebedeeld
kroost. Die school met haar vrijheid, haar aan
trekkelijkheden, haar weelde verwent de kinderen,
maakt ze opstandig en ongeschikt voor het ouder
lijk huis. Aldus luidt de klacht,soms in het openbaar,
vaker in het geheim geslaakt door ouders, die niet
met hun tijd meegaan en met hun voor-oorlogsche
begrippen zich al meer vereenzaamd gevoelen
tegenover de na-oorlogsche paedagogie.
Medelijden met die mannen van de deftigheid en
de dekschaal, die het niet kunnen verkroppen, dat
buiten hun goedkeuring om een nieuw type jeugd
is ontstaan !
DEN HAAG
A
R
STERDAM
TTERDAM
TAPIJTEN
EFFEN MOQUETTE
IN VELE KLEUREN
70 CM. BREED
STALEN
FRANCO
PER MTR.
F.. 4.6 5
ZOMIN