De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 16 juli pagina 1

16 juli 1927 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

? roenc * $unslerda mmer eekblad voor Nederland Hotel HAMDORFF : : LAREN ZELFDE DIRECTIE ALS ; RESTAURANT TRIANON" AMSTERDAM ONDER HOOFDREDACTIE VAN Redacteuren i H. BRUGMANS EN TOP Secretaris der Redactie. C. P. VAN DAM Ultg.i N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER OPGERICHT IN 1877 No. 2615 G. W. KERNRAMP VAN RHIJN-NAEFF KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM <Joe and fatlOnverslijtbaar ZATERDAG 16 JULI 1927 De Internationale Hulpunie A ABDBBVINGBN, cyclonen, hevige onweers"^^bnien en wolkbreuken de elementen zijn ?werkelijk in de laatste weken niet in gebreke geWeven om het goed recht aan te toonen van de poging, die te Genève werd ondernomen om een Internationale Hulpunie te stichten tot leniging ?der gevolgen van natuurrampen. Zulke catastrophen men denke slechts aan de aardbeving, die Japan in 1923 teisterde dagteekenen trouwens niet van de jongstverloopen maanden. Reeds verscheiden jaren geleden nam ?dan ook de Italiaansche senator Ciraolo het initia tief tot een aptie van den Volkenbond voor het genoemde doel. De vrucht van zijne pogingen was de Volfcenbondsconferentie voor de stichting van ?een Internationale Hulpunie, die in deze maand te ?Genève bijeenkwam. Volgens de conventie, die op deze vergadering ?werd opgesteld, zal de rechtstreeksche hulpver leening van de zijde der Unie zich beperken tot i mi ging van den eersten nood bij rampen van buiten gewone zwaarte, die de eigen hulpmiddelen van ?liet er door getroffen volk te boven gaan; zij zal zich bovendien alleen uitstrekken tot die landen, die tot de Unie zjjn toegetreden. In het algemeen bestuur der Unie zullen alle landen, die er deel van uitmaken, vertegenwoordigd K&B; het dagelijkse h bestuur zal berusten bij zeven leden, die door deskundigen worden bijgestaan. De financwele bijdrage, die elk lid van de Unie in het aanvangsfonds zal moeten storten, wordt ge heven naar evenredigheid van het aandeel, dat elke staat in de algemeene kosten van den Volken bond heeft te dragen; wanneer Nederland tot de Unie toetreedt, zal het nog geen 7000 gulden be hoeven te storten. Wanneer Nederland toetreedt maar zoover is het nog niet. De conventie is wel met algemeene stemmen goedgekeurd, maar slechts negen staten (behalve België, Boelgarije, Duitschland, Itali en Spanje ook Columbië, Cuba, Bquador en Mona co) hebben haar onderteekend. Daar de conventie earet in werking zal treden, wanneer zij bekrachtigd is door minstens 12 staten, die bovendien tezamen nriastens 60 % van de kosten van den Volkenbond beitelen(deze bepaling natuurlijk, om te voorkomen d«t de meerderheid van die 12 uit mogend heden van den rang van Equador en Monaco best»at), heeft zij voorloopig alleen op het papier beteekenis. De heer Ciraolo moet dan ook bedrukt hebben gekeken, toen de animo om toe te treden «soo gering bleek. Vanwaar die terughouding bij een aangelegen heid, die zich zoo bg uitstek tot internationale aamenwerking scheen te leenen en waar de politiek toch geen spaak in het wiel kon steken ? Ook hier is het werk der weldadigheid belemmerd door naijver tusschen corporaties, die toch het zelfde doel nastreven. Het Boode Kruis verleent ook hulp bij groote rampen; het is ook een internationale organisatie; het dagteekent reeds van 1864, toen, dank zij den bemoeiingen van den Zwitser Jean Henri Dunant, te Genève de overeenkomst werd gesloten, waarbij «en aantal mogendheden zich verplichtten om in oorlogstijd aan gewonden, zieken, doctoren en ver plegers de noodige bescherming te verzekeren. In later jaren heeft het Roode Kruis zijn werkkring, die zich aanvankelijk slechts uitstrekte tot het lenigen van de ellende van den oorlog, verder uit gebreid en ook bij andere rampen ten onzent kunnen Borculo en Neede daarvan getuigen zijn zeer gewaardeerde hulp verleend. Het laat zich dus begrijpen, dat op de jongste Volkenbondsconferentie vertegenwoordigers van verschillende mogendheden het oudere recht van het Roode Kruis hebben bepleit, de vraag hebben geopperd, of er naast deze vereeniging wel een andere organisatie noodig was, en, zoo deze vraag bevestigend moest worden beantwoord, dan toch er op aandrongen, dat in elk geval de wederzijdsche bevoegdheden nauwkeurig moesten worden af gebakend, of dat aan het Roode Kruis medezeggen schap in de Internationale Hulpunie zou worden toegekend. De Nederlandsche gedelegeerde ter conferentie, Mr. G. van Slooten, gaf uitdrukkelijk te kennen, dat tegen deze Internationale Hulpunie twee principieele bezwaren bleven bestaan: 1°. dat er een nieuwe organisatie werd opgericht naast het reeds bestaande Roode Kruis, dat toch zijne doeltreffendheid voor het verleenen van bij stand reeds voldoende bewezen heeft; 2°. dat het dagelijksch bestuur van de nieuwe organisatie zou berusten bij zeven personen, van wie men nog niet weet, of zij zullen voldoen aan de eischen van neutraliteit en integriteit, die moeten worden gesteld; van de leiders van het Roode Kruis weet men dit wél. Deze bezwaren waren voor hem zoo gewichtig, dat Nederland, naar hij verklaarde, voorloopig een afwachtende houding zou aannemen. Indien het Roode Kruis reeds een internationale organisatie vormde, die de taak kon verrichten, welke de Hulpunie zich heeft gesteld, zou het inder daad dwaasheid zijn om daarnaast een tweede op te richten. Aan de geschiktheid van het Roode Kruis daar toe ontbreekt echter wel een en ander. In de Roode Kruis-wereld heerscht verdeeldheid; de samen werking tusschen de vereenigingen in de verschil lende landen laat te wenschen over; vandaar de moeilijkheid om aan het Roode Kruis als internatio nale organisatie een bepaalde plaats toe te kennen in het werk van de Hulpunie. De gedelegeerde van Zwitserland, het geboorte land van het Roode Kruis, heeft een krachtigen stoot tot verbetering gegeven door zijn verklaring, dat Zwitserland niet tot de Internationale Hulpunie zal toetreden, zoolang de eenheid in het Roode Kruis niet is hersteld. Dien weg moet het op; eerst wanneer op een algemeene Roode Kruis-conferentie de bestaande geschillen zijn beslecht, zal de verhouding tusschen Hulpunie en Roode Kruis kunnen worden vast gesteld en aan de laatste vereeniging misschien zelfs in hoofdzaak de uitvoering kunnen worden toevertrouwd van de besluiten der Hulpunie. Wanneer men ziet, welke moeilijkheden moeten worden overwonnen, voordat eeninternationale actie tot hulpverleening bij groote rampen kant en klaar is geworden, dan begrijpt men voor zooverre dat nog noodig mocht zijn des te beter, hoeveel struikelblokken er liggen op den weg, waarlangs men het groote doel moet bereiken, dat de Volkembond zich gesteld heeft: de verzekerdheid van den vrede. Natuurrampen kunnen niet worden afgewend; maar wél kan worden gekeerd de ellende, die een oorlog over de menschheid brengt tenzij men gelooft, dat de oorlog een bezoeking Gods is, of dat hij voortkomt uit onveranderlijke eigenschap pen van den mensch. Ook zij echter, die vertrouwen dat de menschheid zich zelf op den duur zal kunnen vrijwaren voor de verschrikking van den oorlog, vinden in de gebeur tenissen van onzen tijd meer dan voldoende reden om te vreezen, dat dit ideaal nog niet spoedig zal worden bereikt. In dezelfde weken, toen de Volkenbondsconfe rentie voor het stichten van een Internationale Hulpunie te Genève werd gehouden, beraadslaag den Haar nnlc HA vorffso-artTpnrtvrlinrciT'c; trar> rl*-» /^«;^ INHOUD: I. Prof. Dr. O. W. Kernkamp, De internationale Hulpunie. 2. Dr. Jan Romein, De komende Wereldoorlog. 3. H. O. Cannegieter, Moderne Jeugd Joh. Braakenslek, De Vlootconftrentie te Genève. 4. Prof. Dr. H. Brugmans, St. Franciscus?Herman Middendorp, Boekbespreking. S. J. D. Kesler, Surcouf de Kaper L. J.Jordaan, De film moeder" in den Haag. 6. Annie Salomona, Bijkomstigheaen. 7. Dr. Jac. P. Thljsse, Heide. 9. Charlotte Kohier, Alben van Dalsum Elis. M. Rolge, Automobielfetsten. 10. J. O. Happé, Bezuiniging der huishouding, 11. Zon- en Zonsverdulstering?H Scholte, Comoedia. 12. Prijsvraag: Boevenjacht C. van Wessem. Muziek. 13. A. L. van Beusekom, De radio in dienst van politie, justitie en pers J. G Slnla, Ind. tentoonstelling. 15. Paul Sabel, De Besoekl-iabak Mij. C. K., Beurssp tegel. 16. C A. Klaasse, De circulatiebanken Melis Stoke, Rtjm-kronyck J. Vpskuil, Toegepaste kunst. 17. Barbarossa, UU den Gemeenteraad, met teekeningen door B. van Vlijmen. 18. A Tsjerhow, De zwarte Monnik, met teek. door O. van Raemdonck. 19. Melis Stoke, Verwikkelingen Uil het Klad schrift van Jantje. 20. Charivarlus, Charivarta Cel 2, Telefoon Joh L. Mijn Film. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh. Braakenslek, De vervolgings waanzin van den Kus. 'Kersen' Pralines Bössondepfrlss ngenaïr grootste zeemogendheden om een plan te beramen tot beperking van den vlootbouw; en zij zullen daar nog geruimen tijd vergaderen tenzij reeds weldra mocht blijken, dat geen overeenstemming kan worden getroffen. Beperking van vlootbouw is nog geen beperking van bewapening in het algemeen; beperking van bewapening levert bovendien nog geen waarborg tegen oorlogsgevaar. Wat thans te Genève wordt verhandeld tusschen de vertegenwoordigers van het Britsche Rijk, de Vereenigde Staten en Japan, zal, zóó het tot een resultaat leidt, ten slotte nog inoeten worden ingevoegd in en aangepast aan het plan tot algemeene beperking van de bewapening, waar mede de Volkenbond zich nog steeds bezig houdt. De maritieme conferentie te Genève vormt dus slechts een schakel in de keten, is slechts een eerste stap op den weg naar ontwapening en vrede. Wan neer men van dag tot dag leest, hoeveel wantrouwen er moet worden overwonnen voor het afleggen van dezen eersten stap, hoe de groote mogendheden, omdat zij rekening blijven houden met oorlogs kans, al naar mate van hare geographische gesteld heid niet willen laten raken aan het aantal zware of lichte kruisers, dat zij meenen noodig te hebben, dan stemt dat niet tot optimisme omtrent het be reiken van het groote einddoel. Maar men kan zich altijd troosten met de over weging, dat de weg daarheen wel lang moet zijn, nu het reeds zooveel voeten in de aarde blijkt te hebben om een Internationale Hulpunie te stich ten !

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl