Historisch Archief 1877-1940
No. 2615
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 JULI 1927
15
De Besoeki Tabak Maatschappij
Beurs-spiegel
door PAUL SABEL
Na een gunstig jaar nog betere vooruitzichten
T") E krasse financiëele operatie, die in October
? ^~^ 1923 op de kapitalisatie der Besoeki Tabak
Maatschappij is toegepast, heeft gunstige vruchten
opgeleverd. Waar toch over de boekjaren 1920
1923 geen dividend op de aandeelen kon worden
uitgekeerd, vond over 1924 reeds weder op het tot
30, pCt. van het vroegere bedrag gereduceerde
kapitaal een uitkeering van 25 pCt. plaats, gevolgd
door dividenden van respectievelijk 15 pCt. en
30 pOt. over de boekjaren 1925 en 1926. Bovendien
stelden de sedert verkregen winsten in staat tot
vorming van belangrijke reserves en ingrijpende
afschrijvingen op de ondernemingen, waardoor de
financiëele positie bijzonder is versterkt. Ten be
wijze hiervan kan dienen, dat de 8 pOt.
Obligatieleening, die de vennootschap in 1922 onder moeilijke
omstandigheden heeft uitgegeven en welke een
looptijd van 15 jaar had, medio Augustus a.s.
reeds geheel zal zijn afgelost, waardoor de vennoot
schap er opnieuw krachtiger voor komt te staan.
De vennootschap exploiteert, gelijk bekend,
verschillende ondernemingen in Oost-Java en bezit
voorts het geheele aandeelenkapitaal van ver
scheidene, eveneens aldaar werkzame maatschap
pijen (Amsterdam Besoeki Tabak Maatschappij,
Tabak Maatschappij Sekarpoetih, Cultuur Maat
schappij Sentong, Landbouw Maatschappij Loetjoe,
Tabaks Onderneming Soember Dantie en
Banjoe?wangi Landbouw Maatschappij). De eigen onder
nemingen zijn Soember-Djeroek, Tamanan, Modjo
en Kali Anjar. Tot in dit voorjaar bezat zij ook nog
Spa-da Nogosari, doch dit erfpachtsperceel werd
«enige maanden geleden voor ? 250.000 aan de
Handelsvereeniging Amsterdam" verkocht.
De oogsten der Java-tabaksmaatschappijen
ioopen in de verschillende jaren sterk uiteen en
even zeer de opbrengsten, die gemiddeld voor de
aan de markt gebrachte partijen kunnen worden
bedongen. Zoo bedroeg de tabaksoogst op geheel
Java in 1920 294.398 pakken, die gemiddeld
31£ cent per h.K.G. of in totaal ? 16| millioen
opbrachten tegen een oogst van 787.271 pakken
met een gemiddelde van 59 cent per h.K.G. of in
totaal/ 80 millioen in 1915. Oogst 1924 leverde weder
619.967 pakken op, die verkocht werden tot gemid
deld 42| cent per h.K.G. of totaal ? 46£ millioen.
Deze uiteenloopende uitkomsten komen natuur
lijk ook in de resultaten der Besoeki Tabak Maat
schappij tot uitdrukking. Terwijl de oogst van
1920/21 bij deze maatschappij 37.377 pakken
tabak bedroeg, leverde die van 1925/26 65.143
pakken op en terwijl oogst 1920/21 verkocht werd
tot gemiddeld 29.90 cent per half K.G., bedroeg
de gemiddelde verkoopprijs van oogst 1923/24
53.86 cent per h.K.G.
Oogst 1925/26 bracht slechts gemiddeld 31.63
cent per h.K.G. op tegen 43.11 cent voor oogst
1924/25, maar dit belangrijk lagere gemiddelde
vond een tegenwicht in een aanzienlijk grootere
hoeveelheid n.l. 65.143 pakken tegen 52.787 pakken
in het voorafgaande oogstjaar. Ongeveer de helft
van den oogst bestaat gewoonlijk uit krossok- en
?een vierde uit hangkrossok-tabak; het overige uit
>lad-tabak en losblad. In den regel behalen de
fclad-tabak en hangkrossok de hoogste prijzen,
maar in 1924 werd b.v. voor krossok hoogere prijzen
gemaakt dan voor de beide andere soorten. Oogst
1925/26 werd als volgt gerealiseerd: 7952 pakken
bladtabak tot 43.21 cent per h.K.G., 17.714 pakken
liangkrossok tot 32.56 cent per h.K.G., 32.186
pakken krossok tot 29.50 cent per h.K.G. en. 1689
pakken losblad tot 26.34 cent per h.K.G.; voorts
nog 5.602 pakken vooroogst tot gemiddeld
26.34 cent per h.K.G. In totaal komt dit uit op
65.143 pakken, die tot den gemiddelden prijs van
31.63 cent per h.K.G. van eigenaar verwisselden.
Op dezen verkoop werd een winst gemaakt van
? 677.056,' zijnde nauwelijks ? 6.000 meer dan in
1925, niettegenstaande de oogst ca. 12.350 pakken
.grooter was. Daar echter ? 22.500 minder noodig
was voor onkosten, rente en Indische tantièmes,
was de netto-winst ten beloope van ? 496.000
bijna ? 29.000 grooter dan in 1925.
Na reserveering van ? 60.000, mede ter voldoe
ning van over 1926 verschuldigde Indische
be
I. S. MEUWSEN, HoH. A'dam-R'dam?Den Haag.
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
lasting, kon het overige deel der winst bijna geheel
voor verdeeling worden aangewend. De eigen onder
nemingen staan voor nauwelijks ? 297.000 te boek,
zoodat daarop niet verder behoeft te worden afge
schreven, terwijl op de deelneming in andere onder
nemingen, die het vorige jaar nog voor ? 15.000
te boek stond, thans zoodanig werd afgeschreven,
dat zij thans voor ? 1.?op de balans voorkomt.
Voorts werd de aflossingspremie van 2£ pCt. op
/ 200.000 8 pCt. Obligatiën, die in 1926 vervroegd
werden afgelost, waarvoor derhalve ? 5.000
vereischt werd, afgeschreven, waarna het restant een
uitkeering van 30 pCt. dividend op het aandeelen
kapitaal van ? 1.110.000 toeliet en een van/ 1744.35
op elk der 12 Oprichtersaandeelen.
Uit de winst over 1925 was ? 200.000 afgeschreven
op ondernemingen en / 45.000 op deelneming in
andere ondernemingen, terwijl / 137.500 aan de
reserves was toegevoegd, zoodat slechts een be
trekkelijk klein bedrag overbleef voor uitkeering
en het dividend werd bepaald op 15 pCt. op het
kapitaal en / 698.70 per Oprichtersaandeel.
Op de balans per l Jan. 1927 komen nog / 800.000
8 pCt. Obligatiën voor, maar op de eerstvolgende
balans zal de leening niet meer verschijnen, daar
de gunstige financiëele positie, waarin de vennoot
schap zich mag verheugen, gelijk reeds medege
deeld, toelaat om het restant de volgende maand,
weder tot den koers van 102J pOt., aflosbaar te
stellen. De / 20.000, die voor aflossingspremie
wordt vereischt, beteekent zeker geen druk van
eenige beteekenis op de uitkomsten van het
loopende boekjaar, aangezien de tot dusverre in dit jaar
verkregen verkoopresultaten al bijzonder gunstig
zijn geweest.
Weliswaar was de opbrengst van oogst 1926/27
belangrijk geringer dan die van 1925/26 n.l.
47.140 pakken tegen 65.143 pakken, maar de
verkregen prijzen waren zoo gunstig, dat de finan
ciëele resultaten zelfs die van het bijzonder gunstige
jaar 1924 zullen overtreffen. Tot dusverre zijn n.l.
reeds verkocht 41.668 pakken tot gemiddeld 53.37
cent per h.K.G., terwijl de in 1924 verkochte oogst
in zijn geheel ongeveer even groot was als de thans
reeds verkochte hoeveelheid en het gemiddelde van
den verkoop per h.K.G. ongeveer even hoog. Daar
thans nog bijna 5500 pakken verkocht moeten
worden, belooft de opbrengst dit jaar belangrijk
hooger te zullen worden dan die uit den verkoop
van oogst 1923/24. Wanneer men bedenkt, dat de
bruto-winst op den verkoop van tabak in 1924
/ 1.508.000 beliep en de netto-winst / 1.108.000,
kan men zich een voorstelling maken van de
gunstige resultaten, die voor het loopende boekjaar
verwacht mogen worden.
De opbrengst van de tot nu toe verkochte tabak
bedraagt / 4.400.000. Neemt men aan, dat de nog
resteerende pakken gemiddeld 50 cent per h.K.G
kunnen bedingen, dan is daaruit nog een bate van
ruim 4 ton te verwachten of in totaal ? 4.800.000
tegen een opbrengst van / 3.900.000 voor oogst
1925/26. Al neemt men aan, dat voor onkosten en
Indische tantièmes een aanmerkelijk hooger bedrag
dan het vorige jaar zal vereischt worden, dan is
toch duidelijk, dat voor winstverdeeling een belang
rijk hooger bedrag zal overblijven. Bovendien
komt de winst, behaald met den verkoop van het
erfpachtsperceel Spada Nogosari", ook nog aan
de resultaten van 1927 ten goede en belooft de
interestrekening, als gevolg van de aflossing der
8 pCt. Obligatieleenirig, vrij wat lager te bedragen.
Er kan o.i. dan ook op een niet onbelangrijk hooger
dividend dan 30 pCt., zooals over 1926 uitgekeerd,
gerekend worden. Dit verklaart, waarom de koers
dezer aandeelen zich dit jaar circa 200 pCt. heeft
kunnen verheffen. Men dient er intusschen wel
rekening mede te houden,dat een koers van 500 pCt.
bij de tegenwoordige kapitalisatie overeenkomt
met een koers van 150 pCt. bij de oude kapitali
satie, zooals die tot 1923 bestond, terwijl eveneens
een dividend van 3ft pCt. op de aandeelen van de
tegenwoordige nominale M aarde gelijk staat met
i -n uitke ring van 9 pCt. op het vroegere nominale
bedrag.
Waar de bezittingen thans zoo laag op de balans
staan, dat daarop feitelijk niet meer af te schrijven
valt, 3e reserve haar statutair maximum heeft
bereikt en de vennootschap geen schulden meer
tot haar last heeft, kan hare positie thans wel
bijzonder krachtig worden genoemd.
Donderdag 14 Juli
T~\ E locale fondsenbeurs heeft geheel en al het
aanzien, dat men in de zomermaanden gewoon is
aldaar waar te nemen. De omzetten blijven althans,
voor zoover aandeelen betreft, tot een minimum
beperkt, en koersschommelingen van eenigen om
vang komen zelden voor. Slechts op de
beleggingsmarkt viel, vooral in de eerste dagen van deze
maand, eenige levendigheid te bespeuren, hetgeen
wel in hoofdzaak is toe te schrijven aan het beleg
ging zoeken van vrijgekomen gelden uit
aflossingsen rentebetalingen. De meeste Nederlandsche
staats- en gemeenteobligatien konden eenigszins
profiteeren van de aldus ontstane koopbeweging.
Dat ondanks de neiging, die geleidelijk meer
bezitters van inheemsche goudgerande" waarden
aangrijpt, om hun laagrendeerende fondsen om te
zetten in hoogrentende buitenlandsche Obligatiën,
de Nederlandsche fondsen van die soort hun
koersniveau zeer goed kunnen handhaven zal wel
grootendeels zijn toe te schrijven aan het steeds
kleiner wordend aantal dezer waarden, dat nog
in omloop is vele in den crisistijd gesloten
leeningen worden snel afgelost, zonder dat nieuwe
leeningen worden aangegaan en het feit dat de
vraag naar deze fondsen van bepaalde zijde eerder
grooter dan kleiner wordt. Vrijwel alle
semipubliekrechterlijke lichamen toch die belangrijke
bedragen te beleggen hebben zijn door wet of
besluit gehouden hunne middelen uitsluitend te
investeeren in Nederlandsche fondsen, en dan nog
wel in een beperkt aantal daarvan. Slechts mogen
hier vermeld worden de Rijkspostspaarbank,
de Rijksverzekeringsbank en de pensioen
fondsen.
Dat de prolongatierente onder deze omstandig
heden een geleidelijk neerwaartsche tendens toont
behoeft dan ook geen verwondering te baren.
Speculatieve engagementen worden vrijwel niet
aangegaan. Dat ondanks de belangrijke stor
tingen op nieuwe buitenlandsche emissies de pro
longatierente tot 3 pOt. kon terugloopen getuigt
wel van zeer groote ruimte op deze afdeeling van
de geldmarkt. .
De discontokoers daarentegen blijkt nog steeds
geen neiging tot daling te vertoonen. Wel behoefde
de markt deze week in_mindere mate een beroep
te doen op de centrale bank, wier wisselportefeuille
met / 4.500.000 terugliep, doch dit is in hoofdzaak
te danken aan het achterwege blijven van
ultiinoinvloeden, die de vorige week de markt
beheerschtm.
Indien, men den rentestand op de geldmarkt in de
ons omringende landen in aanmerking neemt, is het
begrijpelijk dat het aanbod van middelen ten onzent
daarvan niet een gunstigen invloed kan ondergaan.
Tenslotte schijnt de meer liberale houding van de
Nederlandsche Bank ten aanzien van de
principieele discontabiliteit van warenwissels langzamer
hand het aanbod van papier te stimuleeren, waar
van het gevolg is, dat het particulier disconto zich
bij voortduring handhaaft nabij het peil van de
bankrente.
Van de belangrijkste beurzen met internationale
beteekenis konden die te New-York, Berlijn en
Parijs van een betere stemming blijk geven.
Vooral in de beide eerstgenoemde plaatsen schijnt
de kooplust na de voorafgaande reactie, die met
name te Berlijn tamelijk langdurig is geweest,
weder baan te breken. Iii Parijs blijven de koopers
nog uiterst voorzichtig, doch een ommekeer in de
stemming valt niet te miskennen.
Te Brussel daarentegen is men in het stadium
van geleidelijke inzinking van het koerspeil
gekomen. Gedurende de eerste helft van het loo
pende jaar heeft daar onder het beurspubliek
dezelfde mentaliteit geheerscht als te Parijs, waar
voortdurend de meening werd verkondigd dat na
de daling der valuta de koerswaarde der aandee
len ter beurze zeer aanzienlijk beneden de in
trinsieke kwam te liggen, zoodat aankoop zeker
voordeelen zou brengen. Na Parijs waar reeds
eerder de terugslag kwam, ziet ook Brussel in,
dat de goudwaarde-theorie" voor vele aandeelen
een onjuiste voorstelling schept, zoodat een reactie
niet kan uitblijven.
C. K.