Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 JULI 1927
No. 2615
De circulatiebanken-conferentie
door C. A. KLAASSE
Rijm-KromeJc
f
C
f
l
' f~\ VER de onderwerpen, welke ter
^>^ sprake zijn. gekomen op de
bqeenkomst van de directeuren van een
aantal circulatiebanken, welke voor
ruim een week in de Vereenigde
Staten werd gehouden, hangt nog
steeds een geheimzinnig waas.
Het gevolg van de geheimhoudingen
der besprekingen is natuurlijk, dat n
geintresseerden, n financieele pers
zich op geruchten laten verleiden
tot """ of meer bizarre veronderstel
lingen. Zoo heeft eenige dagen het
bericht de ronde gedaan, dat aan de
Banque de France en de Fransche
regeering de wet zou worden voor
geschreven met betrekking tot den
koers van stabilisatie van den Franc.
Bedenkt men dat de positie der
Fransche centrale bank uit hoofde van een
zeer omvangrijke deviezenportefeuille
zeer krachtig is, zoodat men ernstige
plannen koestert, zonder steun van
het buitenland tot stabilisatie te
schrijden, dan klinken zulke geruchten
wel zeer onwaarschijnlijk. Reeds spoe
dig volgden trouwens offlcieele tegen
spraken.
Welk onderwerp zou dan wel in
aanmerking kunnen komen, om in
gemeen overleg geregeld te worden?
Voor hen die de monetaire ontwikke
ling ? in landen van internationale
beteekenis voortdurend volgen zal het
? niet moeilijk vallen daarin een pro
bleem te bespeuren dat zeer zeker in
aanmerking zou komen om de leiders
der centrale geldinstituten tot elkaar
te voeren. Ik meen het vraagstuk der
goudtransporten. Toevalligerwijze
mocht ik in een vorig nummer te dezer
plaatse eveneens een beschouwing wij
den aan een goudquaestie; doch toen
in geheel ander verband. De aanlei
ding tot mijn stilstaan bij dit probleem
vormden daarbij de pessimistische
betoogen van Gustav Cassel, bij ver
schillende gelegenheden geuit, ten
aanzien van de relatie tusschen
behoefte aan en productie van goud.
Ik wees er toen op, dat de feiten nog
niet hadden bewezen dat, althans
voor het verleden, Cassel's pessimisme
gemotiveerd was.
Voor zoover uit de karige berichten
valt af te leiden is het dan ook niet
deze zijde van het goudvraagstuk,
dat de gemoederen ter conferentie in
beweging heeft gebracht. Niet de
absolute verhouding van goudvoor
raad tot goudbehoefte is het, die de
deelnemers aan de besprekingen ter
harte ging, doch veeleer de relatieve.
Door verplaatsing van betrekkelijk
belangrijke hoeveelheden goud uit de
kelders van n circulatiebank naar
die van andere blijft weliswaar de
verhouding tusschen totale wereld
voorraad en dito-behoefte onaange
tast, doch de relatieve verhouding
die in elk der onderscheiden landen
ondergaat daardoor wijzigingen. Beide
partijen die aan zulk een goudbeweging
deelnemen ondervinden daarvan veel
al onaangename gevolgen, die zich
voornamelijk doen gelden op de
geldmarkt; in het land dat het gele
metaal ziet afvloeien neemt men
stijging der geldfcoersen waar, zoowel
omdat de hoeveelheid beschikbare
.middelen vermindert door betaling
van het gekochte goud aan de circu
latiebank, als tengevolge van de
meestal ontstaande vrees voor ver
hooging van de bankrente; in het
land waar goud toestroomt treedt
een verruiming van het geldaanbod
op door tegenovergestelde factoren.
Bovendien brengt heen en weer
zenden van metaal onnoodige trans
portkosten met zich, die men beter
doet te besparen.
Het zal nu den lezer duidelijk zijn,
waarom het zoo uitermate plausibel
is, dat het onderhavige vraagstuk ter
sprake kwam. Juist in den
allerjongsten tijd is men getuige geweest van
goudverschepingen als bovenbedoeld,
die niet nagelaten hebben gevoeligen
indruk na te laten op de monetaire
positie der betrokken landen.
Vooreerst schijnt de conferentie zich
te hebben bezig gehouden met den
buitengewoon grooten goudvoorraad
in de Vereenigde Staten, die vooral
in de laatste anderhalf jaar wederom
sterk is toegenomen, en waarvan men
aan gene zijde van den Oceaan
inflationistische invloeden vreest, terwijl
op het Continent de afvloeiingen naar
Amerika meermalen aanzienlijke ver
stijving der geldkoersen in het leven
riepen.
Welke remedie zal men echter hier
aan de hand kunnen doen? De be
richten zwijgen omtrent voorstellen
dienaangaande volkomen. De beta
lingsbalans der Ver. Staten is nu een
maal fictief, en het overschot der
schulden van het buitenland moet op
een of andere wijze worden gekweten.
De meest voor de hand liggende wijze
is die van goudzending door de
debiteurlanden. Doch deze wil men juist
vermijden. Welnu, dan blijft slechts
n mogelijkheid over: de
Amerikaansche centrale bank of beter:
banken, want de Ver. Staten hebben
12 Federal Reserve Banks moeten
het niet tot goudimport laten komen,
doch, m het belang zoowel van de
eigen markt als van die der
debiteurlanden het aangeboden
deviezenmateriaal, dat niet door de vrije markt
wordt geabsorbeerd, zelf aankoopen.
Of, ui vaktermen gesproken, de Fede
ral Reserve Board zal in zijn stelsel
een deviezenpolitiek" moeten
opnemen.Indien de aangekochte vreemde
valuta wordt belegd in wissels en
aldus een buitenlandsche
wisselportefeuille" wordt gekweekt blij
ven deze bedragen ten goede komen
aan het land van oorsprong der saldi,
terwijl de reserve-banken
rentegevende wissels krijgen instede van
renteloos goud. Of men in de naaste
toekomst zulk een volte-face van het
federale reservestelsel mag verwach
ten ?
Doch niet alleen Amerika is ten
aanzien van dit onderwerp de zonde
bok. In de laatste maanden verneemt
men vooral van Engelsche zijde
klachten over de manipulaties door de
Banque de France met betrekking
tot haar pondensaldi, die soms tot
beduidende bedragen werden omge
zet in goud. Het plan van de Bank of
Engeland om na de verlaging van het
disconto in April j.l. tot 4.5 pCt., een
nieuwe verlaging tot 4 pCt. door
te voeren werd dientengevolge ver
ijdeld. Integendeel trad op de geld
markt een dusdanige verstijving in
dat men vreesde, de recente verlaging
der bankrente weder ongedaan te
moeten maken. Dat de ontwikkeling
van de valuta- en daarmede samen
hangende geldmarkt in Duitschland
eveneens van de zijde der Banque de
France werd beïnvloed wordt in com
petente kringen wel aangenomen,
waarbij men uitgaat van de veronder
stelling dat het streven van deze
instelling was gericht op hooge geld
prijzen in de omringende landen, ten
einde speculatieve aankoopen van
francs zooveel mogelijk te keeren.
Dat de aldus benadeelde landen
meenEen tropisch drama
door MELIS STOKE
die naar Indiëvertrekt, vraagt voor zijn Kanarie
een goed tehuis, voor vergoeding van de advertentie.
Tevens aan hetzelfde adres Hutkoffers te koop
gevraagd.
Brieven No. S143, bur. van dit blad.
(Advertentie.)
Er zeggen er met grooten mond,
bij 'f afscheid van den
moedergrond :
Zou 'k Holland missen?... Nonsens!...
Larie!
,,'k Heb lak aan den familieband,
waf mis ik aan dit mistig land,
laat staan nog aan mijn zing-kanarie.'"
N/ef a/zoo hij, die, zeer terecht
in zijne advertentie zegt
dat hij, 't geen trouwens blijkt
een heer is:
maar die, bij 't afscheid naar de
Oosf,
('k wed dat hij nu bescheiden bloost)
bewijst dof hij nog heef wat mér is...:
...een dierenvriendmefnobelharf,
die, blijkbaar gansch vervuld van smart,
om deze afscheidspenitentie,
zijn veder in de tranen doopt
en zijnen huisgenoot verkoopt
door middel van een advertentie.
Als de gekooide zanger weet
van 's meesters diepe afscheidsleed.
dan zal hij zeker niet meer zingen ...
Dan zal hij, in 'f humaanste huis,
zijn kopje naar hei zee-geruisch
door de vergulde tralies wringen. ..
Wees niet verbaasd wanneer hij zwijgt;
zijn blik, die vruchf/oos rondwaart,
krijgt
van dag op dag iets froosf/oos ?
doffers...
Hij treurt, terwijl hij de oortjes spa/kt...
om een, die op de baren zwalkt
met tweedehands gekochte koffers . ..
Wanneer dit dier een Arend was,
en 'f kooitje niet bezwarend was,
en 'k niet afkeerig was van liegen,
dan had ik er nog bij bedacht
hoe 'f dier, mef onverwachte krachf,
zijn kooi vernield had, en getracht
dien edlen meester na te vliegen. . .
;epaste keest
door JAN D. VOSKUIL
Tentoonstelling woninginrich
ting te 's-Gravenhage
In de nieuwe arbeidersbuurt
Spoorwijk" te 's Gravenhage heeft de ge
meentelijke dienst der stadsontwikke
ling en volkshuisvesting eenige wo
ningen beschikbaar gesteld, voor een
tentoonstelling van woninginrichting,
georganiseerd door Het Instituut
voor Arbeidersontwikkeling". Het is
een verblijdend feit, dat men, door de
binnenhuiskunst werkelijk toe te pas
sen in een paar volkswoningen, de
menschen in onmiddellijke aanraking
brengt met practische interieurs, welke
ook getuigen van goeden smaak.
Minder juist lijkt mij echter, dat men
hier, waar het allereerst gaat om den
arbeiders een voorbeeld te geven, voor
een groot gedeelte van die meubels
heeft uitgekozen, welke voor lieden
met bescheiden inkomsten moeilijk te
bekostigen zijn. Wanneer men o.a.
een dressoir voor ? 120, een bureautje
voor / 130 en elders weer een buffet
voor ? 175 ziet aangeprijsd, dan be
grijpt men, dat deze meubels de groote
massa niet zullen bereiken ! Een uit
zondering maakt de inzending van de
architecten Schröder en Rietveld te
Utrecht. Zelfs een schrale beurs kan
nog toereikend zijn, om zich door deze
architecten te laten installeeren. Hun
doelmatige meubels zijn daarbij vlot
gevormd en levendig van kleur. De
overigens keurig door Cor Alous inge
richte expositie toont eenvoudigen en
toch belangwekkender! arbeid, doch,
zooals gezegd, voor de arbeiders over
het algemeen te duur, van: Cor A lous,
J. Brunoü, J. C. Janssen, Ir. H. F.
Mertens, J. Penaal en H. Wouda.
Een groot aantal kleinere gebruiks
voorwerpen en versieringen, voor een
deel, jammer genoeg, te dicht in een
kamertje opgepakt, laat zien, dat ook
voor weinig geld, degelijke en
aesthetische artikelen aan te schaffen
zijn.
den, dat alle middelen om dit doel
te bereiken beter waren geweest dan
het toegepaste, spreekt wel vanzelf.
En dat deze transacties onderwerp
van bespreking hebben uitgemaakt
op de conferentie van
circulatiebankleiders is eveneens begrijpelijk.
Met belangstelling ziet de financi
eele wereld het resultaat der confe
rentie tegemoet. Dat behalve de
deelnemende instellingen ook andere
met goeden wil bezield zijn ten aan
zien van de besproken punten - die
ik boven slechts
veronderstellenderwijs kon aanstippen is bekend.
Bij onze circulatiebank is bijv. in de
laatste jaren de passieve houding
met betrekking tot goudtransporten
wel zeer verminderd, en is het actief
optreden op de wisselmarkt hand
over hand toegenomen.
U. BOSKAMP & Zn.
*?Meubelen
OVERVEEN