Historisch Archief 1877-1940
No. 2615
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 JULI 1927
19
Verwikkelingen
door MELIS STORE
Uit het Kladschrift van Jantje
Het Tweede-Karoer-Hd Braat,
Minister van der Vegte en
President Coolidge
EN weet dat de heer "Braat,
?'die een zér voldoende op
leiding heeft gehad in eenvoudige
bewerkingen met getallen, zooals op
tellen, aftrekken en deelen, be
zwaar heeft gemaakt tegen de nieuwe
indeeling van het spoorboekje.
De cijfers boven de 12 brachten
den heer Braat, die, naar wij met
zekerheid kunnen melden, verder
dan tien kan tellen, ja, die zelfs het
?niet onaanzienlijk getal 11 als een
aoort hoogmoedig devies]voert, aan het
duizelen. En daarom verzocht hij den
? Minister om de oude wijze van rekenen
in het spoorboekje te herstellen.
De heer Van der Vegte heeft hierop
o.m. geantwoord:
? Zoolang men niet vertrouwd is
geraakt met de 24-urige dag verdeeling,
is er slechts een uiterst eenvoudige'
berekening noodig om de vertrek- en
aankomsttijden der treinen, zooals
aangegeven in den reisgids, tot de
vroeger gebruikelijke tijdsaanwijzing
te herleiden".
Wjj gevoelen, mét den heer Braat,
dat er met dit antwoord iets niet in
den haak is. Hier wordt weer de
typische slag-om-den-arm"gehouden
die alle van de regeering uitgaande
stukken kenmerkt. De minister geeft
namelijk toe, dat er een uiterst
eenvoudige berekening" noodig is om
de tijdsaanwijzing te herleiden.
Een uiterst eenvoudige" bere
kening.
Goed!
? Maar dan toch eene berekening".
En dan vragen wij mét den heer
Braat: welke berekening, Excel
lentie??"
Het spoorboekje meldt daaromtrent
niets, en wij zochten in het ministe
rieel antwoord ook tevergeefs naar
toelichtingen. Wij vernemen dan ook
met voldoening dat de heer Braat er
niet over denkt de zaak te laten
rusten.
Z.H.E.G. heeft de volgende nadere
vragen geconcipieerd:
De Minister van Waterstaat heeft
in zijn antwoord van 8 Juli op mijne
vragen in zake de tijdsaanduiding van
vertrek- en aankomst van treinen in
den nieuwen reisgids medegedeeld:
dat er slechts een uiterst eenvou
dige berekening noodig is om de
gebruikelijke tijdsaanwijzing tot de
vroegere te herleiden".
Is het den Minister bekend welke
die uiterst eenvoudige berekening is?
Is de Minister bereid om die uiterst
eenvoudige berekening mede te deelen
en toe te lichten door eenige voor
beelden?"
Minister van der Vegte zal hierop
antwoorden:
(Antwoord op schriftelijke vragen
van het lid der Tweede Kamer den
heer Braat, betreffende eene uiterst
eenvoudige berekening in zake de
herleiding van de nieuwe Tijdsaan
duiding van den reisgids tot de oude).
Er bestaat niet het minste bezwaar
tot het verstrekken dezer gegevens.
De uiterst eenvoudige rekenkundige
bewerking komt neer op een ver
mindering van elk getal boven de
twaalf (vóór het decimaal-teeken) met
twaalf.
Voorbeelden:
12 verminderd met 12 is 0.
13 12 1.
14 12 2.
15 12 3.
enz. enz.
12.01 verminderd met 12 is 0.1
12.02 12 0.2
22.07 12 10.07.
23.08 12 11.08.
23.19 12 10.09*)
's Gravenhag.
;e, 32 Juli 1927.
De Minister van Waterstaat
enz."
*) Verbetering. 10.09 moet zijn
11.19.
De heer Braat zal in het boven
staande aanleiding vinden tot eene
interpellatie. Als deze wordt toe
gestaan, zal hij de Regeering er op
opmerkzaam maken dat berekeningen,
zooals blijkens het antwoord van den
Minister van 32 Juli 1927 van het
Nederlandsche Volk geëischt worden,
niet mogen geacht worden te
behooren tot de uiterst eenvoudige
berekeningen''.
Het blijkt namelijk dat de Kegee
ring het volk een aftreksom voorlegt.
Het Nederlandsche Volk dat sterk
is in het optellen (blijkens de sociale
wetgeving), deelen (evenredige ver
tegenwoordiging) en vermenigvuldi
gen (bevolkingstatistiek) mag abso
luut niet bekwaam worden geacht
in het aftrekken, 't geen voldoende
wordt aangetoond in de stijging der
looneischen.
De Regeering vergt iets van het
volk, waartoe het niet bekwaam is, en
waartoe zelfs de President van de
Vereenigde Staten van N. Amerika
niet in staat is, blijkens het volgende
bericht, ontleend aan de Nieuwe
Rotterdamsche Courant van 9 Juli
1927 (ochtendblad):
President Coolidge in de war
met zijn tijd.
Men heeft er zich in de Zwarte
Bergen, waar president Coolidge zijn
vacantie doorbrengt, over verbaasd,
dat de president zoo vroeg opstond,
veel vroeger dan hij te Washington
pleegt te doen. Het geheim hiervan
is thans opgelost. De tijd in
ZuidDakota verschilt twee uur met den
tijd in het Oosten en de president
had vergeten zijn horloge te ver
zetten. Hij ging op zijn gewonen tijd
12 uur naar bed en stond om 7 uur
op zijn horloge op, maar in
ZuidDakota is het dan resp. 10 en 5 uur.
Waar uit het bovenstaande blijkt
aldus de heer Braat dat het
aftrekken van slechts twee van
een bepaald getal onder de twaalf
voor een man als President Coolidge
ernstige bezwaren oplevert, stelt de
heer Braat vast dat de eisch. aan ons
volk gesteld om twaalf van getallen
boven de twaalf af te trekken, vél te
hoog is.
De regeering zal onwrikbaar blijven
vasthouden aan het nieuwe spoor
boekje.
De heer Braat zal een motie voor
stellen waarin de Kamer haar afgrijzen
uitspreekt over de intellectueele dic
tatuur van het kabinet.
Het kabinet zal aftreden.
De heer Braat zal dan opdracht krij
gen om een Kabinet te vormen dat het
spoorboekje in eere zal herstellen.
Kenners zeggen:
MIJ smaakt allén eea
BROCHES
Cigaret"