De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 16 juli pagina 5

16 juli 1927 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2615 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 JULI 1927 Surcouf, de kaper door C. K. KESLËR honderdste gedenkdag van den dood van vermaarden Surcouf, dien men in deze maand te Parijs viert, doet de gedachten van zelf teruggaan naar de dagen van de zeilvaart, roept voor den geest het ras van koene Nonnandische en Bretonsche zeelieden, die onzen handel in de 17e eeuw zooveel last veroorzaakten. Niet geheel ten onrechte worden de Franschen wel eens aangeduid als la nation pirate". Het lijkt geen eerenaam, maar toch, het epitheton doet ons in de verheelding het snelle kaperschip zien, met volle zeilen voortsnellende over de bruisende golven; de bemanning met enterbijl en kort jan gereed tot den aanval, den kapitein, met arendsoogen iedere manoeuvre van het vervolgde schip bespiedende, dat hem tracht te ontsnappen, en ieder voordeel van wind en stroom gebruikende om dat te beletten. Eeuwen reeds hadden zij dat bedrijf uitgeoefend, de zeelieden van de Fransche kust van Vlaanderen tot den mond der Gironde en haast geen plaatsje ligt daar, dat niet eenige zijner vroegere bewoners onder de onversaagde zwervers telde. Vaak gingen zq op eigen gelegenheid als zeeroovers erop uit en maakten hun naam geducht in de zeeën van de West, the Spanish Main; soms ook stelden zij zich in dienst hunner regeering en deden als kapers den vijanden afbreuk. Maar, of zij piraten waren, zooals Montbar, PExterminateur, Francois, POlonnais en zoovele anderen, of kapers, als De Pointis, Cassart, Duguay Trouin 1), niet minder dan onze eigen en de Britsche aanvoerders waren hun namen in Oost en West bekend en gevreesd, Toch is Frankrijk nooit een zeemogendheid van den eersten rang geweest, zooals onze Republiek en Engeland. Uitstekende legers kon Louvois ter beschikking van den Zonnekoning stellen, de beste van zijn eeuw, maar het organiseeren van de marine gaf voortdurend moeilijkheden. De Fransche zeeman ging er liever op eigen gelegenheid op xtit, in dienst van een kapitein en een reeder, die hij kende; de marine met haar strenge krijgstucht trok hem minder aan. Was het noodig, dat groote eskaders gevormd werden,, dan zag de regeering zich dan ook meestal genoodzaakt, de hulp van particuliere reederijen in te roepen. En evenals onder de regeering van den Zonnekoning, zoo was het gebleven tot den tijd van Napoleon. De Fran sche tricolore kon zegevierend gedragen worden door half Europa, maar ter zee was en bleef de Britsche macht meester. Het was weder hetzelfde schouwspel, dat de 17e eeuw te zien gegeven had, Fransche triomfen te land, Fransche tegenspoed ter zee; La Hogue uit den Bourbonschen tijd vindt zijn pendant in Trafalgar uit den Bonapartistischen. Het was dan ook begrijpelijk, dat Napoleon gaarne de diensten aanvaardde van een man als Surcouf en hem als belooning ervoor verhief tot baron van het Keizerrijk. Bobert Surcouf werd in 1773 te St. Malo ge boren. Hij behoorde tot een geslacht van zeelieden en ging reeds als 13-jarige knaap het zeegat uit. Toen had hij zijn bestemming gevonden, als eenmaal onze De Ruyter. Evenmin als met dezen was er aan den wal veel met hem te beginnen, maar aan boord was hij in zijn element. Hij zwierf van Madagascar naar Ile de France en naar Indiëen, als bekwaam zeeman in zijn geboorteplaats terugge keerd, zeilde hij in 1793 op 20-jarigen leeftijd uit, als kapitein van een kaperschip om jacht te maken op Engelsche vaartuigen. De Nationale Conventie had den oorlog verklaard aan de Koningen van Engeland, Sardinië, Napels en Spanje en aan onzen Stadhouder Willem V; met Pruisen en Oostenrijk was Frankrijk reeds in oorlog, ter zee en te land was het dus door vijanden omringd. Dat was een MOTORBOOTEN BINGHAM & LUGT Haringvliet 85 ROTTERDAM tijd voor mannen als Robert Surcouf. Rusteloos was hij bezig, den Engelschen afbreuk te doen. Achtereenvolgens voerde hij het bevel op de kapers de Emilie, de Clarisse en de Confiance, rondzwer vende vooral op den Indischen Oceaan. Met het laatste schip maakte hij zich in 1800 o.a. meester van de Kent, een Britsch fregat met 38 stukken geschut en 400 man. Rijk kwam hij in het volgende jaar te St. Malo terug en hield zich daar gedurende een zestal jaren ijverig bezig met de reederij, vooral nadat na den kortstondigen vrede vanAmiens in 1802 Frankrijk opnieuw met den erfvijand aan de overzijde van het Kanaal in oorlog geraakt was. En toen in 1807 na den slag bij Friedland en den vrede van Tilsit Pruisen vernietigd en Rusland Napoleons bondgenoot ge worden was, toen scheen het, alsof ook Albion ten onder gebracht zou kun nen worden. In dat jaar zeilde Surcouf wederom uit, thans op zijn schip Le Revenant" en maakte in den Indischen Oceaan o.a. tal van met rijst gela den Britsche koopvaarders buit, die hij naar Ile de France opbracht. Van die reis veilig teruggekeerd, ofschoon een groote prijs op zijn gevangenneming gesteld was, werd hij tot baron verheven en hield zich tot den vrede met Engeland bezig met het uitrusten van kaperschepen in zijn geboorteplaats. In 1827 stierf hij op zijn in de nabijheid gelegen landgoed. Het was niet te ver wonderen, dat Suroouf de loopbaan van kaper koos. _______________ Tradities in zijn familie brachten hem daar vanzelf toe. Voor het indruk wekkende paleis te Versailles staat het standbeeld en in het museum hangt het portret van een zijner voorvaders van moederszijde, RénéDuguay Trouin. Diens vader, LUC Trouin de La Barbinais was in de 17e eeuw een bekend reeder en koopman te St.Malo. Zijn zoon Renéhad hij voor den geestelijken stand bestemd en deed hem daartoe zijn studiën te Rennes beginnen. Het bleek echter al spoedig, dat de aanleg van den jongeling hem ongeschikt maakte voor de waardigheid van geestelijke. In 1689 kreeg hij daarom verlof, zijn studiën op te geven en dienst te nemen op een kaperschip. Hier bleek hij op zijn plaats te zijn, zoozeer, dat hem twee jaar later het commando over een fregat kon worden toevertrouwd. In 1694 werd hij door een overmacht van Engelschen bij de Scilly-eilanden gevangen genomen. De 21-jarige, interessante Fransche zeeofficier wekte de belangstelling van een aanzienlijke Engelsche jonge dame en door haar bemiddeling herkreeg hij zijn vrijheid. In Frankrijk teruggekeerd, ontving hij van Lodewijk XIV een commando bij de marine en streed in den Spaanschen successieoorlog vooral in de Noordzee en in de Amerikaansche wateren. In 1711 deed hij o.a. van zich spreken door de verwoesting van de forten van Rio de Janeiro. Het jaar te voren was hij door den Zonnekoning in den adelstand ver heven. Hij diende nog tot 1731, fcoen hij wegens gezondheidsredenen ontslag moest nemen. DuguayTrouin moet zich behalve door zijn moed onder scheiden hebben door onbaatzuchtigheid, wat niet van het meerendeel zijner tijdgenooten gezegd kan worden. Bij zijn dood liet hij slechts een onbeteekenend vermogen na. 1) Naar hem is het Fransche oorlogsschip genoemd, dat onlangs een bezoek bracht aan ons land. De film De Moeder" voor de Haagsche raadsleden vertoond Teekening voor de Oroene Amsterdammer", door L. J. Jordaan DE HAAGSCHE OOIEVAAR : MERKWAARDIG, AL Z'N LEVEN HEB IK HET KIND GEBRACHT, EN NU BRENG IK DE MOEDER l" TABA SIGAREN ??~ ZIJN TOCH DE BESTE ~ ** Nieuwe Uitgaven Kaart van Zivitserland, schaal l : 600.000, uit gegeven door de Zwitsersche Verkeerscentrale te Zurich en Lausanne. 1927. De nieuwe druk van deze kaart zal den toeristen, die zich naar Zwitserland begeven, groote diensten kunnen bewijzen. Alle spoorweglijnen en de postautomobiel-wegen zijn aangegeven, evenals de vreemdelingen-, kuur- en badplaatsen enz. Deze kaart met twee afzonderlijke plattegronden van Montreux en omgeving en van de ligging van Zwitserland in het Europeesche spoorwegverkeer is ook voor voetreizigers geschikt. J*»- "' ***j De achterzijde der kaart geeft, naast een aantal mooie illustraties, talrijke inlichtingen over Zwit serland in het algemeen, zijne kuuroorden, douane formaliteiten, transporttarieven enz. Deze kaart is bij alle reisagentschappen en verkeersbureaux en bij de Zwitsersche Verkeers centrale te Zurich verkrijgbaar. GIDDING ITUYNENBURG MUYS|

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl