De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 16 juli pagina 6

16 juli 1927 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 16 JULI 1927 No. 2615 B1JKOMST1GHEDEN door ANNIE SALOMONS CCLXXVII T K geloof, dat alleen heel gezonde en enkelvoudige menschen het voorrecht hebben hun ontroeringen met de gebeurtenissen, die hun over komen,, te laten samenvallen. Zoodra er iets aan de promptheid van hun reactie begint te haperen, plegen ze de groote momenten van hun leven met droge oogen en koele harten te door staan, en pas veel later, of lang van te voren, het geluk of de smart te be leven, die hun worden opgelegd. Uit die ongelijk-tijdigheid" van vreugde vol of droevig feit en de emotie daar over, heeft men wel ten onrechte de gevolgtrekking gemaakt, dat cultuurmenschen te zwak zijn geworden om de realiteit te ervaren en alleen nog om een droom, om een fictie kunnen lachen of schreien; maar ik geloof, dat men hier de waarheid geweld aan doet: wie een week, vóórdat hij feitelijk vertrekt, op een stillen avond, onder de sterren, zijn afscheid beleeft, met een samentrekken van zijn hart, dat, als de boot werkelijk zijn sombere drie toeters ten hemel zendt, kil en onbewogen zal blijven, heeft Alleen de realiteit voorvoeld; hij heeft op de realiteit geanticipeerd; maar het is ontegenzeggelijk een reëel verdriet, dat hem van te voren heeft overweldigd, geen droom, geen zelf geschapen verbeelding... En. met het weerzien is het al niet anders; wie heeft zijn hart zóó in bedwang, dat het zijn blijheid en zijn ontroering kan opsparen, tot hij fei telijk weer op de grijze, ongelijke keien staat, en in oogen kijkt, waarin zoo wonderlijk veel gelijke herinneringen zijn bezonken, dat die blik alleen al uitrusten beteekent? Er zijn immers heel de reis over zooveel vooraf schaduwingen van wat ons de vol einding ervan brengen zal, dat we telkens een stukje van onze strakgespannen verwachting laten schieten, en op het oogenblik der vervulling bijna verlegen staan, omdat onze hunkering al van te voren was gestild. En niemand weet vooruit, van welken kant de vreugde hem ineens zal overrompelen. Wat heb ik ooit van Siciliëgeweten en hoe kon me vandaar die matelooze dankbaarheid aanvaren, dat het wezenlijk waarheid zou worden en dat ik Holland zou mogen terug zien? Toch was het de aanblik van zijn hooge berghellingen met sneeuw bedekt, die me voor het eerst van zalige zekerheid vervulde: we zijn thuis gekomen. Welke herinne ringen, misschien uit mijn vroegste kinderjaren, waren diep in mijn onderbewuste verzonken, en ver vulden mij op dat oogenblik plot seling met hun bedwelmenden, geur? Wat is het, dat in een mensch de hooge blijheid wakker roept, blij heid zonder naspeurbare aanleiding, EETKAMER NAAR ONTWERP W. P E NAAT. ? BESTAANDE UIT ? DRESSOIR.TAFEL. THEETAFEL.4STOELEH 2ARMSTOELEN ?.473. UITCXEVOERD IN PRIMA EIKENHOUT EN IN ELKE CEWENSCHTE HOUTKLEUR AFBEELDINGEN FRANCO METZ6C2 £ maar daarom niet minder zoet.... Later waren het de bloeiende kastanjeboomen in Marseille, eii toen, na een heelen tijd van vreemde aspecten en onvertrouwd licht, opeens de groene kust van Engeland.... We hadden heel dien zonnigen middag in bont en onder plaids aan het dek gelegen; de pittige koelte gaf je het gevoel, dat je van uur tot uur ge zonder werd en we waren aan de leizijde gebleven, tot de eerste gong voor het diner al was gegaan, en ik me haasten moest naar mijn bad. En daar, in de mandikamer, waar de zon door het raampje op het warme zee water scheen, was ineens de verras sing: de groene kust van Engeland vlakbij, verzorgd en welig als een tuin en in doorglansden nevel gehuld, zooals ons eigen land. Ik keek er naar en er was maar n gedachte als een refrein in mijn hoofd: Dat een mensch zoo mateloos gelukkig kan zijn.... Dat een mensch zóó gelukkig kan zijn." Maar toen het den volgenden och tend dan werkelijk waarheid worden zou,liepen we zwijgend en bijna gelaten over het dek. De grijze zee stond hol en toen de loods aan boord zou komen, zagen we zijn kleine schuit dansen over het water. Daar zwenkten we den breeden waterweg in; een sym fonie in grijs, van donkerblauw grijze, als lood dreigende wolken af, tot een zilverig witte tint, die bijna gezeefd licht scheen. De huisjes stonden keurig in het gelid; er reed de wagen van een bode over den dijk; de koeien waadden vredig in het natte gras, en er was koolzaad en een enkele bloeiende boom. We gingen naar de voorplecht, waar de regen ons in het gezicht sloeg. Naast ons stond een man, die drie en twintig jaar niet terug was geweest en ik trachtte me er in te denken, wat hij al niet allemaal veranderd zou vinden. Voor drie en twintig jaar waren er zeker nog paardetrammetjes en toen reed je nog in vigelantes; maar o, de menschen, die je in de kracht van hun leven hadt verlaten en die je nu geknakt en gebroken terug vondt; de kinderen, die groot en gewoon en conventioneel zouden zijn geworden, en bij wie je vergeefs de vroegere, persoonlijke charme zou zoeken; heel dat stuk verloren samenleven, dat nooit meer in te halen was. . . . Toen zei hij opeens, terwijl hij de kraag van zijn regenjas toeknoopte: Echt Holland, kou en regen en nattigheid. Brrr, wat een klimaat". Ja," zei zijn zorgelijk vrouwtje, ik zeg altijd: het klimaat is in Indi beter, maar in Holland t je veel lekkerder. . . . jonge doperwten en muisjes-aardappeltjes. . . ." Mijn hart ging open; hoe innig ouderwetsch Hollandsen waren deze menschen ondanks hun bijna kwart eeuw lange afwezigheid gebleven, de vrouw in haar genoeglijke, openhar tige materialisme, haar boven alles aan de keuken" denken; de man in zijn smalen op wat hem het liefste was, in zijn knorrige genegenheid. Toen werd de lucht donker van rook en smook; we voeren tusschen fa brieken, petroleumtanks, donkere kra nen, enorme scheepshellingen; en daar was de stad van m'n jeugd, het veelgesmade, ernstig beminde Rotter dam. . . . Enkele minuten later ston den we tegenover elkaar; het oogen blik, waarnaar we maanden hadden uitgezien, dat we meermalen 's nachts in den droom hadden beleefd. Ik had je nog nooit met zoo'n lichten hoed gezien," zei ik toen alleen, 't staat je wel goed. ..." Torpedo-Type 509 7/12 P.K. 4 cyl. kopkleppenmotor, 4 portieren, duco-lak, lederbekleeding, bijzonder doelmatig kapsyateem, 4 schokbrekers. vierwielremmen, 5 afneembare wielen met vol-ballonbanden, compleet uitge rust voor den weg r /* A f\ f\ I -£ J. U U» ? - ' J. LEONARD LANG Amsterdam, Stadhouderskade 114 Onder den Jt. 'j/iaarten (Winc/sor ^}(iairs (Jfaarlem ~ Q)en ^Caa C%msferc/am HOTEL GROOT-BADHUIS", ZANDVOORT. Kamers met volledig pension vanaf f 8.50 l TE 00/TECBÉEK LEVERT . GEÏIMMEWNftN WOON INRKHTINttN EN VER/IERINCiEN Spoor's Mosterd W. A. Spoor Jr., Culemborgv Clichés Van Leer Amsterdam MET OPSTAAN D EN BUITEN R AND J / MERSTELT DE/ PLATVOET \\ U.A.tVUtfSSIN^ ^v O.Z.VOORBUR6WAL VoMET BINNENGASTHUISl STOUT Versterkend VICTORI A-WATER Uitstekend te vermengen OBERLAHHSTEIM met wijn of vruchtensappen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl