De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 23 juli pagina 11

23 juli 1927 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 JULI 1927 11 DE VLIEGERS GEIJSSENDORFFER EN SCHOLTE VAN DEN DIENST AMSTERDAM?BATAVIA V.V. VLIEGENDE VISSCHEN COMOEDIA door HENRIK SCHOLTE Paleis voor Volksvlijt! Wie is Barton?" door E. Jefferson Farjeon lp IGENLIJK begon die vraag ons pas in de voorlaatste scène te interesseeren en toen was die vraag ook al geen vraag meer. Voor dien tijd werden wij bezig gehouden met de gebruikelijkehutspot van leegstaande huizen, wegwandelende lijken, paarlencolliers, boeven en dubbelgangers, die complicaties veroorzaakten, waaraan kop en staart ontbrak en die dan ook maar voor een klein deel bevredigend opgelost werden. Boef of detective het verschil is alleen dat de laatste nog meer onvergeeflijke stommiteiten begaat dan de eerste loopt hier den heelen avond met een revolver rond, en dat maakt zenuwachtig. Maar spanning was er geen oogenblik, omdat er geen centrale gedachte of figuur bestond, die onze belangstelling wakker riep en het geheele geval met misleidende en niet ter zake dienende overbpdigheden was getruqueerd. Als men onder een detective-stuk, in plaats van een nonsens-tale, een logisch-gesloten puzzle verstaat, voelt men zich met deze apekool aardig beetgenomen. Toch zorgden text en spel van deze alzijdige mystificatie wel voor bet noodige amusement en de bezwaren achterna komen dan ook slechts voor .bij die zwaartülende lieden, die van een grapje itt den zomer nog iets meer dan een beetje pret verwachten., Cor Hermus als Ben van de Koop vaardij was tien moorden en honderd detectives waard en dit meesterstukje van komische typee ring redt stuk en opvoering. Hermus' talent bestaat m die droge, maar onweerstaanbaar werkende humor, die Dickens' typen zoo levend maakt, en hij zou daarmee, bij een goeden text, werkelijk groote dingen kunnen bereiken. Waar in déze rol zijn improvisatie begint en de text ophoudt is voor xden toeschouwer natuurlijk niet na te gaan, maar het plezier aan dit heerlijk en daarbij in het geheel niet zinneloos-dwaas gespeeld volkstype duurt zoolang als hij op de planken staat, en dat is bijna den geheelen avond het geval. Hoe jammer dat wij dit stuk met de honderd fouten niet nog genoegelijker hadden kunnen ver teren, indien het spel van de beide eigenlijke hoofd figuren maar minder blank en onpersoonlijk geweest zou zijn. Frits Bouwmeester miste alle autoriteit, die voor zijn toch al hachelijk ge' bouwde rol zoo dubbel noodig was en Dogi Kugani deed zelfs geen oogenblik moeite om iets uit het gecompliceerde en zeker wel speelbare karakter, J. 8. MEUWSEN, Hofl. A'dam?RMam-Dtn Hu* DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND dat in haar rol stak, naar voren te brengen. Onder de bijfiguren, die in dit stuk maar zoo'n beetje rondspoken, vielen Charlotte Kohier en Bichard Flink op, die beiden met zorg hun rollen speelden en geloofwaardiger waren dan de antieke rooverhoofdman van Balledux of het onbegrijpelijk deusje ex machina van Fred. Milton, die zelf scheen te trillen van de onverwachte effecten welke hij bereikte en wiens rol en spel, tegen de bedoeling in, min of meer komisch werkten. Teekening voor de Groene Amsterdammer" door B. van Vlijmen COR HERMUS IN WIE IS BARTON?"' Muziek in de hoofdstad door CONSTANT VAN WESSEM Ignaz Neumark: P\ E jonge Poolsche dirigent Ignaz Neumark, sinds eenigen tijd tweede dirigent aan het Kurhaus te Scheveningen, dirigeerde verleden Donderdagavond voor het eerst het Concertgebouw-erkest. De eigenschappen van dezen dirigent maken, dat hij op zijn onvoordeeligst i» voor een vreemd orkest. Zijn bewegelijke, snelle^ en impulsieve gebaren, zijn moeilijk zich beheerschend, wat nerveus lan, bereiken niet steeds wat zij willen en stichten soms een gejaagde verwarring. onder de spelers, zoodat o. a. de Don. Juan" van Richard Strauss beurtelings hollen of stilstaan werd, en de détails in de jacht der geluiden verloren gingen. Ook Strauss Burleske" leed onder deze onvastheid in de leiding, hoewel de pianiste, die in dit stuk de solo speelde, Margarete Wit, op zich zelf staand een gevoelig, verzorgd, maar wat te weinig brillant spel ten gehqore gaf. Het Burleske" in dit stuk van Straus is mij nooit duidelijk geweest en voorgedragen als Donderdagavond vermoed ik,. dat Straus hier onder burleske verstaat: een stuk muziek, dat niet met een zwaarwichtig gezicht gecomponeerd is en zich in speelsche, licht walsendeteederheden van klank en rhythme begeeft, een beetje melancholiek, a la Brahms. Het stuk heeft charme, al kon het speelsche pittiger uitkomen dan Margarete Wit deed. Op zijn best leek mij Neumark in Dvorak's symphonie ,,Aus der neuen Welt" een z. g. Amerikaansche symphonie met nigger-songs, maarin Bohème overgebracht, dunkt mij. Overigens een vloeiend, geïnspireerd en uiterst aangenaam melo dieus stuk muziek, waarvan men de frischheid met genoegen van tijd tot tijd terughoort en dat Neumark een mooie kans gaf zijn minder gelukkige momenten van vóór de pauze tot zijn groot succes bij het publiek goed te maken. DIT MERK IS EEN WAARBORG VOOR ONOVERTROFFËN REPRODUCTIE EN) ONGEËVENAARDE AFWERKING. N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY, AMSTERD. VEERKADE Z2A DEN HAA»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl