De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 23 juli pagina 4

23 juli 1927 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 JULI 1927 No. 2616 Rubensherdenking te Antwerpen door Dr. MAURITS SABBE T~\ EGENEN die op de aanstaande Rubensfeesten te Antwerpen een vertoon van oudBrabantsche pracht en weelde verwachten, met op tochten, praalwagens,rijk gecostumeerde groepen en v; dies meer, zullen wel ontgoocheld worden. De nood der tijden dwingt tot beperking van uitgaven, en hoe de wijkcomité's ook in de weer zijn en zich inspannen om de stad gedurende de Bubensdagen (13, 14 en 15 Augustus) een feestelijk uitzicht te geven, en hoe gelukkig sommige van de ons be kende versieringsontwerpen ook mogen zijn, toch zullen wij ver verwijderd blijven van den wonder baren stadstopi, dien Rubens destijds zelf bedacht voor de blijde intrede van den Prins-Kardinaal, en die door Th. van Thulden in het prachtwerk van C. Gevaertius, de bekende Pompa Iniroïtus, werd vereeuwigd. Wat men aan praalvertoon zal missen, wordt wellicht vergoed door de innigheid ei degelijkheid, die zullen spreken uit het meer intellectueele ge deelte der feestelijkheden, en vooral uit het ont worpen tentoonstellingen-complex. Er zullen er niet minder dan zes van verschil lenden aard geopend worden tusschen 23 Juli en 15 Augustus, en tot einde September toegankelijk blijven. Op n na, gewijd aan de afgietsels van al de gebeitelde versieringen van den Antwerpschen O. L. Vrouwetoren, waarvan de spits hersteld wordt, zullen al die tentoonstellingen een ver schillend uitzicht van Rubens' kunst, zijn tijdvak en de studie van zijn werk geven. *?* De eerste begint al op 23 Juli in de Stedelijke Hoofdbibliotheek op het Conscienceplein, een van de stadsbuurten waar het karakter van Rubens' tijd zeker het treffendst tot den bezoeker spreekt. De stadsbibliotheek is immers gevestigd in het oude Professenhuis van de Sociëteit Jesu, naast het Jezuïetenklooster en vlak tegenover den pralerigen barokgevel van de Jezuïetenkerk, aldaar in 1621 opgericht als een symbool van de overwinning der Contra-Reformatie te Antwerpen, waarvan Rubens' kunst voor een ruim deel de grootsch-zwierige apotheose is. Langen tijd dacht men dat Rubens de ontwer per van dien tempel was, doch latere opzoekingen toonden aan, dat alleen zijn Palazzi die Genova den thans bekenden bouwmeester, Pater P. Huyssens, eenigszins inspireerden. Voor deze kerk heeft Rubens echter de bekende zolderingsstukken gemaakt, die in het begin der 18e eeuw door een brand vernield werden, en een paar schitterende altaarstukken, die zich thans te , Weenen bevinden. 't Is een heele brok geschiedenis, die op dit stemmige, zoo ongerept in stijl gebleven pleintje voortleeft. De Jezuïetenorde had in Rubens' tijd een groot deel van de geestelijke leiding te Ant werpen in handen, en het is alsof de geest van al de toenmalige geleerde, vrome paters, waaronder veel persoonlijke vrienden van den grooten schilder, a.d.z. A. Schottus, Oarolus Scribani, F. d'Aguilon, J. Tirinus, J. de Tollenaer, Bauhusius en zooveel anderen, hier nog rondwaart. In het professenhuis zelf was het dat de sodaliteiten samenkwamen, onder meer ook de Sodalitas latina major B. Mariae Virginis, waarvan Rubens in 1623 bestuurslid en in 1627 secretaris was. Een passender kader voor een Rubens-tentoonstelling is niet denkbaar. Hier komt de Rubensliteratuur aan de beurt. Alles wat de Antwerpsche hoofdboekerij bezit aan werken en tijdschriftartikelen over den Vlaamschen meester en zijn kunst, werd hier door den biblio"thecaris E. de Bom bijeen gebracht en uitgestald. Dat is geen kleinigheid. Bijna negenhonderd nummers komen in den catalogus voor, die, in druk yerschenen, niet de volledige Rubens-bibliographie uitmaakt, maar er toch wel niet zoo heel ver zal van af blijven. Bij de opening van deze tentoonstelling houdt de heer J. Muis een lezing over Rubens als animator. * * * De tweede tentoonstelling brengt ons op 30 Juli naar het Museum Plantin-Moretus. Weer een huis, waar Rubens onder de trouwe bezoekers en meest geliefde vrienden behoorde. Balthasar Moretus I, de toenmalige bestuurder der aartsdrukkerij was een schoolmakker van Rubens. Fratrem tuum jam a puero cognovi in scholis, et amavi lectissimi ac suavissimi ingenii Juvenem", schreef hij aan Philips, Rubens broeder. Talrijk zijn de schilderijen meestal portretstukken die Rubens voor Moretus vervaardigde. Nu nog worden ze in de oude pronkzalen van het Plantijnsche huis bewaard en geven ons het beeld van een heele groep van de toenmalige Antwerpsche humanisten der Lipsiaansche school. Moretus' officina was immers, naast de kloosters der Je zuïeten en Augustijners, het centrum van het intellectueele leven te Antwerpen in de eerste helft der 17e eeuw. Maar kon men dan een beter plaats vinden voor een tentoonstelling, die tot doel heeft juist dat Antwerpsche geestesleven uit Rubens' tijd op te roepen? Niet alleen het gebouw is daarvoor als van zelf bestemd, maar ook al het gewenschte materiaal is er voorhanden. De twee derden van de boeken, hier in die jaren uitgegeven, kwamen van Moretus' persen en werden hier bewaard. Hier krijgen wij dan een overzicht op de geschriften van Justus Lipsius, den grooten voorganger, die zijn stempel op den tijd drukte, en van al zijn volgelingen, waaronder in de eerste plaats verscheidene leden van Rubens' familie zelf. Een van de aantrekkelijkheden van deze ten toonstelling zal stellig de volledige reeks zijn van de boeken gedrukt door Moretus, Meursuis, Cnobbaert en anderen, en waarvoor Rubens de titelprenten teekende. Er komt ook een goed voorziene verzameling autographen van de Ant werpsche beroemdheden dier dagen, en een zeer interessante reeks portretten en historische pren ten en teekeningen, waarvan er enkele weinig gekend zijn. Ook voor deze tentoonstelling is er een cataloog verkrijgbaar. *** Op 31 Juli worden in de zaal van de Academie voor Schoone Kunsten (Venusstraat) gravuren en photo's uitgestald, die er op berekend zijn om aan het groote publiek een denkbeeld te geven van den omvang van Rubens' werk. De zeer rijke verzameling reproducties van Rubens' schilderijen door Rooses en Ruelens bijeengebracht, en destijds ondergebracht in het Museum voor Schoone Kunsten, waar er sedert enkele jaren geen ruimte meer voor is, worden hier weer voor het publiek zichtbaar. Er zijn sedert de samenstelling van die verzameling nog tal van werken van den meester ontdekt, die daar zullen ontbreken, maar, die uitgezonderd, zal het heele oeuvre van den meester daar in overzicht kunnen genomen worden. Op 7 Augustus, in het Kunstverbond (Arenbergstraat), is de opening van de tentoon stelling der Antwerpsche wit-en-zwart-kunst in Rubens' tijd. Hier onderscheiden wij twee af dee lingen. Eerst de teekeningen, waaronder er hoogst merkwaardige voorkomen van Rubens' zelf, Van Dyck, Jordaens, Jan Oossiers, Th. van Thulden, Th. Willeborts, Nic. van der Horst, Artus Guellin, Jan Brueghel, Gilles Neyts, Bon. Peeters, David Teniers, Jan Fyt, LUC. van Uden, Seb. VranCkx, Snijders, enz. Dit alles vertegenwoordigt een keuze uit de teekeningen in het bezit van het Museum Plantin, hoofdzakelijk uit de verzamelingen Rooses en Cl. van Cauwenberghs, de laatste onlangs door een groep maecenen aangekocht en voor de lief hebbers nog zoo goed als ongekend. Er is ook een selectie uit de verzamelingen van Frits Lugt te Utrecht (o.a. % Rubensen), van Frans Koenigs te Haarlem (13 Rubensen), van Prof. M. Delacre uit Gent en enkele andere particulieren. Men rekent op circa 25 teekeningen van Rubens, 15 van Van Dijck, evenveel van Jordaens en een groot aantal van kleinere meesters. Uit de verzameling Koenigs komen o.a. het zittend portret van H. Fourment, studie voor het schilderij van München; een studie voor een vrouwenfiguur uit het Jardin d'Amour, en het portret van Fr. Francken jr. door Van Dijck. Uit de collectie Lugt zal er een studie zijn voor den Val der Verdoemden en een portret van LUC. van Leiden door Rubens; een St. Sebastiaan en de Abt Scaglia door Van Dijck; en de Aanbidding der Herders van Jordaens, studie voor het schilderij, dat tijdens het bombardement van Veurne in 1914 in de kerk vernield werd. Het Museum Plantin leent zijn prachtige Jordaensverzameling. Men kan voorzien, dat deze teekeningenverzameling op zijn minst zoo interessant zal zijn als die welke op de jongste tentoonstelling van Vlaamsche II 1 MUZIEKHANDEL 1 1 1 P I A N O 'S 1 A' 1835 D U Acht«rSt.PiitBM n' l VLEUGELS j PAHP D Tel 443 1 K/inK UTRECHT 1 kunst te Londen de algemeene bewondering wekte. In de tweede afdeeling zullen al de Antwerpsche graveurs in hout en koper, en de etsers van de eerste helft der 17e eeuw vertegenwoordigd zijn. Wij citeeren maar uit den hoop het volledig graveerwerk van Chr. Jegher; zeer zeldzame etsen van Jan Fyt; merkwaardige houtsneden van G. de Craeyer. Het zal wellicht de eerste maal zijn, dat de Antwerpsche graveerkunst uit Rubens' tijd zoo. volledig bijeen werd gebracht. * ** Tenslotte komt op Zondag 11 Augustus in het Museum voor Schoone Kunsten een schilderijen tentoonstelling. Daar Antwerpen er op rekent in 1930 een groote world-show" van Vlaamsche kunst in te richten, heeft men zich dat jaar beperkt tot het bijeenbrengen van. enkele merkwaardige stukken uit het Museum en de kerken van Ant werpen, en enkele andere schilderijen uit Belgische openbare en particuliere verzamelingen. Enkele werken uit het buitenland werden door de eige naars uit eigen beweging toch aan den inrichter, conservator A. Cornette toevertrouwd, o.a. een. Aanbidding van de II. Koningen uit de collectie van Mevr. Kleykamp uit Den Haag. Op Maandag 15 Augustus wordt er in de Vlaam sche Opera een plechtige academische zitting gehouden, waarop o.a. de bekende Rubens'specialist Glück, uit Weenen. het woord zal nemen. Naar aanleiding van de Antwerpsche leestenlaat de Brusselsche uitgever L. J. Krijn (Leuvensche Weg, 94) een boek verschijnen, dat zeker niet nalaten zal belangstelling te wekken, Rubens en zijn Eeuit' is het getiteld en bevat vijf uitvoerige studiën van verschillende hand: Politiek en econo misch Antwerpen in Rubens' tijd door E. II. Flor-Prims, archivaris te Antwerpen; Het Geestes leven te Antwerpen, door Maurits Sabbe; Hef Volksleven door V. de Meyere; Rubens en zijn Werk door Paul Lambotte, en Rubens' Voorlooperx, Tijdgenooten en Volgelingen door A. Delen. Een vraagstuk, dat te Antwerpen bij deze Rubensstemming weer met vernieuwde en ver sterkte hartstochtelijkheid wordt besproken, is dat van het Rubenshuis. Men weet dat de heerlijke woning, die zich de grootvorst onzer schilders, naar eigen plannen, te Antwerpen liet optrekken, in groote lijnen nog bestaat. De triomfboog tusschen het binnenplein en den tuin, alsook het paviljoen in het achterdeel van den tuin opge richt, zijn nog ongeschonden. Met de platen in 1684 en 1694 door Harrewijn uitgevoerd, en met enkele schilderijen van Rubens zelf, waarop deeleii van zijn huis voorkomen, ware het betrekkelijk gemakkelijk alles in zijn oorspronkelijker! staat te herstellen. Bouwmeester Henri Blomme had daar op de wereldtentoonstelling te Brussel in 1910 al eenige stalen van gegeven. Men vond dat alles eenigszins overladen en erg onecht en er werd vinnig getwist over de vraag of men het Rubens huis zou laten zooals het thans is, of wel herstellen. Zijn daar de meeningen nog verschillend over, daarentegen is er geen enkel kunstvrieiid te Ant werpen, die niet hoopt dat dit historisch gebouw uit particulier bezit in stadsbezit zal overgaan en een bestemming krijgen, waardig aan zijn verleden. Misschien brengen de a.s. Rubensfeesten ons in dezen een verrassing. Groote sorteering gepolitoerde SLAAPKAMERS in diverse houtsoorten. 5Qd Ook Zaterdags tot 6 uur geopend.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl