De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 30 juli pagina 16

30 juli 1927 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 JULI 1927 No. 2617 IL Stabilisaties door C. A. KLAASSE Q ENOEGZAAM tijd is thans ver^"^ streken sedert het tijdstip der effectieve stabiliseering van de Belgi sche munteenheid, om te mogen aannemen, dat deze coup de finance" een volkomen succes is geworden. Sinds de eerste dagen van het expe riment bleef voortdurend de koers van den franc juister uitgedrukt van de belga, de ten gerieve van het betalingsverkeer met het buiten land gecreëerde rekeningseenheid te Amsterdam boven het peil van de muntpariteit. Het zal velen lezers wellicht niet bekend zijn, dat de fixatie van de waarde der Belgische valuta eerst na een geheel mislukte poging daartoe is stand tot gekomen. In den aanvang van 1926 namelijk werd door de Belgische volksvertegenwoordiging een wet gevoteerd, houdende voorzienin gen ten aanzien van eene stabilisatie volgens het zgn. plan-Janssen", aldus genaamd naar den minister van financiën die, deel uitmakend van het toenmaals aan het bewind zijnde ministerie Poullet, dit plan had ont worpen, waarvan de uitvoering op een echec is uitgeloopen. Een Belgisch econoom, Emile Hoffmazm, deed voor kort een werkje het licht zien, waarin tegenover elkaar worden gesteld het plan-Janssen" en het stabilisatie-project, zooals dat in October 1926 onder leiding van minister Francqui werd ten uitvoer gelegd. In deze brochure somt de schrijver de redenen op, die, naar zijne meening, hebben geleid tot het mislukken van de eerste poging, die, naar hij doet voorkomen, minstens even grondig en vakkundig was voorbereid als de volgende, en die niet door eigen onvolkomenheid tot schipbreuk-lijden gedoemd was. In groote trekken omvatte het plan-Janssen, dat tot zoo heftige critiek aanleiding is geworden de navolgende punten: 1°. afschaffing van de gedwongen koers der munt eenheid, door inwisselbaarheid van de munt in goud of deviezen; 2°. aflossing van het grootste deel van de schuld van den Staat aan de Belgische Nati onale Bank; en tenslotte het aangaan van een buitenlandsche leening, die weliswaar zoude dienen voor het onder 2°omschreven doel, doch welke - a doubléusage tevens tot resul taat zou hebben de deviezenvoorraad der centrale bank te versterken. Wat is nu de oorzaak geweest van het mislukken dezer stabilisatiepo ging, die naar de overtuiging van hen die daartoe het initiatief namen, op zeer hechte basis stond? De schrijver van bovenaangehaalde brochure is geneigd zich te scharen aan de zijde van hen, die meenen dat het echeo in hoofdzaak is te wijten aan een deloyale perscampagne, die zich, op insti gatie van een zeker kamp uit de Belgi'sche haute-finance het werkje noemt namen van enkele der grootste Brusselsche banken richtte tegen het plan, en tegen Poullet, den leider van het ministerie, dat van het pro ject de Deus ex machina vormde. Hiermede begeeft de auteur zich op glibberig terrein en keert zich aldus af van de opinie der groote meerder heid van de Belgische en buitenland sche financiers, die in het plan-Janssen inderdaad ernstiger gebreken meenden te ontdekken dan alleen het feit dat de ministerpresident die dit minister raad-kind ten doop hield, krachtige politieke vijanden had. De aantijging als bovenomschreven is dan ook eerst voortgesproten uit later beschouwin gen van den schrijver, die aanvankelijk blijkens een oudere brochure, meer waarde hechtte aan het meer algemeen gehuldigde argument, dat ik hieronder zal toelichten. Hoewel het ongetwijfeld waar is. dat juist bij een materie als de onder havige, waarbij het vertrouwen een zeer belangrijke factor is, een afbreken de en verdacht makende perscampagne buitengemeen veel kwaad kan stichten, klinkt toch het argument, dat de financieele wereld, zoo in als buiten België, tegen de uitvoerbaarheid van het plan-Janssen heeft aangevoerd, meer aannemelijk en meer reëel ge fundeerd. Met schoof nml. als allerzwakste punt in dit stelsel naar voren: het ontbreken van eenige afdoende regeling der vlottende staatsschuld, belichaamd in kortloopende bons de trésor." Het is.bekend, dat sedert eenigen tijd vrijwel alle landen, die ernstig het voornemen koesterden om de positie hunner gedeprecieerde valuta te ver beteren, zijn overgegaan tot conso lidatie hunner vlottende schulden; wel een bewijs, dat men zulks als eerste vereisehte voor een munthervorming beschouwt. En dit mag nau welijks verwondering wekken. Wat kan de stabiliteit van een munt meer in gevaar brengen dan de kans, dat plotseling door opvraging der schulden de circulatie met zeer groote bedragen moet worden uitgebreid, om de voor aflossing benoodigde middelen te scheppen? Francqui heeft dan ook zorggedra gen op dit punt afdoende voorzienin gen te treffen. De wet van 7 Juni 1926 decreteerde de oprichting van een autonome amortisatie-kas, waar aan bepaalde jaarlijksche inkomsten werden toegewezen. Aanvankelijk meende men te kunnen volstaan met dezen maatregel, die de vlottende schuld eerst zeer geleidelijk geheel zou kunnen doen verdwijnen, doch in dachtig aan de les, die men uit het falen van het project-Janssen had getrokken, besloot men alles in het werk te stellen, om te kunnen schrijden tot onmiddelijke delging van het overgroote deel der vlottende schuld, zulks mede op advies van buitenlandsche finan ciers. Men koos daartoe de gedwongen consolidatie door verplichte omwis seling der bons de trésor" in pre ferente aandeelen der Nationale Maat schappij der Belgische Spoorwegen, in welke nieuw opgerichte vennoot schap de staat zijn bezittingen: de staatsspoorwegen inbracht. Hiermede was de schatkist ontheven van de drukkende last der mogelijke opvra gingen, die de evenwichtspositie der buitengewone begrooting bij voort during bedreigde. Dat onder deze omstandigheden de buitenlandsche financiers eerder ge neigd waren de stabilisatie te steunen dan onder de werking van het plan janssen spreekt wel vanzelf. Met de voltooiing van de voorwaarden ter stabilisatie met vorenvermelden maatregel was dan ook de weg bereid voor een succesvolle poging' daartoe. Dat het succes volkomen is geweest hebben de feiten voldoende bewezen. Van de credieten, door de buiten landsche circulatiebanken aan de Belgische nationale bank in gemeen schappelijk overleg geopend, behoefde geen oogenblik gebruik te worden gemaakt. De moreele steun bleek voldoende ! Nederlandsche Handel ~ Maatschappij AMSTERDAM. Gestort Kapitaal ........ f 80,000,000.?. Statutaire Reserve ....... f 40,000,000 __ . AGENTSCHAPPEN te ROTTERDAM en VGRAVENHAGE VOOR DEPOSITO'S: % per jaar. Direct opvorderbaar l l maand opzegging 2 3 maanden opzegging 2\ 6 3 12 44 % ó/ /o o/ /o Voor .'andere en Vaste termijnen, zoomede voor groote bedragen rentevergoeding nader overeen te komen SAFE-DEPOSIT Utrechtsche Hypotheekbank UTRECHT Pandbrieven f 43.000.000 De Bank stelt beschikbaar: 4^2 pCt. Pandbrieven a 99 pCt in stukken van f 1000.?, f 500.?en f 100. De Directie: Mr. A. J. S. VAN LIER Mr. P. R. HOORWEG Hypotheekbank .De Jrlaarlemscne Leden der Directie: ^f&¥P' Mr. A. S. M I E D E M A, P. H. CRAANDIJK en A. E. THIERRY DE BYE DOLLEMAN Kapitaal . . f 3.500.000 Pandbrjeven f 31.064.800 Hypotheken f 32.020.735.?Reserves . . f 824.988.92 4i pCt. PANDBRIEVEN TEGEN LAATSTEN AMSTERD. BEURSKOERS Rott. Hypotheekbank v. Nederland Opgericht in 1864 Volteekend Maatschappelijk Kapitaal f 5.000.000. Verstrekt geld op eerste hypotheek. Voor inlichtingen wende men zich tot het kantoor der Bank, Ged. Bierhaven 25 te R'dam of tot hare Agenten. De Directie: Mi. Th. Reepmaker, Mr. N. P. C. v. Wijk, Mr. B. van Rossem. Abonneert U op De Vrouw en haar Huis" Prijs per jaar f 10 Franco p.p. f 10.75 Proefhr. op aanvraag Uitgave Van Holkema 6 Warendorfs Uitg. Mij. A'dam (SJnder den 3i. y/taarten (Jlaarlem (-u)ina'sor Q)en Qlmsfera' am Abonneert U op: De Groene Amsterdammer

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl