De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 30 juli pagina 9

30 juli 1927 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE ÓJÏPËNË'AMSÏERDAMMËR VAN 30 JULI 1927 Voor Vrouwen ZOMERJURKEN Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Netty Heyligers Kinderjurk van zwart geruite stof; kraagje en voorbaan van wit batist met een rood lakriempje. Jurk van twee tinten bruin: 't vest en 't geplisseerde onderrokje een tint lichter dan de overjapon, afgezet met een wat ?donkerder bruin lintje. Gebloemde voile jurk met wijd klokrokje, het . lint om hals en heupen is van effen voile in een van de kleuren in ?de ja-pon aanwezig. Moderne Vrouwen en Moderne Vraagstukken door EMMY J. BELINFANTE XVII. Opleiding of Voorbereiding? T N den tijd waarin het woord efficiency" zijn plaats veroverde in het woordenboek van elke zaak van beteekenis, is het vraagstuk der opleiding naast dat van de beroepskeuze het belangrijkste -voor alle ouders, die droomen van een goede toeLkomst voor hun kinderen; voor alle jongens en meisjes, die vervuld zijn van gedachten aan succes in de loopbaan, welke zij als de hunne hebben gekozen; voor alle vakgenooten, die hun beroep "liefhebben en het gaarne op een hoog peil houden. Zoowel de leidende vrouwen bij het nijverheids onderwijs als die bij de verpleging, zoowel onder-wijzers als journalisten meenen, dat door hooge ?eischen aan de opleiding te stellen het beroep zal "winnen aan gezag en over het algemeen menschen ?van hooger beschaving, dan die thans erin worden -opgenomen, tot zich zal trekken. In den tijd van geweldige concurrentie, van m|u;htige vorderingen van wetenschap en techniek, ^waarin nog wel altijd protectie voorkomt en lang miet altijd the right man" of the right woman", ,,in the right place" wordt geplaatst beseft men "toch steeds meer, dat men degelijk onderlegd moet aijn, theoretisch zoowel als practisch, om zijn Arbeid doeltreffend te verrichten. Er zijn beroepen, ?waar de practische ervaring van meer beteekenis is dan de theoretische kennis en andere waar de Aanbevolen Hotels: /HOTEL D'ORANGE \HOTELDRIEHUIZEN WT TIT o /7T?1? J BAD HOTEL WIJK a/Zr±,H, { ZEE-DEPENDANCE theorie onmisbaar is . Het besef, dat karakter eigenschappen evenzeer vereischt worden als aanleg en kennis dringt ook langzamerhand door als reactie op de overschatting van geleerdheid en examens, maar een diploma H.B.S. 5-jarige cursus geldt in elke verantwoordelijke betrekking toch wel als het minimum van algemeene ontwikkeling, terwijl onze tijd van specialisten bijzondere eischen van opleiding stelt voor verschillende beroepen. En op de kosten van die opleiding stuit menig maal de carrière van den knaap of het meisje af. De ouders zien geen kans tot de uitgave en slechts weinigen hebben de geestkracht, het doorzettings vermogen en den sterken wil, om zelf, al werkende in een tijdelijk beroep, zich voor te bereiden voor dat wat zij zich hadden gewenscht. Wij spreken van zich voorbereiden, want meestal zullen zij, die op deze wijze de wetenschap of welk beroep dan ook liefhebben, zich zelf grondig trachten in te werken in de kennis, die noodig is, om dat beroep uit te oefenen en niet hun heil zoeken in een of andere opleidingsinrichting, die hen in snel tempo africht voor een examen, maar hen niet inwijdt in de geestelijke atmosfeer van hun beroep. Ook hier is er natuurlijk verschil tusschen beroepen en beroepen. De onderwijzer, de predi kant, de dokter, de rechter, de journalist, de ver pleegster, de inspectrice bij de kinderpolitie, allen die met levend materiaal te doen krijgen, kunnen feitelijk niet volstaan met kennis, die hun gemoeds leven niet heeft ontwikkeld, maar zij hebben behoefte aan een wetenschap, die hun menschenkennis verrijkt evenals hun psychologisch inzicht, hun medegevoel, hun gave anderen te begrijpen en te helpen volgens methoden, welke zij zelf voor elk geval nieuw moeten zoeken en niet kunnen vinden in een of ander keurig hokje van de wetenschap. Voor hen is niet opleiding bovenal noodig, maar is voorbereiding bijna onmisbaar, voorbereiding voor het leven, dat hen wacht, inwijding in de atmosfeer, waarin zij zullen moeten ademen. Zij kunnen zeker niet buiten beroepskennis en een ruime mate van algemeene ontwikkeling, waarin begrepen moet zijn. kennis van cultuur geschiedenis, van psychologie, ter wijl hun vorming onvolkomen zal zijn, als deze hun niet geeft inzicht in het mooie, het ideëele van hun toekomstige taak. Het heeft ons onmiddellijk aan genaam verrast, dat op de Kolo niale School voor Meisjes en Vrou wen, de leerlingen niet enkel de Indische huishouding leeren, niet enkel talen en volkenkunde, dat zij niet van de school vertrekken met slechts een kijk op het uiter lijke Indische leven, maar dat zij er vertrouwd raken met de cultuur van Indië, dat haar wordt gewezen op haar roeping als Nederlandsche vrouwen in Indiëom haar man te steunen in zijn taak, de inlanders te begrijpen, met het volk mee te leven. Wij herinneren ons ook paedagogielessen, waarbij ons als aan staande onderwijzeressen werdingeprent, dat de beschaafde vrouw een invloed ten goede kan oefenen in de Volksschool. Dat was iets anders dan het uit het hoofd leeren van methoden en het napraten van definities omtrent verstand, be grippen enz. Elke opleiding, waarbij de pupil niet zelfstandig leert denken is niet anders dan een africhten' waardoor de betrokkene wellicht voor een examen zal slagen, maar voor zijn arbeid in het leven een minderwaardige kracht blijft. Voor den arbeid, welke de geheele mensch eischt, is zelfs de op leiding, die leert denken maar het gemoed niet raakt, onvoldoende. Hier wordt de practische routine sleur, als er niet is de bezielende kracht, die altijd aanspoort tot het zoeken van nieuwe en betere werkwijzen. De goede verpleegsters-docenten zien in de voor-opleiding der leerlingen de gelegenheid haar ook voor te bereiden voor de ethische zijde van het beroep. Zoo eischt elk beroep, waarin gewerkt wordt met levend materiaal, voorbereiding, een voorbereiding voor een ideëele opvatting van het beroep, die alle teleurstelling moedig doet dragen, tot de grootste toewijding dwingt en daardoor tot bevrediging moet leiden. MEI MET MIJN PAUWKE Denkt g/j, dat maar alleen de vogels zingen En al het and're om-ons-levend" niet? Ach, ga dan 's avonds staan bij mijn seringen En luister, als ze bloeien, naar hun lied. In Mei, als alles ophoudt met te droomen, Ontwakend in den blijden bloesem schiet. Van vreugde lachen dan de struik' en boomen, En zingen met de Veérkes mee hun lied. En als dan zachtkens valt het avondduister En Pauwke mij zijn rozig mondje biedt, Stom blijf ik staan en, stille, ik hoor en luider. En met hen allen zing ik mee m- ij n lied. PEERKE DEN BELG Koopt U een gouden ring zonder merk? Waarom dan wel boter zonder Rijksmerk? Hofstede Oud-Bussem" Kerkstraat 67 Tel» 37344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl