De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 6 augustus pagina 2

6 augustus 1927 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 6 AUGUSTUS 1927 No. 2618 Op de politieke zandbank door Dr. JAN ROMEIN f i. Ir' t De ontwapeningsconferentie te Genève A LS de conferentie mislukt, zou de oorzaak 5 J ^^ daarvan niet gelegen zijn in den kwaden wil of de onredelijke eischen der Engelschen, noch in hun weigering oru de Amerikaansche gelijkheidsaanspraken te erkennen, maar in het feit, dat de verhoudingen voor Engeland heel anders liggen dan voor Amerika" zoo liet het Engelsche ge zantschap te Washington den 26sten der vorige maand weten. De uitlating van Sir Howard moet bedoeld zijn als een geruststelling voor het Amerikaansche publiek, maar wie haar goed leest zal er, dunkt ons, " eerder ongerust door worden, en dat te meer, naar mate hij er meer van overtuigd is, dat dit keer de officieele waarheid ook eens de reëele waarheid bevat, al bedoelde zij dat wel niet. De droeve historie van deze conferentie is, gelooven wij, inderdaad juist daarom, zoo leerzaam, omdat zij weer eens heeft aangetoond, dat het bij het probleem der ontwapening, dat wil in laatste instantie zeggen: bij het probleem van den oorlog inderdaad niet gaat om kwaden wil", onredelijke eischen", gelijkheidsaanspraken" edgl. maar om objectieve verhoudingen, wier regeling in het tegen woordige, of men dit erkennen wil of niet, buiten menschelijke macht is gelegen. Dat de menschen nog altijd niet hun eigen geschiedenis maken, is de laatste les ook van deze conferentie. Hetzelfde drukte op zijn manier ook Sir Howard uit, toen hij het Amerikaansche publiek wilde geruststellen. Aan dat publiek moeten wij het overlaten of het zich door deze beschouwingen ook werkelijk gerust gesteld voelt. Wij hebben nu eenmaal andere nor men. * * * Een korte schets van de geschiedenis der confe rentie, waarvan de weken-lange krantenverslagen velen te lang en te onvast gevallen zullen zijn in hun telkens wisselend aspect, Gibson's openings rede dateert al van den 21sten Juni en wat is er sindsdien al niet geseind en geschreven ! moge bovenstaande bewering aannemelijk maken. Wat is eigenlijk de achtergrond? Dit is wel de eerste vraag die men zich stellen moet wil men in den cijferdans der conferentie niet de kluts kwijt raken-. De voorgangster van deze conferentie die van Washington in 1922 had gelijk bekend drie groote resultaten te boeken: 1°. de verhouding 5:5:3 voor de groote schepen van Engeland, Amerika en Japan; 2°. de beperking van de zoo genaamde kruisers tot een grootte van 10.000 ton en een bewapening met 8 duims kanonnen; 3°. poli tiek: ontspanning in de Oost-Aziatische verhoudin gen, ten gevolge vooral van het feit, dat het den Amerikanen gelukte het bondgenootschap tusschen Engeland en Japan te doen verdwijnen. Deze resultaten schenen ongemeen vast een vastheid, waarvan Engeland en Japan gebruikmaakten door schepen van een kleiner type bij te bouwen. Daar op kwam Coolidge om redenen van binnenlandsche politiek met zijn voorstel tot een nieuwe ontwape ningsconferentie. Dat het resultaat van Washington toch niet zoo vast was als het scheen bleek reeds bij de Amerikaansche uitnoodiging: Frankrijk en Italiëbedankten, gelijk men weet. Zij wilden in kleinere schepen Groote sorteering gepolitoerde SLAAPKAMERS in diverse houtsoorten. ???HC HCEBEflGBACHT XW f?*,*"5?'0*" II Ook Zaterdags tot 6 uur geopend. de eenigen die zij hebben niet ontwape nen. Maar het bleek nog meer toen er niet, zooals de Amerikanen verwacht hadden alleen hun voorstel ter tafel lag, ma,ar drie voorstellen: een Amerikaansch, een Engelsch en een Japansch, voorstellen, die elk zeer typisch waren niet zoozeer voor het ideaal der ontwapening als wel voor het belang van de mogendheid dat het ter tafel bracht. Amerika wilde, kort gezegd, de verhouding voor de groote schepen uitgebreid zien over de totale vloottonnage, hetgeen in de praktijk beteekende voor de kruisers dat Amerika 175.000 ton zou mogen aanbouwen, terwijl Engeland 32.000 ton zou moeten sloopen: voor de torpedo-boot-jagers, dat Amerika 79.000 ton zou sloopen, Engeland en Japan respectievelijk 53.000 en 44..000 ton zou mogen bouwen; voor de onderzeeërs, dat Amerika 31.000 zou mogen bouwen, Engeland 10.000 ton en Japan niets. Het Amerikaansche"van dit voorstel zit hierin, dat Amerika dus kruisers zou mogen bouwen, jagers zou afschaffen?die nu verwaarloosd en zonder bemanning liggen te verroesten en Enge land zou dwingen tot den bouw van onderzeërs waarvoor het niets voelt, omdat dan Frank rijk ook zijn onderzee-vloot zou kunnen uitbrei den en de onderzeër, zooals in den oorlog gebleken is, juist het gevaarlijkste wapen tegen Engeland is. Het Engelsche voorstel daarentegen wilde in hoofdzaak: kleinere kruisers (7500 ton) en kleiner type ook van de twee andere categorieën waar het hier om gaat. Het betoogde dit op grond van zijn insulaire positie en lange han delswegen, die een groot aantal kleine schepen noodig zou maken. Men kan over dit argument denken gelijk men wil wij slaan het niet hoog aan, omdat n Amerika n Japan niet kleine wijzigingen hetzelfde kunnen betoogen maar het was Engelsch" in elk geval daarom, omdat Engeland over de heele wereld vlootbases heeft, die het mogelijk maken met kleine schepen ook daar te opereeren, waar anderen zelfs met groote schepen niet kunnen komen. Voor Amerika, dat die vlootbases niet heeft en in geval van oorlog toch in den Pacific zou moeten kunnen opereeren, was het Engelsche voorstel reeds daarom onaannemelijk. Het was het te meer, omdat Ame rika op deze wijze zijn achterstand aan groote kruisers niet zou kunnen inhalen. Japan tenslotte wilde globaal genomen de status quo behouden en alleen de leeftijdsgrens der schepen verlengen: een voorstel, duidelijk geïnspi reerd op Japan's finantieel zwakke positie, maar daarom dan ook het eenige wat althans zoo dan al geen feitelijke beperking van dan toch bezuini ging op bewapening nastreefde. De strijd om deze drie voorstellen vormde nu den iuhoud der conferentie, waarbij het weliswaar Engeland gelukt is tenslotte Japan, althans de Japansche vertegenwoordiging te Genève aan zijn zijde te krijgen, maar niet dan ten koste van het opgeven van een vergelijk met Amerika, want het Japansch-Engelsche voorstel, dat op het eind der vorige maand ter tafel kwam stond van de Ameri kaansche desiderata nog verder af dan het oor spronkelijke Engelsche voorstel. . .. Een Engelsche overwinning? Men kan het zoo noemen en men zal het licht zoo noemen als men dit resultaat" uitsluitend vergelijkt met dat van Washington. Maar wie dieper ziet, zal toch, gelooven wij, aan dien al te bekenden koning van Epirus denken, wiens overwinningen hem zoo duur te staan kwamen, dat zij hem, volgens het verhaal, de nederlaag bezorgden. Diplomatiek zijn de Amerikanen inderdaad nog steeds niet tegen de Engelschen opgewassen. Maar wat beteekent dat tenslotte? De Germaansche veroveraars uit den tijd van de volksverhuizing waren tegen de Romeinsche diplomatie evenmin opgewassen, maar het Romeinsche Rijk ging niette min ten onder. Voor een rijk, dat ten ondergang neigt komt er een oogenblik waarop zijn diplomatie, hoe fijn-geslepen ook, hem geen reëele overwinnin gen meer kan bezorgen, maar nog slechts den schijn redden. Zoo ook voor Engeland. De Engelsche diplomatie heeft te Genève den schijn van Engeland als eerste zee-mogendheid gered. In werkelijkheid heeft het die plaats leeg gelaten: Amerika kan haar innemen zoodra het wil en het heeft te Genève, laat het dan op nog zoo'n onhandige manier zijn. den wil daartoe reeds te kennen geven. Dit immers i? de kern van het Ameri kaansche voorstel: gelijkheid met Engeland niet alleen voor de groote schepen, zooals te WashingTeekening voor ,,de Groene Amsterdammer"% door B. van Vlijmen PROF. DR. J. DE LOUTER werd deze week 80 jaar ton bereikt werd, maar nu voor de gebeele vloot. Zeker, dit voorstel ligt niet meer op. maar ond er de tafel, maar een opkomende macht als Ameri ka is door zulke diplomatieke nederlagen'' evenmin ooit uit zijn baan geslingerd als een onder gaande macht gelijk Engeland -- door zulke diplomatieke overwinningen" in zijn val is opge houden. Genève is de stap na Washington op den weg: naar de Amerikaansche suprematie-ter-zee: wordt zij hier niet gezet, dan elders. Men vergete toch niet, dat al deze officieel toegelaten tonnages zoo bitter weinig beteekenen in geval van oorlog. Wie er de finantieele macht toe heeft en die kan men. de Ver. Staten toch moeilijk ontzeggen kan een. oorlog met O schepen beginnen en tijdens den oor log net zooveel bouwen als noodig is, wanneer hij maar over een luchtvloot beschikt ter bescherming van zijn werven. Op de economische macht daar toe komt het aan en die heeft Amerika wel en Engeland niet. Cijfers, naar aanleiding van de jongste economische conferentie gepubliceerd, heb ben het nog eens uitgewezen: van de vier voor naamste industrie-producten (ruw ijzer, staal. kolen en katoenen garens) produceerden de Ver. St. in 1913: 153 van de 400; Europa 218 (Aziëde rest). In 1925 waren deze cijfers: Ver. St. 172 en. Europa 181. Op de politieke zandbank, door de Engelsche diplomatie gelegd, is de vlootconferentie gestrand, maar politieke zandbanken plegen evenmin tegen. economische stroomingen bestand te zijn als echte zandbanken tegen het zeewater. En zoo heeft toch Sir Howard tenslotte gelijk, al bedoelde hij het anders, toen hij zei, dat niet Engelschen onwil, maar het verschil in verhoudingen tusschen Enge land en Amerika de conferentie deed mislukken. BATENBURG 6 FOLMER (G. W. FOLMER) DEN HAAG, HUYGENSPARK 22 BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS MET SAFE-INRICHTING VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE INTERNATIONALE TRANSPORTEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl