Historisch Archief 1877-1940
No. 2618
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 6 AUGUSTUS 1927
Voor Vrouwen
Overpeinzingen
door J RIEMENS-REURSLAG
Het witte tuintje
door TINE COOL
^ A een periode van ingespannen arbeid wan
delde ik op een wonderzachten Aprildag, toen
het groen zoo schuchter uit te loopen begon, aan
de buitenzijde der groote stad. Ik liep als een
mensch, die niets te doen heeft, zonder doel en
onwetend van mijn tijd. De kleine moderne rots
tuintjes boden hun altijd frisch blijvend groen in
honderderlei variëteiten. Daartusschendoor piepte
de schuchtere blaadjes van het loof, dat slechts
een seizoen duren zou. Maar hoe zou het groeien,
hoe zou het gebied veroveren op dat harde groen
der winterplanten, hoe zouden over eenige weken
deze tuintjes, rechte lentetuintjes zijn, we zouden
onze blijvende rotsplantjes misschien wel heelemaal
vergeten.
Maar in het najaar, dat weten we toch, dan is
het gedaan met .de heerschappij van het al te op
dringende zomergroen, de blaadjes stuiven ver
dord naar alle kanten, de takjes buigen in elkaar
en vragen om uitgetrokken te Worden en frisch
staan daar weer onze rotsplanten. Ze waren er den
geheelen aomer, maar dan pas merken we ze op.
Ik flaneerde een beetje, zooals een mensch, ik
zeide het reeds, die niets te doen heeft. Plotseling
was het, of ik iets terugvond, iets wat ik heel lang
kwijt was geweest, 't was of die heele drukke winter
wegviel, verzonk in een afgrond, zonder een spoor
achter te laten, En dit moment sloot aan, zonder
onderbreking, bij een oogenblik van den vorigen
zomer, toen ik in de zomersche duinen te luieren
lag en plotseling het najaar voelde aankomen.
Dat heele leven, zoo juist en precies ingedeeld
in werkhokjes, wat leek het me oneindig ver. Het
scheen wel, of deze momenten ??en ik wist toch
immers wel, dat wat ik terugvond, mezelf was ?
het leven vormen. Maar evengoed wist ik, dat als
ik me aan deze stemming onttrokken had, dat dan
het gewone leven alles weer overgroeien zou met
steeds verder zich uitspreidend groen, zoodat de
ernstige, donkere rotsplanten daaronder niet eens
meer geweten zouden worden.
Het leven leek me 'n oogenblik zoo eenvoudig,
zoo gemakkelijk te vatten, een beetje zon, een
letttewindje, een bloeiend takje en de wetenschap
van een beschuttend huis daar in de verte, wat
hebben we eigenlijk meer noodig?
Maar we hebben het leven zoo gecompliceerd
gemaakt, dat we ons doorgaans verwarren in de
realiteit der dingen, 't Is deze realiteit, deze zorg
voor de gewone dagelijksche levensquesties, die
ons bestaan zoo moeilijk, op andere oogenblikken
dragelijk maakt, 't Tempert het grootste geluk,
doch ook de diepste smart. En daardoor komt het,
dat het geluk van den ander zoo groot lijkt, maar
dat we ook niet kunnen begrijpen, hoe hij zoo
gelaten zijn smart draagt. Terwijl wij verklaren,
dat anderen een ongekend geluk genieten, als we
b.v. een jong huwelijk meemaken, waar alles even
mooi en innig hjkt, wordt de bruidegom misschien
geplaagd door een likdoorn en is er bij de bruids
moeder maar n overheerschende gedachte, of
de plaatsing aan tafel wel naar ieders zin zal zijn.
Wie de kunst verstaat, zich van de gewone
levensrealiteit los te maken op de passende mo
menten, is een gelukkig mensch en een ware levens
kunstenaar. Maar moeilijk is het soms wel. Uw
levensverlangen was misschien een reisje naar de
Alpen Nu zal het er dan van komen. Reeds maan
den maaktet gij de preparatieven en als ge werkelijk
op reis gaat, begrijpt ge uzelf niet, dat ge niet meer
geniet en u aanhoudend ergert aan de onbeschaafde
manieren van een reisgenoot, 't Is ook alsof de
mensch slechts zelden het vermogen heeft door deze
levensrealiteit heen te dringen, 't is als het ware
een voorhof en velen komen niet verder dan dezen
voorhof. Alleen soms met hun wenschen. Op de
heenreis hoort men doorgaans spreken van schoone
landschappen, idyllische plekjes, rustige stemmin
gen, op den terugweg hoort men van goede koffie,
reuze diners voor matige prijzen en slechte bedden.
Maar maakt ze het geluk minder eclatant,
moeilijker te grijpen, dan onze droomen ons voor
spiegelen, ze verzacht ook de omtrekken van de
scherpste smart en de eenvoudige van ziel zoekt
zijn geluk in deze armelijke levensrealiteit, waar
door hij zijn smart niet voelt. Dit is geen materia
lisme, dit is de wijsheid van het leven zelve.
Niemand heeft dat misschien zoo goed gevoeld
als Georges Duhamel en hij, die zooveel lijden
heeft meegemaakt, geeft daar ontroerende voor
beelden van. Een stervende soldaat met vreeselijke
wonden wordt bezocht door een hertogin. Als een
wezen van andere orde gaat zij van het eene bed
naar het andere en zij vraagt den armen Carré,
wat zij nog voor hem doen kan, wat hij graag zou
willen hebben.
Het lijkt wel, of zij alle schatten, aardsche en
bovenaardsche, te geven heeft. En wat vraagt de
arme poilu? Een stukje kalfsvleesch en wat
gebakken aardappeltjes". De arme kerel!
? Twee magere, kleine meisjes, door een bom
getroffen, liggen op de operatietafel. Ze worden
ontdaan van haar armoedige plunje en de een
roept nog, temidden van haar ondragelijke pijnen,
wees voorzichtig met m'n mooie jurk".
Ik herinner me een krantenberichtje van het
begin van den oorlog, hoe de oprukkende
Duitschers een dorp binnentrokken, waar een vrouwtje
doodkalm bezig was haar wasch buiten te hangen.
Ja natuurlijk, de wasch moet toch gedaan. Men
kan wel een oogenblik zijn adem inhouden van
angst maar men houdt dit geen dag vol.
Het idealisme der jeugd zijn dan ook geen vage
fantasiën. Het is waarheid en te bereiken; alleen
houdt het geen rekening met dit gordijn van
levensrealiteit. Wie ook werkelijk het geluk heeft
gehad, zij het dan ook maar voor enkele momenten,
achter dit gordijn te schouwen, heeft niets van zijn
jeugdidealisme verloren. Doch hij, die in den voor
hof blijft steken, die verward raakt in de moeilijke
opgave van het leven zelf, diens leven wordt een
jagen en ploeteren zonder eind, een gejaag, dat hij
in diepste wezen zelf wil, omdat hij de waarheid,
dat hij het zelf is die zijn jeugdidealen niet heeft
gerealiseerd, wil ontloopen.
Ik geloof dan ook, dat wij ouderen verkeerd
eraan doen, om de jeugdidealen als onvolvoerbaar
op zijde te zetten; ieder kan volvoeren, wat hij in
diepste wezen wil. Onze aandacht moet dus, het
is een oude waarheid, gericht zijn op het willen
en onze meerdere wijsheid is er slechts, om te
wijzen en te waarschuwen voor het gewone leven
van den dag, waarin zoovele steken bleven. De
inhoud der idealen is grooter werkelijkheid, dan
menige tastbare zekerheid. Het komt er maar op
aan, wat deze werkelijkheid in den weg staat,
op zij te schuiven. Daar schuilt de moeilijkheid,
voor de jeugd ook voor ons.
VEBBETERING
In het artikel Vereenvoudiging in de huis
houding (nr. 2617) moet in de alinea over de
Amerikaansche merken kousen en sokken: ,,De goede
Amerikaansche merken worden gegarandeerd drie
maal zoo lang mee te kunnen als andere van
deuzelfden prijs", ook het merk Inter ^Woven"
gelezen worden.
[_J ET tuintje is in het wit gestoken, want de
Philadelphus is volop in bloei;
Het tuintje is nog nooit zóó wit geweest als nu,
hoewel de Jasmijn er al jaren staat en telkens in
Juli zijn feest houdt.
Hoe komt het dan dat het ons zoo bijzonder
toelijkt ?
Zijn wij vergeten hoe het verleden jaar was?
Waren er toen ook de roseroode wolken, achter
den struik, aan den blauwen hemel?
Wij weten het niet meer.
Het kleed over de tafel van het zitje op den
voorgrond was er zeker niet; het gezellige tafel
kleed met de gele en de paarse en de roode en
de blauwe dwarsstrepen en met de witte ook, is
pas later gekomen.
Ja, de witte, die zijn van belang voor het tuintje;
want al zijn de zware trossen van de geurende
bloemen meer ivoor van tint door het geel van de
meeldraden, er is even een herhaling van het
blanke in het kleed.
Neen, de groote struikboom, links staande bij
de schutting is niet allén de witte noot in het
tuintje, al is hij wel de belangrijkste. Het zich bijna
tot den grond overbuigende sieraad van die
bloesemende takken ontmoet in het middenperk,
waar het treurroosje staat, de talrijkheid van de
Pyrethrumbloempjes; deze weten zich absoluut
ondergeschikt in hun eenvoudigheid, maar tellen
toch mede en zijn zelfs niet weg te denken uit
dit wondere witte tuintje.
En dan zijn er de zuivere en zeer sprekende
Campanula-klokken van doorschijnend albast en
de zachtcrème Digitalis en de Opheliarozen, die
mede de witte bloemen vermeerderen. Al wat
verder groeit en bloeit houdt zich terug, zelfs de
Inula, waarvan de uitzwaai van de gezonde, wijde
bladgroei aan de sterke, omhooggaande stengel,
aan het eind van het paadje, opvalt.
K De bloemblaadjes van de uitgebloeide bloemen,
haastig vallend uit den rijken voorraad van de
Jasmijn", spreiden een schoone bedekking over
het paadje en over den grond, oy
Men zou bijna zeggen dat het een tuin uit een
sprookje was, wanneer men hem zoo bekijkt van
de kamer uit.
i Want, is er niet de stemming van een sprookje in?
f In zoo'n tuin wordt niet geharkt; het wordt
ook hier niet gedaan; het werd echter vroeger wel
gedaan, maar nu niet meer, nu de bloemblaadjes
vallen.
In zoo'n tuin beweegt niets, of het moest een
vogel zijn die zich vermeit. Het zou dan een
prachtige blauwe vogel zijn of een gouden. Hier
rust de lijster even rustig, omdat hij niet wordt
gestoord.
In een sprookjestuin zijn ook de bloesemeude
takken tot op den grond overgebogen, want er
werd in jaren niet geknipt, en is er de donkere
geheimzinnigheid in den struik zelf, waardoor de
weelde te beter uitkomt.
Zoo is het ook hier.
Van de kamer uit ziet men in een sprookjesland.
Wil men dat werkelijk zoo hebben in den
tegenwoordigen tijd?
Wil men dit in een tuin weg kunnen droomen?
Ja, dat willen enkelen.
Zulke tuinen zijn ook maar voor enkele menschen,
want de meesten kennen alleen de tuinen van de
keurigheid en van de geordendheid en de een
tonigheid.
De tuin, die vertellen kan aan hen die luisteren,
vraagt een op zijn tijd niet ingrijpen; vraagt het
juiste weten van wat kan en niet kan, van wat
moet gedaan en gelaten moet worden, opdat de
tuin de atmosfeer van het zelf gegroeide krijgt.
De witte tuin, de sprookjestuin, is een genot.
De voeding van een zuigeling
met KARNEMELK van
OUD BUSSEM
'i' kost 30 cent per dag -:«
Kerkstraat 67 ~ Telefoon 37344