De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 13 augustus pagina 11

13 augustus 1927 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Ho. 2619 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 AUGUSTUS 1927 11 C. J. Maks: De Fratellini's in het Ci l'Hïver Ter gelegenheid van het bezoek van de Fratellini's aan Amsterdam, icordt in het Stedelijk Museum een tentoonstelling gehouden van schilderijen en teékeningen, door den schilder C. J. Maks naar de drie clowns vervaardigd. De tentoonstelling bevat vijftien^stuks, waarvan wij een, in het Cirque d'Hiver, hierboven reproduceeren Schilderkunst door A. PLASSCHAERT V i Werken van B. van der Leek, Museum Kröller, Den Haag Ge vindt op deze tentoonstelling van werken door Van der Leek gemaakt wat ge zoudt kunnen noemen: normaal schilderwerk, met ruimtewerking dus; 2o werk waar alles zooveel mogelijk in het platte vlak is gebracht door een eenvoudig even wicht yan en profil" en ,,en face", dan 3o werk met feitelijke silhouetten der figuren, en ten slotte een. zoo geheeten abstracte schilderkunst, maar die ge zuiverder een schematische zoudt kunnen noemen, (zooals ge in wetenschappelijke werken schemata van bloemen etc. vindt). Waar de meeste eenvoud is, is de meeste macht bereikt, ik herinner me dit niet alleen uit de werken hier aanwezig, maar ook van andere. Het is o.a. de periode van de eenigszins wandschildering-achtig behandelde groepen, ofschoon onmiddellijk te constateeren is, dat er een eentonigheid in de koppen heerscht, die niet gewild is, maar meer voortkomt uit onvermogen tot schakeering. Deze realistische trant van werken, die bij Kröller volgt op eenigs zins lamoyante. koppen uit het oude en nieuwe huis en op een landschap (boerderij) met wel vol heid in de stemming, is een der meest bekende van Van der Leek, en wordt door de ultra's zijner voorstanders vermoedelijk het minst gewaardeerd. Wat zij moeten weten ! II Daarna volgt de periode van het en profil'' en het HET adres voor prima PARKETVLOEREN tegen sterk concurreerende prijzen is FRED. MEIJER - Amsterdam v. Baerlestraat 160 - Tel. 25615 - Gev. 1908 en face", met andere woorden: door dit eenvoudig evenwicht wordt de ruimte zooveel mogelijk ontkend en wordt een sterke nadruk gelegd op het vlak-zijn van het beschilderd vlak. De koppen worden gemakkelijk herhaald, als steeds, maar naast slap werk als aan den Gooischen haard b.v. vindt ge hiertusschen sterker voorbeelden. zooals het bekende buurpraatje uit 1913 met de vier vrouwefiguren,het kind.en. op den achtergrond, een huis. Alles is hier vereenvoudigd, maai1 niet mathematisch-geconstrueerd. III Een verdere vereenvoudiging volgt: de silhouet heerscht, en beheerscht de voorstelling; de ..Storm" uit 1910 is van deze silhouettenperiode een best voorbeeld. Dit tijdperk erkent feitelijk maar twee dimensies meer; het platte vlak blijft do»r de wijze, waarop de voorstelling gegeven is ten eenenmale vlak. IV. Daarna volgt, alles geschiedt met overgangen, en dit gebeurt ook hier, de periode der abstracte schilderkunst, maar die ik, zooals ik zeide, liever de schematische wou noemen. Dit standpunt moet misschien eenigszins worden verdedigd. Het lijkt mij toch toe, dat alleen zuiver gesproken kan worden van abstracte schilderkunst, wanneer, zooals bij Mondriaan, de natuur-vorm zóó ver werkt of zóó verlaten werd,' dat, dat ware het grootst, hij aanleiding alleen bleef tot het scheppen van een ornament, of ten minste tot een versiering van een enkelkleurig vlak (wit meestentijds) met heele eenvoudige vormen, figuren, uit de vlakke meetkunde. Dit alles is bij Van der Leek niet dikwijls het geval en in de werken, de schrijver (uit 1923) en het Meisjesportret (uit 1926) zeker niet (meer) het geval. Het is daar ongetwijfeld geen abstracte, maar schematische schilderkunst, en het meisjesportret (met oogen, neus, en mond, haar etc.) bewijst deze stelling volledig. V. Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat ik de schematische schilderkunst van Van der Leek J. S. MBUWSBN, HoB, A'dam-R'dam-Dai Ha»«. DE BESTE HOEDEN IN HOLLANDniet acht te behooren tot een schilderkunst van groote hoedanigheid. Ik weet, dat de properheid van het wit en de zuiverheid van de eenvoudige kleur het oog niet teisteren, en zelfs als frisch aandoen, maar daardoor mag niet vergeten worden., dat deze properheid en deze zuiverheid toch tege lijk een geestelijk maniertje, een geentel ijke «i'inoed zijn; dat, daarenboven deze schemata, niet her haald, de gaande grootheid missen, die een orna ment kan bezitten. Het eenige wat te wenscheri overblijft in deze is, dat ook deze schematische schilderkunst een overgangstijd is voor Van der Leek, en dat zij do aanleiding, het begin is van een reine schildering van de figuur op den witgetinten, witgekalkten muur; dat dus. gewijzigd en naar nieuwe eischen geschikt, de schildering der groepen figuren, die meer van het Leven en meer van de Schoonheid kunnen dragen, dan deze ijl schemata, weer hervat wordt; met nog andere woorden: dat een kille theorie overwonnen wordt. door de daad van het leven. Blijft Van der Leek zich vermeyen in deze schrale zuiverheid en zuinigheid, dan kan hij andere dogmatici en theo retici misschien een grootheid lijken, voor de rijpe en rijke schilderkunst blijft hij een. niet eens. gansch origineele, probeerder en wordt hij niet tot voltooier. Het is noodzakelijk, dat hij uit deze proefnemingen komt tot een volledige daad. want de tijd van deze soort proefnemingen is in Holland voorbij, we willen nu de werken na de probeersels.. GIDDINGl ITUYNENBURG MUYS! 215CHILDER5I

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl