De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 13 augustus pagina 13

13 augustus 1927 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2619 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 AUGUSTUS 1927 13 WELEER EN NOU door en met teekeningen van CORNELIS VETH Het onderbewustzijn Zijn vrouw hield vol, dat er toch iets bestond Tusschen hem, Kuno, en nicht Adelgond. Terwijl hij ernstig zwoer, dat 't niet zoo was, Trok het Onderbewustzijn aan zijn jas. Jammer genoeg" zei het, en, ivas 't maar teaar.'" Maar destijds luisterde men daar niet naar. Wanneer de mensch niets beters heeft te doen, Gaat hij 't Onderbewustzijn interviewn. Zoo krijgt die rakker met den dag meer praats En maakt van het onschuldigste iets kwaads. Je bent een moordenaar, een dief, een ploert, Je voelt je diep-slecht, en intens beroerd. Schilderkunst door Mr. M. F. HENNUS Galerij van Moderne Kunst. Vondel straat 10.?Ortïz de Zarate, Harrie Kuyten, van Rees. ODEBNE schilderijen behoort ge te genieten op een afstand. Het staat nergens geschreven maar het is een sous-entendu. Bij het binnenkomen neemt ge een ruimte van enkele meters. Het is geen schande. Ook een goede Breitner en een goede Monticelli van eenige afmeting, komen eerst uit zekere verte tot hun recht. Maar de nieuws gierige liefhebber laat niet na om, na het genot van den afstand, dat te zoeken van de nabijheid. De manier waarop een effect bereikt is, is niet minder belangwekkend dan het effect zelf. En ook niet minder pakkend. De factuur van een onverdachte Monticelli is een wonderlijke verrassing. Wat onbekookt leek blijkt bèheerscht, wat toeval scheen is stevig verantwoord. Zelfs bij een laten Vincent van. Gogh is evenwicht het eigenste kenmerk van liet schijnbaar onevenwichtige. Geen schilderij dat ?werkelijk goed is verliest bij een onmiddellijke, gedetailleerde beschouwing. Omgekeerd: een schilr I... BEREIDINGSWIJZE STAAT OP derij dat van nabij niet deugt kan nooit een meester stuk zijn op een afstand. Als dit waar is, dan ont breekt het Manuel Ortiz de Zarate aan respect voor zich zelf en ons. Onder zijn werk exposeert hij bij den Heer Hofstee Deelman de onbeschroomde, zuiver naturalistische afbeelding van een naakt meisje. Het lichaam is rose en het haar is blond. Ondanks de aanminnige pose is het van verre niet recht-af genietbaar. Iets in dit schilderen met het mes herinnert aan pleisterwerk. Maar kom nu na derbij en bekijk den kop. Zaagt ge ooit een haardos hulpeloozer geschilderd en onbeholpener op een hoofd geplakt; een hoofd slordiger gemodelleerd, een mond vormeloozer gevormd, een schaduw plakkeriger en ondoorschijnender gelegerd op een wang? Wie zoo iets aan de openbaarheid prijs geeft neemt, ook al is hij ,.verderop" in de uitbeelding van zijn sujet hier of daar gelukkiger een loopje met wie dan ook. Schilderen kan nooit zijn het verwekken van een schijn-effect en bravour nooit een looper op de toegangsdeur naar de schoonheid. Ortiz kan het weten. Hij exponeert met een ander naakt, een vrouw in peinzende houding van terzijde gezien. Dit stuk kon van een ander zijn. Het is nauwkeurig geobserveerd, zorgvuldig gemodelleerd, gaaf geschilderd en de schikking der kleuren getuigt van smaakvol overleg. Te midden van het overige, is dit schilderij ouderwetsch. Maar het bewijst dat n ding onmisbaar is voor welke kunstuiting dan ook: eerlijke toewijding en het versterkt niet het vertrouwen in het meer moderne werk van dezen schilder. De naakten van Harrie Kuyten winnen het in het algemeen van die van dezen Spanjaard, al winnen ze misschien niet bij het weerzien. Soms zooals in een bekend staand naakt schijnt hij te streven naar rijkdom in soberheid. In de zinne lijkheid dier vrouw is iets daemonisch verwerkelijkt. En zijn penseel hanteert hij met de allure van iemand die in het metier zwelgt. Maar waar blijven die houding en die rijkdom in een gezicht aan do Vecht, dat g<; mede hier aantreft:1 Kan de verbeeldor van een Breitricrachtig-naakt. te gelijk de schilder van een zwakken Bastert zijn? Ook Harrie Kuyten vermijdt zich in een raadselachtig dualisme. Omdat hij zoo volkomen echt is geef ik van de drie exposeerenden verre de voorkeur aan van Rees. Er is n eigenschap die voor alles gaat: waarachtigheid, zooals er eene is die ergerlijker is dan alle andere: te willen schijnen wat men niet is. Van Rees nu is volkomen zich zelf en in alles wat hij maakt herkent ge van Rees. Hij is nog geen groot schilder, maar hij is altijd fijn, altijd beschei den, altijd harmonieus. Hij schijnt de beschroomheid te bezitten van een jong meisje. Maatschappelijk gesproken is dat niet de meest begeerlijke kwaliteit; den kunstenaar kan zij ver brengen. En achter al zijn werk voelt ge een subtielen, peinzenden, beschouwenden, op het hoogere gerichten geest. Wat zijn kunst aan volbloedigheid te kort komt, vergoeden de geestelijke waarden. N. V. KUNSTZALEN DE SIRKEL" Laan van Mecrdervoott 53 D DEN HAAG TEL. 36518 WERKEN VAN MODERNE MEESTERS Kunstboeken, Sieraden, Glaswerk Leerdam Unica Aardewerk 2»* Reproducties naar oude meester*

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl