Historisch Archief 1877-1940
No. 2619
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 AUGUSTUS 1927
17
HOLLAND SU M AT R A
TABAK MAATSCHAPPIJ
gevestigd te Amsterdam.
UITGIFTE
VAN
f200.000 GEWONE AANDEELEN
ten volle deelende in de winst over het
boekjaar 1927 tot den koers van 155 pCt.
Ondergeteekenden berichten, dat de inschrijving op bovengenoemde
400 Aandeelen a ?500.?te hunnen kantore zal zijn opengesteld,
uitsluitend voor Aandeelhouders, tot
DONDERDAG 18 AUGUSTUS 1927
van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur
op de voorwaarden van het Prospectus d.d. 6 Augustus.
Prospectussen en inschrijvingsbiljetten zijn te hunnen kantore
verkrijgbaar.
GEBR. TEIXEIRA DE MATTOS.
Amsterdam, 6 Augustus 1927.
Preussische Zentralstadtscltaft
te BERLIJN.
UITGIFTE van
GM. 5.000.000 6% % GOUD-PANDBRIEVEN
Serie XVII
vrij van couponbelasting
voor welke Pandbrieven de Provinzialverbande
BRANDENBURG, POMMERN, HANNOVER,
OBERSCHLESIEN, NIEDERSCHLESIEN, SACHSEN,
OSTPREUSSEN en GRENZMARK POSEN-WESTPREUSSEN
aansprakelijk zijn.
Ondergeteekenden berichten, dat zij op
Maandag 15 Augustus 1927,
van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur
te hunnen kantore de inschrijving openstellen op bovengenoemde
OM. 5.000 000.?Goud-Pandbrieven tot den koers van 96 pCt.,
Amsterdamsche Usance, plus loopende rente van l juli 1927 tot
den dag van storting, op de voorwaarden van het Prospectus van
uitgifte dd. 10 Augustus 1927.
Prospectussen en inschrijvingsformulieren zijn te hunnen kantore
verkrijgbaar.
GEBR. TEIXEIRA DE MATTOS.
Amsterdam, 10 Augustus 1927.
i Abonneert II op: ^ ? «°? <*>
De Groene Amsterdammer
Alida's croquante croquetjes
door ALIDA ZEVENBOOM
T7 ALFSLEVEK met een uitje en een
schijfje citroen. Meneer is er dol
op en als het waar is. dat de weg naar
het hart van den man door zijn maag
leidt, dan ben ik bang dat al de lek
kere dingetjes die ik nu al drieverl
jaars bezig ben voor hem klaar te ma
ken, ergens verdwalen waar zij nooit
meer terecht komen. Ik was juist bezig
de lever in heele fijne reepjes te snij
den toen er gescheld werd en Leentje
naar binnen kwam hollen, buiten adem
en haar vlindertje scheef.
Ze staan op de stoep ! riep ze al
in de deur en ze schreeuwde zoo hard
dat ik verbouwereerd het mes neer lei
en vroeg wie der dan waren.
De drie ! was het eenige dat ik er
uit kon krijgen en ze begon te gillen
van het lachen.
Alweer zoo'n nieuwerwetsche
hysterica, dacht ik bij mijzelf en ik wou
zeggen dat ze ze maar moest laten
staan toen zij vroeg of ik ze
dan niet zien wou. En ze vragen naar
meneer, zei zij er bij.
Maar wie dan toch ? vroeg ik wat
ongeduldig want mijn pan stond klaar
voor het vuur.
De Fratellini's. gilde ze haast. Die
eene met dat malle kleine hoedje en
die andere met dat witte gezicht en de
derde met zijn witte vest. Ik kan mij
niet vergissen want ik heb ze Zondag
avond in ..Carré" gezien. Zij zijn het
beslist !
Ik lei mijn mes neer en veegde mijn
handen aan mijn boezelaar af.
De clowns uit Parijs? zei ik. Wat
moeten die drie hier doen? Zou het na
de reclame nu al mis zijn dat ze. ...
Moet ik ze binnen laten? vroeg
Leentje die er erg op gebrand scheen
dat de drie beroemdheden . die dooi
de groote pers met meer egards zijn
behandeld dan onze grootste mannen
al zijn die nog grooter clowns in vele
gevallen, over de mat zouden komen.
Heb je ze wel goed verstaan?
vroeg ik weer. Zij spreken zoo'n raar
taaltje en waarvoor zouden ze meneer
noodig hebben ?
(iaat u zelf dan eventjes, dan
kunt u u overtuigen, zei Leentje een
beetje vinnig waarvoor ik haar nog
wel eens op haar vingers zal tikken.
Ik ging zelf en waaratje daar ston
den Paul en Albert en Franeois.
Paul draaide zijn rechter been om
zijn linker toen hij mij zag en maakt
niet zijn rechter oog een buiging.
Albert ging in de hoogstand en Fran
cois nam mijn hand en gaf er een zoen
op, wat ik nog al vies vond en die ik
gauw weer afveegde.
Madameke, zei die met het kleine.
malle hoedje, is oet espreek ? A parier !
Wij heb gehoord van u in Parijs.
zei Albert en hij trok aan zijn
halfhempje dat over zijn hoofd klapte,
en nou wolten wir vous ein visite
brengen.
Oe de schoeiiste dame van Hol
land, zei die met zijn witte gezicht en
omdat er al drie slagersjongens en .vier
kruideniersbedienden en zeventien
jongelui die momenteel niets om han
den schenen te hebben als om onze
stoep te staan en te giebelen, om ons
heen stonden, verzocht ik de heereii
binnen te komen, en sloot de deur
achter ze dicht.
Joeffroe Alida. zei die met het
rare. kleine hoedje, wir komni chez
vous oenidass wir oe raad noodig
hebben.
Yotre advies, zee die met bet
witte vest die erg deftig dee en op zijn
hoofd op den rand van de cana-péstond
en met zijn voeten het electrisch licht
wou aanknippen.
Oe mot ons help, zei die met het
witte gezicht, liet gaat niet koet ! En
hij keek zoo armzalig dat ik aan
meneer's kalfslever dacht en hem bijna
te eten gevraagd had.
Loester schoene dame. zei het
rare hoedje. Wrat de zaak of de affair is.
Wij heb nu jarenlang voor clown ge
speeld met zijn drie. Wij zijn
weltberoemd.
Lees uw eigen kranten maar. zei
het witte vest en hij huilde bijna.
En als ie tijd heeft de world, de
welt ons bewonderd en aangegaapt
am wat wij gedaan hebben, vulde
hutwitte vest aan.
Ik als de oudste, zei het rare
hoedje, eb altijd de uitvoeringen ge
leid en ik mag zonder grootspraak zeg
dat ze altijd het grootste succes had
den. Er mislukte wel eens een truc
maar wij waren zoo handig net te doen
of dat met opzet gebeurde of er zoo
vlug overheen te spelen dat niemand
het zag.
De malste dingen konden wij uit
halen, vervolgde het witte gezicht, de
gekste dingen kon ik het publiek wijs
maken en het slikte alles van ons.
Dat kwam van het deftige gezicht
dat ik er bij zette, zei het witte vest.
Ik ben eens heelemaal in het- lang
wit vest in het cirque vei-schenen
maar ik maakte het geëerde publicum
wijs dat ik vuurrood was en niemand
heeft het verschil gemerkt.
En als oe main had zien gooche
len met mijn handen en beenen dan
zou oe ook gezegd hebben: wat een
miracle ! Wat was een van mijn be
roemdste trucks ? Dat ik een meneer in
het cirque liet komen en zonder dat hij
het wist het geld uit zijn portemonnai
weggoochelde en dan had u zijn ge
zicht moeten zien als hij weer op zijn
plaats zat en naar zijn duiten zocht.
En dan moet u mijn solo-nummer
niet uitvlakken, zei het witte gezicht.
Ik kon zoo smoezen dat niemand
meer op mijn handen lette en ik er
mee doen kon wat ik wou. De raarste
dingen heb ik ze voor hun neus ge
draaid en altijd maa-r weer applaus.
Ja, zei het rarehoedje. Applaus !
Maar nu wil het in eens niet meer. Het
is gek maar onze beste trucks doen het
niet meer. Of het publiek veranderd is
of dat wij niet meer zoo handig zijn
als vroeger weet ik niet maar wij krij
gen soms geen handje meer op elkaar.
Zij kijken tegenwoordig dwars
door ons heen, zei het witte vest. Hoe
lang staan wij nu al op onzen kop en.
is er een die er nog naar kijkt 'i
En ik kan smoezen wat ik wil en
ik kan nog zoo vlug zijn met mijn vin
gers, zuchtte het witte gezicht, maar
er is niemand meer die er in loopt.
Joeffroe Alida. zei liet hoedje,
het is een beroerde tijd voor den
waarachtigen clown maar ik ben blai
dat wij ons hart hebben mogen uit
storten bij een zoo schoene dame. en
meteen maakten zij met zijn drieën
een malle buiging, draaiden hun
lichaam als een hoepel en vulden zoo
de kamer uit.
Zij moeten net den hoek om geweest
zijn toen meneer den sleutel iu het slol
stak en zijn eerste woord was:
Wat deden de drie roode wet
houders hier. juffrouw Alida r
Ik ben niet gauw mijn tramontanen
kwijt maar mi. . . .
Waren dat- dan niet de Fratellinis?
was het eenige dat ik kon uitbrengen.
Ik ben er nog niet van bekomen.. .