De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 13 augustus pagina 18

13 augustus 1927 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

18 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 13 AUGUSTUS 1927 No. 2619 i ''?i Indische opwellingen door MELIS STOKE Uit het kladschrift van Jantje t: l De lugubere club "p R zijn van die berichten die ons, schoon ver van Indië, plotseling ?weer in die eigenaardige sfeer kun nen brengen, die de geesten daar ge hangen houdt, en die men verliest bij let eerste frissche briesje dat ons in de Middellandsche Zee om de ooren -waait. Men luistere: Benige ingezetenen van lebben een circulaire verspreid waarin opgewekt wordt tot vorming van een Vereeniginy van Menschen aan een tSterfhuis". Het doel der vereeniging is om meer decorum of levende versiering Aan het sombere tooneel eener begralenis te geven, teneinde de begrafenisplechtigheid in de oogen van Inlander en Chinees meer passend en den Europeaan meer waardig te maken. Opgewekt wordt om zooveel mogelyk elke Europeesche begrafenis bij te ?wonen en troost en vertroosting aan de achtergebleven nabestaanden te brengen. De contributie is laag gesteld en niet meer opvorderbaar over de maand -waarin men ophoudt lid te zijn." Volgen de namen van de leden van liet voorloopig bestuur onder voor zitterschap van een oud-griffier van den Landraad. Ziehier dan een staaltje van den tragischen strijd tegen de eenzaam heid in het verre land. Een soort afspraakje van: komen jullie nou op mijn begrafenis, dan kom ik ook op jullie begrafenis, en dan gaan \ve niet zoo allén. . . . onder de palmen liggen. De zielige argumenten van grooter waardigheid en van den indruk dien men op Inlander en Chinees wil maken zijn tot op zekere hoogte excuses voor den kinderlijken opzet. De troost en vertroosting van achterblijvenden (in de meeste gevallen zullen de gezinnen van overleden leden -wel gauw op de boot naar Holland zitten) als vereenigingsdoel is ook al een humanitair sausje, dat de tragische substantie maar gedeeltelijk verbergt. En het ellendigste is nog wel de laag gestelde" contributie, die dus voor "niemand een bezwaar kan vormen tegen het meegaan in den somberen stoet der vereeniging; de contributie is bovendien nog in het geval dat men ophoudt lid te zijn" niet meer opvorderbaar over die maand (lees: -van de achtergeblevenen). Toen ik dit bericht las moest ik denken aan de Indische kerkhoven, -waar Hollanders, die nimmer hun eigen land terug mochten zien, in de vreemde aarde liggen. ... onder af dakjes van gegolfd plaatijzer.... Laatste hartelijke zorg van achter geblevenen die zuchten onder de lieete zonnestralen. . .. analogie met liet parasolletje dat de makkers van een. overleden Inlander boven diens stoffelijk overschot houden wanneer let naar de laatste rustplaats ge dragen wordt. Wij kunnen ons voorstellen hoe de vereeniging" zal werken. Daar zullen aan een sterfhuis, waar de schelle zonnestralen door déneer gelaten zonneschermen maar voor een klein deel geweerd kunnen worden, drommen van die eigenaardige troos ters en vertroosters" komen opzetten, in groenige zwarte kleereii en dikke zweetdruppels op het voorhoofd, en doordrenkte zakdoeken eri hand schoenen in de hand. Ze zullen gaan met de troostrijke gedachte dat elke tocht weer een waarborg te meer is, dat zij zelf niet alleen of met slechts enkele rijtuigjes achter zich, in de zwarte koets met de zes dwergpaardjes zullen rijden. Ze zullen onbekenden of halfonbekenden volgen, en zich daardoor volgelingen koopen voor hun eigen uittocht. En zoo koopen ze zich in hun nood de middelen tot een zelfbedrog dat zij, wanneer eenmaal het groote uur komt, heelemaal niet noodig zullen hebben. Het is een lugubere club: een club van collectief zelfbedrog en collectieve vereenzaming. * * * De bommen op den dansvloer Zoo sterven wij daar. . . . En hoe leven wij.. . . ? Leerzaam is het verhaal van eene vrouwelijke getuige in de zaak van de politieke" bommenwerpers op den dansvloer van de jaarmarkt van Soerabaya. Voorgeroepen werd Mej em ployee bij de firma .... Getuige danste net toen achter haar een bom viel. Zij hoorde een knal en voelde een slag in den rug, in de lendenstreek. Later bleek dat zij op zeven plaatsen gewond was. Een stukje lood bleek later tusschen arm en lichaam te zijn gedrongen, zonder een wond te veroorzaken. Getuige heeft niet gedacht aan den bom, zij wist eigenlijk eerst niet dat zij gewond was. want zij danste door tot 4 uur 's morgens. Pas toen zij thuis was gekomen, be merkte zij de verwondingen. Getuige vergat en nu zijn wij weer aan het woord terwijl zij danste, waar zij was. Zij vergat haar isolement, haar verlangen en de kwa len die haar lichaam in de vijandige hitte te doorstaan had. Zij danste. En zij stelde van uur tot uur den terugkeer naar haar huis en de realiteiten van haar omstandig heden uit. En er kon een bom barsten en haar op zeven plaatsen verwonden, zonder dat die de betoovering brak. Omdat zij niet wilde, dat die be toovering verbroken zou worden. . . . zelfs niet door een zoo krachtig in grijpen als dat van dien bom. Zij wilde vergeten.... De mentaliteit van het Oosten Wij begrijpen de danseres, en wij begrijpen de leden van het lugubere begrafenisclubje. Maar wij zullen het Oosten nimmer begrijpen. Want wat te denken van de ver klaringen die de bommenwerper van zijn daad gaf. . . . ? liet verslag meldt: beklant/de zet uiteen dut men ijeen vernietiyiny run menschenlevens beoogde, doch slechts protest wilde aanleekenen tegen de regeerings-politiek en tegen de toepassing van Kenners zeggen: MIJ smaakt allén eea BROCHES Cigaret'' de artikelen IGlbls en IZSter derlndisclie staatsregeling. ..." De ..aanteekening" van dit blijk baar staatsrechterlijk protest, kon voor onze gevoelens op duidelijker en overtuigender wijze plaats hebben dan middels een bom op een dansvloer. Maar dat zal wel aan ons liggen. Er zullen in de gevoelens van den. Oosterling wel subtiele nuances zijn, die het noodzakelijk maken, juist en speciaal tegen artikelen IGl&i'üen 153-ier op deze wijze protest aan te teekenen". * * * Maar wij vragen het recht, het moreele recht, om ons in eene omgeving waar zóó gedacht en aangeteekend wordt, een beetje eenzaam te ge voelen. En om dan begrafenisclubs te mo gen oprichten en tot vier uur des morgens te mogen dansen met zeven wonden, zonder dat we daarom wor den uitgelachen in het hoofdschud dend verstandig moederland. JUWEELEN, PAARLEN, platina. goud, zilver enz. wordt tegen reëele waarde te koop gevraagd door H. L a mmers, juwelier A. o. 1845 Oudegracht 149, Utrecht. Expert der Ned. Spoorwegen. Confldentiëele bediening.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl