De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1927 20 augustus pagina 1

20 augustus 1927 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

rocne ^^ - ? ? ^^_ ^^B» ^BM "~ ^^_ ' ??? -?- ~ ' ^. . ^?~ ? ? -i ??- ->r j eekblad voor Nederland .. sinds v&ftigjaar aan de spits der weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMANS. M. KANN EN TOP NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM. C. Soliditeit ongeëvenaard OPGERICHT IN 1877 No. 2620 ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1927 Wantrouwen als basis der politiek i' (f ' J" OEN in het begin van de vorige maand de ' door den Volkenbond bijeengeroepen conferen tie voor de regeling der internationale hulpver leening bij gi'oote natuurrampen uiteen moest gaan zonder dat de meeste mogendheden, die op ?deze vergadering te Genève vertegenwoordigd ?waren, zich bereid hadden verklaard hare hand-fceekening te zetten onder de overeenkomst, die voor hét genoemde doel was ontworpen, hebben -wij hier aan deze-mislukking althans n troost;grond ontleend. , Die schrale troost bestond hierin, dat, nu het Teeds zooveel voeten in de aarde bleek te hebben ?om een Internationale Hulpunie te stichten, waar mede de hooge politiek niet gemoeid was, men in elk geval des te beter zou begrijpen, waarom de -weg, die naar internationale ontwapening voert, zoo eindeloos lang is. Tot de verlevendiging van dit begrip voor «oover noodig! heeft sedert ook de conferentie van de drie grootste zeemogendheden te Genève het liare bijgedragen. Men heeft het echec van deze bijeenkomst, en niet ?zonder reden, mede toegeschreven aan de persoonlijkheid van enkele der voornaamste onderhande laars en aan de gebrekkige wijze, waarop de confeTentie was voorbereid. Dit laatste is zeker een factor, waarvan de be'teekenis niet kan worden ontkend; bij conferenties, ?waar gewichtige politieke vraagstukken moeten '?worden opgelost, dient men het van te voren over ?de hoofdzaken eens te zijn geworden; op de ver gaderingen zelve moeten alleen de détails nader ? -worden vastgesteld. Aan dezen eisch nu beantwoordde de conferentie oyer de vlootbeperking in de verste verte niet. Maar zelfs wanneer de regeering van de Vereenigde Staten voor een betere voorbereiding had willen zorgen, dan nog mag men betwijfelen, of het gelukt zou zijn het gewenschte resultaat te bereiken. Want de diepste grond van de mislukking der Bijeenkomst is ten slotte het wantrouwen, dat het JBritsche Rijk en de Vereenigde Staten ten opzichte -van elkanders bedoelingen koesteren. De Vereenigde Staten eischten voor zich het 'Techt op, om. hare vloot volkomen gelijkwaardig -te doen zijn aan die van het Britsche Rijk; daarom -wilden zo zich de mogelijkheid niet laten ontnemen ?om. groote kruisers te bouwen: of zij in werkelijklieid zooveel schepen van deze soort op stapel '?zullen laten ze'ten, als zij beweerden noodig te Ihebben, kan worden betwijfeld, maar van de be voegdheid daartoe wilden zij in elk geval geen af stand doen. Engeland nu heeft, voor de bescherming van zijne lange handelswegen, voor het onderhouden van de verbindingen met de zoover uit elkaar ge legen deelen van het Rijk en voor de verzekering van zijne voorziening met allerlei behoeften, die liet zelf niet in voldoende hoeveelheid produceert, -een groot aantal kleine kruisers noodig, op het bezit waarvan de Vereenigde Staten geen prijs «tellen. Hun was het te doen om, nadat zij op de «onferentie te Washington reeds de gelijkstelling met Engeland in groote slagschepen hadden ver, .kregen, daaraan thans ook die in groote kruisers toe te voegen. De hardnekkige tegenstand van Engeland tegen het Amerikaansche voorstel sproot ien slotte niet alleen voort uit de onvereenigbaarheid ?ervan,met speciaal Britsche belangen, maar ook , V4^ieruit, dat het zijne suprematie ter zee wilde hand.haven. En de wedijver tusschen het Britsche Rijk en de Vereenigde Staten naar de suprematie ter zee zou geen zin hebben, wanneer zij eikaars bedoelingen niet wantrouwden, wanneer zij niet vreesden dat te eeniger tijd de Britsche en de Amerikaansche vloot zich m6t elkander zouden moeten meten. In het bovengenoemde geval heeft men te doen met twee groote mogendheden, waarvan de eene wél, de andere niet is toegetreden tot den Volken bond. Maar het lidmaatschap van den Volkenbond is evenmin nog een afdoend bewijs van de vaste gpz'indheid, om eventueele geschillen met een andere mogendheid door andere middelen dan die van het geweld te beslechten. Frankrijk en het Duitsche Rijk behooren beiden tot de leden van den Volkenbond. Behalve de verzekerdheid, die voor beiden hieruit zou moeten voortvloeien, dat de ander geen bedoeling tot oorlog koestert, hebben zij bovendien nog den waarborg van het tractaat van Locarno, waarbij immers het behoud van de grens tusschen Frankrijk en Belgi eener- en het Duitsche Rijk anderzijds is ver zekerd en beide partijen elkaar de onschendbaar heid van deze grens plechtig hebben beloofd, terwijl bovendien Engeland en Italiëborg zijn gebleven voor de naleving van dit verdrag. Ondanks de beveiliging tegen inbraak, die dit dubbele slot zou moeten bieden, blijft Frankrijk zich niet genoeg verzekerd achten. Vandaar in hoofdzaak zijn verzet tegen de opheffing of een groote vermindering van de bezetting van het Rijnland, een bezetting, die voor het grootste ge deelte uit Fransche troepen bestaat. Deze kwestie wordt thans weder actueel, nu de September-maand in aantocht is en daarmede de bijeenkomst zoowel van den Volkenbondsraad (Conseil) als van de Volkenbondsvergadering (Assemblee), en nu bovendien uit Berlijn wordt bericht dat de Duitsche minister van buitenlandsche zaken, Stresemann, een aanzienlijke ver mindering van de sterkte der bezetting zal trach ten te verkrijgen. Van Fransche zijde heeft men reeds stemming daartegen gemaakt door de publicatie van een rapport van den bevelhebber der Fransche bezet tingstroepen een publicatie, die wel is waar buiten toedoen der regeering heet te zijn geschied, maar waarvan men althans mag betwijfelen, of deze indiscretie, zoo het er eene geweest is, aan de regeering niet zeer welkom was. In dit rapport wordt gewag gemaakt van de \iitbreiding van het Duitsche spoorwegnet en den aanleg van vliegvelden dicht bij de grens van het bezette gebied, en de aandacht gevestigd op het groot aantal gymnastiekvereenigingen in het Rijn land, die een verkapte oefening in den wapenhandel zouden zijn; volgens den Franschen generaal zou dit alles reden geven tot het vermoeden, dat de Duitsche regeering plannen van geweld tegen de bezetting beraamt. Bovendien maakt men in Frankrijk ecnigen op hef van een artikel uit een pacifistisch orgaan, Die Menschheit", waarin aan het Duitsche ministerie van rijksweerbaarheid het voornemen wordt toe geschreven om door verkorting van den diensttijd een steeds toenemend aantal geoefende man schappen te kweeken: hetzelfde middel dus, dat Pruisen in den tijd van Napoleon toepaste orn zich te onttrekken aan de bepalingen, waardoor , zijn leger toteen geringe sterkte was teruggebracht, en zich voor te bereiden tot den bevrijdingsoorlog. Het heeft er allen schijn van, dat men in Frank rijk de beteekenis van het bedoelde rapport en van het zooeven genoemde artikel overdrijft, om daar aan een reden te ontleenen om zich te verzetten tegen het voorstel, dat Stresemann wil indienen. INHOUD: 1. Prof. Dr. G.. W. Kernkamp, Wantrouwen als basis der politiek. 2. Dr. W. van Ravesteyn, Twee reuzen. 3. Prof. Dr. H. Brugmans, Gysbreght Aemstelstad Johan Braakensiek, De Valera's eed van trouw aan den Koning. 4. H. J. M. Walenkamp Czn., Meet- en wiskunde als fondament der beeldende kunsten. 5. Spreektaal L. J. Jordaan, Na de ontwapenings conferentie. 6, Annie Salomons, Bijkomstigheden. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Muggen en Malaria. 9. Red. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen. 10. Prof. Dr. J. Prinsen J.Lzn,, Hendrik van Veldeke. 11. Henrik Scholte, Comoedia B. van Vlijmen, Albert van Dalsem. 12. Tegenstellingen Mr. H. G. Koster, Twee Indi sche romans. 13. Cornelis Veth, Weleer en Nou Otto van Tussenbroek, Toegepaste Kunst. 15. PaulSabel, Lucifersfabrikatie C. K., Beursspiegel. 16. C. A. Klaasse, De Javasche Bank. 17. Uit het Kladschrift van Jantje. Melis Stoke, Kunstboteroorlog en benzinevrees. 18. Alida Zevenboom's Croquante croqiietjes J. G. Sinia, Bali Charivarius, Charivaria. 19. Ant. Thiry, De Keuskes,metteek. d.Fred. Bogaerts. 20. De Fideldummers en hun papegaai Joh. L., Mijn Film Cel 2, Telefoon Melis Stoke, Rijm. Omslag: Spelproblemen en Boevenjachtprijsvraag. Bijvoegsel: Johan Braakensiek, Oceaanvluchten. In Engeland slaat men die beteekenis heel wat ge ringer aan. Daarmede wordt volstrekt niet ontkend, dat fllerlei gebeurtenissen van de laatste jaren in Duitschland recht geven tot wantrouwen in de gezindheid van het Duitse hèRijk om zich te houden aan het tractaat. Wij hebben hier vroeger meer dan nmaal de aandacht gevestigd op do hooge be dragen, die op de Duitsche begrooting zijn uit getrokken voor uitgaven ten dienste van leger en vloot, bedragen, die volstrekt niet te rijmen zijn met de geringe; sterkte, waartoe Duitschland's weermacht volgens het Verdrag van Versailles is beperkt. Maar de billijkheid eischt te erkennen, dat de ontwapening van Duitschland gevolgd diende te worden door een beperking der bewapening van de overige mogendheden, en men nog geen begin daarvan ziet; dat een bestendiging van de bezetting van het Rijnland juist de krachten in Duitschland versterkt, die tegen den geest van Locarno werken, en dat men in elk geval zal moeten kiezen tusschen: vertrouwen in het verdrag van Locarno, of wan trouwen tegen het Duitsche Kijk en handhaving der bezetting, want van beide ruiven tegelijk kan men op den duur niet eten. > jf| Men zet den wedstrijd in bewapening voort en houdt omlei-tusschen het volk zoet met de fopspeen van Volkenbond en Locarno hóe 'Idng nog ? KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl